We keren terug op onze passen. We vervolgen de Sint-Katelijnestraat richting centrum. We lopen voorbij het Sint-Romboutskerkhof en passeren de Sint-Romboutskathedraal aan onze linkerkant.
Sint-Romboutskathedraal
Gedurende 3 eeuwen werd aan de kathedraal gebouwd, van de 13de tot de 16de eeuw. De onvoltooide toren, als kenmerk van Mechelen, is 97,28 m hoog en bevat twee beiaarden van 49 klokken. De toren staat als belfort op de UNESCO-lijst van werelderfgoed. De kerk bevat bijzondere kunstwerken zoals het schilderij Kruisdood van Christus door Antoon Van Dijck, 25 originele panelen uit de 15de en 16de eeuw die de legende van Sint-Rombout uitbeelden en een prachtige preekstoel met expressieve dierenfiguurtjes.
We lopen recht op het imposnte beeld van Margareta van Oostenrijk op de Schoenmarkt. Naast het beeld staat het Schepenhiis. Het is onze volgende halte. Vandaag is dit Schepenhuis een Stedelijk Museum. Langs de trapjes gaan we naar binnen. De de toegang is gratis tijdens tentoonstellingen. We komen onmiddellijk in de zaal waar de vierschaar zetelde en lopen naar rechts tot aan de haard.
Schepenhuis
Het oudste stenen stadhuis van België uit de 13de-14de eeuw werd vanaf 1473 de zetel van het Parlement van Mechelen, later de Grote Raad genoemd. Het gedeelte aan de Schoenmarkt (met de aangebouwde hoedenwinkel) is het oudste. Vandaag museum Schepenhuis.
Het Museum Schepenhuis staat midden de drukte van de levendige Mechelse stadskern. Het vormt een knooppunt tussen Grote Markt, IJzerenleen en kathedraal/cultuurcentrum. Het gebouw stamt uit de periode dat Mechelen politiek aan belang won en getuigt als toenmalige vestigingsplaats van de Grote Raad van het grote bestuurlijke en juridische belang van de stad in de 15e en vooral 16e eeuw.
Het Schepenhuis wordt voor het eerst vermeld in 1288. Dankzij de grote economische bloei, vooral door de lakenhandel, werden te Mechelen in de 13e eeuw enkele belangrijke stenen gebouwen opgericht. De schepenbank, die tot dan in openlucht vergaderde, kreeg zo een stenen gebouw. Door zijn vroege datum mag dit Schepenhuis als het oudste stenen ''stadhuis'' van Vlaanderen beschouwd worden. Later, in 1374- 1375, werd het gebouw aanzienlijk uitgebreid onder leiding van bouwmeester Mys uten Anker die onder andere ook aan de Sint-Gummaruskerk in Lier werkte.
Voor de decoratie van dit nieuwe gebouw werden gerenommeerde kunstenaars aangesproken zoals André Beauneveu uit Valenciennes die de -verdwenen- beelden voor de nissen produceerde, en Jan Keldermans, de stamvader van het bekende bouwmeestersgeslacht, die de consoles in de zaal van de vierschaar beeldhouwde.
Tijdens de Bourgondische periode was het gebouw een tijdlang zetel van het hoogste gerechtshof van de Nederlanden. Op 8 december 1473 installeerde Karel de Stoute zijn Parlement van Mechelen en vestigde het in dit huis. Deze stichtingsvergadering is uitgebeeld op een schilderij van Jan Coussaet. Afgeschaft in 1477 werd de gerechtelijke instelling opnieuw in Mechelen gevestigd in 1504 onder de naam van Grote Raad. De pleidooienzaal op de bovenverdieping bewaart twee zeldzame 16e eeuwse muurschilderingen.
Vanaf 1616 zetelde de Grote Raad in het paleis van Margareta van Oostenrijk en kreeg het Schepenhuis doorheen de geschiedenis verschillende bestemmingen die hun sporen hebben nagelaten in het gebouw. De laatste functie was die van stadsarchief. Na de verhuis van het archief begin jaren 1990 bleef het gebouw achter zonder functie. Sinds 2000 doet het dienst als museum.
De collectie
De zalen van het Schepenhuis vormen het kader voor de presentatie van hoogtepunten uit de Mechelse artistieke productie tijdens de 16e eeuw. In die periode ziet men de overgang van laat-gotiek naar renaissancekunst. Drie reeksen kunstwerken worden centraal geplaatst.
De legende van Sint Victor is een prachtige cyclus van 16 panelen. De reeks is een pareltje van vroeg-renaissance kunst. Hij werd geschilderd voor het klooster van de Victorinnen van Blijdenberg in Mechelen. Een uiterst zeldzame groep wordt gevormd door de Besloten Hofjes uit de collectie van de Mechelse Gasthuiszusters. In die retabels komen schilderkunst, sculptuur - laat gotische Mechelse poppetjes - en ambachtelijk werk tot een rustige eenheid. Het centrale thema is de besloten hof waar volgens het bijbelse Hooglied geliefden bij elkaar verwijlen. Dit thema verbeeldt de mystieke eenheid die kloosterzusters, hier de augustinessen-gasthuiszusters, met hun hemelse bruidegom zoeken.
Ten derde worden een aantal polychrome houten heiligenbeelden belicht. Ze bewijzen dat de houtsculptuur in Mechelen belangrijk bleef tijdens die periode. Getuigen daarvan zijn de beelden van Thomas Hazart. De vormgeving was echter wel traditioneler dan de hoog verfijnde en fantasierijke albasten reliëfs waarvoor Mechelen zeer bekend was.
We begeven ons naar de grote zaal op de tweede verdieping. Dit was de plaats waar de Grote Raad zetelde. We nemen even plaats op de banken en komen meer te weten over de processen die hier gevoerd zijn.
We verlaten het Schepenhuis en slaan links af. We bevinden ons nu op de Ijzerlaan. We lopen rechtdoor en steken via de Hoogbrug de Dijle over. In de Guldenstraat nemen we de eerste straat rechts. De Van Beethovenstraat brengt ons aan de Lamotsite, genoemd naar de voormalige brouwerij.
Het brouwgebouw met zijn congres- en erfgoedcentrum ligt centraal op de Lamot-site en ze herbergt ook een horecazaak, een tentoonstellingsruimte en een auditorium. Maar de Lamot-site is veel meer dan dat. De site werd eerst en vooral bekroond met de "Thuis in de stad"-prijs 2003 voor reïntegratie van verloren stadsdelen binnen de stad. In de aanpalende blokken is het aangenaam wonen in moderne lofts met zicht op het water en de torens van Mechelen;
Op de site vindt u naast het brouwgebouw ook een hotel (Novotel), een warenhuis (Match), meerdere kleine shops, een wellness-center, bureauruimten en 44 luxe-appartementen. Ondergronds vindt u een parking voor ongeveer 220 wagens.
De site zal in 2006 ook verbonden worden met de Vismarkt, de meest trendy plek in Mechelen via een voetgangersbrug. Lamot is tevens het centrale punt van het Dijlepad. Dit pad loopt langs de Dijle van oost naar west, dwars door Mechelen. Een ideale wandeling of fietstocht met LamotTM als perfecte stopplaats voor een koffie, een pintje of een lekker hapje.
We keren op onze passen terug en slaan rechts opnieuw de Guldenstraat in. De eerste straat links is de Onze-Lieve-Vrouwestraat en komen zo aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk
Kerk van Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijle
Gotische kerk met uitzonderlijke kunstschatten: drieluik rond De wonderbare visvangst van P.P.Rubens in de kapel van de Mechelse visverkopersgilde en een beroemd 14de-eeuws Lieve-Vrouwebeeld.
We nemen de derde straat rechts aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk : de Grebroeders Verhaegenstraat. Rechts, tussen de Ziekenliedenstraat en de Moenstraat, staat een neo-renaissancegebouw in zand- en baksteenstijl. Op deze plek verbleef ooit Janus Secundus, de Mechelse Romeo. In mei 1530 ontmoette de achttienjarige Janus de Mechelse Julia en werd op slag stapelverliefd. Julia was echter een 'los' meisje, die echter genoot van zijn aandacht. De poëzie borrelde in hem op en ze werd de muze voor zijn eerste liefdesgedichten. Maar mooie liedjes duren niet lang en in 1532 trouwde Julia met een andere man.
Met deze tragische noot eindigt hier blijkbaar de eerste wandeling.
De derde wandeling heeft als titel : Vrouwen met passie, vrouwen met een missie
Deze wandeling start op de hoek van de Voochtstraat met de Bleekstraat. Hier bevindt zich het negentiende-eeuwse klooster van de zwartzusters, die sinds 1350 in Mechelen zijn.
Met de rug naar het klooster, gaan we links de Voochtstraat uit. We slaan de eerste straat rechts in, de Korte Maagdenstraat. Vervolgens draaien we rechts de Keizerstraat in. Vijftig meter verder zien we aan de overkant van de Keizerstraat het Onze-Lieve-Vrouwgasthuis. Gesticht rond 1200 was het oorspronkelijk gelegen naast de Onze-Lieve-Vrouwekerk aan de Dijle.
In 1854 verhuisde het naar de terreinen van het voormalige paleis van Margareta van York. In 2000 verlieten de laatste gasthuiszusters hun klooster, dat op de kapel en enkele aanpalende vleugels na, werd afgebroken.
We keren op onzen stappen terug. Op de hoek van de Keizerstraat met de Veemarkt staat de barokke Sint-Pieter en Paulkerk.
We gaan naar binnen om het zeer mooie beeld van Maria met het kind te aanschouwen. Het werd in 1630 gebeeldhouwd door één van de grootste vroegbarokke kunstenaars : Maria Fayd'herbe.
De kerk zelf is een harmonieuze 17de-eeuwse barokke jezuïetenkerk, vandaag parochiekerk. Rijk versierd interieur, 14 in de muur ingebouwde houten biechtstoelen en preekstoel die de missionering in de vier werelddelen symboliseert
We verlaten de Sint-Pieter enPaulkerk en steken de Keizerstraat over. We slaan de Sint-Pietersberg in. Vervolgens nemen we de eerste straat rechts de Leegheid. Hier staat een traditionel larbeidershuisje dat dateert uit de 16de-17de eeuw
Aan het einde van de Leegheid slaan we links af en onmiddellijk weer rechts de Zakstraat in. Waar de benaming van de Zakbrug vandaan komt, is niet geweten. Mogelijk verwijst het naar een lichte glooiing in de straat, die ervoor zorgde dat het water van de Grote Markt en omgeving kon weglopen in een verzakking ('zak'). De houten brug uit 1311 is al in 1369 vervangen door een stenen exemplaar. Het opschrift "Baden. N° 26" op het huis aan de linkerzijde verwijst naar het badhuis in de Zakstraat dat in 1883 door Albert Hippé uit Keulen werd geopend. Men kon er zich gaan wassen, maar er was ook een mogelijkheid tot 'levering aan huis'. De uitbater begaf zich daarbij naar de woning van de klant met een stootkar waarop grote tobben met heet water stonden.
We nemen de eerste straat links de Désiré Boucherystraat. De eerste straat rechts is de Botermarkt. De overdekte groentenmarkt op de Botermarkt is ingehuldigd in 1871 en afgebroken in 1969. We bevinden ons in het commerciële centrum van Mechelen waar in 1651 een felle volksopstand uitbrak, aangevoerd door de furieuze Magdaleen Robert.
We lopen verder en verlaten de Botermarkt. We draaien rechts de Korte Bruul in.
Zo komen we op de Grote Markt.
Stadhuis
Lakenhal uit begin 14de eeuw met onafgewerkt belfort. De handel in textielproducten vond plaats op de gelijkvloerse verdieping. Het belfort staat op de UNESCO-lijst van werelderfgoed. Ook het "Paleis voor de Grote Raad" in flamboyante gotiek maakt deel uit van het stadhuis. Het interieur kan met een gids bezocht worden (geleide bezoeken) Hierbij ontdekt u de rijke trouw-, raad- en kolommenzaal en een bijzonder 16de-eeuwse wandtapijt over de slag van Tunis.
De foto hieronder toont de huizen van nr. 1, het postgebouw, tot nr. 6, het huis 'In den Boer à la Mode', dat in de Befferstraat na 1900 plaats moest maken voor de vervollediging van de lakenhallen. De rococogevels ertussen dateren uit 1773.
Mechelen in vrouwenhanden, ge moogt gerust zijn. Al eens op de Grote Markt het KBC-kantoor bekeken?
We slaan links af en houden links aan. De Grote Markt gaat over in de Schoenmarkt.
Bij de aanleg van een ondergrondse parking moest het standbeeld van Margareta van Oostenrijk wijken van de Grote Markt. Maar na een grondige opknapbeurt is het sinds 2005 weer prominent aanwezig in het straatbeeld en pronkt het op een nieuwe locatie : de nabijgelegen Schoenmarkt . Een historisch verantwoorde keuze, want van daar kijkt de Mechelse landvoogdes uit op de drie stadhuizen die Mechelen heeft gekend : het Schepenhuis, het huidige postgebouw en het huidige stadhuis.
We lopen terug richting Grote Markt en houden de inrit van de parking en het Postgebouw aan onze linkerkant.
Het Postgebouw of "Den Beyaert"
De naam Beyaert herinnert in feite nog aan het godshuis waar tijdens de 13de eeuw pelgrims, die de relieken van de H. Rumoldus kwamen vereren, een onderdak vonden en waar evenzeer aan ziekenzorg werd gedaan. Het gebouw werd door de stadsmagistratuur gekocht in 1383. De volgende jaren verwierf de stad nog meer huizen in de onmiddellijke omgeving van de Beyaert en werden diverse werken aan het heterogene gebouwencomplex uitgevoerd om de stadsadministratie ten dienste te zijn. Het stadsbestuur hield er beperkte zittingen, tevens waren er verscheidene klerken, of stadsambtenaren tewerkgesteld. Momenteel is hier het postgebouw gevestigd.
De straat recht voor ons is de Frederik de Merodesytraat. Deze moeten we hebben. We wandelen tot we het Hof Busleyden op nummer 65 - 67 tegenkomen, genoemd naar de humanist Hiëronymus van Busleyden (1470 - 1517). Dit grote stadspaleis (zie ook W2 - 10) is vandaag één van de stedelijke musea. Op de benedenverdieping zijn nog tal van foltertuigen te vinden, uit een minder fraaie periode van heksenvervolging tussen 1600 en 1650.
We verlaten het hof van Busleyden en nemen de eerste straat rechts, de Sint-Jansstraat. Aan het einde slaan we links de Goswin de Stassaertstraat in, om onmiddellijk rechts de Schoutetsstraat te nemen. Voorbij de Koninklijke Manufactuur De Wit (zie ook W2 - 7) komen we in de De Deckerstraat. Schuin links slaan we het Klein Begijnhof-Bogaard in. Loop even door tot het tweede steegje. In dit begijnhof was het kantklossen één van de belangrijkste bezigheden. Mechelse kant werd geroemd als de fijnste van de Vlaamse kanten. In het begin van de 18deb eeuw waren er liefst 4500 kantwerksters en 150 kanthandelaren in Mechelen.
We verlaten het Klein Begijnhof-Bogaard en lopen rechtdoor over het plein. Via het Sint-Katelijnekerkhof lopen we rechtdoor naar de Sint-Katelijnestraat. We slaan deze straat rechts in om meteen links het eerste straatje in te slaan, de Moreelstraat. We zien recht voor ons de kerk van het Groot Begijnhof. We gaan naar de voorkant van de kerk in de Nonnenstraat.
Begijnhofkerk
Mooie vroegbarokke kerk in het Groot Begijnhof, waar ook Lucas Faydherbe aan meewerkte. !
Ter gelegenheid van al deze feestelijkheden werd ook een nieuw bier gebrouwen. Maar we zijn er tussendoor niet ingeslaagd het te proeven.
Shame on us.
Margriet, een bier met bloemen
Keizer Karel wist al dat het Mechels bier een omweg waard was en liet het vijf eeuwen geleden met scheepsladingen overbrengen naar Spanje. Brouwerij Het Anker eert Karels goede smaak jaarlijks met de Gouden Carolus Cuvee van de Keizer en exporteert nog steeds bier naar alle uithoeken van de wereld. In eigen stad is de blonde Margriet een voltreffer, een fleurig gelegenheidsbrouwsel naar aanleiding van Mechelen 2005, stad in vrouwenhanden.