Een rondleiding in het atelier Gebr. Decap Antwerp.
Anno 28 december 2011, Antwerpen in de Essenstraat met 10 personen. Leeftijd van de bezoekers tussen 57 en 70 jaar. Roger Mostmans, de zaakvoeder van de firma, was zichtbaar tevreden met ons bezoek.
Naar het schijnt zijn er een 800-tal orgels gebouwd in dit atelier. Met een bezetting van 14 a 15 werklieden kwam men aan een tempo van 2 a 3 grote dansorgels per jaar, aan een werkweek van 60 uur de man, met daarenboven het onderhoud van verhuurde en verkochte orgels. Dit was de glorie tijd van dit type van orgel, het Decap orgel, het dansorgel bij uitstek in die tijdsgeest, ik spreek van de jaren 1950 1965. Relatief goedkope orgels met een degelijke kwaliteit. Inderdaad geen sierlijk fronten gelijk de concurrentie van Morthier of de Franse orgels. Naar zeggens was het een afwegen tussen Morthier orgels of een Decap Antwerpen : welke supplementen krijg ik voor die of die prijs; bij de komst van de sterke 121 toets orgels was de keuze van de orgelverhuurders, zoals Teugels, vlug gemaakt. De 121 orgels waren sterke orgels maar mits de concurrentie van de Morthiers werden die Decaps verkocht aan een scherpe prijs
naar het schijnt.
Ons bezoek dus aan het atelier Alleen het dak is verbouwd, een lang gebouw verscholen in een kleine smalle straat aan de gerenoveerde spoorweg locatie Antw. Dam. Enkel een grote poort verraad het werkhuis. Je hebt hier nog het riemen werk van de centrale aandrijving van draai- boor- en schaafmachines. De diverse werkplaatsen gecompartimenteerd met Rf deuren. Ieder werkhuis herbergt een aantal dansorgels Orgels op rust zoals de enorme METRO 121 toets en de RETRO. Je hebt er een audio orgel met 3 bewegende robots. In een ander lokaal een afgewerkt nieuw pijporgel. Een 121 toets dansorgel in afwachting op verhuur. Ook nog een straatorgel dat wat meer decibels produceert dan de eerder genoemde. Zo is een dansorgel relatief luid om over de volle zaal en het geroezemoes overheen te gaan. Daarentegen spelen de café orgels iets zachter om in de kleinere locatie nog verstaanbaar te genieten van een pint bier. Decap produceerde dus pijporgels, dwz : alles akoestisch met de diverse registers met houten pijpen en slagwerk. Later is het aantal pijpen verminderd en zijn er accordeons, diverse blaasinstrumenten en een audio deel ( hamond orgel) bijgekomen. Afgewerkt met de typische TL/ neon verlichting aan de fronten.
Gek toch zon atelier,
- ontstaan uit een herstel werkplaats voor dansorgels
- overheen een glorie periode van levering aan binnen-en buitenland
- het bijplaatsen van meer moderne werktuigen voor metaal- en houtbewerking
- en dan (de teloorgang), de afname van de bestellingen.
Je merkt de aanwezigheid van oud en nieuw gereedschap, de overschoten aan dozen vijsjes, leder planken, onderdelen van elektrische klavierorgels.
Er is ook de werkplaats voor de aanmaak van de draaiorgelboeken. Hier in dit atelier in Antwerpen in tegenstelling tot Decap Herentals, die merendeel onder MIDI werkt, wordt alles gestuurd met boeken. Je hebt hier dus en verzameling aan moederboeken. Die werden in die tijd handmatig geponst. Die moederboeken worden voor de diverse verkochte orgels dan gedupliceerd met een naderhand ontworpen dupliceerponsmachine. De moederboek als model. Duurtijd voor de aanmaak van 1 boek : 1 uur, eenzelfde handgemaakt boek meer dan 1 werkdag. In de danszaal had je een boekensteker die om de 2 minuten een nieuw nummer in de mechaniek legde. Of je had een boekenwiel met aan elkaar gelijmde boeken met een speelduur van 1 a 2 uur.
|