Straatmuziek met draaiorgel op de wijze van …

Een vergelijk van 3 kleine straatorgeltjes op een volksfeest, deze zomer,
zoals ik ze ken sinds enkele jaren ( hun eerdere muziek speelgeschiedenis ken ik niet )

Alle drie weten ze het publiek te bespelen op hun eigen manier,
den éne al wat luidruchtiger dan de andere.

1 - Warre, Eddy van Meerbergen uit Boechout:

• Een gekende figuur, kent het klappen van de zweep,
  trad vroeger ook op als entertainer, volksvermaak.
• heeft een welluidend tongen Raffin orgel en/of een buikorgeltje,
  beide met rolletjes.
• Hij wisselt in de loop der jaren geregeld van orgel.
• Eddy is beperkt in zijn mobiliteit, blijft op één plaats staan in de straat,
  maar kan zich wel verplaatsen als hij zijn buikorgel meebrengt.
• Hij spreekt ook de mensen aan, hij nodigt ze uit om te blijven luisteren.
• Hij begeleid zich met “tante Stans” een beweegbare pop.
• Hij is steeds verzorgd gekleed.
• Hij doet zijn ding speciaal gericht op kinderen.
  Tegen een vergoeding kunnen kinderen een diploma orgeldraaien bekomen.
  Kinderen kunnen meedoen met allerlei muziekinstrumentjes als begeleiding,
  met een keuze uit verschillende hoofddeksels enz.
• Hij heeft een groot zichtbaar mansbakje.
• De Warre treedt veelvuldig op.
• Maakt geregeld reklame voor draaiorgel activiteiten.
• Zingt niet mee met de airkes, maar wanneer hij een binnen optreden heeft doet hij andere leuke dingen, moppen tappen, spelletjes.

2 - De boerkes van Beerse, een duo uit Beerse:

• Ad Moeskops en zijn makker Marcel.
• Ad is een olijke volksfiguur die vroeger zijn inkomen verdiende op markten.
• Het zijn inderdaad “boerkes” dat is te zien aan hun iet of wat schoffele kledij, zet daar de goedlachse muilentrekkerij van Ad bij,
  de dikke sappige buik van Marcel die wat in de weg zit voor zijn trom
  en je hebt een komisch duo dat goed in de markt ligt.
• Ad zingt heel graag liedjes, met een stem als een klok, ze zijn niet altijd afgewerkt maar ze geven een zekere sfeer in de straat, zeker met de afwisseling van trekzak en draaiorgel. Soms slaat hij daar nog een schuine mop ertussendoor of hij doet met zijn smoelentrekkende “aap” de mensen verschieten.
• Ad draait het pijporgeltje “ het vlierbesje” en speelt de laatste jaren liever op zijn diatonische accordeon met lepels.
  Alhoewel, het draaiorgeltje heeft een lieflijke zoete klankkleur,
  als het gestemd is.
• Marcel slaat begeleiding met de gros casque.
• De boerkes kunnen terugblikken op een lange geschiedenis, te zien aan de gamelijke toestand van hun orgel met een oude vierwiel kar.
  Dit jaar zijn ze aan hun 34° jaar toe.
• Ad vermaakt ook mensen binnenskamer met gezang en een electr. klavierorgel.
• Ze hebben een stevige band met de voorbijtrekkende toehoorders.
• Het repertoire van de orgelboeken is beperkt
  en ze hebben geen recente aanwinst van boeken.
• Maakt nooit reklame voor draaiorgel activiteiten.
  Hij heeft een groot zichtbaar mansbakje.
  Ze wandelen niet met hun orgel, blijven op één plaats.

3 – Straatmuziek Pier’nlala uit Hamme:

• Pieter is een laatbloeier, heeft een recent orgeltje 32 toets,
  aangekocht op het Hooghuysfestival, 8 jaar geleden.
• Zingt héél graag met overgave zijn liedjes mee.
• Kleed het orgeltje aan met diverse orgelfronten, naargelang.
• Heeft 2 orgelkarren: één voor een vaste plaats,
  een andere om met te “wandelen”
• Een goedrijdende kar is gerieflijk en wandelen is minder storend voor de omgeving waar je speelt.
• Heeft ook qua outfit afwisseling naargelang omgeving waar moet gedraaid worden.
• Hij heeft een zeer uitgebreid repertoire met teksten in meerdere talen,
  dat geregeld wordt aangevuld met recente boeken.
• Spreekt graag de mensen aan, hij vindt de feedback héél belangrijk,  
  zingt met een zangmicro.
• Hij heeft weinig attributen mee, soms een vliegertje maar steeds een aap.
• Maakt geregeld reklame voor draaiorgel activiteiten.
• Geen mansbakje, wel een versleten hoed.