rondrit met caravan door het bovenste deel van Duitsland
24-09-2018
feestmaaltijd in Braunlage
In Bad Lauterheim zijn we werkelijk in het bad geweest. Een stortvlaag zorgde ervoor dat onze zoektocht naar breiwol langer duurde dan voorzien. Maar geen nood, Braunlage is vlakbij. Daar zijn we afgesproken met onze Beierse vrienden om samen met alle hotelgasten aan de feestmaaltijd deel te nemen. Iedereen was er klokslag 18 uur: Deutsche Gründlichkeit! Het feestmenu was voortreffelijk. Zowel kwaliteit als kwantiteit was er. Volgens de weerberichten zou het ophouden met regenen. Nat is het in ieder geval. Wellicht kunnen we morgen de bergschoenen aantrekken voor een staptocht door de groene Harz. Wandern ist des Müllers Lust!
Met Günter en Elisabeth zijn we naar Kloster Walkenried getrokken. Het klooster gaf er open deur en er was een overweldigende markt met streekproducten uit gans Duitsland en Oostenrijk. Zoveel nonnen en paters heb ik nog nooit samen gezien. De bierpullen en de fanfare deden hun werk en het klooster kende veel belangstelling. Enige spelbreker was het weer, maar veel activiteiten waren binnen. We mochter er zelfs in het scriptorium het schoon Duits geschrift uitproberen.
Dora-Mittelbau is een voormalig concentratiekamp tegen Nordhausen, waar 60.000 gevangenen leefden tijdens de periode 1943-1945. Er zaten ook Vlamingen. Daar werd o.a. de raket V1 en V2 met matig succes gefabriceerd na de vernietiging van de basis van Peenemünde. De SS hield de touwen heel strak in handen en wie niet kon werken, werd vermoord. Duitse industriebedrijven konden beroep doen op de massa “gratis” arbeiders, zoals VW, Siemens en BASF. Wij bezochten het museum, de ondergrondse werkplaatsen met kilometers lange donkere, ongezonde tunnels en het crematorium. Een erg beklijvende ervaring! De foto’s zeggen veel.
Gisteravond hebben we onze vrienden uit Bayreuth, Bayern, ontmoet. Günter en Elisabeth zijn ook op vakantie in de Harz in Braunlage, op 10 kilometer van onze camping. Wat een toeval dat wij ons hier ontmoeten, wij die meer dan 1000 kilometer ver van elkaar wonen. Enfin, we hebben al wat afspraken gemaakt om samen de Harz met hart en ziel te veroveren. Vandaag ben ik naar Wernogerode gereden. Daar heb ik het bedrijfwerk (BW) van de Harzbahn bezocht. We kregen een veiligheidshesje en mochten ons overal bewegen tussen de locomotieven, de draaibanken en de technische installaties. De Harzbahn is met stoomlocomotieven uitgerust. Dit is niet alleen voor toerisme, maar ook voor de gewone verplaatsingen. In de tijd van de DDR was dat heel gewoon en dit is nog zo gebleven. Voor de geïnteresseerden heb ik een compleet verhaal.
We zijn aangekomen in de Harz op camping “Am Bärenbache” in Hohegeiß. We staan vlak aan de voormalige grens Duitsland-Duitsland. De camping is super en onze plaats is overweldigend. Rust en een mooie natuur is ons te beurt gevallen. Ik ben naar het dorp Hohegeiß gestapt en er een wandelkaart gevonden. Het dorp zelf is typisch Duits: geen lintbebouwing en overal versierde huizen. Hier plaats ik nog een foto van gisteravond, toen er een luchtballon over de camping en de Jenzig in Jena voorbij vaarde.
We hebben de Jenzig beklommen, ruim 300 meter hoger. De berg biedt een prachtig uitzicht over Jena en zijn woongebieden. Je ziet nog duidelijk de bouwstijl van de voormalige DDR: alles gelijk! Boven op de berg komen we aan een restaurant met Biergarten. Dorst hoeven we dus niet te lijden bij temperaturen van 32 graden. Morgen rijden we 170 kilometer noodwestwaarts. We worden verwacht in Hogeheiß in de Harz. Dan zitten we aan de voormalige Duits-Duitse grens.
Oef, het is 31 graden! De nazomer doet zijn best. Morgen beklimmen we de Jenzig. Gelukkig ligt er nog geen sneeuw, anders hadden we stijgijzers nodig. Vandaag mochten we met de fiets een tochtje maken door de grote stad Jena, en we zijn een ervaring rijker. Jena is een stad van studenten en de fiets is er alom in gebruik. Je fietst over de voetpaden en overal mag je door, ook door de “Einbahnstraßen”. ’s Middags stegen we van de fiets om in “Altes Jena” een Eisbein te eten. Je ziet ook een beeld van een zaligmakende biertank. Hier nog een beeld van Bea met Ulrike.
Naumburg is een stad 30 kilometer van Jena verwijderd. Het is er stemmig wandelen en de Dom overheerst de stad. Misschien was het wat dom van ons om de dom niet te bezoeken, maar het entreegeld was even hoog als het gebruik van de wasmachine op de camping. Bea heeft met andere woorden prioriteit gegeven aan hygiëne en zuiverheid in plaats van cultuur en historie.
Op de camping staat ook Ulrike uit Eberswalde. Ulrike is een vriendin van Bea, waarmee ze regelmatig contact heeft via sociale media. We zien ze ook regelmatig terug in Jena. Haar man is in januari overleden op 53-jarige leeftijd. Ondanks het verlies heeft zij haar levensmoed niet verloren. Onze buren komen uit Berlijn en hebben na de Wende gewerkt bij de opzoekingen en archivering van de slachtoffers uit de beide wereldoorlogen. Zo hebben we ook vele boeiende gesprekken over het leven in de voormalige DDR. Jena is in feest. We zijn met ons gat in de boter gevallen. Deze morgen ben ik met mijn plooifiets naar het centrum gereden. De Stadsmusikkapelle bracht met veel bombarie Duitse mars- en fanfaremuziek. De feestsfeer zit er goed in. Overal vind je bier- en worstkramen. Jena bruist en de winkels zijn open. In het grote winkelcentrum zie je het kunstwerk van Zeiss en de Zeiss-toren is altijd te zien.
We zijn aangekomen in Jena in Thüringen. De weg van Brandenburg naar Thüringen ging over Fläming, een streek waar ooit, lang geleden, Vlamingen neergestreken waren. Steden als Herzberge en Lichterveld duiden nog op sporen ervan. Maar meer is er niet. De camping “Unter den Jenzig” in Jena kennen we. Het was een gezellig thuiskomen. Een historische tram doet nog steeds dienst als receptie. Het stikt hier wel van de Nederlanders en je zal ze gehoord hebben. Maar met de Jenzig berg boven onze kop kan er niets stuk. We maken ons klaar voor een paar uitstappen en zeker naar de mooie stad Jena, waar Carl Zeiss zijn optiek ontwikkeld had.
Vandaag hebben we een stevige wandeling gemaakt rond het meer van Groß Leuthen. De lucht is gezond tussen de bomen in het woud en de paddenstoelen beginnen te verschijnen. Meer moet dat niet zijn. We maken ons klaar voor de volgende trip. Morgen verlaten we Brandenburg en rijden naar Thüringen via Leipzig. Het wordt een ritje van 250 kilometer tot in Jena. We worden verwacht op de camping “Unter den Jenzig”. We kennen de camping en zijn uitbater al van eerdere bezoeken.
Een uitstapje naar Lübbenau onder een grijs zonnetje leerde ons het leven op riviertjes en kanaaltjes. Veel lokaal transport gebeurt met de kano. Het toerisme doet er ook aan mee. Lübbenau is een stemmig stadje. En de augurken doen ook mee. Overal vind je er. Ze slaan ze je om de oren. Dit is ook het land van de Sorben, een Slavisch volk dat hier ooit toestroomde.
Volharding en moed zijn twee schone eigenschappen. Vroeg opstaan hoort daarbij. En zo krijgen we mooie beelden van de Märkische Heide in Spreewald. “Der frühe Vogel fängt den Wurm”. Broodjes worden in Brandenburg “Schrippen” genoemd. Op de vraag “Haben Sie ihre Schrippen schon bestellt?” moet men duidelijk ja of neen antwoorden.
Het is prachtig weer en warm. We zitten in Spreewald in Märkische Heide. De camping ligt in Groß Leuthen, een vredig dorpje. De tegenstelling met gisteren is enorm. Hier heerst een en al rust. Vlak aan de camping ligt een meer. Spreewald is gekend voor zijn kanaaltjes en waterloopjes. Zo beweegt hier alles per boot: de postbode doet zijn ronde per kano, de kinderen gaan naar school per boot en de lijken worden per kano naar hun laatste rustplaats vervoerd. Morgen trekken we naar de stad Lübbenau, waar we augurken gaan vinden. En die hebben ze vééél hier!
De tweede dag Berlijn was ook een drukke dag. Trein op, trein af, S-Bahn op en af, metro in een uit, al het verkeer, al het lawaai, … We bezochten het Deutsches Technisches Verkehrsmuseum. We bewonderden de schepen, de vliegtuigen, de treinen, de textielmachines, de radio- en telegrafie, veel te veel om te zien op een halve dag. Dan liepen we de Kurfürsterdamm af. We passeerden ingetogen de plaats, waar op Kerstmis 2016 een terroristische aanslag gebeurde. En de metro bracht ons naar de bekende Alexanderplatz. Berlijn laten we voorlopig voor wat het is, met al zijn grootsheid en drukte. Morgen zoeken we de rust op in Spreewald, 150 kilometer zuidoostwaarts.
Vandaag was het een dagje Pruisen. Potsdam was vroeger het centrum van Pruisen. Koningen, koninginnen en keizers hebben er geleefd. Zo konden we het gekende paleis “Sanssouci” van keizer Frederik bekijken. De edellieden van weleer leefden in pracht en praal. De stad Potsdam is er een zoals zovele. Winkels vind je er in ruim aantal.,
Voor minder dan 8 euro kunnen we de ganse dag naar en door Berlijn rijden met de trein, metro, bus of tram. Dus aarzelden wij niet en namen de trein vanuit Wüstemark. Berlijn is een mega stad met mega veel toeristen. Wij beperkten ons eerste bezoek aan de grootstad en bezochten Checkpoint Charly, het grensmuseum, het DDR-museum en de Brandenburger Tor. Het DDR-museum was heel aangenaam omdat je ondergedompeld wordt in de leefwereld van de Ossies straks 30 jaar geleden. We wandelden langs Unter der Linden en de Friedrichstraße. We komen nog terug.
Vandaag was het een dagje om niet blij van te worden. Met veel toewijding doch ingetogen we twee concentratiekampen uit het nazitijdperk. Eerst reden we naar Ravensbrück, een kamp waar vooral vrouwen opgesloten waren. Zo vonden we de erbarmelijke leefwereld terug van de laatste levensjaren van een moedige vrouw uit Lembeke, de geboorteplaats van Bea. Madeleine d’Alcantara stierf er in 1945, enkele weken voor de bevrijding. We zagen er de vrouwenverblijven, het crematorium, de lijkenkelder, de sanitaire installaties, en nog veel meer. Dan reden we naar Sachsenhausen, een van de grootste kampen. Ook daar werden we weer geconfronteerd met de afschuwelijke omstandigheden, waar mensen gedwongen waren te verblijven en er te sterven. De weidsheid van de beide kampen overviel ons. De foto’s geven een impressie, waar de vele duizenden lijken liggen begraven.
We zijn aangekomen in Ketzin. Het was een rit van 270 kilometer met enkel secundaire wegen door Niedersachsen, Schachen-Anhalt (ex DDR) en Brandenburg, ook ex-DDR. We staan op een mooie en ruime plaats op de camping aan de Havel. Ketzin is een eenvoudig dorp en we vinden er twee supermarkten. We zien er nog de sporen van de DDR: grote huizenblokken en kasseien. We staan niet ver van Potsdam en Berlijn. De campingbaas heeft ons uitgelegd hoe we op de meest comfortabele en budgettaire manier naar Berlijn kunnen trekken. Uiteraard zullen we Berlijn aandoen.
Onze laatste dag in de Lüneburger Heide brengen we door in luiheid. De stapschoenen zitten terug in de doos en we zijn met de auto uit gereden door het uitgestrekte heidegebied. Eerst konden we in Schneverdingen naar de markt en daarna trokken we naar Soltau. Bea heeft er de meest complete wollenwinkel gevonden. Zo kon de dag niet meer stuk. Deze namiddag ruimen we wat op en ik maak een uitgebreide kaartstudie voor de trip naar Brandenburg. Autostrades zijn geen optie, wegens te druk en onvermijdelijke files. We rijden dus binnendoor langs Uelzen en Stendal. We worden verwacht in Ketzin, een dorpje in de buurt van Potsdam.