rondrit met caravan door het bovenste deel van Duitsland
02-10-2018
op bezoek bij Gisela en wijn proeven
Bij Gisela in Pfaffen-Schwabenheim werden we goed ontvangen. Gisela is onlangs weduwe geworden. De goedlachse Harald kenden we ook goed en is slechts 71 jaar geworden. Zo zaten we nu aan tafel met drieën. We konden vele herinneringen ophalen. In de namiddag trokken we naar een “Weingut” om er een voorraadje Rheinhessen binnen te halen.
We zitten in Rheinhessen. Daarom zijn we deze morgen naar Bad Kreuznach gereden om er de winkels te bekijken. Dan reden we naar Bingen, en daar maakten we terug kennismaking met de Rijn. Bingen is de stad van Hildegarde von Bingen. Hildegarde was nog een oud lief van mij, maar wegens het grote leeftijdsverschil is de relatie nooit verder open gebloeid.
We staan op camping Lindelgrund in Guldental tegen Bad Kreuznach. Guldental is een dorp in het Nahetal niet ver van de Rijn en van Bingen. En dan is er de grote stad Bad Kreuznach nog. De installatie is vlot verlopen en meteen hebben we deze namiddag een wandeltrip gedaan van 8 kilometer. Zo verkennen we het gebied. We passeerden wijnvelden. We zitten immers in Rheinhessen, een befaamd wijngebied. Niet ver van de camping is een oord, waar ooit, 300 jaar geleden, eremieten geleefd hadden in de okeren rotsen. Er staat nog een beeld van een man met een zwaard, dat tot aan zijn enkel reikt. Eerst had ik stoute indrukken, omdat ik dacht dat er iets anders tussen zijn benen stak.
We staan voor een nachtje in Motten-Klothen, in Bayern, niet ver van Fulda! De rit was moeizaam, omdat er overal in Duitsland op de autostrades “Baustellen” zijn. Dit geeft ellenlange files tot gevolg. Daarom zijn we na Kassel van de autostrade gereden en dan ging het vlotter over Fulda. Camping Rhönperle is een typische doorgangscamping, mooi gelegen in de vallei van de Rhön. Morgen staan we vroeg op en trekken 250 kilometer verder via Frankfurt naar Rheinhessen, Rheinland-Pfalz.
Een bewolkt dagje hebben we vandaag. Het is dan ook onze laatste dag in de Harz. Ik bereid de volgende etappes voor, telefoneer naar campings en maak een routeplanning. Het is ook een beetje een kuisdagje. Dan gaan we naar Edeka om proviand in te slaan voor de komende dagen. Vanavond gaan we forel eten in Braunlage. Morgen rijden we zuidwest naar de Rhönvallei, de grens tussen Bayern en Hessen. Ik plaats hier nog een paar foto’s van de onvergetelijke Brocken en de betoverende reis met de stoomtrein.
Op naar Brocken! Met de stoomtrein van de Harzer Schmalspurbahn zijn we vanuit Wernigerode naar Brocken gereden 1142 meter hoog. De stoomlocomotief moet hoog klimmen en de stoker moet zijn best doen om permanent kolen te scheppen om de hoogte te kunnen bereiken. Ik controleerde de temperatuur van de waterketel: 280 graden, OK dus. De druk van 16 kg was ook in orde en de watervoorraad werd bijgevuld in Drei Annen Hohne. Niets kon fout lopen. De machine moest met volle kracht 600 meter hoogte overwinnen. Stoomwolken en roet beheersten het landschap. Eenmaal op Brocken was het prachtig weer, een van de zeldzame dagen, want meestal hangt er mist of regent het. En van herfst tot lente ligt er sneeuw, 40 centimeter hoog. Elisabeth en Günter hadden er ook pret in.
een brullend hert aan de voormaig Oost-Duitse grens
Het is heel rustig hier op de camping Am Bärenbache in Hohogeiß. ’s Nachts horen we de everzwijnen of de herten brullen, alhoewel Bea denkt dat ik aan het snurken ben. Brullend hert of niet, we zijn langs de voormalige Duits-Duitse grens gestapt, vele kilometers lang naar het dorp Sorge in Sachsen-Anhalt (oud DDR). Na 16 kilometer stappen waren we terug op de camping. We zagen er de grenspost, de bewakingsweg met de mijnenvelden en het gedenkteken van mensen, die hun leven lieten bij hun poging de grens over te steken, beelden om nooit te vergeten.
Goslar is de stad van het gekroonde kieken en de geldschijter. De geldschijter is een klein beeldje dat herinnert aan de hekel van de burgers tegen het betalen van belastingen aan de keizer. Wij zouden in Vlaanderen ook zo’n geldschijtertje kunnen gebruiken. Goslar is ook de stad van de mijnwerkers van weleer. Een paar keer per dag, op het uur, begint aan het stadhuis het klokkenspel met een parade van vele figuren. We aten er “Windbeutel” met kersen in Butterhanne, een verplicht nummer wanneer je in Goslar komt. En met Sint Walpurgis komen alle heksen tot leven.
Vanmorgen heb ik mijn stoute schoenen aangedaan en een staptocht gemaakt langs de voormalige Duits-Duitse grens. De betonnen banen voor de grenspolitie lagen er nog en dienen nu als wandelpad of loipe voor de winter. Hohegeiß ligt vlak aan de voormalige grens en de bomen krijgen er een mooi bruin kleurtje. Er is ook een mooi uitzicht over de Brocken, waar we overmorgen naar toe trekken per stoomtrein van de Harzer Schmalspurbahn.
In Bad Lauterheim zijn we werkelijk in het bad geweest. Een stortvlaag zorgde ervoor dat onze zoektocht naar breiwol langer duurde dan voorzien. Maar geen nood, Braunlage is vlakbij. Daar zijn we afgesproken met onze Beierse vrienden om samen met alle hotelgasten aan de feestmaaltijd deel te nemen. Iedereen was er klokslag 18 uur: Deutsche Gründlichkeit! Het feestmenu was voortreffelijk. Zowel kwaliteit als kwantiteit was er. Volgens de weerberichten zou het ophouden met regenen. Nat is het in ieder geval. Wellicht kunnen we morgen de bergschoenen aantrekken voor een staptocht door de groene Harz. Wandern ist des Müllers Lust!
Met Günter en Elisabeth zijn we naar Kloster Walkenried getrokken. Het klooster gaf er open deur en er was een overweldigende markt met streekproducten uit gans Duitsland en Oostenrijk. Zoveel nonnen en paters heb ik nog nooit samen gezien. De bierpullen en de fanfare deden hun werk en het klooster kende veel belangstelling. Enige spelbreker was het weer, maar veel activiteiten waren binnen. We mochter er zelfs in het scriptorium het schoon Duits geschrift uitproberen.
Dora-Mittelbau is een voormalig concentratiekamp tegen Nordhausen, waar 60.000 gevangenen leefden tijdens de periode 1943-1945. Er zaten ook Vlamingen. Daar werd o.a. de raket V1 en V2 met matig succes gefabriceerd na de vernietiging van de basis van Peenemünde. De SS hield de touwen heel strak in handen en wie niet kon werken, werd vermoord. Duitse industriebedrijven konden beroep doen op de massa “gratis” arbeiders, zoals VW, Siemens en BASF. Wij bezochten het museum, de ondergrondse werkplaatsen met kilometers lange donkere, ongezonde tunnels en het crematorium. Een erg beklijvende ervaring! De foto’s zeggen veel.
Gisteravond hebben we onze vrienden uit Bayreuth, Bayern, ontmoet. Günter en Elisabeth zijn ook op vakantie in de Harz in Braunlage, op 10 kilometer van onze camping. Wat een toeval dat wij ons hier ontmoeten, wij die meer dan 1000 kilometer ver van elkaar wonen. Enfin, we hebben al wat afspraken gemaakt om samen de Harz met hart en ziel te veroveren. Vandaag ben ik naar Wernogerode gereden. Daar heb ik het bedrijfwerk (BW) van de Harzbahn bezocht. We kregen een veiligheidshesje en mochten ons overal bewegen tussen de locomotieven, de draaibanken en de technische installaties. De Harzbahn is met stoomlocomotieven uitgerust. Dit is niet alleen voor toerisme, maar ook voor de gewone verplaatsingen. In de tijd van de DDR was dat heel gewoon en dit is nog zo gebleven. Voor de geïnteresseerden heb ik een compleet verhaal.
We zijn aangekomen in de Harz op camping “Am Bärenbache” in Hohegeiß. We staan vlak aan de voormalige grens Duitsland-Duitsland. De camping is super en onze plaats is overweldigend. Rust en een mooie natuur is ons te beurt gevallen. Ik ben naar het dorp Hohegeiß gestapt en er een wandelkaart gevonden. Het dorp zelf is typisch Duits: geen lintbebouwing en overal versierde huizen. Hier plaats ik nog een foto van gisteravond, toen er een luchtballon over de camping en de Jenzig in Jena voorbij vaarde.
We hebben de Jenzig beklommen, ruim 300 meter hoger. De berg biedt een prachtig uitzicht over Jena en zijn woongebieden. Je ziet nog duidelijk de bouwstijl van de voormalige DDR: alles gelijk! Boven op de berg komen we aan een restaurant met Biergarten. Dorst hoeven we dus niet te lijden bij temperaturen van 32 graden. Morgen rijden we 170 kilometer noodwestwaarts. We worden verwacht in Hogeheiß in de Harz. Dan zitten we aan de voormalige Duits-Duitse grens.
Oef, het is 31 graden! De nazomer doet zijn best. Morgen beklimmen we de Jenzig. Gelukkig ligt er nog geen sneeuw, anders hadden we stijgijzers nodig. Vandaag mochten we met de fiets een tochtje maken door de grote stad Jena, en we zijn een ervaring rijker. Jena is een stad van studenten en de fiets is er alom in gebruik. Je fietst over de voetpaden en overal mag je door, ook door de “Einbahnstraßen”. ’s Middags stegen we van de fiets om in “Altes Jena” een Eisbein te eten. Je ziet ook een beeld van een zaligmakende biertank. Hier nog een beeld van Bea met Ulrike.
Naumburg is een stad 30 kilometer van Jena verwijderd. Het is er stemmig wandelen en de Dom overheerst de stad. Misschien was het wat dom van ons om de dom niet te bezoeken, maar het entreegeld was even hoog als het gebruik van de wasmachine op de camping. Bea heeft met andere woorden prioriteit gegeven aan hygiëne en zuiverheid in plaats van cultuur en historie.
Op de camping staat ook Ulrike uit Eberswalde. Ulrike is een vriendin van Bea, waarmee ze regelmatig contact heeft via sociale media. We zien ze ook regelmatig terug in Jena. Haar man is in januari overleden op 53-jarige leeftijd. Ondanks het verlies heeft zij haar levensmoed niet verloren. Onze buren komen uit Berlijn en hebben na de Wende gewerkt bij de opzoekingen en archivering van de slachtoffers uit de beide wereldoorlogen. Zo hebben we ook vele boeiende gesprekken over het leven in de voormalige DDR. Jena is in feest. We zijn met ons gat in de boter gevallen. Deze morgen ben ik met mijn plooifiets naar het centrum gereden. De Stadsmusikkapelle bracht met veel bombarie Duitse mars- en fanfaremuziek. De feestsfeer zit er goed in. Overal vind je bier- en worstkramen. Jena bruist en de winkels zijn open. In het grote winkelcentrum zie je het kunstwerk van Zeiss en de Zeiss-toren is altijd te zien.
We zijn aangekomen in Jena in Thüringen. De weg van Brandenburg naar Thüringen ging over Fläming, een streek waar ooit, lang geleden, Vlamingen neergestreken waren. Steden als Herzberge en Lichterveld duiden nog op sporen ervan. Maar meer is er niet. De camping “Unter den Jenzig” in Jena kennen we. Het was een gezellig thuiskomen. Een historische tram doet nog steeds dienst als receptie. Het stikt hier wel van de Nederlanders en je zal ze gehoord hebben. Maar met de Jenzig berg boven onze kop kan er niets stuk. We maken ons klaar voor een paar uitstappen en zeker naar de mooie stad Jena, waar Carl Zeiss zijn optiek ontwikkeld had.
Vandaag hebben we een stevige wandeling gemaakt rond het meer van Groß Leuthen. De lucht is gezond tussen de bomen in het woud en de paddenstoelen beginnen te verschijnen. Meer moet dat niet zijn. We maken ons klaar voor de volgende trip. Morgen verlaten we Brandenburg en rijden naar Thüringen via Leipzig. Het wordt een ritje van 250 kilometer tot in Jena. We worden verwacht op de camping “Unter den Jenzig”. We kennen de camping en zijn uitbater al van eerdere bezoeken.