Littekens op een stierenhuid Net zoals de Vlamingen streven de Basken naar onafhankelijkheid. Hier is een deel van hun verhaal.
01-12-2007
In de schaduw van 'het juk en de pijlen'
In de schaduw van de Inquisitie
Dit moest ik nog even van mij afschrijven
De Inquisitie is wellicht geen exclusief fenomeen op het grondgebied van de Spaanse monarchen, het is wel diep gegrift in het wereldgeheugen. Iedereen weet waarover men spreekt: de fanatieke heksenjacht op ideeën die niet in overeenstemming zijn met de Spaanse staatsraison. Het is een schoolvoorbeeld van fundamentalisme en onverdraagzaamheid.
In de schaduw van het juk en de pijlen van het Franquisme, dat zichzelf definieert als zuigeling van de kruistocht (La Cruzada 1936-1939), werd de vernietiging van vrijmetselaars, communisten en separatisten ingezet.
In plaats van boeken, tijdschriften en propagandamateriaal op de brandstapel te gooien, wordt een veel subtielere aanpak gehanteerd: de vernietiging van het woord en de gedachte.
De vorser, Christiane Stallaert van het Centrum Interculturalisme, Migratie en Minderheden (OE) aan de Universiteit van Leuven, vergeleek in haar essay: Ni una gota de sangre impura. La España inquisitorial y la Alemania nazi cara a cara, de Inquisitie met Nazi-Duitsland.
De arrestaties van gisteren, 30 november 2007, doen mij aan die titel terugdenken. De moderne Spaanse Inquisitie begon in 1998 onder de hoede van de Alvas van de Partido Popular. Kranten en bedrijven werden gesloten, directeurs en werknemers werden gearresteerd. Wie onschuldig was (en wie was dat niet), legde onder mensonwaardige en brutale folteringen toch verklaringen af: zelfbeschuldiging om onder de helse pijnen uit te komen.
Tien jaar later zitten de Alvas van de socialistische partij, PSOE, al geruime tijd in spanning klaar om het vonnis te ondertekenen. De straf was toch al vooraf gekend. De verdediging werd genegeerd, bewijslast werd vervalst of onder foltering afgelegd. Barbertje moet en zal hangen. Triomf van de haat.
Meer dan 2 jaar na de start van het monsterproces 18/98 op 21 november 2005 is er nog altijd geen vonnis geveld. De sessies werden, na anderhalf jaar, op 14 maart 2007 beëindigd.
De uitspraak zou nu op 10 december 2007 bekend worden gemaakt, maar daar heeft het democratisch rechtsbestel niet op gewacht. Gisteren, 30 november 2007, heeft de Audiencia Nacional de opdracht gegeven om onmiddellijk 46 beklaagden te arresteren. Vanaf 14:00u in de namiddag ontplooide zich een weinig geziene politiemacht die aanstalten maakte voor de arrestaties. De broodschrijvers van nationale regimepers waren al op de hoogte gebracht. De beklaagde wisten pas hoe laat het was, bij hun aanhouding. De drogreden die wordt aangehaald is het risico op ontsnappen (alsof ze sinds maart daartoe geen kans kregen).
Rusland, berucht om de aanhouding van Kasparov (intussen terug vrij), is klein bier vergeleken met de walgelijke politieke en juridische schertsvertoning die in het land van sol en sangria wordt opgevoerd. Alle rechten van de verdediging werden tijdens het proces op de uitzonderingsrechtbank Audiencia Nacional met de voeten getreden, maar daar hebben de democraten van de Partido Popular en de strijders voor rechtvaardigheid van de socialistische PSOE geen oren naar. Ze hebben hun politieke wil kunnen opleggen aan de justitiemarionetten die ze zelf benoemd hebben. Het gaat al lang niet meer om gerechtigheid, maar des te meer om politieke pogrom. De straffen die op 10 december zullen worden uitgesproken, laten weinig goeds voorspellen. Na de arrestatie van de volledige top van de politieke partij Batasuna, is het nu de beurt aan de overige nationalisten. De geest van dictator Franco is neergedaald over de bananenrepubliek, excuseer, sangriamonarchie, en de mentale genocide kende vandaag een hoogtepunt.
Na de terechte media-aandacht bij de aanhouding van Kasparov, vrees ik dat we nu tot Sint-Juttemis zullen moeten wachten om op onze zenders iets te vernemen. Waarom wonen de Basken toch niet in Amerika. De wereld, de nieuwswereld zou te klein zijn.
Alle Baskische politieke partijen hebben de arrestaties aangeklaagd, met uitzondering van uiteraard de ultras van de Partido Popular. Die laatste partij (PP) is al maanden in de weer om ook de politieke partij Acción Nacionalista Vasca te laten verbieden, en uiteraard alle leden in de cel te gooien. Als alle partijen, die hun ideologie niet volgen, zullen verboden zijn, hebben zij het alleenrecht en de heerschappij waar zo naar snakken. Dan krijgen alle kinderen die geboren worden eindelijk de voornaam, Franco.
Wat de reactie van de Baskische nationalisten hierop zal zijn, is afwachten. Op zondag, 2 december 2007, is er alvast een betoging voorzien om 12:00u op de Plaza Aita Donostia te Bilbao. Het motto van de manifestatie is: Por los derechos de Euskal Herria. Condiciones democráticas para todas las opciones políticas (Voor de rechten van Euskal Herria. Democratische voorwaarden voor alle politieke opties).
Het Gabinete de Prospección Sociológica de la Presidencia del Gobierno de Lakua para el Observatorio Vasco de la Juventud, een hele mondvol om een sociologisch onderzoek van de Baskische regering bij jongeren aan te duiden, heeft 2165 jongeren ondervraagd tussen de 5 en de 29 jaar. De zopas vrijgegeven resultaten zijn hoopgevend: 41% van de jongeren in Araba, Bizkaia en Gipuzkoa zouden in geval van een referendum voor onafhankelijkheid stemmen, 26% is tegen. De rest moet er nog eens over nadenken.
Een meerderheid van de jongeren is ervan overtuigd dat het Baskische volk het recht heeft over de eigen toekomst te beslissen, en menen dat er in een democratisch systeem plaats moet zijn voor alle mogelijke opties, ook onafhankelijkheid
Bovendien meent de meerderheid (78%) dat het Baskisch probleem een politiek probleem is en geen probleem van geweld.
Etxerat Naar huis! Voor Sara Fernández is het te laat
De eis om de Baskische politieke gevangenen dichter bij huis onder te brengen, klonk op 30 november 2006 nooit harder dan op die dag. In de Baskische hoofdstad Gasteiz herdacht de organisatie Etxerat, die zich het lot van de gevangenen aantrekt, Sara Fernández (zie bericht van gisteren: Gevangenenspreiding). De hulde gebeurde op een erg toepasselijke plek: vóór de partijzetel van de Socialistische Partij.
Op 29 november 2003 reed Sara Fernández, samen met Izaskun Urkijo, naar de gevangenis van Valdemoro (Madrid) om er een vriend te bezoeken voor een periode van 40 minuten! Onderweg raakten ze betrokken in een verkeersongeval en daarbij kwam Fernández om het leven terwijl Urkijo zwaar gewond raakte. Beiden werden ze het medeslachtoffer van de verschrikkelijke gevangenenspreiding die ingezet werd tijdens de regeerperiode van Felipe González en uitgetekend door de toenmalige minister van justitie,de Baskische Jood Enrique Múgica Herzog (en gesteund door de PNV).
De voorbije drie jaar kwamen, ten gevolge van de duizenden kilometers die ze week na week moeten afleggen, nog twee andere Basken om het leven: Leo Esteban en Karmele Solaguren. In 93 accidenten raakten 278 anderen betrokken. Enkel dit jaar raakten 43 personen betrokken in 20 verkeersongevallen toen ze op weg waren naar of terugkwamen van een gevangene.
Hun enige misdaad bestond erin dat ze een familielid of vriend in de gevangenis hadden zitten!
Itoiz, und kein ende Manifest van 29 november 2007
Elf ecologische collectieven hebben vandaag, 29 november 2007, een manifest voorgesteld waarin het leegpompen van het stuwmeer van Itoiz, het stilleggen van de aangroei van het meer van Yesa, een nieuwe hydrologische politiek en de invrijheidstelling, zonder voorwaarden, van het gevangen lid, Julio Villanueva, van Solidarios con Itoiz geëist worden.
De collectieven zijn: Amigos de la Tierra, Coagret, Ecologistas en Acción, Greenpeace, Gurelur, Lurra, Asamblea de Vecin@s Amenazad@s por Itoiz, Coordinadora de Itoiz, Iniciativa Ciudadana Yesa No Vida Sí, Nueva Cultura del Agua de Navarra en Soliari@s con Itoiz.
De tekst herinnert aan de oppositie die al van bij de start gevoerd werd, herinnert ook aan de gevolgen (1300 aardschokken van januari 2004 tot 29 november 2007), herinnert aan de dagelijkse angst en onzekerheid van de omwoners en herinnert aan de onzekerheid van de bewoners van Sangüesa/Zangotza, dichtbij het Pantano de Yesa, waarvan uitbreiding voorzien is.
Opnieuw een dodelijk ongeval van een relatie van een Baskische politieke gevangene: op 29 november 2003 komt Sara Fernandéz, vriendin van Iñaki Etxeberria, die in Madrid in de Valdemoro gevangenis zit, komt om het leven bij een auto-ongeluk. Izaskun Urkijo, de vriendin van Iker Zubia, die sinds zijn arrestatie in november 2001 in Valdemoro in voorarrest zit, raakt levensgevaarlijk gewond. Eind 2003 is dit al het 14de dodelijke slachtoffer. Een dag later werd Sara Fernandéz herdacht in Iruñea, maar de Spaanse politie verhinderde de 400 rouwende mensen om te demonstreren tegen de verspreidingspolitiek en opende het vuur op de demonstranten, die zich daarop moesten verspreidden.
Op 28 november 2000 levert Frankrijk de Etarra Carlos Almorza Arrieta Pedrito de Andoain uit aan Spanje. Hij zat 7 jaar in Franse cellen. Hij zou de leiding gehad hebben in de afpersingsketen van industriëlen om hun revolutionaire belastingen af te dragen aan de organisatie.
Hij wordt eerst overgebracht naar het Hooggerechtshof en later naar de gevangenis van Soto del Real. Frankrijk heeft enkele voorwaarden gesteld aan de uitlevering. Zo mag hij niet meer veroordeeld worden voor lidmaatschap, omdat hij daarvoor al veroordeeld werd en hij deze straf uitzat.
Op 2 juli 2003 wordt hij door de Audiencia Nacional in Spanje veroordeeld tot 11 jaar en 4 maanden. Aan u de keuze op basis waarvan hij veroordeeld werd.
Het EAE-ANV (Baskische nationalistische partij) onthult op 27 november 2002 een oroitarri, een monoliet, te Aritxulegi (Oiartzun) voor hun gevallen strijders.
Ze drukken zich duidelijk uit: Wij herdenken vóór de middag de slachtoffers van het Francoregime, en na de middag stellen we ons op tegen hun erfgenamen van de Partido Popular.
Aritxulegi is heel betekenisvol voor Acción Nacionalista Vasca, want op die plaats werd de eerste Gudari (Baskische soldaat) uit hun rangen, Txato Olabarri, door de opstandelingen van Franco neergeschoten.
Vlakbij vinden we ook het "Bosque de los Gudaris", het bos van de Basksiche soldaten, terug. Ieder jaar wordt er ter gelegenheid van de Gudari Eguna (dag van de B. Soldaat) een eik geplant voor elke Gudari die sinds Txabi Etxebarrieta (eerste slachtoffer binnen de ETA-rangen) is omgekomen.
De monoliet is al twee maal voorwerp geweest van vernieling. Waar de grafschenners te zoeken zijn, is niet moeilijk.
Op 26 november 1985, werd Mikel Zabalza, samen met zijn vriendin, Idoia, twee boers, Aitor en Patxi, en een neef, Manuel Vizcay, in Donostia-San Sebastián opgepakt door de Guardia Civil.
Mikel Zabalza Garate, buschauffeur in Donostia,was 30 jaar toen hij van de straat werd geplukt door de "jonge democratie", een term die jaren lang alle schandalen moest verbloemen. Zijn vergiftigd lijk werd teruggevonden in de grensrivier Bidasoa. Hij werd begraven op het kleine kerkhof van Orbaitzeta, in Navarra, waar hij vandaan kwam. Op de scheefgezakte steen staat in het Baskisch:
Euskalduna nintzen bizia maite nuelako etsaiak zigortu naute. Goian bego.
Omdat ik als Bask wilde leven, hebben de vijanden mij gestraft. Rust in vrede.
Het Koninkrijk Navarra, de bakermat van Euskal Herria, werd na bloedige veldslagen in de 16de eeuw geannexeerd bij Castilla (Noain-1512 en Amaiur-1522). Het Baskische volk zou gehersenspoeld worden tot Spaans volk, tegen wil en dank. De agressor, Castilla of Spanje, heeft nooit de rechten van het Baskische volk erkend. Wat zijn de rechten van een volk?
Universele Verklaring van de Rechten van een Volk
Algiers, 4 juli 1976
Sectie I. Recht op bestaan.
Artikel 1.
Ieder volk heeft het recht te bestaan.
Artikel 2.
Ieder volk heeft het recht op respect voor de culturele en nationale identiteit.
Artikel 3.
Ieder volk het recht om in vrede het bezit van het territorium te bewaren, en om er terug te keren in geval van voorgaande uitdrijving.
Artikel 4.
Niemand mag, ten gevolge van zijn culturele of nationale identiteit, voorwerp zijn van moordpartijen, folteringen, vervolgingen, deportaties, uitwijzingen of onderworpen worden aan levensomstandigheden die de identiteit of de integriteit van het volk waartoe hij behoort, kunnen compromitteren.
Sectie II. Recht op politieke zelfbeschikking.
Artikel 5.
Ieder volk heeft het eeuwige en onvervreemdbare recht op zelfbeschikking. Ieder volk bepaalt zelf zijn politiek statuut, in alle vrijheid en zonder inmenging van buitenaf.
Artikel 6.
Ieder volk heeft het recht om zich te bevrijden van directe of indirecte koloniale of vreemde dominantie of van alle racistische regimes.
Artikel 7.
Ieder volk heeft het recht op een democratisch regime dat alle burgers vertegenwoordigt, zonder onderscheid van ras, geslacht, geloof of huidskleur, en die in staat is het effectieve respect af te dwingen voor de rechten van de mens en voor de fundamentele vrijheden van allen.
Sectie III. Economische rechten van de volkeren.
Artikel 8.
Ieder volk heeft het exclusieve recht over al zijn rijkdommen en zijn natuurlijke bronnen. Ieder volk heeft het recht die rijkdommen en natuurlijke bronnen terug te vorderen in geval van plundering of om schadeloosstelling te eisen.
Artikel 9.
Ieder volk het recht deelachtig te zijn aan wetenschappelijke en technische vooruitgang, in geval het deel uitmaakt van het patrimonium
Artikel 10.
Ieder volk heeft het recht dat zijn arbeid op een correcte manier geëvalueerd wordt, en dat de internationale samenwerking gebeurt onder voorwaarden van gelijkheid en billijkheid.
Artikel 11.
Ieder volk heeft het recht een eigen economisch en sociaal systeem te ontwikkelen en toe te passen, en te zoeken naar een eigen economische vooruitgang in alle vrijheid, los van alle vreemde inmenging.
Artikel 12.
De economische rechten, zopas uiteengezet, moeten ontplooid worden in een geest van solidariteit tussen alle volkeren van de wereld, rekening houdend met de onderscheidenlijke interesses.
Sectie IV. Recht op cultuur.
Artikel 13.
Ieder volk heeft het recht op zijn eigen taal, en het recht om de eigen cultuur te ontwikkelen en te beschermen, om op die manier bij te dragen tot de verrijking van de cultuur van de mensheid.
Artikel 14.
Ieder volk heeft het recht op zijn eigen artistieke, historische en culturele schatten.
Artikel 15.
Ieder volk heeft het recht zich te verzetten tegen het opdringen van een vreemde cultuur.
Sectie V. Recht op milieu en gemeenschappelijke hulpmiddelen.
Artikel 16.
Ieder volk heeft het recht op conservering, bescherming en verbetering van het milieu.
Artikel 17.
Ieder volk heeft het recht om het gemeenschappelijk menselijk patrimonium te gebruiken, zoals de diepzee en de extra-atmosferische ruimte.
Artikel 18.
Bij het uitoefenen van voormeldde rechten moet ieder volk de ontwikkeling van zijn economische eisen coördineren en er moet rekening gehouden worden met de solidariteit tussen alle volkeren van de wereld.
Sectie VI. Rechten van de minderheden.
Artikel 19.
Als in het kader van een staatsstructuur een volk in de minderheid is, moet respect opgebracht worden voor de identiteit, de tradities, de taal en het culturele patrimonium van dat volk.
Artikel 20.
De burgers van die minderheid moeten, zonder discriminatie, kunnen genieten van dezelfde rechten als de meerderheid, en onder gelijke omstandigheden kunnen participeren aan het publieke leven.
Artikel 21.
Deze rechten moeten met respect voor de legitieme belangen van de gemeenschap in zijn geheel worden toegepast. Ze mogen geen voorwendsel zijn om de territoriale integriteit en de politieke eenheid van de staat aan te vallen, als die staat in eerste instantie handelt volgens de hierboven vermeldde principes.
Sectie VII. Garanties en sacties.
Artikel 22.
Het niet nakomen van de beschikkingen van de hiervoor liggende verklaring zal door de totale internationale gemeenschap aanzien worden als een inbreuk op de geratificeerde verplichtingen.
Artikel 23.
Alle schade als gevolg van een inbreuk op de hiervoor liggende verklaring zal door de veroorzaker integraal moeten hersteld worden.
Artikel 24.
Alle verrijking ten nadele van een volk, als gevolg van inbreuken op de hiervoor liggende verklaring, zal aanleiding geven tot terugbetaling van de aldus verkregen rijkdom. Die zelfde maatregel zal worden toegepast op excessieve verrijking door investeerders van vreemde afkomst.
Artikel 25.
Alle onregelmatige ondertekende traktaten, akkoorden of contracten, die de fundamentele rechten geen blik waardig keuren, zullen geen enkel effect hebben
Artikel 26.
De externe financiële lasten die te excessief of te ondraaglijk zijn voor een volk zullen niet afdwingbaar zijn.
Artikel 27.
De meest ernstige aanvallen op de fundamentele rechten van een volk, in hoofdzaak het recht op bestaan, zullen beschouwd worden als internationale misdaden. De strafrechterlijke verantwoordelijkheid zal ieder auteur hiervan afzonderlijk te beurt vallen
Artikel 28.
Ieder volk waarvan de fundamentele rechten worden miskend, heeft het recht beroep te doen op politieke of syndicale strijd en, met inbegrip van en in laatste instantie, het gebruik van geweld.
Artikel 29.
De bevrijdingsbewegingen moeten toegang krijgen tot internationale organisaties en de militanten hebben het recht op humanitaire bescherming, zoals tijdens een oorlog (derecho humanitario de la guerra).
Artikel 30.
Het herstel van de fundamentele rechten van een volk is, als ze ernstig miskend worden, de plicht die moet opgelegd worden aan alle leden van de internationale gemeenschap.
Básica de Normalización del Uso del Euskera 24 november 1982
Vandaag, 24 november 2007, is het exact 25 jaar geleden dat de basis voor de normalisatie van het gebruik van het Euskara vastgelegd werd in de Ley 10/1982, Básica de Normalización del Uso del Euskera.
De Ley 10/1982 heeft als voorwerp de regeling van het gebruik van het Euskara en het Castellano (Spaans) in de Baskische Autonome Gemeenschap. In deze wet wordt bevestigd dat de taal van het País Vasco het Euskera is (artikel 2), en samen met het Castellano de officiële taal van de Gemeenschap (artikel 3). De openbare besturen moeten er over waken dat niemand omwille van taal gediscrimineerd wordt, en indien gewenst de nodige maatregelen treffen (artikel 4).
In artikel 5 wordt geponeerd dat alle burgers het recht hebben om de taal (schriftelijk zowel als mondeling) te kennen en te gebruiken. In hetzelfde artikel wordt erkend dat dit fundamentele rechten zijn:
Recht op relatie met de Administratie of om met het even welk openbaar organisme, verbonden aan de autonome gemeenschap
Recht op onderwijs in beide officiële talen
Recht op ontvangst van publicaties, kranten, radio- en Tv-programmas en andere communicatiemiddelen in het Euskara
Recht op ontwikkeling van professionele activiteiten, beroepsactiviteiten, politieke en syndicale activiteiten in het Euskara
Recht om zich uit te drukken in het Euskara in om het even welke vergadering
De openbare besturen waken over de uitvoering van die rechten in die mate dat ze effectief en werkelijk zijn.
In afzonderlijke artikels wordt dan nog eens de opsomming gemaakt:
Recht op het gebruik van het Euskara in de Openbare Administratie (artikelen 6-14).
Recht op het gebruik van het Euskara in het Onderwijs (artikelen 15-21).
Recht op het gebruik van het Euskara in de sociale communicatiemiddelen (artikelen 22-25).
Recht op het gebruik van het Euskara bij sociale en institutionele aspecten (artikelen 26-29).
Recht op het gebruik van het Euskara als officiële geschreven taal (artikel 30).
Vergeet niet dat het Euskara meer dan 40 jaar verboden werd!
Op 19 november 2007 klaagt Batasuna aan dat de Ley del Euskara onvoldoende toegepast wordt. Batasuna neemt als voor voorbeeld de culturele sector. De regeringen in Spanje en Frankrijk ondergaan de vreselijkste fobieën als ze aan de Baskische cultuur denken. Verder is er de dagelijkse tegenstand tegen het Euskara op heel veel domeinen: slechts een minderheid van de magistraten en van de agenten van de Ertzaintza kan zich verstaanbaar maken in het Euskara. De Ikastolas (scholen) in Frans-Baskenland moeten zelf opdraaien voor de financiering van didactisch materiaal en onderhoud van hun school.
Daarom eisen ze dat het Euskara de enige officiële taal wordt in heel Euskal Herria. Zij hebben er geen enkel probleem mee dat het Castellano de tweede taal kan en wellicht moet zijn. Euskal Herria euskaldun, een Baskischsprekende Euskal Herria.
De dodenlijst van het staatsterrorisme blijft aangroeien
De zaak Hendayais 23 november 1980
Op 23 november 1980 wordt de bar Hendayais te Hendaya het voorwerp van een ongemeen hevig vuursalvo door de BVE-Batallón Vasco Español. De bar werd gefrequenteerd door sympathisanten van ETA. Er vielen 2 doden, de arbeider José Camio en de gepensioneerde Jean Pierre Aramendi, maar geen van beide had ook maar enige uitstaans met ETA. Er waren ook nog 10 zwaar gewonden.
Commissaris Manuel Ballesteros García (die in 1976 Conesa vervangt bij de Brigada Central de Informaciόn) werd door de Audiencia Provincial van Guipúzcoa veroordeeld tot 3 jaar schorsing uit zijn ambt en 100.000 peseta's boete, omdat hij weigerde mee te werken. Het Hooggerechtshof sprak hem vrij. Hij weigerde de namen van 3 vertrouwelijke politieagenten vrij te geven. Die 3 waren, onmiddellijk na de aanslag op de bar, de grens overgestoken in een gestolen wagen met valse nummerplaten.
Alfabetatze Euskalduntze Koordinakundea AEK op 22 november 2000 voor de rechtbank
AEK een organisatie, opgericht in 1980, die er voor ijvert om het 'Euskara', de Baskische moedertaal, terug over heel Euskal Herria voldoende bekend te maken en aan te leren. Om dit te bereiken, spitsen ze zich vooral toe op de alfabetisering en het aanleren van de taal aan volwassenen, op basis van pedagogisch onderzoek en het toepassen en creëren van die pedagogische resultaten. Zij zorgen ook voor de opleiding van leraars en de realisatie van diverse culturele activiteiten. Hun enige optiek is een mentaliteitswijziging (na meer dan 40 jaar verbod op hun taal) en het bewustzijn van de bevolking sturen in de richting van het Euskara.
Op 22 november 2000 roept Garzón 19 leden van AEK op voor de rechtbank te verschijnen om een verklaring af te leggen. De beschuldiging luidt: lidmaatschap van een gewapende organisatie en economische misdrijven (een achterstal van 1.300 miljoen pesetas aan de Sociale Zekerheid). Om de integratie binnen ETA te staven, maakt hij gebruik van de splittingtheorie: AEK (coördinatie voor alfabetisering) en Galgaraka S.L. (instrumentenbedrijf) maken deel uit van de ETA-KAS organisatie. In die organisatie ontstaat er een fictief ontdubbelen, waarbij de leden zowel deel uitmaken van ETA-KAS als van andere organisaties, zowel financiële, economische als pedagogische organisaties. Dit wordt de splitting theorie of het dubbele activisme genoemd. De beide organisaties worden ook beschuldigd van het losweken van fondsen (shared funding) voor ETA, zoals dat ook aangewreven wordt bij Orain, Egin, Gadusmar en Jarrai en andere In een gerechterlijk bevel van 24 december 2001 neemt Garzón een bocht van 180°. De 9 zijn geen lid van ETA en werken er ook niet mee samen. De zaak was al eerder naar het Provinciaal Hof van Bizkaia gestuurd i.v.m. de vermeende fraude, maar ook die beschuldiging werd weerlegd. Door de wansmakelijke manoeuvres van Garzón zal op de prachtige organisatie AEK een blijvende smet van verdachtmaking kleven. Dat is in een criminaliseringproces dan ook de bedoeling.
Het monsterproces 18/98, dat startte op 21 november 2005, was op 14 maart 2007 aan de laatste zittingsdag toe. De beklaagden krijgen het laatste woord. Euskal Herria krijgt het laatste woord.
Het proces dat op 21 november 2005 gestart is en 16 maanden zal geduurd hebben, is het gevolg van een paar juridische spitsvondigheden begonnen in 1998. De bedoeling was een groot deel van de Baskische gemeenschap het zwijgen op te leggen, de linkse abertzales. Het was het proces tegen het Baskische nationalisme. Een uitzonderingstoestand werd gecreëerd en het recht van vrijheid van mening, het recht op bijeenkomsten en vergaderingen, het recht op ondernemen, het recht op een eigen ideologie, het recht op dissidentie werden met de voeten getreden. Het recht op zelfbeschikking staat niet in het woordenboek van het staatsnationalisme.
De aanval was eigenlijk al begonnen in 1996 toen, na een furieuze en georkestreerde propagandacampagne, de eerste verdachtmakingen gelanceerd werden tegen Herri Batasuna. Dit was zonder voorgaande in Europa. De PSOE, de socialisten, waren toen aan de macht. Een paar jaar later, toen de PP de macht overnam, werd de repressieve strategie agendapunt nummer 1 voor de regering. Ideeën, initiatieven, sociale en politieke activiteiten werden gecriminaliseerd. Onder impuls van magistraat Baltasar Garzón werd vanaf dit moment de filosofie van het netwerk uitgetekend. Personen en organisaties die hetzelfde doel nastreefden als ETA (zelfbeschikking) werden beschouwd als het netwerk van ETA. De finaliteit was al die personen en organisaties buiten de wet te stellen. Het motto: Todo es ETA (ze zijn allemaal van ETA), moest juridische stappen en veroordelingen vergemakkelijken. De impuls van deze strategie was louter politiek: de sacrosancte eenheid van het grote Spanje vrijwaren. De processen die gevoerd werden, waren generaliserend: ze handelden niet over specifieke delicten, maar over algemeen vooringenomen stellingen die tot doel hadden een bepaalde socio-politieke gemeenschap te straffen. Als klap op de vuurpijl werden die processen gevoerd voor een uitzonderingsrechtbank, de Audiencia Nacional, opvolger van het Tribunal de Orden Público onder Franco. De Audiencia Nacional hanteerde eigen normen over de rechtstaat, en dit met goedkeuring van de uitvoerende macht. Verklaringen afgelegd onder de vreselijkste folteringen werden met de mantel van de macht bedekt en op de koop toe als wettelijk bewijsmateriaal aanvaard. Vreemde zaken zijn er in de rechtszaal gebeurd. Meerdere malen werd het recht op verdediging geschonden. Vanaf het begin werd een rechtsprocedure naar eigen goeddunken gehanteerd. De vooringenomenheid van het Hof lag er vingerdik op. Personen die rechtstreeks met het onderzoek betrokken waren, werden onder hevig protest van de verdediging toch als deskundigen opgeroepen. Bewijslast (vooral ten ontlaste) verdween. Documenten waren onvolledig. 100.000 documenten, waarvan de verdediging niet in kennis werd gesteld, werden op de rol geplaatst. Meermaals werd aan de beklaagden of aan de verdediging het woord ontnomen. De vertalingen van het Euskara naar het Castilliaans brachten totaal verkeerde interpretaties aan het licht. Tegenstrijdige verklaringen waren schering en inslag. Authentieke documenten die verdwenen waren, werden vervangen door al dan niet gemanipuleerde kopieën. Vreselijke verhalen van folteringen, werden door het Hof als niet ter zake weggewuifd Aan het eind van dit monsterproces krijgen de beklaagden, de verdedigers van een Euskal Herria, het laatste woord. Ze staan niet alleen. Intussen hebben al meer dan 15.000 Basken zichzelf in beschuldiging gesteld voor gelijkaardige feiten. Feiten die in een democratie niet strafbaar zijn. Spanje is echter geen democratie, maar een democratuur: een dictatuur van een bepaald gedeelte van het volk, met heimwee naar het España una, España grande, España libre van Franco.
Met heimwee naar de macht om de macht. Wij komen hier later op terug, na de publicatie van het vonnis (dat kan nog een tijdje duren). Want ik denk dat dit niet het definitieve einde is van de lijdensweg.
De lijst van de staatsterreur is lang: nog een slachtoffer
Xanti Brouard +20 november 1984
Op 20 november 1984 werd een heel belangrijke Baskisch nationalist vermoord, precies op de verjaardag van Franco's dood. Xanti Brouard was voorzitter van HASI en lid van het nationale directorium (zeg maar partijbestuur) van Herri Batasuna. In zijn pediatrische kliniek aan de Rekaldestraat12, kwamen zijn moordenaars toe, net toen een jonge patiënt vertrok. Die moordenaars waren staatsterroristen (*) van GAL. Zijn verpleegster Begoña Marínez opende de deur voor de huurmoordenaars. Ziehier haar verklaring:
"Eerst dacht ik dat het zigeuners waren die kwamen bedelen. Toen ze hun namen niet wilden zeggen, werd ik achterdochtig en zag dat één van de mannen een pruik droeg. Plots viel er iets op de grond: een pistool. Ik schreeuwde dat Santi niet in de kliniek was, om hem op die manier te verwittigen, maar hij deed net het tegenovergestelde: hij kwam naar buiten.". Hij werd door 6 kogels doorzeefd.
Het eerbetoon dat hem achteraf te beurt viel, bracht een enorme menigte op de been in heel het land. Een algemene staking werd uitgeroepen. Herri Batasuna beschouwde de aanslag als een staatsmisdrijf, wat het ook was.
Op 15 november 2000 werd tijdelijk, in het Parque Ametzola van Bilbao, een grote sculptuur (5,6 ton) van Juan Gorriti opgericht als nagedachtenis aan Santi Brouard (*). Het beeld zal later een definitieve plaats krijgen in de Calle Santi Brouard, waar nu nog werkzaamheden bezig zijn. Het beeld zal de monoliet vervangen die na de aanslag op Brouard, op 20 november 1984, werd opgericht in El Arenal, maar die later verdween.
In de gevangenis van Alicante wordt de stichter van de Spaanse fascistische Falange, José Antonio Primo de Rivera, gefusilleerd.
20 november 1975
In Madrid wordt de dood van Francisco Franco Bahamonde bekend gemaakt.
20 november 1989
In het Madrileense restaurant van Hotel Alcalá wordt Josu Mururuza, parlementslid van Herri Batasuna door staatsterroristen doodgeschoten. Iñaki Esnaola raakt zwaargewond.
Miguel Etxeberria Naparra Verdwijning niet te bewijzen 19 november 2004
Op 19 november 2004 maakte de Spaanse Justitie bekend datniet kon bewezen worden dat Perret actief had deelgenomen aan de ontvoering van Miguel Etxebarria Alvarez Naparra of Bakunin, en dat niet kon bewezen worden dat Naparra verdwenen is en dood.
Op 11 juni 1980 verdween Miguel Etxebarria Alvarez Naparra of Bakunin die als politiek vluchteling in het Noorden leefde, spoorloos van de aardbodem. Het waren de gloriedagen van de vuile oorlog tegen de Basken, en het Batallón Vasco Español eiste meteen de ontvoering en de moord op. De huurling, Gilbert Perret, zou hierbij betrokken zijn.
Omdat de familie wilde weten waar zijn lichaam gebleven was, dienden ze in september 1999 een aanklacht in wegen illegale ontvoering en terroristische moord, om op die manier tot een ondervraging van Perret te komen. Op 31 maart 2004 weigerde het Hoog Gerechtshof deze eis. Op 19 november 2004 raakte bekend dat volgens de Spaanse Justitie niet kon bewezen worden dat Perret actief deelnam aan de ontvoering en dat niet kon bewezen worden dat Naparra verdwenen is en dood.
Op een berg boven Lizartza kreeg Miguel Etxebarria Alvarez een sobere gedenksteen in een weide, van waaruit hij een prachtig zicht heeft over de Baskische groene jachtvelden waarvan hij zoveel hield.
Het collectief Etxerat (Naar huis) klaagde gisteren, 17 november 2007, voor de zoveelste maal het eigengereide optreden van de Spaanse en de Franse regering en de willekeurige interpretatie van het strafwetboek aan. Bij monde van woordvoerster Nekane Cid werden de regeringen van Spanje en Frankrijk verweten, om gevangenen veel langer op te sluiten dan wettelijk voorzien.
Etxerat klaagt aan dat vandaag 170 gevangenen in de cel blijven, onder de meest verschrikkelijke omstandigheden, ondanks het feit dat ze 2/3 of 3/4 van hun straf hebben uitgezeten.
De betrokken gevangenen weigeren hun politieke projecten (vrijheid van gedachte en mening) af te zweren. En aangezien de beide regeringen er niet in geslaagd zijn hen via politieke weg te overtuigen, grijpen ze terug naar de meest onmenselijke maatregel: fysische en psychologische verwoesting, door middel van onwettige levenslange opsluiting (tot ze wegrotten in hun cel). Ook de familie, die hier niets mee te maken heeft, wordt daardoor verder gestraft.
Una lengua no se pierde porque no la aprenden aquellos que la desconocen sino porque no la hablan quienes la conocen.
Een taal gaat niet verloren omdat degenen die ze niet kennen, ze niet leren, maar omdat zij die ze wel kennen, ze niet spreken.
De schrijver, poëet en musicus Joxean Artze Agirre werd geboren in Usurbil (Gipuzkoa) op 6 april 1939. Hij is één van de meest markante hedendaagse Baskische woordkunstenaars.
In 1966 was hij één van de medeoprichters van de culturele beweging Ez Dok Amairu. Deze beweging werd opgericht door Jorge Oteiza en groepeerde onder andere, de broers Artze, Jose Angel Irigarai, Xabier Lete, Julen Lekuona, Mikel Laboa (*), Benito Lertxundi, Lourdes Iriondo (*) Hun doel was een nieuwe, Baskische artistieke vormgeving te brengen in een context van repressie tegenover de Basken en hun cultuur, onder de dictatuur van Franco.
Het prachtige gedicht: Txoria txori (*) van de hand van Joxean Artze Agirre heeft Mikel Laboa er toe aangezet om het op muziek te zetten.
TXORIA TXORI
Hegoak ebaki banizkio, nerea izanen zen, ez zuen aldeginen ; baina, honela, ez zen gehiago txoria izanen, eta nik... txoria nuen maite.
Als Frankrijk zich met Volksnationalisme gaat bemoeien 17 november 2006
Frankrijk wil ook wat olie op het vuur gooien en voegt zich bij de gerechtelijke acties tegen ETA. In de komende dagen en weken zullen Franse uitzonderingsrechtbanken een oordeel vellen over een twintigtal personen, verdacht lid te zijn van ETA.
Een speciale strafrechtbank zal vanaf vrijdag, 17 november 2006, de zaak Txernobil behandelen: een zulo (schuilplaats) die in juli 2002 ontmanteld werd in Rivière-Saas-et-Gourby (Landes). Op de beklaagdenbank zitten o.a. de twee laatst aangehouden leiders van het logistieke apparaat van ETA: Asier Oiartzabal Gazte, en Iñaki Esparza Ana.
De zulo werd tussen 1980 en 1982 in opdracht van Santiago Arróspide Sarasola 'Santi Potros' en Lasa Mitxelena 'Txikierdi' gebouwd. De mythische schuilplaats van 40m2 was een absoluut geheim en werd alleen bekendgemaakt aan toenmalige topleiders zoals: Pako Múgica Garmendia Pakito, José Mari Arregui ErostarbeFitipaldi, Achurra EgurolaPototo, Daniel Dergi, Juan Carlos Iglesias Chouzas Gadafi, Iñaki Gracia Arregui, Iñaki de Rentería.
Een zulo is een ondergrondse schuilplaats, die zowel dienst doet als opslagplaats of om ontvoerden (*) in onder te brengen.
Begin december wordt dan de Zaak van de Advocaten geopend. Een nieuwe Zaak waarbij advocaten als Unai Larraz Berges en Itziar Larraz Mozo, betrokken zijn. Allen verdedigers van Etarras. Zij worden ervan beschuldigd als koerier gefungeerd te hebben tussen gevangenen in diverse gevangenissen en het thuisfront. De documenten handelden over een mogelijke oproep van een groep Etarras, onder leiding van 'Pakito', om de wapens neer te leggen.
Merkwaardig is dat er zich onder de beklaagden ook Bernardo Fidel Erbina bevindt. Hij heeft de gezegende leeftijd van 81 jaar! Behoorlijkoud voor een ETA-lid!
Al vóór het ontstaan van de Baskische Onafhankelijkheidsbeweging, ETA, waren er priesters betrokken in de bevrijdingsstrijd van Euskal Herria. In mei 1960 schreven 339 priesters een brief aan de bisschoppen van de 4 Baskische diocesen waarin ze wezen op de kloof die bestond tussen de Kerk en de gelovigen en waarin ze het Regime totalitair, dictatoriaal en onmenselijk noemden. Speciaal wezen ze op de vervolging van etnische, taalkundige en sociale karakteristieken die God, ons Basken gaf. Ondanks aandringen kwam er geen antwoord. Daarop werd de brief verspreid onder de internationale pers. Toen kwam er snel een antwoord: alle ondertekenaars werden beschuldigd van ongehoorzaamheid, rebellie en inmenging in de politiek. Allen werden ze binnen een periode van enkele maanden verplaatst naar een andere parochie.
Daarop begonnen de priesters zich via hun preken rechtstreeks tot te de bevolking te wenden. Prompt volgde er preekverbod en de Bisschop van Bilbao, D. Pablo Gúrpide Beope, ging zelfs zó ver de preken zelf te schrijven en naar de parochies te sturen! Die priesters die afhingen van een Orde, weigerden de tekst voor te lezen en kort nadien deden dit ook de priesters die wel van het Bisdom afhingen. Er werden geldboetes opgelegd maar die werden niet betaald. Toen daarop de lonen geschrapt werden, dienden vele priester als arbeider hun kost te verdienen. De democratisering die door het Tweede Vaticaans Concilie was afgekondigd, verschafte de priesters moed.
In de beginfase van ETA zouden de eerste orders via de biechtstoel zijn doorgegeven omdat bij een eerdere poging veel jongeren opgepakt waren.
Het eerste deel van de 5de Assemblee van ETA in 1966 vond plaats in het parochiehuis van Gaztelu. ETA-militant Doronsora(later doodstraf in het Burgosproces) was er parochiepriester.
Bij het tweede deel, in de Goede Week van 1967, lieten de 50 Etarras zich als cursisten inschrijven in het retraitehuis van Getaria. Priesters kwamen regelmatig in conflict met het Spaanse Nationaalkatholicisme. Na de dood van Xabi Etxebarrieta (eerste ETA-dode) stormden 30 met machinegeweren bewapende Guardia Civiles zonder bisschoppelijke toestemming het Benedictijnenklooster van Lazkao binnen. De politiechef noemde de paters broekschijters, stinkende bokken en lafaards.
In november 1968 bereikte de Beweging een nieuw hoogtepunt. 60 priesters uit Bizkaia legden het werk neer, schreven een brief naar de Paus en zijn nuntius en sloten zich op in het priesterseminarie van Derio. Hun actie was gericht tegen de kerkelijke hiërarchie. In hun brief vroegen ze: Een Kerk die arm was met het vernederde en uitgebuite Volk, vrij van dienstbetoon aan macht en geld, dynamisch meebetrokken bij de weg van ons Volk, eigen aan de binnen het Volk geboren priesters en volledig geworteld in de Baskische arbeidersgemeenschap.
De Bisschop riep daarop de politie erbij en die omsingelde met 110 manschappen het seminariegebouw om zo de priesters (vergeefs) tot de aftocht te dwingen. Het protest nam de volgende dagen uitbreiding tot op de theologische faculteit van de Jezuïetenuniversiteit van Deusto (Bilbo) . In een brief aan de Nuntius protesteerden 516 van de 910 priesters van het diocees Bilbao tegen het bisschoppelijke optreden. Het overlijden van Bisschop Gúrpide op 18 november 1968 verhinderde de priesters niet hun actie verder te zetten. De nieuwe bisschop, Zirarda, trok de bedreiging van het suspenderen van de priesters in en bereikte dat de 60 priesters op 29 november, na 25 dagen het seminarie verlieten. Zirarda zocht een neutrale tussenweg tussen de Regering en het Baskische Volk. Hij bezorgde zich zijn eerste vijanden toen bij een aanhoudingsgolf tegen ETA, in april 1969, ook Generaal Vicaris, Urbieta, en verder nog 15 priesters opgepakt werden. De bisschop probeerde de Vicaris vrij te krijgen, maar had geen woord over voor de 15 priesters. ETA noemde hij Terroristen van een minderheid, rijk aan middelen, en hij bekritiseerde zijn priesters die waarschijnlijk hun opdracht gemist hadden. Op 30 mei 1969 gingen vijf priesters in hongerstaking in het bisschoppelijke paleis om te protesteren tegen de uitzonderingtoestand en tegen de folteringen. Op 10 juni 1969 werden de 5 hongerstakende priesters tot samen 54 jaar en 2 dagen gevangenis veroordeeld. Daarop verklaarden 30 andere priesters zich solidair met het vijftal. In hetzelfde jaar kwamen in Burgos 7 priesters voor de Krijgsraad in drie verdere militaire processen. Ze kregen eveneens 54 jaar.
In de jaren 70 was er een duidelijke kentering en Bisschop Añoveros van Bilbao ontliep ei zo na de cel. Later kregen we de Bisschop van Donostia-San Sebastián, Monseñor Setién en ook zijn opvolger Uriarte. Beiden deden al het mogelijke om de ETA-top tot een staakt het vuren te bewegen.
De obsessie van de manipulators van El Mundo
De Spaanse pers wil steeds aantonen dat de Baskische Kerk relaties heeft met ETA. In een onderzoek van El Mundo TV moest dat duidelijk worden. Ze gingen hiervoor met verborgen camera binnen bij Bisschop Setién, voormalig Deken van Irún, bij Trebiño en bij Mikel Epalza, proost van de Baskische vissers in Bayonne. Hun programma noemden ze In de naam van de Vader.
De openingzin: Tussen de jongens van ETA zitten soms fantastische kerels, zette onmiddellijk de toon. Het is geen uitspraak van de terroristische bende, noch een familielid of een lid van Batasuna of van organisaties die de gewelddadige acties beschermen of steunen. Dit zei een priester. Het gaat om Mikel Epalza, de parochiepriester van Sokoa, een gemeente in het zuiden van Frankrijk, dat altijd al een vrijplaats was voor ETA-leden die uit ons land waren weggevlucht.
Monseigneur Setién van Donostia veroordeelde steeds het geweld aan beide zijden, maar dat is één kant teveel! Nu komt hij op voor de slachtoffers van het geweld aan beide zijden. Hij klaagt ook over de Spaanse aartsbisschop van Toledo die doet alsof onafhankelijkheid eisen voor Baskenland een zonde is.
El Mundo haalt dan nog oude koeien uit de gracht, de deken van Irún, José Ramón Treviño, die in maart 1992 werd gearresteerd omdat hij het jaar voordien 2 leden van het ETA-Commando Mugarri, Iñaki Rekarte en Luis Angel Galarze, onderdak had verschaft in de kerk van Artega, waar hij parochiepriester was. Hij werd door de Audiencia Nacional tot drie jaar veroordeeld en deze straf werd later door het Hooggerechtshof verhoogd tot zes jaar. Nu verwijt El Mundo de Kerk en meer bepaald Bisschop Setién dat hij Treviño steeds de hand boven het hoofd hield en hem nooit uit de Kerk zette! Het ergste verwijt aan de Kerk is wel dat Treviño nu in Donostia gedelegeerde voor Caritas is!
De doodsteek krijgt Setién als hij antwoordt op de vraag van El Mundo of de Baskische Kerk vergiffenis moet vragen aan de slachtoffers: De (Spaanse) Kerk steunde de staatsgreep van Franco (die aan de basis lag van de Burgeroorlog en de daaropvolgende dictatuur) en de Kerk heeft ons nooit vergiffenis gevraagd voor het terroristische geweld dat erop volgde.