Volgens historici ontstond de seizoenleurhandel in de Vallei van de Barcelonnette omstreeks 1715.
Wanneer Pascal de stap in de grote wereld is gaan zetten zullen we nooit met zekerheid weten.
Mogelijk verkende hij eerst de Piëmont, de Provence, de Dauphiné en het Rhônedal. Later trok hij wellicht naar het Noorden: Bourgogne en Champagne.
Hij ontmoette op zijn tochten uiteraard veel mensen die onderweg waren en hem konden vertellen waar het goed was om handel te drijven. Hij heeft misschien de gelegenheid te baat genomen Vlaanderen te komen bezoeken, wanneer Lodewijck de XV de Oostenrijkse Zuidelijke Nederlanden had bezet. Later zal hij vernomen hebben dat het wel best leven was in Vlaanderen, toen Maria Theresia van Oostenrijk er terug de plak zwaaide.
Wellicht zal er dus een economische reden geweest zijn dat verschillende van zijn kinderen naar Vlaanderen zijn uitgeweken.
Joseph en Louis, uit zijn eerste huwelijk met Jeanne Ricaud, Sebastiaen en Cathérine, kinderen van zijn derde vrouw Rose Gastinel, kwamen- behoudens Louis - zich vestigen in het Wetterse.
Twee dochters, Elisabeth en Marie, zullen in de vallei van de Barcelonnette achterblijven er huwen en sterven. De rest van de kinderen waren al vroegtijdig overleden.
Het moet een heel avontuur geweest zijn. Leurhandelaars vertrokken meestal in oktober en kwamen terug tijdens de eerste helft van juni. Heel waarschijnlijk ging Pascal te voet. Mogelijk kon hij al eens met een gespan meerijden en zal hij wellicht de weg Lyon - Parijs hebben genomen, waar er genoeg verkeer en herbergen waren. Het koets en - goederenverkeer was in opgang.
Zijn tweede oudste zoon Louis, moet zon 24 jaar geweest zijn als hij in Brabant even voor 1760 rond het Aalsterse zich kwam vestigen. Pa Pascal was op de hoogte, had geld toegestopt om voorlopig wat rond te komen. Om een handeltje op te zetten had Louis van enkele Franse handelaars geld geleend. Nog geen klein beetje! De jongen kreeg de aflossing van de schuld niet rond, waardoor Pa werd aangesproken en de schuld van 320 ponden moest aflossen. Pascal zal niet goed gezind geweest zijn want hij talmde jaren met de vereffening. Het is door het speurwerk van Frans dat we deze historie zijn te weten gekomen via een notariële akte van 11.11.1767 uit Barcelonnette.
Louis huwde op 25 juli 1769 met Joanna van Gyseghem uit Letterhoutem, kreeg vijf kinderen, vier dochters en één zoon die spijtig genoeg rond vijfjarige leeftijd stierf.
Louis en zijn madam gingen zich op 15 januari 1772 vestigen in Sint Lievens- Houtem.
Sint Lievens Houtem was toendertijd een landbouwgemeente, waar reeds in de middeleeuwen grote hoeven tot stand waren gekomen (Hof ten Broek, Hof te Boxtale, Hof ten Stenenborge). Hier tussen 1766 en 1775 telde de gemeente gemiddeld een 1.130 inwoners. Daar een handelaar in dit midden zijn boterham goed kon verdienen menen wij dat Louis hier aan zijn trekken kwam. Louis, kocht er trouwens een hofstede, waarvoor hij bij zijn broer Joseph, die in Wetteren een handeltje dreef, 220 gulden ging lenen.-toch een durver die kerel !-
Louis moet zijn gestorven tussen 1797 en 1803. Joanna van Gyseghem stierf te Bavegem op 2 februari 1830 en verhuisde na het overlijden van Louis naar Wetteren waar Joseh en zijn halfbroer Sebastiaen woonden.
Zo zijn we beland bij de oudste zoon van Pascal, Joseph, die hier even voor 1770 moet terecht gekomen zijn. Hij huwde met Marie Rosalie Dupire uit Péruweltz die in 1770, twintig jaar zou worden. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen gekend. Er is weinig bekend over hen. Joseph was, zoals reeds gezegd, handelaar. Hij overleed te Wetteren op 24 januari 1804, aangifte nog gedaan door zijn halfbroer Sebastiaen die toen 68 jaar was. Rosalie stierf op 9 december 1803 en was volgens de overlijdensakte winkelierster.
Ondertussen liep Les Agneliers zowat leeg. Jongelingen kwamen te weten dat het elders beter was om den boterham te verdienen. Na de dood van Rose Gastinel in 1775, zal Pascal het niet meer nodig gevonden hebben dat Sebastiaen nog langer op de geboortegrond zou verblijven.
Toen moeder nog leefde was Sebastiaen een goede hulp wanneer vader op handelstocht was. Nu lagen de kaarten anders. Sebastiaen zou toen al wat van horlogemakerij hebben gekend, wat een troefkaart was voor Vlaanderen.
Even voor 1778 zien we officieel Sebastiaen verschijnen in Wetteren waar hij meteen met zijn gat in de boter valt en samen met zijn toekomstige Philipa van der Linden een herberg uit te baten krijgt. Later meer over zijn leven. Hij wordt trouwens voor onze generatie een uitermate belangrijke spilfiguur.
Ook Catherine, de jongste dochter, uit het nest van Pascal en Rose, kwam naar Vlaanderen. Ze zou in Wetteren huwen met een Normandiër Jacques Vattier. Sebastiaen en Philipa van der Linden waren nog getuigen voor hun huwelijk dat zich voltrok op 9 januari 1790. Catherine schonk haar man twee kinderen, Victoria en Jacques. Catherine stierf in Gent in haar woning gelegen aan de Vischerye op 31 mei 1802. Haar man gaf het overlijden aan en hij was op dat ogenblik dagloner. Catherine zou gestorven zijn aan une fièvre lente. Een wellicht langdurige ziekte waarbij de koorts niet wou wijken en haar tenslotte fataal werd.
|