Gegevens overgenomen uit " Bulletin de la Société scientifique et littéraire des basses -Alpes; derde deel ( 1887 - 188) Bovenstaande tabel illustreert mooi hoe de bevolking van Fours ingevolge uitwijking aanzienlijk afnam. In 1784 bestond een gezin nog gemiddels uit 6 personen, honderd jaar later nog uit 3. In 1977 telde de gemeente Fours tijdens de wintermaanden nog 12 personen ! Tijdens de zomer is dit aantal groter omdat tal van leegstaande woningen werden opgekocht en als buiten verblijf werden ingericht. De kopers zijn veelal mensen wiens ouders of grootouders in Fours hebben gewoond Uit het Bellonneke nr 5: Frans Bellon
Sebastiaen keek om en zag in de verte Barcelonnette liggen. Hij wist dat hij er wellicht nooit meer zou wederkeren. Vluchtig schoten hem de beelden van zijn jeugdjaren doorheen zijn geest. Hier,ravotte hij in de Bachelard. Hier, moest hij het keiharde brood slikken tijdens het hoeden van de schapen en de broussa[1][1] voorbij zijnstrot zien tekrijgen. Te zwijgen over deharde winters die hijmoest doorstaan, waarin de Charendo[2][2] even warmte bracht in de huisgezinnen en moeder heerlijke rayolles[3][3] maakte. Hij dacht aan de woorden van het lied dat men toen zong voor al diegenen die ver van huis waren, herders en leurders: Charendon vèn,Diéu nous mande proun de bèn. Diéu nous sauve nosti gènt.Aquest an e puei loung tèm[4][4]....
Zijn vader riep hem toe en het viel hem nu op welke stevige handen hij had die uit de mouwen met de grote omslagen van zijn groen geverfde jas staken en de weg naar het noorden aanwees.
Het was tegen de winteren de bergwegen liggen er slecht bij. Bergbewoners wezen de plaatsen aan waar reizigers de dood vonden. De bergpaden versmalden soms en moest men voetje voor voetje langs diepe verschrikkelijke ravijnen en kloven zien te komen en moest er over glibberige gebogen en verrotte planken gelopen worden om gapende diepten tussen de rotsen te overbruggen[5][5].
Pascal kende de wegnaar Vlaanderen reeds goed en kon alzo de aangenaamste dorpen en steden aandoen. Alhoewel, mooi was het toen allemaal niet. De cultuurschok voor Sebastiaen moest nog komen.
In de steden had men de verschrikkelijke stank van de latrines, vlieten en grachten, vlees, vismarkten, leerlooierijen. Al deze reuken werden dan nog eens verscherpt met de walgelijke stank die van uit de kerkhoven kwam. Mensen liepen er rond met geurzakjes om de hals of met sponsjes gedrenkt in kamfer[1][6].Proper en netjes zagen de mensen er niet uit zeker niet op den buiten. Dikwijls was een dorp een afgrijselijk nest waar straten, stallen en moestuinen,muren, vloeren en de vochtige daken tot en met de vochtige meubels en de lompen één modderpoel lijken waar alle vrouwen schreeuwen, de kinderen janken en alle mannen afschuwelijk zweten[2][7]. Grappig was het feit dat rijke mensen naar de bergen trokken om er gezonde lucht gaan op te sneuven.
Sebastiaen zag en ondervond de vooruitgang van de wereld. Koetsen reden op en af. Op de kanalen en rivieren zag hijzeilscheepjes. s Avonds scheen er in enkele stedelijke straten licht en werden overal wegen en bruggen aangelegd om de handel te bevorderen. Men vertelde over allerlei curiositeiten, over stoom, over bliksems en elektriciteit. Over de kleine beestjes die men nu kon zien zwemmen in een glas water. Haast alle wetenschappers waren experimenten aan het verrichten en filosofen beweerden dat God de aarde niet meer in zeven dagen had geschapen, maar in miljoenen jaren[3][8 en kinderen anders moeten opgevoed worden. In wat voor een wereld was Sebastiaen terecht gekomen ? Was hij niet teleurgesteld? Vader had wellicht dikwijls verteld over al dat curiosum wanneer hij thuiskwam van de lange reis naar Vlaanderen. Nu stond hij in die realiteit, moest hij doorheen een ander cultuurbad en leven in een jachtige maatschappij.
Vlaanderen leek vriendelijker. Volgens getuigen is het land een echte verassing vruchtbaar en frisse kleuren, mooi weiland, vlas, tabak, klaver, aardappels, bonen, tarwe. Kavels met verschillende tinten groen, breken de eentonigheid van de eindeloze open lage vlakte. Smalle maar uitstekende onderhouden wegen met hier en daar linden, haagbeuken, iepen, eiken. Hollandse populieren, vaak een paar rijen dicht. De woonhuizen zijn goed onderhouden. De bewoners zijn altijd bezig. Bijna niemand lijdt armoede. De eenvoudigste lemen hutjes met strooien daken zien er best aardig uit. De woningen van de rijke boeren zijn van baksteen en aan de buitenkant grijs-wit of paarsrood geverfd zoals in Kortrijk.[4][9]Een reiziger ziet evenwel enkel de buitenkant en bekijkt de wereld met andere ogen en gaat alzo voorbij aan de realiteit. In de Vlaamse steden stonk het ook en piste men waar men kon. Café's hadden niet allemaal een toilet. Bovendien was er wel degelijk armoede alhoewel de politiek daar iets trachtte aan te doen.
Feit is dat onder het bewind van Maria Theresia van Oostenrijk Vlaanderen opfleurde en er economisch sterk op vooruit ging. Reden wellicht dat Sebastiaen door vader naar hier gebracht werd.
Aangekomen bij Joseph zijn halfbroer, die in Wetteren woonde, begon voor Sebastiaen een nieuw leven. Hij leerde er een meisje kennen en werd er verliefd op. Een nieuw familiaal verhaal stond op ontluiken.
[3]Een soort deeg gemaakt van meel en aardappelen dat wordt gekookt. Het vocht dat men bekomt is een bouillon.De rayolles bouillon met een flinke hoeveelheid kaas.Bellonneke 12 blz 253
[4]Vertaling : Kom Charendon ! dat Go dons veel goeds moge brengen. Dat God onze lieden bescherme.Dit jaar en nog zeer lang. Bellonneke nr 12 blz 253
[5]Campion Charles -Michel,uvre de poète marseillais du XVIIIe siècle, série n°11, 1945, Indiana University publications humanities, blz 40 [6]Corbin A, Pestdampen en bloesemgeur. Een geschiedenis van de reuk blz 89
[9Van Strien K.De ontdekking van de Nederlanden. Britse en Franse reizigers in Holland en Vlaanderen 1750 1795) Hoofdstuk Door het Vlaamse landschap 8 juli 1776
Sebastiaen verdiende zijn kost met horloges te herstellen. Wat we ons daar moeten bij voorstellen is niet al te duidelijk. In die tijd liep nog niet iedereen rond met een zakhorloge. Ontwerper was hij zeker niet, daarover bestaan geen aanwijzingen.Trouwens volgens de doopakten van zijn kinderen merkt Frans Bellon op dat hij dikwijls op die plechtigheden afwezig was wat hem laat veronderstellen dat Sebastiaen van dorp tot dorp en van boerderij tot boerderij trok om uurwerken te gaan maken.
Wanneer hij dan al eens in Wetteren was moet hijeen Uyzet zijn gaan drinken in de taveerne den Vijfhoek gelegen aan de gelijknamige plaats bij de Hoogstraat en de Jan Baptist de Maesschalckstraat. Daar beviel hem de dochter die samen met haar sukkelachtige moeder de zaak uitbaatte. Joanna was haar naam. Het meiske had pech gehad en was al weduwe op haar drie en twintigjaar, had twee kinderen waarvan het jongste niet lang na de geboorte gestorven was.Maria De Peyser, de moeder van Joanna, was weduwe, was blind geworden en was niet kapabel het huishouden nog verder te beredderen. Volgens de akte van boedelbeschrijving was er niet alleen de herberg, maar ook het woongedeelte, bestaande uit verschillende kamertjes, waaronder een grote en een kleine keuken, een schotelhuis, zolder, kelder,steenput, een hof met stallen, eenvarkenskot, een winkeltje,en, zoals de akte het vermeldt, verdere battimenten...
Nu Sebastiaen een oog had laten vallen op Joanna werd hij , zowel door dochter als doormoeder, als een engel en een redder in nood aanzien.
Moeder De Peyser riep ergens in oktober 1778Sebastiaen bij zich en vroeg hem wat hij ervan zou denken alszij hem de helftvan haar bezit zou schenken, zijndede herberg met haar twee woongedeelten,alles er op en er aan ? Zij koppelde daar wel enkele voorwaarden aan vast. Zo moest Sebastiaende schulden mee overnemen n.l de helft in een rente van hondert ponden grooten wisselgelt capittaels beseth op het huijs en de ander goedt. Vervolgens haar levenslang onderhouden met voedsel en drank, van vuur en lucht, slaapgoed kledij en lijnwaad. Bij haar dood een begrafenis geven met den middelbaeren dienst...
Sebastiaen had blijkbaar geen moeite met het voorstel. Op 21 oktober 1778 werd de schenking een feit via de notaris. Twee dagen later toog onze voorouder met zijn toekomstige naar meester Leirens om er zijn huwelijkscontract te dicteren. Dit contract regelde alles netjes voor vrouw en haar kind en de nog te verwachten kinderen[1].
Sebastiaen had in enkele dagen tijd bezit verworven. Nu hij huisgrief en meubelen had kon hij gaan trouwen. Inderdaad op 10 november 1778 schreef onderpastoor Scheerders het huwelijk neer in de volgende bewoordingen:
1778 109bris Sebastianus bellon ex provinsi et joa philippa van der Linden ( prevus sponsal :habitis 25 8bris et 3 ban.) matrium contraxerunt coram testibus paschasio bellon et judoca tibbaut et me Sign."
(vertaling : na op 25 oktober trouwbelofte te hebben gedaan en na de drie roepen, zijnop 10 november 1778 voor de getuigen Pascal Bellon en Judoca Tibbaut en voor mij ondergetekende, gehuwd : Sébastien Bellon uit de provençe en Joanna Philippina van der Linden.)
Door het huwelijk was Sebastiaenal meteen stiefvader van Albert van Nieuwkerke, het kindvan Joannas eerste man Pieter Jozef[2].
Dat er gefeest zal zijn geweest en den Uyzet rijkelijk zal gevloeid hebben zal niemand verwonderen. Buiten de misschien schamele inkomsten van de horlogemakerij kwamen er nu ook nog die van de taveerne[3] bij. Het duurde niet lang of Sebastiaen werd de stichter van de Vlaamse tak van het geslacht Bellon uit de vallei van Barcelonnette. Het koppel kreeg tien kinderen. Van de vijf jongens huwden er slechts twee. Adriaen en Alexis. Adriaen wordt de stichter van de takken Boom en Antwerpen, terwijl Alexis de tak Aalst in het leven riep.
Sebastiaen moet een goed en hulpvaardig man zijn geweest. Zijn halfbroer, Joseph en zijn eega, Marie Rosalie du Pire bewijzen ons dat viaakten van wederzijdse schenking. Na de dood van Joseph zou Sebastiaen voor bewezen diensten, aanvankelijk zestig gulden worden uitgekeerd, later verhoogd tot 150 of 172 Franse franken.Joseph overleefde zijn vrouw en liet in 1803 een nieuwe wilsbeschikking maken waaruit de gehechtheid aan zijn jongste broer nogmaals overduidelijk blijkt:... Considérant que par la mort de mon épouse nayant point denfants descendant ni ascendants, je me trouve seul, et nai dappuis et du secour que dans mon frère Sebastiaen Bellon horloger à Wetteren qui ma rendu, et me rends encore de services considérables ne me quittant pas dérigeant mon ménage, et voulant lui donner des témoignages de ma reconnaissance je déclare comme je fais par la présente de lui donner et léguer le tiers de tout mon bien à délaisser tant meubles quimmeubles rien réservé ni excepté [4] dit alles buiten het rechtmatig erfdeel en boven wat Sebastiaen nog mocht verwachten overeenkomstig de wet. Joseph bedankt hem nog op voorhand voor zijn gebeden die hij zal richten tot de Almachtige tot het bekomen van zijn zielenrust en het laten uitvoeren van dertig missen.
Joseph sterft in het jaar 1804, op 24 januari. Sebastiaen erft wat overeengekomen was. Hij heeft nog heel wat werk met de erfenis van zijn halfbroer en zijn schoonzuster. Hij kocht hun huis spande zich in om de schulden te innen bij klanten voor gedane leveringen van winkelgoederen. Joseph was een colporteur, verhandelde meubelen en huisgerief. De notaris belastte Sebastiaen voor de verkoop voor alle mobilairen, winkelgoederen, koopmans-goederen, meubelen van huisraet en zoo voors.. De verkoop gebeurde publiekelijk te Wetteren en bracht 4.937,77 Franse francs op. Samen met het erfdeel van zijn vader Pascal, moet onze voorouder heel wat geld hebben ontvangen. Nochtans zien we Sebastiaen in het jaar 1823, op het einde van zijn leven - Philipina was al gestorven in 1808 - een huis huren in de Holstraete van een zekere Petronelle Boereweirt, een spinster te Wetteren. Hij huurt dat pand voor een termijn van zes jaar aan de prijs van 51 gulden en 42 cents.Die Petronella had nog schulden uitstaan bij Sebastiaen, zodat bepaald werd dat hij geen huishuur moest betalen gedurende twee jaar.Nog geen twee volle jaar later, op 25 januari 1825, komt Sebastiaen te sterven. Hij werd 73 jaar, wat al oud was voor die tijd.
Hij was beslist een merkwaardig man, werkend, wroetend voor zijn gezin en zijn broer. Bij het overlijden van Philippina was hij 57 jaar, zijn oudste zoon 25 en de jongste 13 jaar. Hij moest toen zorgen voor nog zes kinderen. Ondanks de heersende gewoonte hertrouwde hij niet.
Bron De Bellonnkes 5 en 7
[1]RijksarchiefGent, Notarieel depot Ceyssens, nr 54, f° 43 R en 43 V
[3]Het Bellonneke nr 30 zie Familiedoos -geeft een beschrijving van de herberg Den Vijfhoekuit de akte van schenking Rijksarchief Gent, Notarieel depot Ceyssens, nr 54 f) 41 R t.m. 43 R
[4]Vertaling: Overwegende dat door de dood van mijn echtgenote en door het feit dat ik geen kinderen, afstammelingen of ascendenten nalaat, ik helemaal alleen ben en slechts steun en hulp vind bij mijn broer, Sébastien Bellon, horlogemaker te Wetteren, die me aanzienlijke diensten heeft bewezen en nog bewijst, die me niet verlaat en mijn huishouden bestuurt; En om hem het bewijs van mijn dankbaarheid te betonen, verklaar ik bij deze aan hem te geven en te legateren, een derde deel van al mijn goederen die ik zal nalaten, zowel roerende als onroerende niets voorbehouden noch uitgezonderd;Het Bellonneke nr 7 blz146.
Een ferrariskaart van Wetteren anno 1775.Het was Luitenant Generaal Jozef de Ferraris die in opdracht van Maria Theresia van Oostenrijk zulke kaarten maakte tijdens de periode 1771 -1778. Gezien het strategisch belang had hij oog voor detail en gaf hij een duidelijke weergave van percelen, bebouwing en wegen.Wetteren was in 1775, bij de komst van Sebastiaen Bellon, reeds degelijk bebouwd.
Uit testamenten van onze Provençaalse voorouders blijkt dat men in de vallei van Barcelonnette in de 18de eeuw veel belang hechtte aan het bezit van graan en hout. We vroegen ons af waarom.
Wij ontdekten spoedig dat in de onherbergzame streek als de vallei van Barcelonnette hout de voornaamste brandstof was, maar dat het er ook schaars was.
Ook het graan was er maar dunnetjes gezaaid. Abbé Féraud vermeldt zelfs dat het grondgebied van Fours, waar onze voorouders woonden, zo onvruchtbaar was dat de Fournaisiens, die het nodige graan niet konden oogsten om in hun bestaan te voorzien, verplicht waren bij de eerste sneeuwval hun streek te verlaten. Enkel de vrouwen, de ouderlingen en de kinderen bleven thuis[1]. Wellicht moet hier de oorzaak van de seizoen leurhandel en de uitwijking gezocht.
De graan- en brandstofschaarste werkte natuurlijk de broodproductie niet in de hand. Vermits brood naast gezouten vlees, voedzame soep en deegwarenbereidingen voor de inwoners van de vallei een basisvoedsel was, diende daar aan verholpen. En er werd wat aan gedaan! Om brandstof te besparen bakte men brood voor een lange periode, soms zelfs voor een heel jaar !
Wij hebben geen enkele auteur gevonden die deze vaststelling uitdrukkelijk voor de vallei van Barcelonnette, bevestigt. DochR.Collier[2] is van mening wat Albert schrijft i.v.m. het brood- bakken in de streken van Briançon, Queyras en Haute Embrun[3], ook toepasselijk is op de streek van Barcelonnette, vooral de vallei van Maurin, en ook op de Hoge Verdon[4]. Vermits de vallei van Fours hoger ligt dan deze van de Hoge Verdon, menen wij Alberts tekst eveneens geldig is voor Fours, temeer wanneer men rekening houdt met de legendarische onvruchtbaarheid van deze parochie.
In Histoire ecclésiastique du diocèse dEmbrun schrijft Albert dat de inwoners (van hierboven vermelde streken) brood bakken voor een gans jaar. Zij maken broden van 8 tot 9 ponden en 5 tot 6 duim dik, gewoonlijk van zuivere rogge. Om te beletten dat de broden beschimmelen, doen ze er veel gist bij en laten de deeg bijna 24 uren rijzen. Hierdoor worden de broden wel wat zurig maar zijn ze anderzijds beter tegen schimmels bestand. Wanneer het baksel uit de oven wordt gehaald, wordt het in een speciaal daartoe bestemde plaats gezet waar het een deel van zijn vochtgehalte verliest. Dan plaatst men de broden in een zeer droge plaats, waar ze van tijd tot tijd verlegd worden. Deze broden verharden langzaam. Nochtans zijn ze in de maand mei nog niet zo hard, dat men ze niet meer in sneden zou kunnen snijden. Deze sneden hebben dan ongeveer de kleur van oude gele was. Tijdens de zomer worden deze broden echter zo hard dat het moeilijk wordt om er met een gewoon mes een stuk af te snijden. In elk huis heeft men dan ook een groot mesmet een punt in de vorm van een haak, die verbonden is met een ijzeren ring op een plank. Het brood wordt onder het mes op de plank gelegd en in kleine stukken gesneden door een op en neerwaartse beweging van het mes, zoals de zwengel van een pomp. Ouderlingen zonder tanden zijn verplicht het brood in de soep te laten weken, totdat het zachter wordt. Men begrijpt allicht dat dergelijk brood gebakken wordt uit spaarzaamheid: men eet er uiteraard minder van dan van vers brood. Buiten dit roggebrood, dat men huishoudbrood noemt, bakken de meeste inwoners terzelfdertijd een bepaalde hoeveelheid masteluin, t.t.z. een brood van bloem bestaande uit evenveel rogge als tarwe. Dit brood, dat bijna wit is en een zeer goede smaak heeft, wordt op dezelfde wijze als het roggebrood bewaard. Na een jaar wordt dit brood zo droog dat het verpulverd wanneer men het op de grond laat vallen. Het wordt vooral gebakken met het oog op de feestdagen en voor het onthalen van vrienden[5].
Volgens Garcin kneden de driehonderd inwoners van Maurin[6] brood voor 18 maanden uit vrees dat vroegere sneeuwbuien hen zullen beletten brandhout te smokkelen. Slechts na verschillende dagen is dit brood, een soort platte koek, gebakken[7].
Tot zover de broodperikelen. Een volgende maaliets meer over andere gewoonten.
Uit het Bellonneke nr 2; eenbewerking door Frans Bellon
Foto bovenaan de tekst: zicht op de vallei van Barcelonnette
[1] Feraud (abbé J.J.M), Histoire, géographie et statistique du département des Basses- Alpes, Digne, Vial, 1861, herdruk, Nyons, 1972, Ed.Chantemerle, blz 409
[2] directeur van het departementaal archief te Digne
[3] Briançon: 83 km te N. van Barcelonnette; centrum v.d vallei van Queyras: 66 km ten N.O van Barcel.Haut Embrunais: ca km ten N. van Barcelonnette
[4] Collier R La Vie en Haute- Provence de 1600 à 1850, Digne, 1973, blz 165
[5] Albert (curé, lees Histoire géographique, naturelle, ecclésiastique du diocèse dEmbrun i.p.v Histoire ecclésiastique du diocèse dEmbrun, Tomeler, 1783, blz 97.
Volgens historici ontstond de seizoenleurhandelin de Vallei van de Barcelonnette omstreeks 1715.
Wanneer Pascal de stap in de grote wereld is gaan zetten zullen we nooit met zekerheid weten.
Mogelijk verkende hij eerst de Piëmont, de Provence, de Dauphiné en het Rhônedal. Later trok hij wellicht naar het Noorden: Bourgogne en Champagne.
Hij ontmoette op zijn tochten uiteraard veel mensen die onderweg waren en hem konden vertellen waar het goed was om handel te drijven. Hij heeft misschien de gelegenheid te baat genomen Vlaanderen te komen bezoeken, wanneer Lodewijck de XV de Oostenrijkse Zuidelijke Nederlanden had bezet[1]. Later zal hij vernomen hebben dat het wel best leven was in Vlaanderen, toen Maria Theresia van Oostenrijk er terug de plak zwaaide[2].
Wellicht zal er dus een economische reden geweest zijn dat verschillende van zijn kinderen naar Vlaanderen zijn uitgeweken.
Joseph en Louis, uit zijn eerste huwelijk met Jeanne Ricaud, Sebastiaen en Cathérine, kinderen van zijn derde vrouw Rose Gastinel, kwamen- behoudens Louis - zich vestigen in het Wetterse.
Twee dochters, Elisabeth en Marie, zullen in de vallei van de Barcelonnetteachterblijven er huwen en sterven. De rest van de kinderen waren al vroegtijdig overleden.
Het moet een heel avontuur geweest zijn. Leurhandelaars vertrokken meestal in oktober en kwamen terug tijdens de eerste helft van juni. Heel waarschijnlijk ging Pascal te voet. Mogelijk kon hij al eens met een gespan meerijden en zal hij wellicht de weg Lyon -Parijs hebben genomen, waar er genoeg verkeer en herbergen waren. Het koets en - goederenverkeer was in opgang.
Zijn tweede oudste zoon Louis[3], moet zon 24 jaar geweest zijn als hijin Brabant even voor 1760 rond het Aalsterse zich kwam vestigen. Pa Pascal was op de hoogte, hadgeld toegestopt om voorlopig wat rond te komen. Om een handeltje op te zetten had Louis van enkele Franse handelaars geld geleend. Nog geen klein beetje! De jongen kreeg de aflossing van de schuld niet rond, waardoor Pa werd aangesproken en de schuld van 320 ponden moest aflossen. Pascal zal niet goed gezind geweest zijn want hijtalmde jaren met de vereffening. Het is door het speurwerk van Frans dat we deze historie zijn te weten gekomen via een notariële akte van 11.11.1767 uit Barcelonnette.
Louis huwdeop 25 juli 1769 met Joanna van Gyseghem uit Letterhoutem, kreeg vijf kinderen, vier dochters en één zoon die spijtig genoeg rond vijfjarige leeftijd stierf.
Louis en zijn madam gingen zich op 15 januari 1772 vestigen in Sint Lievens- Houtem.
Sint Lievens Houtem was toendertijd een landbouwgemeente, waar reeds in de middeleeuwen grote hoeven tot stand waren gekomen (Hof ten Broek, Hof te Boxtale, Hof ten Stenenborge). Hiertussen 1766 en 1775 telde de gemeente gemiddeld een 1.130 inwoners. Daar een handelaar in dit midden zijn boterham goed kon verdienen menen wij dat Louis hier aan zijn trekken kwam. Louis,kocht er trouwens een hofstede, waarvoor hij bij zijn broer Joseph, die in Wetteren een handeltje dreef, 220 gulden ging lenen.-toch een durver die kerel !-
Louis moet zijn gestorven tussen 1797 en 1803. Joanna van Gyseghem stierf te Bavegem op 2 februari 1830 en verhuisde na het overlijden van Louis naar Wetteren waar Joseh en zijn halfbroer Sebastiaen woonden[4].
Zo zijn we beland bij de oudste zoon van Pascal, Joseph[5], die hier even voor 1770 moet terecht gekomen zijn. Hij huwde metMarie Rosalie Dupire uit Péruweltz die in 1770, twintig jaar zou worden. Uit dit huwelijkzijn geen kinderen gekend.Er is weinig bekend over hen. Joseph was, zoals reeds gezegd, handelaar. Hij overleed te Wetteren op 24 januari 1804, aangifte nog gedaan door zijn halfbroer Sebastiaen die toen 68 jaar was. Rosalie stierf op 9 december 1803 en was volgens de overlijdensakte winkelierster.
Ondertussen liep Les Agneliers zowat leeg. Jongelingen kwamen te weten dat het elders beter was om den boterham te verdienen. Na de dood van Rose Gastinel in 1775, zal Pascal het niet meer nodig gevonden hebben dat Sebastiaen nog langer op de geboortegrond zou verblijven.
Toen moeder nog leefde was Sebastiaen een goede hulp wanneer vader op handelstocht was. Nu lagen de kaarten anders. Sebastiaen zou toen al wat van horlogemakerijhebben gekend, wat een troefkaart was voor Vlaanderen.
Even voor 1778 zien we officieel Sebastiaen verschijnen in Wetteren waar hij meteen met zijn gat in de boter valt en samen met zijn toekomstige Philipa van der Linden een herberg uit te baten krijgt[6]. Later meer over zijn leven. Hij wordt trouwens voor onze generatie een uitermate belangrijke spilfiguur.
Ook Catherine, de jongste dochter, uit het nest van Pascal en Rose, kwam naar Vlaanderen. Ze zou in Wetteren huwen met een Normandiër Jacques Vattier. Sebastiaen en Philipa van der Linden waren nog getuigen voor hun huwelijk dat zich voltrok op 9 januari 1790. Catherine schonk haar man twee kinderen, Victoria en Jacques. Catherine stierf in Gent in haar woning gelegen aan de Vischerye op 31 mei 1802. Haar man gaf het overlijden aan en hij was op dat ogenblik dagloner. Catherine zou gestorven zijn aan une fièvre lente. Een wellicht langdurige ziekte waarbij de koorts niet wou wijken en haar tenslotte fataal werd.
[6] zie het tijdschrift Het Bellonneke nr 29 Dronk Sebastiaen Wetterse Uyzet ?
Typische kleding van een Fournaisien
O P
W E G
N A A R
V L A A N D E R E N
SINT-LIEVENS- HOUTEM
Laatste wilsbeschikking en plaats van overlijden
Notaris Jean Baptiste Jaubert herlas de laatste wilsbeschikking van Pascal,gedagtekend
1 oktober 1786.
Pascal Bellon, zoon van wijlen Julien, eenvoudig arbeider, verblijvende in deze stad (Barcelonnette) die jaarlijks handel drijft in vreemde landen, waarheen hij gaat om zijn brood te verdienen. Overwegende dat niets zo zeker is als de dood, doch niets zo onzeker als het uur dezer gebeurtenis vrezende door de dood te worden verrast tijdens een reis naar een vreemd land, wenst Pascal Bellon als begraafplaats de Parochiekerke van Barcelonnette of op de parochie waar hij zou komen te overlijden. De begrafenisse moet zijn volgens de plaetselyke gebruiken en moeten er 30 requiemmissen worden gehouden voor diens zielenheil.Daartoe belast Pascal Bellon zijn zoon Joseph, als algemeen erfgenaam
Verder staat geschreven dat zijn dochters Elisabeth en Marie elk een bijzonder legaat krijgen van drie ponden, hetzelfde voor Louis, die zich had gevestigd in Vlaanderen. Dochter Catherine, thans in Vlaanderen en zoon Sebastiaen, kinderen van Rose Gastinel, krijgen elk een bijzonder legaat van 200 ponden dat meteen hun moederlijk erfdeel bevat. Ingeval zij aanspraak zouden maken op dit moederlijk erfdeel, wordt het legaat tot 60 ponden herleid.
Dit laatste testament verschilde niet veel van zijn voorgaande wilsbeschikking dat dateerde van 1769.
Zijn oudste zoon, Joseph wordt nu algemeen erfgenaam enzijn de bedragen voor Catherine en Sebastiaen hoger gezien het erfdeel van hun moeder. Ook Elisabeth zijn oudste dochter, kreeg een ietsje meer dan in 1769 het geval was. Daar kreeg ze maar een kwartje van een pond. Wat had dit kind misdaan ? Schuilt hier een familieruzie achter ? Elisabeth, gehuwd met Joseph Jaubert heeft haast het kinderbed niet verlaten. Ze zette minstens 16 kinderen op de wereld !
Frans schrijft dat Pascal voor zijn kinderen in hoge mate gierig was. In vergelijking met het erfdeel van Rose Gastinel kunnen we daar best inkomen.
Uit deze akte blijkt dat Catherinealin 1786 in Vlaanderen zou geweest zijn.
Rest ons nog het raadsel van Pascals overlijden.
We zien hem nog komen getuigen bij de doop van zijn kleindochter Marie Louise Jaubert op 5.8.1788. Op 17 oktober 1792 werdzijn laatste testament gecontroleerd. In die tussentijd moet hij zijn overleden. Frans hadgrote pech. Indien Pascal te Barcelonnette is gestorven dan valt, volgens de gegevens van Frans, zijn sterfdag tussen 17 en 26 februari 1792 omdat de paginas 5 en 6 uit het overlijdensregister van 1792 werden gescheurd. !! Zo zie je maar. Ook bij de uitvoering van diens wilsbeschikking in 1804, naar aanleiding van het overlijden van zoon Joseph, schenen de notarissen nog altijd in het duister te tasten.
Als slot aan het lange artikel besluit Frans: Voor ons is Pascal een spilfiguur, bindteken tussen Vlaanderen en de Vallei van Barcelonnette. De eerste stamvader die met eigen ogen ons platte land heeft aanschouwd en die het mogelijk heeft gemaakt dat wij deze regels hebben kunnen schrijven.
Toch maar eens herinneren dat al we schrijven over de zeden en gewoonten te Fours, we niet uit onze duim hebben gezogen. Deze wijsheden heeft Frans Bellon bij D.J.M Henry gevonden. Die laatste bestudeerde de gebruiken en gewoonten van de inwoners van Fours die hij verwerkte in zijn "Recherches sur la géographie ancienne et les antiquités du département des basses -Alpes" uitgegeven in het jaar 1818.
Er waren heel wat ongeschreven wetten en tradities die het leven van de enkeling in de valei van Fours regelden. Veel is natuurlijk, zoals bij ons, op bijgeloof gestoeld. Een greep uit Henry's werk:
Geboorte en doop
Kwam een kind ter wereld en had het een witte of een zwarte vlek op de huid dan wees dit op een niet ingewilligd verlangen van de zwangere vrouw. In tegenstelling met wat op een ander gebruikelijk is, kiest in Fours de meter de peter. Bij haar bezoek aan de jonge moeder schenkt zij deze zes dozijn eieren, die dienen gegeten vooraleer het kraambed te verlaten. Blijkbaar had dit gebruik tot doel de kerkgang van de moeder wat uit te stellen. Inderdaad 72 eieren opeten is niet niks*. Limburgers kennen wellicht dit gebruik waar eertijds de buurvrouwen bij kraambezoek eieren ten geschenke gaven. De eerste maal dat de kraammoeder haar huis verlaat, moet zij zoals reeds gezegd, naar de kerk gaan. Doet zij dat niet, dan zou buiten haar weten haar kind met een ander kunnen verwisseld worden. Voor het doopsel mocht men niet vergeten zout vanuit het geboortehuis mee te nemen wou men vermijden dat het kind ongelukkig zou worden. Zout is in alle tijden een teken van geluk, smaakvol geloof en rijkdom geweest. Ons woord "salaris" komt trouwens van het Latijnse woord "salarius" wat zout betekent*. Na de doop gooide men naar de kinderen doopsuiker, noten, vijgen, kastanjes, enz. Ook vrouwen en jonge meisjes wierpen zich op al dat lekkers en bewaarden de snuisterijen met zorg omdat het volgens een lokaal bijgeloof ze een uitstekende remedie waren tegen tandpijn ! Eens teruggekeerd in het ouderlijk huis gaven de peter en de meter het kind terug aan de moeder met de woorden: " Madame u hebt ons een heiden gegeven, wij brengen u een christen terug."
Verloving en huwelijk
Vrouwen traden zelden buiten hun vallei in het 't huwelijk. Ook mannen hielden zich meermaals aan dit principe. Wanneer wij mei een wondermooie maand vinden om te huwen meden die van Fours deze maand gezien altijd herhaald werd dat trouwen in mei de vroege dood betekende voor één van de echtelingen ! Wou men geen of minder kinderen dan was de maand augustus geschikt om te trouwen. Trouwde men, dan bood de vader op de trouwdag alvorens naar de kerk te gaan, zijn dochter een glas water aan waarin hij een gouden of zilveren muntstuk had geworpen. Een symbolische geste waarmee hij wilde aantonen dat hij voortaan voor haar niet meer hoefde te zorgen. De bruid drinkt vervolgens het glas leeg, begint dikke krokodillentranen te huilen om uit te drukken dat het haar zo spijt om haar huis te moeten verlaten om een vreemde te moeten volgen. Vader bracht daarna zijn dochter naar de kerk waar de toekomstige zijn opwachting deed. Wat er in de kerk gebeurde is nu ondenkbaar, tenzij men op televisie wil komen*. Tijdens de plechtigheid plaatst de bruidegom één van zijn knieën op het kleed of de schort van de bruid als teken van bezit, alsook van de onverbreekbaarheid van het huwelijk en van zijn macht over haar... In de verlichte tijd, was de vrouw ondergeschikt aan de man wegens het verschil in sekse en had ze wettelijk niets in de pap te brokken, vandaar !* Buiten de kerk strooide de bruid tarwekorrels over de hoofden van de aanwezigen als zinnebeeld van voorspoed. Alvorens de pas gehuwden de woning binnenstapten moesten zij soep eten uit één enkele schotel en ...met één lepel.Dit, om hen er op te wijzen dat zij voortaan gemeenschappelijk moeten leven, alsof zij slechts één en dezelfde persoon waren. Eén van de gebruiken die vandaag de dag nog te zien zijn in de kerk van Fours is het trouwkleed dat er het beeld van de H. Maagd siert, geschonken door de laatst gehuwde bruid.
Dood en begrafenis
Wie droomt van troebel water, droomt van een overlijden in de nabije toekomst. Als het huis naar de was ruikt is Pietje de dood in de onmiddellijke omgeving om één der inwoners te komen halen. Wie nog geen wasmachine heeft...* Wanneer tijdens het strenge seizoen, de meeste huisgenoten voor een tijdje hun haardstede hebben verwisseld voor het zachtere klimaat van de Lage Provence, kan het gebeuren dat de vrouw een kreet hoort, of een klop op de deur of op de vloer...; het is de stem van haar man, die vlak voor zijn dood van haar afscheid komt nemen. Dat verhaal horen we ook al eens in onze tijden*. Een schone oogst wijst eveneens op een aanstaand sterfgeval. Ook als een hond dag en nacht jankt of blaft, wat mijn grootmoeder steeds vertelde en meermaals ook nog waar was...* Wie niet van griezel en gruwel houdt moet niet in Fours gaan wonen*. In de winter kan men in Fours de doden bijna niet begraven omdat de grond door de vorst te hard is geworden. Het kan dan voorvallen dat het lijk meerdere maanden in huis moet blijven of zoals de "Journal des Basses -Alpes" op 26.11.1837 schreef,"op het dak van de woning van de aflijvige worden gelegd, waar het bedekt met sneeuw en verhard door de koude, wacht op een mindere periode, die het mogelijk maakt het toe te vertrouwen aan de aarde." De krant die deze zonderlinge handelswijze aanhaalt, schrijft verder, " op een keer dat de verwanten rond de haard zaten en aanstalten maakten om het begrafenismaal te gaan gebruiken, hoorden zij een stem die wel uit de hemel scheen te komen: het was grootvader die was verrezen..." Rechten voorbehouden, aan het Bellonneke*. In de gehuchten van Fours bestond de gewoonte om na de uitvaart een maaltijd aan te bieden aan verwanten en kennissen. Rijst of linzen vormden de hoofdschotel van dit lijkmaal. Na de maaltijd bracht men een toast uit op de overledene. Wij doen dit wel niet letterlijk, alhoewel op een begrafenis wij wel een glaasje kunnen wegzetten. Als troost natuurlijk.*
Eén van de gebruiken die vandaag de dag nog te zien zijn in de kerk van Fours is het trouwkleed dat er het beeld van de H. Maagd siert, geschonken door de laatst gehuwde bruid.
***********
Uit het Bellonneke nr 13. Tekst Frans Bellon, behoudens* de tussencommentaren.
Pascal stond er alleen voor. Vier nog kleine pagadders liepen in en uit het huis. Een vrouw was dringend nodig. Het huishouden stond op stelten. Daar in de Alpen lopen de meisjes niet dik en moet je het stellen met wat er is. Reden waarom het misschien nog een jaar heeft geduurd alvorens Pascal kon hertrouwen. Toch feest op 15 mei 1746 wanneer Pierrewordt geboren; een zoon van Pascal en Marguerite Maurin. Frans vond evenwel geen trouwakte noch huwelijkscontract.Marguerite stierf evenwel vrij vlug tengevolge het kraamgebeuren van Anne enkele dagen voordien geboren. Marguerite werd op het kerkhof van les Agneliers begraven op 23 februari 1748. Anne stierf op1 maart eerst volgend. Het leven kon hard zijn.
Binnen het jaar leerde Pascal een nieuwe vrouw kennen met wie hij huwde.Pascal moet toen een 36 jaar oud geweest zijn als hij voor de derde maal het ja woord gaf. Hij stapte op 21 augustus 1748 met Rose Gastinel aan zijn arm uit de église paroissale de Saint Jean te les Agneliers. Zij was van het dorp en was ongeveer 23 jaar oud. Ze bracht van thuis 312 ponden mee waarvan het grootste stuk uit het erfgoed van haar ouders. Opmerkelijk in het huwelijks -contract was de overeenkomst dat de bruidskleren en de juwelen gedragen door de bruid tijdens de huwelijksplechtigheid naar de langstlevende gaan. Rose, indien ze langer zou leven dan Pascal, kon rekenen op een jaarlijks recht van 8 setiers rogge en 7 charges hout. Bovendien mocht ze er zeker van zijn alsdan te kunnen genieten van een fatsoenlijke kamer met oven, een houten bed met alles er op en er aan en het genot van een tuintje, genaamd derrière le four. Pascal ging verder dan de kerkelijke belofte; ook na zijn dood zou hij blijven zorgen voor zijn Rose, of hoe het leven mooi kan zijn.
Vrouwen hadden een hard bestaan. Maar de Fournaisiennes waren taai en weerbaar.
Dit huwelijk bracht nog vijf kinderen voort, waarvan er twee vroegtijdig stierven.Voor onsvan belang was het heugelijke feit dat uit ditwarme nest Sebastiaen Bellon werd geboren, hij die oorzaak zal worden van een generatie Vlaamse Bellons.
Omstreeks het jaar 1767 zien we Pascal en zijn gezin, er leefden toen nog zes kinderen van de elf, naar Barcelonnette verhuizen. Ze gingen niet wonen binnen de stadsmuren, maar wel in een gehucht le Plan genaamd, langs de linkeroever van de Ubaey. Het is daar dat Pascal vanRose definitief afscheid moest nemen. Op 29 augustus 1775, de maand waarin ze net hun huwelijksverjaardagzouden kunnen gevierd hebben, stierf ze. Ze was ongeveer 50 jaar oud en 27 jaar getrouwd. Rose werd begraven op het kerkhof van Barcelonnette. Als moeder van Sebastiaen verdient zeeen ereplaats in onze familiegeschiedenis.
Foto boven tekst: Les Girauds nabij Fours, gehucht waar ooit Pascal woonde Op basis tekst Het Bellonneke nr 21 FfOTO
« La famille Bellon, originaire de la vallée de barcelonnette »
est ainsi que Frans Bellon, promoteur de LAssociation de la Famille Bellon en Flandre, intitula son ouvrage
Lidée d établir la généalogie de la famille lui prit lors de lenterrement de mon père, lorsquil se voyait entouré de membres de la famille quil connaissait à peine et dont il ne voyait pas toujours les liens parenté.
Il se mit à luvre.
Assez rapidement il fût stoppé dans ses recherches, parce que son arrière grand père au 5ième degré, Sébastien Bellon, était renseigné aux registres paroissiaux comme originaire de Barcelone. Aucun registre en Espagne ne permettant de remonter la filaire, il fallait lidée astucieuse de penser que le curé flamand aurait pu confondre Barcelone et Barcelonnette. Effectivement, cétait le cas.
Les recherches dans la vallée de Barcelonnette furent rapidement couronnées de succès, malgré quelque difficulté de distance et de langue.
Il fut établi que nos aïeuls étaient originaires de la vallée de lUbaye.
Cest dans ces termes que Frans Bellon introduit son ouvrage, écrit en langue néerlandaise, parce que tous les descendants connus à lépoque étaient néerlandophones.
Jadis le nom de famille Bellon, un matronyme représentant le prénom Isabelle, était très répandu dans la vallée de barcelonnette. Surtout à Fours ou se trouvait dès les temps les plus reculés , le hameau des Bellons au lieudit de Bayasse. Au 19ième siècle les archives communales y font mention dune cabane Bellon. Autrefois il y avait également le Pra Bellon, sis au Nord- Ouest de Barcelonnette.
Les origines de la faille remontent au hameau des Gaudets à Fours, ou vécut Jean Bellon, dit « Bleiton « , né avant 1629 et décédé avant 1696.
Son fils, Thomas Bellon, né aux Gaudets vers 1650, épousa vers 1670 Marie Arnaud, fille de Nicolas et de Cathérine Bellon, dont il eut sept enfants, parmi lesquels Julian Bellon (1675 1753).
Ce Julian épousa Jeanne Goin en 1696. Ils établirent aux Girads ou naquirent au moins une fille et trois fils.
De Joseph Bellon ( 1701 1757), fils aîné de Julian, descendent les Bellons habitant Digne : Auguste Bellon, né le 31.1.1907 à la Condamine Chatelard et son frère Eugène Louis Bellon, né le 13.2.1909 à la même commune.
De Pascal Bellon ( environ 1712 environ 1792 ) descendent les Bellons flamands.
Pascal Bellon, colporteur de son état, hérita de son père le troupeau se trouvant aux Agneliers. Il se mariait trois fois. En troisièmes noces il épousa aux Agneliers Rose Gastinel, de laquelle il eut encore cinq enfants, dont Sébastien Bellon, né aux Agneliers le 18.11.1751.
Vers 1775, Sébastien Bellon, qui était horloger, sest émigré vers la Flandre, en compagnie de deux de ses frères et dune de ses surs. Ses deux frères étaient des marchands colporteurs. Sébastien épousa en 1778 à Wetteren ( Belgique) Joanna Philippina van der Linden, dont il eut dix enfants.
La branche flamande de la famille Bellon était fondée.
Les descendants de Sébastien Bellon se subdivisent à leur tour en quatre branches : la branche aînée, dans laquelle le nom de famille Bellon a disparu, faute de descendance masculine, la branche Alost, la branche Anvers et la branche Boom. A remarquer que la plus part des descendants ont quitté la Flandre historique et se sont installés dans lancien Duché de Brabant.
Parmi les Bellons flamands on dénombre surtout des commerçants, des fonctionnaires, des employés et des enseignants.
Autrefois quelques- uns remplissaient des fonctions au Congo- Belge. Actuellement les Bellons flamands ont eux mêmes des descendants en Angleterre, a Oman et en Suisse. Il y en à même deux qui sont retournés au pays de leurs ancêtres
Actuellement 81 familles en Flandre suivent les démarches de Frans Bellon.
Trois fois lan, il publie avec Marc Bellon une revue, intitulé « Het Bellonneke », ce qui pourrait se traduire par « Le petit Bellon ». Le numéro 36 a paru au mois de décembre. Au total déjà 668 pages
L histoire de la famille Bellon nest pas encore terminée.
A Nouéstra dàma Chandelièra, Gran frèit ou gran neviéra. Het taaltje van onze voorouders. In onze woorden gezegd:
Met lichtmis mag men felle koude en veel sneeuw verwachten.
En of het er kon sneeuwen ! Pascal zal zijn zoon Sebastien wel attent hebben gemaakt dat er nog veel sneeuw zal vallen als de ijspegels aan het dak lang zijn.
Als s morgens de haard uitgedoofd was wees dit op sneeuw. Hingen de bomen vol sneeuw, zal het weldra opnieuw gaan sneeuwen.
In de vallei van Fours kon het ook veel en hard regenen.
Zo zei men wel eens: La pluéia dou matin arèsta pa lou pelerinof in onze taal:Morgenregen houdt de pelgrim niet tegen.
Ondeugende kinderen durfden wel eens zeggen dat ouders en regen na drie dagen begonnen te vervelen: Parèns e pluéia din tres jours ennuéia !
De boeren hielden de wolken in het oog en konden beter dan Frank Deboosere het weer voorspellen.
In Fours was men zeker als er een stortbui uit het westen kwam men de ossen kon nemen en kon gaan ploegen zonder problemen. Als de stortbui uit het oosten kwam was het beter de ossen te nemen en naar huis te gaan.
Zag men kraaien langs de Bachelard heen en weer vliegen of de linker oever volgen, wees dit op slecht weer.
De vrouwen konden rekenen op hun mannen als ze moesten weten hoe zich te kleden naar de weersomstandigheden. Komen de wolken van Allos, trek dan zo vlug mogelijk uw jas uit, maar komen ze van Jausiers, doe dan zo vlug mogelijk uw jas aan, want hij zal u van pas komen.( Allos ligt ten zuiden van Fours en Jausiers in het noorden. Het gezegde komt uit het gehucht van Bayasse, gelegen in het oostelijk uiteinde van de vallei van Fours.)
Onze voorouders konden ook de toekomst voorspellen. Zouden onze Bellons geloofd hebben wanneer ze een krijsende ekster hoorden ze de volgende dag een briefzouden ontvangen !? Of wanneer de kachel ronkte ze bezoek zouden krijgen ?
Stressvol was de situatie wanneer een kip een uitzonderlijk klein ei had gelegd. De meester des huizes moest dan, met zijn rug gekeerd naar zijn huis, dit ei over het huis gooien zonder het dak te raken ! Lukte datbleef het gezin van een ongeluk gespaard !
Een middeltje tegen nierpijnen leek gunstig wanneer men zich de eerste donderdag van de lente over de grond wentelde. -Niet prettig als je die nierpijnen in de winter kreeg !?-
Voor ons niet vreemd hun bijgeloofdat lammeren meestal geboren worden bij nieuwe maan. Tijdens deze maanfase moesten de Fourniers goed hun kudde in het oog houden.
Een schaapsherder die vlees wou eten deed dat liever in zijn woning. Riskeerde hij het toch buitenshuis, in t open veld bij zijn kudde, zou de kudde gegarandeerd uitgedund worden.
Huiselijker was het gezegde wie zijn brooddeeg mooi wil zien rijzen, mocht alleszins niet op de trog gaan zitten. En wie nooit met zijn vingers de pols van zijn andere hand omvat is geboren uit een onwettelijk huwelijk of sterker nog een bastaard. -Ik probeerde het eens en moest me in bochten wringen om niet als bastaard uit de proef te komen -. Uit studie blijkt dat er in de tijd van onze voorouders, in alle families, vele bastaards rondliepen.
Tenslotte in verband met een gezin te rijkelijk gezegend met dochters zei men: Eén dochter is schoon , twee is genoeg, drie dochters is te veel, vier dochters en de moeder keren zich als duivels tegen de vader ( Ena filha, bella filha,doués filhas, proun de filhas, tres filhas, tro de filhas; quatre filhas, mé la màire, cinq diàbles couéntra lou pàire.) -Wij vaders weten dat en tegenwoordig moet je daarvoor niet eens vier dochters hebben -
De vrouwen van Fours zijn zeer robuust. Zelfs een strenge winter kan hen niet weerhouden om de bergpassen over te trekken. Elke week gaan zij naar Barcelonnette, soms al glijdend over het ijs met een last van meer dan 60 kop hun rug.
De genaamde Lieutaud Farinasso is in de streek vermaardom haar kracht, die deze van de sterkste mannen overtreft. Het is een manwijf van ongevee40 jaar. Een soort vrouwelijke kolos. Handen en voeten zijn in evenredigheid. Haar ledematen zijn sterk en gespierd. Een fles wijn drinkt zij in één slok leeg en in een oogwenk eet zij twee pond brood met evenveel vlees.
Haar vier broers zijn kolenbranders, maar Farinasso verzet evenveel werk als haar broers samen. Een kalksteen van 7 à 8 kwintalen die haar broers met moeite in beweging krijgen, torst zij alleen omhoog en draagt hem op haar rug, hem enkel ondersteunend met de handen, wel duizend passen ver Wat een verbazende kracht voor een persoon van het vrouwelijke geslacht.
Voormelde tekst werd door Frans gevonden;
1) Darluc, M, Histoire naturelle de Provence , Deel III, 1784, blz. 314-315 ;
In september 1733 is er feest in Fours. Pascal huwt er Jeanne Ricaud, dochter van Joseph en Marie Goin die in het gehucht Peyre Juans te Fours woonden. We hebben wel geen trouwakte noch trouwdatum maar wel een huwelijkscontract van 11 augustus 1733 verleden voor de notaris Sébastien Maurin. Jeanne Ricaud bracht een huwelijksgoed in t.b.v 400 ponden in geld en roerende goederen denkelijk meubilair, huisraad en linnen samen met twee wijfjesschapen. Elkaar schonken ze aan de langstlevende, 50 ponden van Pascal voor Jeanne en zij 30 ponden aan hem. Geen slecht begin. Het werd nog beter. In oktober van datzelfde jaar besloten Julian Bellon en Jeanne Goin, de ouders van Pascal en Joseph, hun goederen in twee gelijke delen te verdelen. Pascal kreeg zodoende heel wat stukken grond en weiden alsook het oude huis in les Girards met dorsvloer, een schuur en de erbij horende grond, groot ca.4.8 aren en een tuin. Vanwaar die rijkdom ?
Warner Bross, 20th Century pictures, zouden hier een flash back inbouwen. Inderdaad om het verhaal beter te verstaan is het nodig te weten te komen vanwaar het rijkelijk familiepatrimonium dat gedeeltelijk in handen van Pascal kwam, vandaan kwam.
In 1696 trouwde Julian, toekomstige vader van Pascal, geboren als zoon van Thomas op 4.4.1675 in les Gaudets, met Jeanne Goin dochter van wijlen Jean en Magdeleine Jean. Deze Goins woonden in les Girards . Les Girards: Zijn mooie huizen met houten dakpannen met magnifieke interieurs en waar de openhaard nu nog dezelfde geur verspreidt als in 1696 en men buiten het eeuwenoud, monotoon gekabbel van de Bachelard hoort. Die van Girards waren echte sjacheraars die om de haverklap naar de notaris liepen om grond te kopen, te verkopen of te ruilen. Dat moesten we vaststellen in de huwelijksovereenkomst van Julian Bellon en Jeanne Goin van 29 juli 1696. Jeanne brengt in het huwelijk al haar goederen, zowel roerende als onroerende, gronden weilanden en bossen. Kortweg al wat haar vader haar bij testament had nagelaten. Toekomstige bruid en bruidegom beloofden hun moeder, respectievelijk schoonmoeder, te onderhouden. Schoonmama kreeg wel het gebruik toegewezen van de bestaande haard in de woning afhangende van de erfenis van haar man, evenals het stuk grond genaamd L Ouplan en van een weiland en bos Clouët Lombard en van een tuintje gelegen naast voormelde woning. En alsof het nog niet genoeg was bracht Jeanne van haar thuis nog negen ooien mee, zes lammeren, een geit, een koe, een ezel en een veulentje van twee jaar. Buiten de dieren ook nog drie houten graanzolders. Vader Thomas gaf zijn zoon Julian 145 ecus, klederen en een kudde van dertig dieren, bestaande uit twintig ooien, negen lammeren en één schaap.
Julian die een echte Girard werd kreeg de smaak van kopen en verkopen te pakken. In enkele jaren tijd kocht hij stukken weiland en bos en verkocht hij gronden waarop gerst en linzen groeiden. Als geen ander wist Julian Bellon zich rijker te maken en notarisakten getuigen dat burgers bij hem kwamen lenen. In 1725 kocht hij van Esprit Belon, een niet verwante naamgenoot, het liep daar vol Bellons, een huis in les Girards met schuur en stal, verder nog een hof en een weilandje alsook nog een hof met een kleine grot erop dit alles voor 325 Franse ponden betaalbaar binnen het jaar. Alstublieft !
Na het huwelijk van Pascal Bellon en Jeanne Ricaud rees er onenigheid tussen de beide broers in verband met de verdeling van de goederen. Na de herroeping van een akte die zeer nadelig uitviel voor Pascal, besloten Julian en zijn echtgenote, zoals reeds eerder al geschreven, hun goederen in twee gelijke delen te verdelen tussen de twee zonen. We schrijven 5 oktober 1733.
Rond 1738 verhuisde Pascal met zijn gezin naar les Agneliers, het kerkdorpje gelegen op 1720 m. Ook Pascals vader trok mee naar les Agneliers. Mogelijk was Pascals moeder gestorven, zekerheid hebben we niet. Enkele jaren later, in datum van 19 juli 1744 komt Jeanne Ricaud te sterven.Ze werd 40 jaar oud en werd de dag na haar overlijden begraven. Ze liet zes kinderen achter waarvan er twee in les Agneliers werden geboren.
Voor Pascal brak er een moeilijke periode aan
samenstelling op basis teksten het familiepatrimonium in les Girards Het Bellonneke nr 9 blz204 e.v. en Pascal Bellon ca 1712 1788/92 Het Bellonneke nr 21 blz 429 430 beiden van Frans Bellon
Frans Bellon schreef in 1985 in Het Bellonneke over de moeilijke voorzaten in de stamboom. Hij noemde ze de lastigaards, de dwarsliggers, de treiteraars. Zon voorzaat was Pascal Bellon. Een super moeilijke onderlijnt hij. Zijn bestaan kenden we reeds lang. De archiefstukken gaven nooit zijn plaats en datum van overlijden prijs. Ook geen geboortejaar.Toch hadden wij de moed het aanbod van een vriend pendelaar af te wijzen, om met behulp van kaart en pendel deze raadsels op te lossen. Want wij hebben nog andere pijlen op onze boog. De vorser in spe bijt zich vast, geeft niet op;bezoekt andere archieven, boort maagdelijke bronnen aan; doorpluist nog meer inventarissen en registers. Zo moest Pascal zich uiteindelijk aan de suprematie van Frans gewonnen geven.
Ziehier een eerste kennismaking met de voorvader van onze familie Bellon:
Gelet op zijn huwelijksdatum zou Pascal Bellon omstreeks 1712 te Fours zijn geboren, in het gehucht les Girards op de rechter oever van de Bachelard. Daar de doopregisters van Fours van 1711 t.m. 1720 ontbreken, kennen wij noch zijn geboortedatum, noch het aantal broers en zusters. Uit het huwelijk in 1696 van zijn vader Julian Bellon (1675-1735) met Jeanne Goin, werden voor 1712 zeker nog drie andere kinderen geboren, n.l Marie (geb.1698), Joseph (geb.1701) en Honoré (geb.1704). Marie en Honoré zijn alleszins gestorven voor 1724, vermoedelijk op zeer jeugdige leeftijd. Hoe Pascal zijn jeugd in les Girards doorbracht, kunnen we slechts gissen. Waarschijnlijk volgens een eeuwenoud patroon eigen aan een herdersmidden. Enig licht hierop werpt Charpenel, , die in LEpopée des Barcelonnettes de jeugd van zijn neef omstreeks de eeuwwisseling in Certamusset beschrijft, een dorpje in het noordoosten van de vallei van Barcellonnette. Daar de levenswijze in de vallei slechts ingrijpend werd veranderd nà W.OI vertoont deze beschrijving zeker overeenkomst met deze van Pascals jeugd, zij het dan twee eeuwen terug in het verleden. Ziehier dan een mogelijke reconstructie. Tot vijf à zes jaar ravotten in les Girards en omgeving. Eerst rond het ouderlijk huis, geleidelijk aan verder en verder. Niet van gevaar ontbloot, want volgens de begrafenisakten verdronken er regelmatig kinderen in de Bachelard of vielen van een rots. Misschien eens een bezoekje aan neven en nichten in het hoger gelegen les Gaudets op een kwartier gaans. Vanaf zes op de geit passen tot op enkele honderden meters in de omgeving. Vanaf acht jaar de koe hoeden of meerdere schapen. Van het ochtendgloren tot zonsondergang op weg, met een homp hard brood en in t beste geval een stuk kaas erbij. Water vond de kleine jongen aan de talloze bronnen. Misschien stopte moeder hem af en toe wel een kruik broussa onder de arm, een soort gestremde melk. Vanaf tien samen met vader en oudere broer Joseph de schapenkudden hoeden. s Zomers in de nabijheid van Fours op een hoogte van 2000 à 2.500 m. Vanaf de herfst mee op transhumance, gevolgd door de overwintering in de vlakten van de Lage Provence, de Crau of de Camarque. In zijn prille jeugd kreeg Pascal s winters wellicht wat basisonderwijs: leren lezen, schrijven en rekenen, in een klammige schaapsstal omdat het er warm was. Kennis die zeker werd bijgeschaafd tijdens de vélha een typische wijze van buurten in de vallei van de Barcelonnette. Vooral tijdens de lange wintermaanden kwamen buren bijeen in een stal, warm gehouden door de dieren. Er werd verteld, gezongen en soms gedanst. Vrouwen en meisjes hielden zich bezig met allerlei verstekwerkjes. Men praatte er honderd uit: over erfenissen, kopen van woningen en weiland, over geschillen tussen buren kortom het kleine grut stak er heel wat op. Zodoende werden ze in feite onderwezen in het plaatselijke recht.
Met een inhoudsopgave van de eerste 30 Bellonnekes hopen we deze nummers toegankelijker te maken. Niet alleen voor onze familie, maar zeker voor onszelf, want we zien tussen de bomen het bos niet meer. Na het jaar volgen nummer en pagina.
Activiteiten
Onze gestencilde genealogie (1976 - 1 - 2) Onze eerste Familievergadering (1976 - 2 - 13) Het Familiefeest te Wetteren op 27.11.1976 (1977 - 3 - 33) Werkvergadering 17.12.1976 (1977 - 3 - 39) Onze eerste keuvelavond, Hekelgem 25.03.1977 (1977 - 4 - 55) Onze tweede keuvelavond, Berchem 25.11.77 (1978 - 6 - 97) 1978, Jubileumjaar, dubbel eeuwfeest (voorbereiding) (1978 - 6 - 113) Derde keuvelavond, Boom 17.03.1978 (1978 - 7 - 141) Jubileumviering te Wetteren op 11.11.1978 (1979 - 9 - 187) Wist u, dat De feestleider dankt (1979 - 9 - 189) Onze opiniepeiling (1979 - 9 - 191) Wist u, dat (1979 - 10 - 212) Geplande aktiviteiten (1979 - 10 - 213) Gastronomisch etentje te Aalst op 30.03.1979 (1979 - 10 - 216) Aktiviteiten Familievereniging 1981 (1980 - 12 - 246) Te gast in het mechels Miniatuur teater (1982 - 14 - 289) We vierden karnaval in Aalst op 21.02.1982 (1982 - 14 -300) Jaarprogramma 1984 (1983 - 16 - 335) Programma 1985 (1984 - 19 - 394) Bellonnekesinvasie in de Poppenschouwburg op 19.04.1985 (1985 - 20 - 407) Toneelavond: En waar de Ster bleef stille staan (1986 - 22 - 441) Programma 1986 (1986 - 22 - 450) Onze jubileumviering op 18.10.1986 (1986 - 25 - 513) Programma 1987 (1986 - 25 - 523)
Bellon Carlo en Claudio, Milanese wapensmeden 15de eeuw (1976 - 1 - 3) Bel(l)on Guillaume, Frans schilder 16de eeuw (1976 - 1 - 3) Belon Nicolas, Frans portretschilder 16de eeuw (1976 - 1 - 3) Belon Jean, drukker te Valence vanaf 1508 (1976 - 1 - 3) Belon Pierre, reiziger en geleerde 16de eeuw (1976 - 1 - 4) Bellon Marie-Laure, actrice geb. 1925 (1976 - 2 - 26) Bellon Roger Alexandre Léandre, beheerder en uitvinder (1976 - 2 - 26) Bellon Karel Leopold, hoogleraar en rector (1976 - 2 - 27) Belon José, Frans schilder overl. 1927 (1976 - 2 - 27) Bellone Antonio, Turijns drukker 16de eeuw (1977 - 3 - 36) Belloni (Bellone) Paolo, hoogleraar te Pavia 16de eeuw (1977 - 3 -37) Bellon Gellert (1977 - 4 - 56) Belon la folle (1977 - 4 -56) Bellone Giovanni Antonio, senaatsvoorzitter in Piëmont (1977 - 5 - 74) Bellone Christoforo, drukker 16de eeuw (1978 - 6 - 100) Bellon Maurice, Frans schilder 20ste eeuw (1978 - 6 - 100) Bellone François, Franse beeldhouwer 18de eeuw (1978 - 6 - 100) Bellone Etienne, Franse letterkundige 16de eeuw (1980 - 11 - 228)
Daguitstappen
Eerste familieuitstap naar de Biesbosch ( 1977 - 5 - 69) Familieuitstap naar Keukenhof (1979 - 10 - 211) De Bellonnekes in Phantasialand (1980 - 11 - 235) Uitstap naar Poperinge (1981 - 13 - 276) Een uitstap naar Nederland (1984 - 18 - 359) Uitstap Klein-Brabant (1984 - 19 - 385) Oudenaarde (1985 - 21 - 420) Dagje Limburg (1986 - 23 - 463) Spelevaren op de Lesse (1990 - 26 - 527) De achtertuin van Gent (1990 - 26 - 541)
Familiekroniek
Huw. Marie-Jeanne Bellon en Jaak Steemans; geb. Julie Michotte (1976 - 2 - 25) Huw. Victor Bellon en Linda Frederickx; overl. Florent Bellon en Rochus Bellon; Jozef Bellon en M. Van Uffel openen De Meiboom (1977 - 3 - 43) Huw. Bie Bellon en Luc Franquet; Leonia Bellon 80 j. ; Paul Bellon op rust (1977 - 4 - 57) Overl. Maria Van Acker (1977 - 5 - 76) Geb.Zein; overl. Walter Van Snick; intrede Maria Bellon (1978 - 6 - 109) Geb. Christophe De Belder en Hans Van Dyck; overl. Edgard Van Pelt (1978 - 7 - 142) Huw. Eddy Bellon met Gaby Heyvaert en Ludwig Bellon met Liliane Ringoir; geb. Karl Van Harck; Victor Bellon wint een Gouden Medaille (1978 - 8 - 182) Geb. Liesbeth Bellon, Lieven Vermost, Krist Steemans en An De Ceulaer (1979 - 9 - 196) Geb. Jana Bellon; Vakantiegroeten van Van Der Elst-Bellon en Bellon-Adriaenssens; Jan Bellon, vader van Slijkschepper (1979 - 10 - 214) Huw. Patrick Bellon en Katlyn Veldeman, geb. Dimitri Bellon; Victor Bellon wint twee wisselbekers (1980 - 11 - 235) Huw. Werner Bellon met Martine Wellekens en Hilde Bellon met Chris Van Den Wijngaert; geb. Kris De Ceulaer en Sil Bellon (1980 - 12 - 259) Huw. André Bellon met Viviane Vanlaer en Johan Bellon met Anne Goor; geb. Willy Alexander Vets en Liesbeth Bellon; Sonja Moortgat wint Rutzky-Prijs (1981 - 13 - 275) Huw. Martine Bellon met Paul De Baere; geb. Gert Steemans, Joos Vermost, Floris Franquet, Stefan Bellon,Steven Van Den Wijngaert (1982 - 14 - 299) Huw. Kristina Bellon met Yves Rozie; geb. Bjorn Mampaey; Yvonne Rose Marie Van Marsenille gepensioneerd (1983 - 15 - 316) Geb. Nicky De Ceulaer, Edwin Rozie, Soetkin Franquet en Caroline Bellon ; overl. René Bellon (1983 - 16 - 336) Huw. Tinneke Bellon met Leo Huybrechts en Inge Van Der Elst met Frank Vernimmen (1984 - 17 - 346) Huw. Leen Redig met Ferre Van Beek; geb. Michael Van Den Wijngaert; Herman Van Snick toegelaten tot emeritaat (1984 - 18 - 361) Huw. Paul Bellon met Marina Daems; overl. Maria Noëz; Remi Bellon gepensioneerd; Wim en Celine Van Der Elst-Bellon vieren zilveren jubileum (1984 - 19 - 386) Geb. Lien De Baere (1985 - 20 - 415) Geb. Lieselotte Franquet, Nick Mampaey en Paul Rozie (1985 - 21 - 423) Huw. Bart Bellon met Patricia Van Haesendonck (1986 - 22 - 451) Overl. Angela Antonia Mathilda Casteels (1986 - 23 - 471) Geb. Ben Huybrechts; overl. Marguerite Verbeeck; Luc en Christiane Bellon-Van Camp vieren zilveren jubileum; Jan Bellon gepensioneerd ( 1986 - 25 - 521) Huw. Lucia Lombarts met Patrick Mertens en Dirk Bellon met Joke Nauwelaerts; geb. Joke Vernimmen, Yves Bellon, Bert De Baere Fleurie Bellon en Nicky Huybrechts; overl. Mimi Bellon; Leo Huybrechts Doctor i.d. Wetenschappen (1990 - 26 - 534) Huw. M.A. Augustynen met Danny Claes, Sandrien Bellon met Tom Joos, Wendi Sturm met Giuliano Lodts, Michaël Bellon met Mieke Proost, Jana M.P. Bellon met Wim F. Buelens en Inge B.L. Augustynen met Philip Wils; geb. Malaika Bellon, Yasmina Bellon, Yannick Bellon, Joeri Claes, Laura Claes, Joppe Joos, Daan Lodts, Hannah Bellon en Sander Buelens ; overl. Armand Bellon, Augustin Bellon, Simone E. Hubin, Maria Van Eeckhoven, Leonie Bellon, Gerard Bellon, Suzanne Bellon, Leon Bellon, Maria Van Laer, Godelieve Bellon, Paul Bellon, Paul Bogaerts, Fanny Bellon en Gaby Bellon (2005 - 27 - 549) Geb. Maxim Nils; overl. Willy Moortgat (2005 - 28 - 566) Geb. Toon Mertens (2006 - 29 - 579) Geb. Elias Buelens (2006 - 30 - 592)
Familienaam Bellon
Wat betekent onze familienaam? (1976 - 1 - 12) Oudste vermelding van familienaam Bellon (1978 - 8 - 183)
Kapel St Jean-Baptiste in les Agneliers (1976 - 2 - 22b) Ruïnes in les Agneliers (1976 - 2 - 22b) Cardinalistoren in Barcelonnette (1976 - 2 - 30b) Kapel Saint-Louis in het gehucht les Bellons (1976 - 2 - 30b) Akte dd. 20.05.1772 voor Schepenen St.Lievens-Houtem (1977 - 4 - 51b) Willy Bellon als kleuter en Virginie Lenssens (1977 - 5 - 69b) Eugenie, Rochus, Amandine, Prosper, Florent en Yvonne Bellon (1978 - 7 - 156b) Vader Leopold Bellon, Augustin Bellon en zijn moeder (1978 - 7 - 156b) Verwelkoming deelnemers voor mairie van Barcelonnette (1978 - 8 - 164b) De maire van Barcelonnette krijgt onze genealogie (1978 - 8 - 164b) Paul Bellon in gesprek met maire en adjunct van Barcelonnette (1978 - 8 - 172b) Het glasraam (1978 - 8 - 172b) Koffer uit Barcelonnette (1979 - 9 - 198b) Fours: Hameau les Girauds (1979 - 9 - 206b) Olieverfportret van Jean-Baptiste Bellon (ca 1835) (1979 - 10 - 224b) Kopie uittreksel huwelijksakte A. Bellon en J. Venneman (1980 - 11 - 238b) Fours: Hameau des Gaudets (1980 - 12 - 261) Fours: Kapel Saint-Jacques. Dakgoot in lorkehout (1981 - 13 - 280) Diverse geboortekaartjes en een huwelijksaankondiging (1982 - 14 - 300b) Fours: Zonnewijzer in les Gaudets (1982 - 14 - 304b) Fours: Hameau Saint-James (initialen Thomas Bellon A° 1761) (1982 - 14 - 304b) Rouwprentje van Mathilde Bellon en Adrianus Van Fraesem (1983 - 15 - 320b) Rouwprentje Leo Van Fraesem en rouwbrief A.M. Van Fraesem (1983 - 15 - 320b) Gezin D. Bellon-Mees en Boyaert-Bellon (1983 - 15 - 320b) Rouwbrief Anna Bellon (1983 - 15 - 320b) Uittreksel overlijden Bellon Jean-baptiste dit Bleyton (1984 - 19 - 383) August Bellon (tijdens onderwijzersreünie?) (1984 - 19 - 392) Maria Rosalia Moens, A.M.Celina en Leonia C.M. Bellon (1985 - 21 - 418) Stadhuis Oudenaarde (1985 - 21 - 420) Oudenaarde, St. Walburgiskerk (1985 - 21 - 421) Kaartje omgeving Oudenaarde (1985 - 21 - 422) Costumes de Fours. Gravure van 1818 (1985 - 21 - 431) Barcelonnette, Tour de lhorloge (1985 - 21 - 435) Hôtel Arnaud te Fours (1986 - 22 - 438) Wijnetiket Grand Vin Bellon (1986 - 22 - 439) Anna Bellon, Pierre Boyaert, Anna Van Fraesem, Angela Casteels, Eugène Toussaint en Leonia Bellon (1986 - 22 - 440) Mechelen : St. Rombouts ( 1986 - 22 -442) O.L.Vrouw van Scherpenheuvel (1986 - 22 - 443) Boom: de Kerk (1986 - 22 - 444) Uit register Broederschap Scherpenheuvel van Boom (1966 - 22 - 445) Toelating Bedevaart tijdens WO II (1966 - 22 - 448) De legendarische koets van Boomse bedevaarders (1966 - 22 - 449) Duo Johan Goossens - Paul Bellon (1986 - 22 - 452) Deelneming Parijs-Dakar 1986 (1986 - 22 - 453) Kranteknipsel over Paul Bellon (1986 - 22 - 454) Nog een kranteknipsel (1986 - 22 - 456) Kaartje Parijs-Dakar (1986 - 22 - 456) Sticker Parijs-Dakar 1986 (1986 - 22 - 458) Stephaan Bellon (1829 - 1900) ( 1986 - 23 - 468) Inschrijvingsregister O.L.Vrouwcollege Boom, detail titelblad (1986 - 23 - 472) Idem, detail inschrijvingen september 1899 (1986 - 23 - 473) Idem, detail inschrijvingen september 1912 (1986 - 23 - 474) Idem, detail inschrijvingen 1962, 1963, 1965 en 1977 (1986 - 23 - 476) Idem, detail inschrijvingen 1934 en 1936 (1986 - 23 - 477) Leerlingen broederschool Boom 1919 (1976 - 23 - 475) Doodsprentje Petrus Alphonsus Bellon uit Oppuurs (1983 - 23 - 478) Rue Bellon in Barcelonnette (1986 - 25 - 505) Cours Hyacinthe Bellon in Fontvieille (1986 - 25 - 505) Bellonette (landhuis in dep. Hérault) met streekkaart (1986 - 25 - 506) Rue du Soldat Bellon in Hyères met stadsplan (1986 - 25 -507) Le Champ de Bellon in Vierzon met kaartje (1986 - 25 - 507) Rue Bellon in Senlis met stadsplannetje (1986 - 25 - 508) Hostellerie de la Porte Bellon in Senlis (1986 - 25 - 508) Wegwijzer naar het dorp Bellon in dep. Charente (1986 - 25 - 509) Pastoor Bellonstraat in Wijgmaal (1986 - 25 - 509) Feestleider Jan Bellon (1986 - 25 - 511) Boom 18.10.1986: In de site Frateur; Een tevreden promotor, een gelukkige feestleider; Aan de feesttafel (1986- 25 - 515) Idem: Meesterkok Victor met vrouw en schoonzus, Ontsteking v.d. tien kaarsjes, Quiz-freak Marc Bellon (1986 - 25 - 516) Maria Sophia Bellon (1832 - 1898) (1986 - 25 - 518) Kwitantie van 1614 voor Jacques Bellon feu Silvestre (1986 - 25 - 524) Kaartje van de afvaart van de Lesse (1990 - 26 - 529) Petrus Frans Bellon (1990 -26 - 530) Familiepuzzel: 3 figuren (1990 - 26 - 531) Idem: de echte opgave (1990 - 26 - 532) Adreskaartje houtzagerij en draaierij Gebroeders Bellon (1990 - 26 - 542) Fours: Sint-Blasiuskapel en Hameau des Bellons (1990 - 26 - 544) Detail parochieregister Malderen: Overlijden Antonius Ballion (2005 - 27 - 561) Uitslagen stemopneming gemeenteverkiezing Boom 20.10.1907 (2005 - 28 - 558)
Reis naar Barcelonnette
Naar het hartje v.d. Provence via Barcelonnette (1977 - 5 - 79) De Reis naar Barcelonnette (voorbereiding) (1978 - 6 - 111) Schenking glasraam (1978 - 7 - 151) Nieuws over de familiereis naar Barcelonnette (1978 - 7 - 149) Met een Glasraam naar Dorp van de Stamvader (m. illustr.) (1978 - 8 - 161) Wist u, dat (1978 - 8 - 170) Barcelonnette, Onvergetelijk onthaal ten stadhuize (1978 - 8 - 172) Reiskolder (1978 - 8 - 176) En tot slot, nog maar eens de reisleider (1978 - 8 - 180)
Kikindodo Kikindada (1977 - 4 - 58) Willy Bellon uit Aalst (1977 - 4 - 63) René Bellon uit Deurne (met illustr.) (1977 - 5 - 84) Op reis naar Barcelonnette (voorbereiding familiereis) (1977 - 5 - 91) Herinneringen (van Gerard Bellon) (1978 - 6 - 93) Madeleine Bal uit Boom (met illustr.) (1978 - 6 - 105) De nazaten van Sebastiaen Bellon in het onderwijs (met illustr.) (1978 - 7 - 128) Augustin Bellon uit Aalst (met illustr.) (1978 - 7 - 153) Vrederechter Van Snick velde te Vilvoorde zijn laatste vonnis (1984 - 18 - 363) Op pensioen (Remi Bellon) (1984 - 19 - 389) Paul Bellon in Parijs-Dakar (1986 - 22 -451) Het geheimzinnig pensioenfeest (Jan Bellon) (1986 - 25 - 510) Bij mijn vader in de klas (2006 - 30 - 591)
Vallei van Barcelonnette
Het Onderwijs in de Vallei (1976 - 1 - 8) Aten onze voorouders oudbakken brood? (1976 - 2 - 29) De gemeente Fours(1977 - 3 - 47) De gemeente Uvernet (1977 - 4 - 66) De emigratie uit Fours (1977 - 5 - 77) De Vallei van Barcelonnette door de eeuwen heen (I) (1978 - 6 - 98) De Vallei van Barcelonnette door de eeuwen heen (II) (1978 - 7 - 158) Hoe liepen onze voorouders gekleed? (1979 - 9 - 197) Naamgeving te Fours (1979 - 10 - 224) Annibal Camoux, Een potige Fournaisienne, enz (1980 - 11 - 229) Joseph Bellon. De Jaarkrans in Fours ( 1980 - 12 - 251) Zeden en gebruiken in Fours (1981 - 13 - 267) Zeden en gebruiken in Fours : Spreekwoorden en gezegden (1982 - 14 - 304) Een kruis in het verlaten gehucht Cloche (2006 - 29 - 580)
Varia
Boomse Volkswijsheid (1977 - 4 - 57) Schenking Glasraam (1977 - 5 - 83) Gelegenheidsvondst (1978 - 7 - 152) Echt gebeurd (1979 - 9 - 204) Jaar van het kind (suggesties van Patrick Bellon) (1979 - 10 - 215) Even afstappen in Fours en Barcelonnette (1983 - 16 - 333) Palmpaaslopen (1983 - 16 - 341) Enkele pennetrekken (1984 - 17 - 358) Kas-sprokkels (1984 - 18 - 364) Gezocht: Fotos (1985 - 21 - 417) Kort reisverhaal: Muurkrant in les Agneliers (1986 - 22 - 439) Jeugdherinnering: Zichen-Zussen-Bolder (1986 - 23 - 465) Weerspreuken in juni (1986 - 23 - 471) Gelegenheidsvondst: Petrus Alphonsus Bellon uit Oppuurs (1986 - 23 - 478) Wat komt men tegen op Franse wegen? ( 1986 - 25 - 505) Weerspreuken in december (1986 - 25 - 517) Familiepuzzel (1990 - 26 - 531) Deontologie van de Vroedvrouw anno 1784 (1990 - 26 - 533) Terug van weggeweest (2005 - 27 - 545) De cholera in de 19de eeuw (2005 - 27 - 546) Koken kost geld (2005 - 28 - 555) Zomerse spelletjes van mijn vader (2005 - 28 - 556) Aan Flavie (2005 - 28 - 559) Reacties op Het Bellonneke en Blog (2006 - 29 - 567) 30 Bellonnekes (2006 - 30 - 581)