Van wieg tot grafxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Toch maar eens herinneren dat al we schrijven over de zeden en gewoonten te Fours, we niet uit onze duim hebben gezogen. Deze wijsheden heeft Frans Bellon bij D.J.M Henry gevonden. Die laatste bestudeerde de gebruiken en gewoonten van de inwoners van Fours die hij verwerkte in zijn "Recherches sur la géographie ancienne et les antiquités du département des basses -Alpes" uitgegeven in het jaar 1818.
Er waren heel wat ongeschreven wetten en tradities die het leven van de enkeling in de valei van Fours regelden. Veel is natuurlijk, zoals bij ons, op bijgeloof gestoeld. Een greep uit Henry's werk:
Geboorte en doop
Kwam een kind ter wereld en had het een witte of een zwarte vlek op de huid dan wees dit op een niet ingewilligd verlangen van de zwangere vrouw. In tegenstelling met wat op een ander gebruikelijk is, kiest in Fours de meter de peter. Bij haar bezoek aan de jonge moeder schenkt zij deze zes dozijn eieren, die dienen gegeten vooraleer het kraambed te verlaten. Blijkbaar had dit gebruik tot doel de kerkgang van de moeder wat uit te stellen. Inderdaad 72 eieren opeten is niet niks*. Limburgers kennen wellicht dit gebruik waar eertijds de buurvrouwen bij kraambezoek eieren ten geschenke gaven. De eerste maal dat de kraammoeder haar huis verlaat, moet zij zoals reeds gezegd, naar de kerk gaan. Doet zij dat niet, dan zou buiten haar weten haar kind met een ander kunnen verwisseld worden. Voor het doopsel mocht men niet vergeten zout vanuit het geboortehuis mee te nemen wou men vermijden dat het kind ongelukkig zou worden. Zout is in alle tijden een teken van geluk, smaakvol geloof en rijkdom geweest. Ons woord "salaris" komt trouwens van het Latijnse woord "salarius" wat zout betekent*. Na de doop gooide men naar de kinderen doopsuiker, noten, vijgen, kastanjes, enz. Ook vrouwen en jonge meisjes wierpen zich op al dat lekkers en bewaarden de snuisterijen met zorg omdat het volgens een lokaal bijgeloof ze een uitstekende remedie waren tegen tandpijn ! Eens teruggekeerd in het ouderlijk huis gaven de peter en de meter het kind terug aan de moeder met de woorden: " Madame u hebt ons een heiden gegeven, wij brengen u een christen terug."
Verloving en huwelijk
Vrouwen traden zelden buiten hun vallei in het 't huwelijk. Ook mannen hielden zich meermaals aan dit principe. Wanneer wij mei een wondermooie maand vinden om te huwen meden die van Fours deze maand gezien altijd herhaald werd dat trouwen in mei de vroege dood betekende voor één van de echtelingen ! Wou men geen of minder kinderen dan was de maand augustus geschikt om te trouwen. Trouwde men, dan bood de vader op de trouwdag alvorens naar de kerk te gaan, zijn dochter een glas water aan waarin hij een gouden of zilveren muntstuk had geworpen. Een symbolische geste waarmee hij wilde aantonen dat hij voortaan voor haar niet meer hoefde te zorgen. De bruid drinkt vervolgens het glas leeg, begint dikke krokodillentranen te huilen om uit te drukken dat het haar zo spijt om haar huis te moeten verlaten om een vreemde te moeten volgen. Vader bracht daarna zijn dochter naar de kerk waar de toekomstige zijn opwachting deed. Wat er in de kerk gebeurde is nu ondenkbaar, tenzij men op televisie wil komen*. Tijdens de plechtigheid plaatst de bruidegom één van zijn knieën op het kleed of de schort van de bruid als teken van bezit, alsook van de onverbreekbaarheid van het huwelijk en van zijn macht over haar... In de verlichte tijd, was de vrouw ondergeschikt aan de man wegens het verschil in sekse en had ze wettelijk niets in de pap te brokken, vandaar !* Buiten de kerk strooide de bruid tarwekorrels over de hoofden van de aanwezigen als zinnebeeld van voorspoed. Alvorens de pas gehuwden de woning binnenstapten moesten zij soep eten uit één enkele schotel en ...met één lepel.Dit, om hen er op te wijzen dat zij voortaan gemeenschappelijk moeten leven, alsof zij slechts één en dezelfde persoon waren. Eén van de gebruiken die vandaag de dag nog te zien zijn in de kerk van Fours is het trouwkleed dat er het beeld van de H. Maagd siert, geschonken door de laatst gehuwde bruid.
Dood en begrafenis
Wie droomt van troebel water, droomt van een overlijden in de nabije toekomst. Als het huis naar de was ruikt is Pietje de dood in de onmiddellijke omgeving om één der inwoners te komen halen. Wie nog geen wasmachine heeft...* Wanneer tijdens het strenge seizoen, de meeste huisgenoten voor een tijdje hun haardstede hebben verwisseld voor het zachtere klimaat van de Lage Provence, kan het gebeuren dat de vrouw een kreet hoort, of een klop op de deur of op de vloer...; het is de stem van haar man, die vlak voor zijn dood van haar afscheid komt nemen. Dat verhaal horen we ook al eens in onze tijden*. Een schone oogst wijst eveneens op een aanstaand sterfgeval. Ook als een hond dag en nacht jankt of blaft, wat mijn grootmoeder steeds vertelde en meermaals ook nog waar was...* Wie niet van griezel en gruwel houdt moet niet in Fours gaan wonen*. In de winter kan men in Fours de doden bijna niet begraven omdat de grond door de vorst te hard is geworden. Het kan dan voorvallen dat het lijk meerdere maanden in huis moet blijven of zoals de "Journal des Basses -Alpes" op 26.11.1837 schreef,"op het dak van de woning van de aflijvige worden gelegd, waar het bedekt met sneeuw en verhard door de koude, wacht op een mindere periode, die het mogelijk maakt het toe te vertrouwen aan de aarde." De krant die deze zonderlinge handelswijze aanhaalt, schrijft verder, " op een keer dat de verwanten rond de haard zaten en aanstalten maakten om het begrafenismaal te gaan gebruiken, hoorden zij een stem die wel uit de hemel scheen te komen: het was grootvader die was verrezen..." Rechten voorbehouden, aan het Bellonneke*. In de gehuchten van Fours bestond de gewoonte om na de uitvaart een maaltijd aan te bieden aan verwanten en kennissen. Rijst of linzen vormden de hoofdschotel van dit lijkmaal. Na de maaltijd bracht men een toast uit op de overledene. Wij doen dit wel niet letterlijk, alhoewel op een begrafenis wij wel een glaasje kunnen wegzetten. Als troost natuurlijk.*
Eén van de gebruiken die vandaag de dag nog te zien zijn in de kerk van Fours is het trouwkleed dat er het beeld van de H. Maagd siert, geschonken door de laatst gehuwde bruid.
***********
Uit het Bellonneke nr 13. Tekst Frans Bellon, behoudens * de tussencommentaren.
|
|