In de Kleine Keizer van auteur Martin Bril las ik een kleine beschrijving over de Route de Napoléon.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Gezien deze beroemde weg rakelings voorbij de streek van onze voorouders slingert lijkt me dit stukje proza hier op zijn plaats. Bovendien is het tevens een eerbetoon aan deze Nederlandse gekende columnist die onlangs is komen te overlijden. Hij was nog veel te jong, Hij die schreef:De verhalen liggen op straat. Je krijgt er alleen zere voeten van.
De Route Napoléon, zo begint Bril, is een weg die je kunt lezen als een kruisgang: hij leidt naar de dood, maar ook naar de onsterfelijkheid. Naar Waterloo, waar Napoleon en zijn leger in de vernieling gestreden werd en de beroemde heuvel met de leeuw de toerist aan deze historische feiten herinnert.
De weg voert door een onherbergzaam landschap. Het begin bij Cannes en Grasse, is nog wel aardig, maar al snel daarna wordt het land kaal, droog en rotsachtig. De weg voert naar steile afgronden. In de verte tekenen zich de grillige, besneeuwde toppen van de Alpen af. Het is nauwelijks te bevatten dat men vroeger er niet voor terug deinsde honderden kilometers te voet af te leggen. Toch deed Napoleon dat in 1815, zoals trouwens in 1800 dezelfde Alpen ook al eens te voet overtrok, maar dan de andere kant op, naar Italië, om er de Oostenrijkers in de rug aan te vallen.
De Route Napoléon is, voor kenners, een aaneenschakeling van anekdotes die mythische proporties hebben aangenomen. De oude boerin die hem tussen Grasse en Séranon in haar hoeve noodde, wortelsoep te eten gaf en hem vervolgens langdurig onderhield over de politieke situatie in Frankrijk, waarop hij de onsterfelijke woorden sprak dat politiek een zaak van mannen was en soep koken een vrouwenzaak.(...)
De Route Napoléon is een barre tocht langs campings, hotels, restaurants en snackkarren die allemaal naar de man zijn vernoemd: LEmpereur, le petit Caporal, Napoléon, les Cent jours... verder is er niets tot Grenoble nadert; daar neemt niet alleen het aantal uitspanningen toe dat zijn naam aan de kleine keizer ontleent, maar ook het aantal borden en straatnamen.(..)
Uiteindelijk is er het stadje la Mure en verderop Laffrey daartussen maakt de weg een vervaarlijke, scherpe daling en dan bevindt de reiziger zich opeens op de Prairie de rencontre, de plek waar de royalistische troepen uit Grenoble de keizer en zijn gevolg, inmiddels zwaar aangezwollen, wilden tegenhouden.
Tevergeefs natuurlijk.(..)
Napoleon stapte op zijn vijand af, onderwijl zijn beroemde jas openknopend. Ik ben uw keizer,schreeuwde hij, wie mij wil doden, schiet nu. Niemand schoot, iedereen riep: Vive lEmpereur! Het hele detachement sloot zich vervolgens bij Napoleon aan en kort daarop viel Grenoble...(..)
Op de prairie staat een enorm standbeeld van Napoleon, klein en dik en met een pruillip, te paard. Het is omgeven door picknickbanken en prullenbakken. Het onkruid tiert er welig. Het vervallen chalet langs de kant van de weg, waar souveniers worden verkocht, is gesloten. De geschiedenis is hier een attractie die niet meer zo goed loopt.
Bril Martin, De Kleine keizer,Prometheus 2008- |