Een zebra uit een Duits safaripark Holte-Stukenbrock heeft een jong gekregen van een paard. De zebra werd bevrucht tijdens een uitstapje naar een ranch in Italië waar buiten andere zebra's ook een handvol paarden rondliep.
Op zich komt het wel vaker voor dat zebra's en paarden nakomelingen van elkaar krijgen. Wat het jong in dit geval bijzonder maakt, is de plek waar de strepen staan: enkel op haar snuit en vanaf haar middelste, terwijl die normaal over het hele lijf verspreid staan. Het veulen heeft niet alleen het uiterlijk van beide ouders maar ook duidelijk de genen van beide ouders in het bloed, zegt een woordvoerder van het park: ''Meestal is ze zo tam als een paard, maar soms komt de wilde zebrafurie in haar naar boven.''
Samen werken, samen leven. Maar hoe zit het met de 2,5 miljoen alleenstaanden? Alleen zijn is nog ten onrechte een taboe. Tenslotte is iedereen een individu.
Waarom is de wereld zo onaardig ? Is het leven zo onrechtvaardig ? Waarom ben je plots van me afgenomen, zonder dat daarvoor iets in de plaats is gekomen ? Ik kan niet beschrijven wat ik nu mis, maar als ik me niet vergis, speelde jij een grotere rol in mijn leven, dan ik vroeger ooit toe wou geven.
De sage van de Vliegende Hollander, zoals het in Zeeland wordt verteld
Er was eens een zekere Kapitein Willem Van der Decken die eigenaar was van een schip. Hij woonde in Terneuzen en stond bekend als een moedig man. Maar op één van zijn zeereizen, zo rond het jaar 1676, is hij spoorloos verdwenen.
Men verhaalde dat Van der Decken op weg was naar Indië toen er bij Kaap de Goede Hoop plotseling een hevige storm opstak. De stuurman gaf de kapitein het advies om de storm af te wachten. Maar de kapitein ontstak in razende woede: hij slingerde de stuurman over de reling en gooide zijn Bijbel (die elke kapitein altijd bij zich had) in het water. Hij greep de spaken van het stuurrad en riep: "Al zou God mij laten zeilen tot aan de jongste dag, de Kaap zal ik ronden!"
Nadat hij dit gezegd had, viel er een doodse stilte: de storm ging liggen en de golven bedaarden. Er klonk een stem uit de lucht: "Willem van der Decken, gij zult moeten zeilen tot aan de jongste dag!"
De bemanning van het schip stierf één voor één en kapitein Van der Decken bleef alleen over de zeeën rondzwalken. Bij noodweer rond de Kaap meenden zeelieden soms een schim te zien van het spookschip met kapitein Van der Decken verbeten achter het stuurrad.
Het verband tussen bovenstaand verhaal, het muziekdrama "De Vliegende Hollander" van Richard Wagner en de vermeende herkomst van Van der Decken uit Terneuzen vindt zijn oorsprong in een reis die Richard Wagner in 1831 over de Schelde maakte naar Antwerpen. In de buurt van Terneuzen zou één van de zeelui het verhaal van kapitein Van der Decken hebben verteld. Naar aanleiding van die vertelling zou Wagner "De Vliegende Hollander" hebben geschreven.
Richard Wagner
Het is vooral dankzij deze opera dat de sage over het spookschip De Vliegende Hollander bekendheid heeft gekregen.
De volgende keer dat je je handen wast, en je vindt de temperatuur van het water niet echt aangenaam, denk er dan eens aan hoe het er ooit aan toe ging...
Hier volgen een aantal feiten uit de jaren 1500:
De meeste mensen huwden in juni, omdat ze hun jaarlijks bad namen in mei, en dus in juni nog redelijk fris roken. Tegen die tijd begon men echter toch al lichtelijk te stinken, en dus droeg de bruid een boeketje bloemen om haar lichaamsgeur te verbergen. Daar komt dus het gebruik van dat ook vandaag nog de bruid een bruidsboeket draagt.
Een bad bestond uit een grote kuip die gevuld werd met heet water. De heer des huizes genoot het privilege van het schone water, daarna volgden dezoons en andere mannen die deel uitmaakten van het huishouden, dan de vrouwen, en tenslotte de kinderen. De baby's waren als laatsten aan de beurt. Tegen dan was het water zo vuil dat je er makkelijk iemand in kon kwijtraken... Vandaar de uitdrukking "de baby met het badwater weggooien".
Huizen hadden in die tijd strooien daken, zonder houten gebinte. Het was de enige plek waar de dieren zich warm konden houden, en dus leefden de katten en kleinere dieren in het dak. Als het regende werd het daar glibberig, en soms gleden de dieren dan uit en vielen van het dak. Vandaar het Engelse gezegde "It's raining cats and dogs".
Engeland is oud en klein, en de bevolking vond geen plaats meer om de doden te begraven, dus werden er kisten uitgegraven en de beenderen naar een beenderhuis overgebracht, zodat ze de graven konden hergebruiken. Bij het heropenen van deze kisten, ontdekten ze dat er bij 1 op 25 aan de binnenkant gekrabd was, en ze beseften dat ze levenden hadden begraven. Van toen af werd er een touwtje rond de pols van een lijk gebonden, dat omhoogleidde en verbonden was met een belletje boven de grond. Iemand moest dan heel de nacht op het kerkhof zitten om te horen of de bel niet rinkelde. En zo werd er wel eens iemand "gered door de bel".
Wie zei er ook alweer dat geschiedenis saai was...?
Van s morgens vroeg tot avonds laat altijd staan we weer paraat ! Poetsen is onze leuze, proper houden, de juiste keuze! We doen het graag en vinden het fijn omdat het bij jullie ook netjes moet zijn! Weg alle vuil en viezigheden, alles moet blinken en mooi wezen! De toiletten zien soms alle kleuren, we zullen ze weer goed doen geuren! Koffievlek en vingerplek, met de glimlach kuisen en weg ! De poetsvrouw of man weet van wanten, hij of zij poetst in alle hoeken en kanten! Daarom wees ons deze dag genegen, Graag een dankjewel van uwentwege!