Ware liefde
Wat was dit opeens een levend huis toen ik zag dat het vlekje van zopas geen werkelijk gezichtsbedrog was maar een voortvliegerige muis!
Wat was de doos computerpapier met de stapel boeken waar die naast staat toch opeens een hele dorpsstraat met zijsteegjes voor het pootjesdier!
Het had altijd zo'n gevaarlijke haast van mijn liefde wilde het niets weten van mijn cornflake wilde het niet eten van alles leek het meer en meer verbaasd.
Na drie dagen kwam de vierde dag als eerste dat ik haar niet zag. De verwarmingwas aan. De kamer heet. De vijfde had ik haar weer niet gezien.
De kamer geurde bovendien naar oliesoep met kippezweet. De zesde dag rook een hoek helaas naar hazewol met schaamtekaas.
De zevende - wat weten wij van onze naasten en van mij of waarom ik zo akelig veel hield van een propje grijs fluweel
Ik ben geen reus meer en de doos die naast de stapel boeken staat is ook al sinds een hele poos terug in zijn oud formaat.
|