Na 't ontbijt vertrekken we onmiddellijk naar het Zuiden. We verlaten Quadra Island met de Ferry om het Vancouver Island te bereiken.Onze weg gaat dwars door het eiland naar Tofino.Tofino ligt aan de Pacific Rim National Park ,daar verblijven we in het Best Western Tin Wis resort aan het schilderachtige Mackenzie strand .Dit resort wordt geëxploiteerd ; op hun grondgebied ; door de Tla - O - Qui -Aht First Nations People.
In het binnenland gaan we het Mac Milan Provincial Park ook Cathedral Cove genoemd bezoeken , dit is een gematigd regenwoud met bomen zou hoog als kathedralen. Verschillende soorten zoals ceders , douglassparren en hemlocks.Sommige bomen zijn 800 jaar oud en hebben een omtrek van 9 meter. Het park is beperkt toegankelijk langs aangelegde paden.
Na deze wandeling zijn we ons middagmaal gaan zoeken in een havenstadje genaamd : Port Albermi.Dit is een diepzeehaven met een grote infrastrutuur.Onze picknick hebben we gevonden in een Donut Shop.
Na een uurtje zijn we terug vertrokken richting Tofino en zijn we een tweede maal het regenwoud ingetrokken maar nu aan de overzijde waar we de eesrte maal geweest zijn.
Na dit bezoek zijn we naar ons verblijf in Tofino gereden aan het Pacific Rim National Park.
Vandaag wordt het een dag van rustig wandelen langs het strand waar in 1792 kapitein Georges Vancouver geland is in het dorp Tsa-Kwa-Luten die op dat moment bewoond was door de Coast Salish mensen.In de jaren 1840 verlieten deze het dorp en de Laichwiltach mensen namen het dorp in bezit gezien de rijke visgronden. Vandaag zijn het welvarende mensen die de locatie uitbaten van TSA-KWA-LUTEN Lodge & RV Park en ze verwelkomen er bezoekers uit de ganse wereld.
Om tot het dorp te geraken wandelen we de " Cape Mudge Vuurtoren " voorbij die nog steeds operationeel is.
Vanuit het dorp zijn we naar Quathiaki Cove gereden om onze inkopen te doen voor de picknick , dit is een modern market " Village Square " en het belangrijkste commerciële centrum van Quadra Island.
De picknick werd genomen aan het strand van Rebecca Spit Provincial Park. Het strand ligt vol ontwortelde bomen en veel soorten zeesterren. Na dit bezoek zijn we in de namiddag teruggekeerd naar de Lodge om na 11 dagen eens goed uit te rusten.
Van Port Hardy zijn we heel vroeg vertrokken naar Telegraph Cove dit is ongeveer een 70 km oostwaarts.
Telegraph Cove ligt aan de oostelijke kust van Noord-Vancouver,in 1912 was Telegraph Cove het noordelijk eindpunt van een telegraaflijn. Telegraph Cove is ontstaan door de pionier Fred Wastell die er een groot deel van land rond de baai kocht en er met Japanse investeerders een houtzagerij en een " salmon saltery " oprichte.
Dit is nu toeristisch uitgebaat voor watersporten , vissers,kampeerders,walvis-orka's spotters.
Telegraph Cove is gebouwd op palen waar de oorspronkelijke gebouwen verbonden zijn door een houten promenade.De gebouwen zijn zeer kleurrijk.
We hebben een kleine 3 uur rondgevaren om de "Killer Whales " en zeehonden te kunnen spotten. Gedurende de rondvaart hebben we uitleg gekregen van onze gids Philippe alsook van een Nederlandse dame die zich sinds een lange tijd inzet voor de bescherming van de wlvissen en de orka's.
Na deze vaart zijn we het museum gaan bezoeken ,een tentoostelling over zeehonden ,walvissen , ork's , zeer leerrijk.
Na het museum zijn we naar het restaurant " The Killers Whale Cafe and Restaurant "getrokken.De vers gevangen zalm werd gereedgemaakt op de barbecue en was uitzonderlijk lekker,het was de best bereidde zalm na 11 dagen West - Canada.
Na het buikje vol zijn we naar Campell River (ontdekt door George Vancouver in 1792) gereden om met de BC Ferries de overtocht naar Quadra Island te maken.
Daar verblijven we in de TSA - Kwa - Luten lodge gebouwd door de Kwagluttenstam in hun reservaatgebied.
Deze morgen heel vroeg vertrokken na een snel ontbijt dan de Ferry genomen (BC Ferries) voor een bootreis van 498 km (15 uur), van Prince Ruppert naar Port Hardy op het eiland Vancouver.
Deze zeeroute is een waterweg tussen de eilanden van Washington (USA) naar Alaska langs de oeverkust van Canada : The Inside Passage.
Tijdens de goudkoorts van Klondike werden mijnwerkers en goudzoekers langs deze weg verscheept om hun geluk te proeven.
Het zal de ganse dag regen gedurende de ganse vaart,het was gewoon koud ,nat en mistig daarom zijn er weinige beelden gespot.
Enkel een walvisstaart is de enige getuige van deze vaart.
Daarentegen hebben we een voortreffelijk ontbijt gehad en tegen de avond hebben we genoten van de lunch.
Rond 12u 's nachts zijn we in ons hotel aangekomen.
Zeer vroeg op want er wacht ons een lange tocht naar Prince Ruppert om morgen de lange zeetocht langs de Inside Passage te ondernemen naar het eiland Vancouver.
We genieten nog eenmaal van de Bear Glacier gelegen op de Highway 37A.Via de Cassier Highway en de Yeelowhead Highway bereiken we Terras,vooral bekend bij de sportvissers.We passeren onderweg de Nass River een waardevolle zalmvisserij.
Terras ligt aan de Skeena River en is de woonplaats van de TSIMSHIAN FIRST NATIONS.
Na de picknick in Terras zijn we langs de Skeena River die zich een weg baant door de Coastal Mountains om zo te eindigen in de Stille Oceaan aan het havenstadje Prince Ruppert.Hier leven de meeste inwoners van de visvangst en de houthandel.
We zijn dan in de namiddag met het watervliegtuig de grens met Alaska (USA) gaan verkennen en hebben prachtige panorama's gezien en kunnen spotten,prachtig ! De beelden spreken voor zichzelf.
Na dit avontuur zijn we naar ons hotel gereden ( Crest Hotel) en hebben er ons tegoed gedaan aan het buffet ,beafsteak eerste kwaliteit.
Morgen moeten we vroeg uit de veren (4u15') want we hebben een tocht van 15uur voor de boeg.
We zijn redelijk vroeg opgestaan want vandaag gaan we beren spotten ,dat gaan we trachten te doen !
Met een gele schoolbus (zoals we er vele zien in de amerikaanse films) . Stewart ligt aan het einde van het lange Portlandkanaal de meest noordelijk gelegen ijsvrije haven van de westkust van Canada.Aan de andere kant van de grens ligt het kleine Hyder ,vroeger een spookdorp maar nu terug in bloei dank zij de vele toeristen. Tussen deze twee dorpen ligt de Fisch Creek een riviertje waar de zalmen kuit schieten in de zomermaanden en de beren zich komen te goed doen aan de stervende zalmen. Op deze plaats kan men ook de beren , zowel de bruine als de zwarte bewonderen ook de grizzlys.
We zijn drie keer moeten terugkeren om deze heren te kunnen spotten ( de eerste maal zond 9 uur de tweede maal in namiddag en de laatste maal rond 19 uur 's avonds ) .
Ondertuusen hebben we ook niet stilgezeten en zijn we de Bear Glacier nog eens gaan bewonderen en zijn we doorgereden naar de Salomon Glacier.Waar we " The Bear Man " hebben ontmoet ,dit is een zekere Keith Scott (uit Frederiction N.B. Canada). Deze man verblijft gedrurende enkele maanden ( van 1 jnni tot 15 september) in een tent wonen aan de Salmon Glacier en verkoop er boeken , foto's en DVD's over het leven van dieren en in het bizonder over de bruine en zwarte en witte beren en natuurlijk de grizzlys. Hij geeft ook lezingen en diavoorstelingen in Hyder en gans Canada. We nemen dan terplaatse onze picknick en keren dan tevoet terug naar beneden om de natuur te bewonderen.
Bij ons terugkeer naar Stewart zijn we nog eens gestopt bij de Fisch Creek maar zonder resultaat geen beren,dan maar terug naar Stewart om het avondmaal te nuttigen. Maar eerst zijn we nog de dorst gaan lessen in de 'Grizzly Bar" een Bar waar vroeger de goudzoekers hun geluk kwamen proeven.
Na het avondmaal zijn we terug naar Fisch Creek getrokken om ditmaal meer geluk te hebben en inderdaad deze keer is meneer beer te voorschijn gekomen (zie foto's-vervolg).
Dus onze gids had gelijk , hij heeft steeds volgehouden dat we de beren zouden zien en inderdaad hij heeft gelijk gekregen.
Hier volgen enkele beelden ( beren in het vervolg van dit vehaal):
Na een goed ontbijt zijn we vertrokken uit de "Hudson Bay Lodge " om het gebied van de Carrierindianen * te gaan bezoeken. (*) Dakelh = carrier = dragen = de weduwe was verplicht de "as" van haar overleden echtgenoot gedurend 3 jaar op haar rug te dragen.
In het dorpje Moricetown aan de Bulkley rivier kunnen we de "First Nations" aan het werk zien hoe ze de zalm uit de kolkende Bulkley rivier halen op de cemente vistrappen. Moricetown ligt aan de Highway 16 van Smithers naar Terras.Ge kunt hen bezig zien van boven op de caynon of beneden om van dichtbij te zien hoe ze de zalmen uit het water vissen.
Na deze bezienwaardigheid hebben we de Cassiar Highway genomen en zijn we doorgereden naar " The Longhouses of 'Ksan Historical Village " , gelegen aan de samenvloeiing van de Bulk en Skeena rivieren.Dit is een replica van een oud Gitxsan dorp,waarvan de huizen gericht zijn naar de rivier.Deze beschilderde "Longhouses" en hun totempalen zijn zichtbaar vanop de rivier. In het museum zien we de 'Ksan collectie van gebruiksvoorwerpen ,uitleg werd gegeven door de " First Nations".
Na dit bezoek was het middag en zijn we onze magen gaan vullen in wegrestaurant in Hazelton. Op dat punt waren we nog op 237 km van Stewart.Na een kleine omweg zijn we het dorp Kitwancool met zijn totempalen gaan bezoeken,daarna zijn we teruggekeerd op Highway 37 om onze weg verder te zetten naar Stewart ,onderweg zijn we nog het paaigebied van de Chum en Pink -zalm gaan bewonderen.
De Bear Glacier is te zien vanaf de Highway 37A(Stewart Highway gekend als Glacier Highway - 65 km lang tot de grens van Stewart -Heyder) en ligt tussen Meziadin Junction en Stewart.Volgens onderzoeken heeft de Bear Glacier zich op een tijdspanne van 96 jaar meer dan 3 km teruggetrokken en verdund met 200 meter ( foto van 1905 - 2005 van Bruce.F.Molnia-www.USGS.GOV).
Na deze tocht zijn we om 18u30' in het "King Edward Hotel " kingskrab gaan smullen een specialiteit van het hotel.
Na deze smulpartij zijn we Stewart gaan verkennen langs de " Main street " om zo naar het "Portlandkanaal " te gaan kijken bij valavond. Dit is de meest noordelijke ijsvrije haven van Canada.
En morgen gaan we beren spotten dat heeft onze gids Philippe toch belooft.
We vertrekken om 8 u uit het Coast Inn of The North hotel om naar Smithers te vertrekken langs Nenchako Valley,Vanderhoof en het handelsfort St.-James.
We moeten ongeveer 370 km overbruggen om Smithers tebereiken.
Om St.-James te bereiken moeten we langs Vanderhoof (is Nederlands voor " van de boerderij" ) dat op 60 km ten zuiden van Fort St. James ligt en ongeveer een 5.000 inwoners telt.
Fort St. James werdt opgericht door Simon Fraser ( hij was de eerste blanke die handel dreef met de "First Nations " hier de Chinlac) op de zuidoostelijke oever van het Stuart Lake in opdracht van de North West Compagny ( (1806 ) en overgenomen in 1821 door de Hudson's Bay Compagny.Het was de plaats van de Carrierindianen, het was eveneens bekend als Stuart Lake Post. Het fort werd opgenomen in het National Historic Site met een aantal gebouwen die dateren van 1880. De Post bleef functioneren tot 1952.
In deze streek leven veel "First Nations" gemeenschappen.
Uit de beelden die hierna volgen kunnen we de verschillende gebouwen zien van het fort, zoals het "Warehouse" ( algemeen magazijn), het Murray House ( huis van de officieren). Rond deze handelspost ligeen hoderden meren ( klein en groot) in een zeer bosrijk gebied.
Na dit bezoek zijn we doorgereden naar een wegrestaurant ,van buitenuit niet zo aantrekkelijk maar binnen zeer modern , lederen zetels en plasmaschermen op elke muur van het restaurant en op de koop toe het eten was uitmuntend.
Daarna zijn we terug gereden naar het Stuart Lake om een paar foto's te nemen van de oudste nog bestaande kerk in British Columbia. Deze kerk onder de naam van "Onze Lieve Vrouw van Goed Hoop " katholieke kerk gebouwd in 1873 door de "FirstNations " The Dakelhne en de orde van " The Oblates".
Na dit bezoek zijn we in Houston de grootste vislijn van British Columbia gaan bewonderen (elke stad , dorp of gehucht) heeft zo zijn eigen bezienswaardigheid.
Het was een heerlijke dag , morgen trekken we naar de grens met de USA (Alaska) naar Stewart.
Na ons ontbijt zijn we vertrokken naar de hoogste kabelbaan van Canada : Whistler's Mountain ,tot op een hoogte van 2.285 meter ,daar heb je een onvergeetelijk zicht over de Athabascavallei. Gezien het zeer vroege morgenuur is er veel mist en kon er geen degelijke foto genomen worden van de vallei.We hebben er marmotten en pikas gezien ,er was tevens een stevige wind boven op de top.
Na dit bezoek begint er een lange tocht langs de Yellowhead Highway 16.We rijden langs de Yellowhead Pass en rijden zo British Columbia binnenen volgen de Fraser River die 1.380 km verder uitmondt in de Stille Oceaan(Pacific).
We rijden naar de Mount Robson maar onderweg stoppen we om de Overland Falls te bezoeken en kennis te maken met de eerste Chinookzalmen ,die moet soms meters hoog springen(zwemmen) om stroomopwaarts verder te kunnen naar hun paaiplaatsen. De Chinookzalm is de grootste zalm in de canadese rivieren ,hij kan tot 30 kg wegen ( na een verblijf van 5 à 6 jaar in volle zee).Na die tijd komt hij terug naar zijn geboorteplaats.Zijn geboorteplaats kan zeer ver in binnenland liggen,dit tot 1.380 km ver van de monding van de Fraser River (Vancouver).Hij zwemt ongeveer 18,5 km per dag en zo een tiental weken lang om zijn paaiplaats terug te vinden.Dit is de plaats die we in de namiddag zullen aandoen n.m. de Swift Creek.
Aan de Mount Robson nemen we onze picnick ,deze berg is in het Mount Robson Provincial Park.Met zijn 3.954 meter is hij de tweede hoogste berg van de Canadese Rockies na de Mount Waddington met zijn 4.663 meter hoogte.
Na de Swift Creek bezocht te hebben (zie hoger) zijn we doorgereden naar Prince George de hoofdstad van British Colombia ,maar onderweg zijn we nog gestopt in het plaatsje Mc Bride om speciaal de goederen trein te zien voorbijrijden ,maar helaas die was juist weg (deze zijn enorm lang).We hebben dan het station en de ongeving bezocht.
Dus op weg naar Prince George de houtstad , gesticht door Simon Fraser ;Canadese ondekkingsreiziger; op de samenvlooiing van de Nechako en de Fraser River , daar bouwde hij een fort genoemd naar de Britse koning George III.
We verblijven in het Coast Inn Of The North waar we s'avonds het avondeten aangeboden kregen naar Japanse normen.
Het was een prachtige dag ,hier volgen enkele beelden :
kasteel v/d bever
Overland Falls
Mount Robson
Mont Robson (afgenomen van het informatie Centrum)
Maligne,Medcine Lakes en Valley of the Five Lakes,
Vroeg uit de veren een stevig ontbijt en weg zijn we naar het Jasper National Park.
Met de luxecar naar een wandeling in de "Valley of the Five Bridges " , het is een lus van 5 meren met een variatie van verschillende kleuren met er rond een prachrige natuur en op de achtergrond de Rockies.
Daarna zijn we doorgereden naar het Maligne Lake het grootste van de Rockies ; 22 km lang en 87 m diep ; voor een boottocht van 1 u 30 om het Spirit Island te bezichtigen (een klein eilandje met een paar bomen)maar een van de meest beroemde uitzichten van de Canadese Rockies.In het restaurant hangt een foto van ,"The Beaver Family" welke meehielp om de streek te verkennen en in kaart te brengen met Mary Schäffer.
Na de picknick zijn we vertrokken naar het Medcine Lake dat tijdens de zomermaanden stilaan verdwijnt in de bodem en 16 km verder terug aan de oppervlakte komt in meren en rivieren,het Medcine Lake wordt gevoed door de Maligne River en de Atathabasca River.
Na dit bezoek zijn we doorgereden naar het stadje Japers Town om een half uurtje de benen te strekken en kennis te maken met het leven van dit stadje.
Na dit bezoek zijn een wandeling gaan maken in de " Valley of the Five Lakes " ,meren met blauw-groene kleuren met er rond de Rockies en de groene wouden.
Het was een prachtige dag ,we hopen dat morgen de dag even mooi is want dan gaan we " Whistlers Summit " ( 2.466 m hoog) bezoeken.