Het dorp ontwaakt terwijl de eerste zonnestralen lichtjes schijnen en botvinken hun eerst lied fluiten van wiet wiet suske wiet. open ik met tegenzin de ogen en strek heel voorzichtig mijn pijnlijke stramme leden maar de deur blijft nog even gesloten.
En was eerst de warme resten van mijn zoete dromen weg.
En wuif vastberaden mijn bed saluut toe en zeg dan stilletjes tot vanavond dan weer.
Want de morgenstond heeft goud in de mond mijn huishoudelijke plicht roept maar ook het ontbijt met vers gezette koffie... Hilda 04/02/2001
|