Op weg naar de wijsheid is de eerste stap stilte; de tweede luisteren; de derde onthouden; de vierde oefenen; de vijfde onderwijzen aan anderen. - S.Ibn Gabirol
De nacht dekt je toe, je hoeft niets te vrezen
De wereld rondom je draait gewoon rustig door
Morgen klaart de zon weer als vanouds uit het oosten
De vriendschap die ik je schenk, die sleept je erdoor! - Ive
Ive's Carpe Diem
Even tot rust komen ...
14-11-2005
Kunstwerk
Ragfijn besuiker jij het schaduwspel van gras en 't wuivend riet om flinterdun in 't bevend licht een meesterwerk te toveren verbouwereerd kijk ik ernaar om die draden, zilverwit ademloos om hun trillende fragiliteit te bewonderen.
Eventjes getoetst door wat morgendauw bezoedel ik dit alles met mijn handen nu kleverig gevuld met jouw verhaal dat jij verzon door vanaf die tak over de zitbank en dat trillend schommelding heel gracieus een kunstig web te spinnen tot ik mezelf in jouw huisje binnenliet om me, met m'n ogen dicht, hierover te verwonderen.
Het donst en het vliegt en het tuimelt gul in 't wevende zonlicht naar benee het ruist en het suist en flierefladdert snel het wemelt en dartelt tevree.
Plots stijgt het en neigt het naar 't hemelspan dat blauw knipoogt naar 't malsgroene dal het friemelt en wiebelt heel guitig en fel en frivoliseert als een stuiterende bal.
Dansend omkranst het mijn zweverig gevoel en kust me liefelijk brutaal op mijn mond het fleemt en het neemt mijn verwondering op lief veertje als ik kon draaide ik nu met jou in het rond.
Blote tenen in het zand ruisen betoverende klanken van het water dat een blauwe salsa danst en het zwoele ritme schuift het gele zand uiteen tot de vloed komt aangerold plots het schuim dit timbre breekt van mijn opgezweepte zinnen en me laten exploderen in een oeverloze apotheose van ongekend geluk
Uit de herinneringen van mijn leven puur ik de broodnodige kracht koesterend, om de spinsels van gedachten waardoor ik mezelf soms zou verachten in tergend snelle dagen en eindeloze nachten toch nog wat energie te kunnen geven.
Ik proef de wrange smaak van 't heden dat bitterzoet en vaalrood sijpelt in de wonden van mijn slopende lijf en weet niet waar ik met m'n tranen blijf als ik die verzengende vermoeidheid binnenrijf omdat ik te vaak faalde in 't verleden.
Uit pure onmacht geef ik een luide gil die ijzig snijdt door merg en been en ik voel dat ik naar mijn verdomde adem snak omdat die indringer weer eens binnenbrak die mij doet voortbewegen als een hinkende slak en mij maakte tot iemand die ik niet wil zijn.
Noten begeesteren mijn brein gevoelens borrelen langzaam op ik laat me drijven op de akoestiek in een expressie van gevoel een ongekende zweverigheid leidt mijn broosheid naar de top.
Ik voel de strelende fluisterwind tokkelkracht streelt melancholie ik lééf dit virtuoze klankenspel voel de zachte rukjes aan de snaren fragiel die magische aaibaarheid ontlading in versmolten harmonie.
Noten begeesteren mijn volle brein brengen zoveel bij mij teweeg een stille traan beroert mijn wang emoties kroppen plots mijn keel ziltheid bedekt nu mijn gezicht mijn god, wat voel ik me leeg.
Sta stil bij de goede dingen in je leven, waarvan ieder er vele van heeft; niet bij de tegenslagen uit het verleden waarvan iedereen er maar enkele heeft. Charles Dickens