Ik ben Jean-Pierre Cornelis, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jepico.
Ik ben een man en woon in Zelzate (België) en mijn beroep is minder-valide( vroeger bedrijfsleider).
Ik ben geboren op 08/01/1951 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: pc's, muziek, romantiek, liefde enz..
ik geboren te Assenede op 08/01/1951 en dus een echte steenbok. Ik tracht op mijn blog een zo groot mogelijke diversiteit van alle onderwerpen te brengen.
ben zoals ik ben
carpe diem ut ameris ama
om bemind te worden moet je liefde kunnen geven
28-11-2005
gedicht
Friends Forever
You mean so much to me, In your sweet and special way. My love grows even stronger, Grows sweeter everyday.
You fill my days with gladness, In ways you know not of. Just thinking of you inspires me, Creates a higher resolve It's friends like you I feel, That makes all others strive, To do their best in every way, To be glad we're alive!
I'm so thankful to have found you, My dear sweet special friend. Friends we'll be forevermore, My love will never end
Liefde is iets raars De ene keer is ze pijnlijk De andere keer is ze onmisbaar Ze brengt véél verdriet Maar ook véél geluk En het best van al ... Ze bracht mij bij jou Ik hou van de liefde En nog méér van jou .
Dian, Je dagen zijn ooit té kort, je wilt zoveel beleven. Bent elke morgen benieuwd wat het die dag wordt, levendig nieuwsgierig en streven. Blij met simpele dingen, een complimentje, een ijsje, niet dat zeurend dringen, jij was en bent dat gelukkige meisje. Midden in je bestaan, alles willen doen, overal heen gaan, om straks te vertellen wat je hebt gedaan. Je leven een uitdaging en jij staat vooraan, realistisch nuchter met iedereen omgaan. Je serieuze gedachten zijn voor beperkte vriendinnen, de manier van humor zijn jou krachten, staat te popelen geluk te innen. Liefde een groot doel, zoekend naar je keus jou gevoel, iemand die verstaat wat jij bedoeld, je warm houdt en in opwelling afkoelt, die jou ziet en vertrouwd, gewoon de jongen die ondersteunt wat jij voelt. Ziet ook de ellende in andere landen, het grijpt je aan, maar kan niet stoppen, jij hebt jou leven jou vriendschapsbanden, wil voor jou leven gaan, een eigen bestaan, hebt geen tijd alles op te kroppen. Praat het uit, vertel wat het is, zeg het gooi het eruit, met eerlijkheid is nooit iets mis. Je hebt je mening, je weet wat je wilt, gewaardeerd in je vriendenkring, en bent daarin de rust die de rumoerde stilt. In het kort, begin je nog maar net, met een geluk dat heet leven. Bent benieuwd wat het morgen wordt, jij vol levenskracht en streven. Elke dag een prijs, elke dag een doel, elke dag de reis, naar een spannend nieuw gevoel, ga ervoor leef je leven, sta op van die stoel! -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Jij, jij was alles!!!!!!
Jij liet me De goede kanten van het leven zien Kanten die ik al een hele tijd Niet meer had gezien!!
Door jou ging het beter Stap voor stap Tot je besloot dat je niet meer wou Ja, dat was voor mij een klap!!
Door jou voelde ik me beter Voor 1 keer in mijn leven Maar dat gevoel Duurde maar even!!
Ik heb jou Alles gegeven Jij was toen het enige Waar ik voor wilde leven!!
Je ging zomaar weg En ik zweeg Ik schaam me nu voor mij leven Want die is leeg!!
Je was alles voor mij Blijkbaar was ik niets voor jou Jij was degene Voor wie ik mijn leven geven zou!!
Van binnen Huil ik elke nacht Jij was alles Jij gaf mij zoveel kracht!!
Het duurde niet lang Voordat dat wat tussen ons was brak Ik laat niet zien dat ik om jou huil Want dat, Dat voelt pas zwak!! ------------------------------------------------------
Vertrouwen
sluit je ogen, ontspan je, en laat je gedachten vrij, denk dan nah over wat je mij hebt aangedaan, ik wil je nog zoveel dingen zegge maar ik weet dat jij daar verdrietig om word want wat je mij hebt aangedaan zo ken ik je niet je was altijd betrouw baar , tot dit ene moment soms wou ik dat ik juh nooit gekent had maar dat is nu ,, en niet meer daluk Ik hOu van jeuh! --------------------------------------------------------------------
Dingen die niemand weet Pijn die ik kan delen Kwaad boos witheet Vriendschap doet me helen
Je weet hoe ik ben Maar snapt me niet helemaal Jou die ik nou ken Gevoelens op 1 hoogte als 1 taal
In 4 maanden veel gebeurd Lachen huilen ruzie Jij die dan eens zeurt Of ik die alleen een muur zie
Bang dat je me vergeet Niet meer weet wie ik ben Maar respect als je dat maar weet Ook al ben ik iemand die zichzelf nog niet kent ----------------------------------------------------------------------
Ontbijt.
Iedereen heeft dat wel een keer, dat je iemand kent of ontmoet. Een gewone vriendschap maar dan net iets meer. Iemand die je gedachten draait van slecht naar goed. Zo heb ik dat ook met iemand, zij laat me zien dat het leven goed is. Dat gevoel herken ik bij bijna niemand, alsof Jaws veranderd in de Nemo-gup-vis. Altijd als we af hebben gesproken, zie ik alles veel lichter. Optimistisch niet onderdoken, geen zware roman maar vrolijke dichter. Even heb ik gedacht verliefd op haar te zijn, en heb het haar ook daadwerkelijk verteld. Zat toen biechtend te bekennen voelde me te klein, maar ze liet me de waarheid zien en heeft me weer op mijn voetstuk gesteld. Maar wat het wel is, is me nog steeds een vraag, voel me bij haar altijd op mijn gemak. Haar visie op leven is net als die van mij gewoon vaag, en op het gebied van relaties hebben we allebei evenveel lak. Want het leven draait om plezier, om het doen wat je voelt. Leven is niet plannen het is altijd hier, ga voor het moment en zeg gewoon wat je bedoelt. Ik heb al zoveel lessen van haar geleerd, over hoe je je bestaan kan zien. Hoeveel geluk er is maar je doodweg niet eert. Over de keuze tussen overigens of misschien. Maar deze ontmoeting doet me weer in gedachten veranderen, ook politieke meningen worden door haar overdacht. En om dat van haar te horen distantieert ze zich nog meer van anderen, weer loop ik weg met meer optimisme en levenskracht. Vreemd dat iemand je zo laat denken, dat aanwezigheid zoveel kan betekenen. Zonder dat verliefdheid je staat te wenken, zo tegen iemand opkijken zonder je schuld erin te hoeven berekenen. Maar waar het vandaan komt weet ik niet, we bespreken dingen zoals iedereen dat doet. Laat ze me zien wat het leven zich nog meer bied, hoe dan ook het geeft me wel moed. Maar zon denker als ik nou eenmaal ben, zo nuchter is zij in haar bestaan. Mijn nieuwe leven waar ik langzaamaan aan wen, en begint mijn vrije dag vrij en laat mijn zorgen lekker gaan! Goed ontbijtje joh!
Waarom kan ik niet meer zeggen Dat ik echt van je houd, Dat ik je echt nog wel vertrouw.. Dat ik alleen om jou nog leef, Dat ik het je allemaal vergeef..
Maar dat zijn allemaal verboden woorden.. Alsof je helemaal niet in mijn leven hoorde, Je was zo opeens verdwenen.. En weer opnieuw verschenen..
Maar ik kan niet zeggen Dat ik je miste, Dat ik maar in het verleden giste.. Want dan verpest ik alles weer, Dan denk jij dat ik niet van mijn fouten leer.. Maar dit was geen fout, Het voelde goed.. Wat zo iemand als jij met me doet..
Maar dat alles is verleden tijd.. Nu ga ik verder met mijn leven, Er is weer een zorg van mn lijstje afschreven.. Die verboden woorden zullen altijd blijven bestaan, Want ik hoop nog steeds dat jij nooit meer uit mijn leven zal gaan.. -----------------------------------------------------------------------------------------
Ik zou je nooit Opzettelijk pijn doen Toch heb ik je pijn gedaan Toen..
Niet doorgehad Niet gewild Woorden zijn woorden Niet iets dat de pijn stilt
Je betekent zo veel Zo veel, voor mij Pijn zal vervagen met de tijd Hopelijk is het Nog niet voorbij!
Want wat ik dan zou moeten doen Weet ik echt niet Dan zouden er 2 harten zijn Gebroken, alleen.. Met veel verdriet
Ik hou zoveel van je!! Dat meen ik echt.. Ik zal er altijd voor je zijn, altijd Of het nou goed gaat Of slecht..
Ik zal er zijn Echt waar.. Ik zal er zijn.. Ik zal er altijd zijn. --------------------------------
Vriendschap
Vriendschap
Een vriend is iemand die je vertrouwt Iemand waar je heel je heel van houdt Een vriend is iemand waartegen je alles kan vertellen Dat als er iets is je altijd kan bellen Een vriend in iemand waarmee je lol maakt Waarvan de liefde van hem je diep raakt Een vriend in iemand waarmee je geheimen kan delen En de liefde die je voor hem hebt niemand kan stelen Zon vriend heb je nog nooit gevonden Waarmee je zo bent gebonden Je blijft altijd zijn vriend Want zon vriend heeft hij wel verdient De vriendschap die jullie hebben is heel bijzonder Dat je zon vriend heb is een wonder ---------------------------------------------------------------------
.....vriendschap
Bij vreugde en verdriet fijn vrienschap om je heen, Zonder vrienden gaat dat niet. Samen ben je een.
Vriendschap kan je zo omarmen, dat veilig en vertrouwd voelt, Het kan je hart voor altijd warmen. Daar is vriendschap voor bedoeld. ------------------------------------------------------- jepico
Je kus op mijn mond weer zo vertrouwd, Dat is hetzelfde gevoel als dat je van iemand houdt. Je handen weer op mijn huid zo fijn, Het voelt zoals het toen moest zijn.
Je weet precies waar me aan te raken , zo goed Maar waardoor ik de deur weer achter me dicht trekken moet. Mijn hart weer open die nacht vol liefde en genot zoals toen, Maar we horen niet bij elkaar en geef je die laatste zoen.
Onze wegen kruiste weer maar moeten onze eigen weg begaan, Waardoor we er weer alleen voor staan. Weer onze eigen toekomst bouwen, maar in ons hart hebben we elkaars vertrouwen.
Nooit bij elkaar maar wel in gedachten, Die altijd naar elkaar zullen smachten. jepico
Vriendschap Vriendschap betekend niet voor jou, Dat je om iemand geeft, Dat je het beste voor die gene voor hebt, Zulke woorden ken je niet!
De woorden die jij kent zijn ik ik ik, Je zat bij mij in de klas, Je had me nodig, Anders zat je alleen, Vriendschap nee! Je had me nodig,
Andere school andere klas, Je zei we blijven vrienden, In het begin had je me nodig, Je was onzeker, Later ontmoete je een leuke klasgenoot, Je zei ik vergeet je niet, Nee je wilde me nooit spreken, Nooit meer samen,
Spijt ja dat zei je, Maar wat deed je nu?het volgende jaar? Presies het zelfde, Vriendschap betekend niets voor jou,
Meid je gebruikt mensen, Vriendinnen heb je niet nee, Mensen die je nodig hebt daar ga jij mee om! jepico
Het boertje Er was eens een dorp waarin alléén rijke boeren woonden, en maar één arme, en die noemden ze "Boertje". Hij had niet eens een koe, en geld om er één te kopen nog minder: en hij en zijn vrouw hadden er zo graag één gehad. Op een keer zei hij tot haar: "Daar heb ik een goed idee, we hebben onze neef de meubelmaker; die moest eens een houten kalf voor ons maken en dat bruin verven, zodat het er net uit ziet als een echt kalf, mettertijd wordt het wel groot en wordt het een koe." Dat vond de vrouw ook, en neef de meubelmaker schaafde en timmerde het kalf in elkaar, verfde het op zoals 't moest, en maakte 't met z'n kop naar beneden alsof het graasde. Toen de koeien de volgende morgen naar buiten werden gelaten, riep Boertje de herder aan en zei: "Kijk, daar heb ik een kalfje, maar 't is nog heel klein, je moet het dragen." De herder zei: "Al goed!" nam het in zijn arm, droeg het naar buiten naar de wei en zetten het in 't gras. Het kalfje bleef aldoor maar staan alsof het graasde, en de herder zei: "Hij zal gauw lopen, kijk hem al grazen!" 's avonds toen hij de kudde weer naar huis wou leiden, zei hij tegen het kalf: "Als je daar kunt staan en aldoor eten, dan kun je best op je vier poten lopen, ik ga je niet meer op de arm sjouwen." Boertje stond voor de deur en wachtte op zijn kalfje; toen de koeherder door het dorp kwam, en 't kalfje er niet bij was vroeg hij ernaar. De herder antwoordde: "Dat staat nog aldoor buiten te grazen, het wou niet uitscheiden en 't wou niet mee." Maar Boertje zei: "Och kom, ik moet toch mijn vee hebben!" Toen gingen ze samen terug naar de wei, maar iemand had het kalf gestolen, en nu was het weg. De herder zei: "Hij zal verdwaald zijn." Maar Boertje zei: "Dat gaat zo niet!" en hij bracht de herder voor de rechter, die veroordeelde hem wegens nalatigheid, zodat hij Boertje voor 't verloren kalf een koe moest geven. Nu hadden Boertje en zijn vrouw de lang gewense koe. Ze verheugden zich geweldig, maar ze hadden geen voer en konden hem niets te eten geven, zodat hij weldra geslacht moest worden. Het vlees werd ingezouten, en Boertje ging naar de stad om daar de huid te verkopen, en dan wou hij voor de opbrengst een nieuw kalfje bestellen. Onderweg kwam hij langs een molen. Daar zag hij een raaf met gebroken vleugels, die raapte hij uit medelijden op en wikkelde hem in de huid. Maar het was slecht weer, wind en regen en storm; hij kon niet verder, ging weer naar de molen en vroeg om een nachtverblijf. De molenares was alleen thuis en zei tegen Boertje: "Ga daar maar op 't stro liggen," en ze gaf hem een stuk brood met wat kaas,. Boertje at en ging liggen, de koeiehuid naast zich, en de vrouw dacht: "Die is moe en slaat wel." Intussen kwam de pastoor, de molenares ontving hem hartelijk en zei: "MIjn man is uit, we zullen het ervan nemen!" Boertje keek op, en toen hij van dat plan hoorde, ergerde hij zich, omdat hij alleen een stuk brood met kaar gekregen had. De vrouw ging klaarzetten en diste van alles op, wild, sla, taart en wijn. Terwijl ze gingen zitten op te gaan eten, werd er buiten geklopt. "Och hemel!" riep de vrouw, "daar is mijn man!" Vlug verstopte ze het wild in de kachel, de wijnfles onder 't kussen, de sla op 't bed, de taart onder 't bed en de pastoor in de kast op op de deel. Toen deed ze haar man open en zei: "Heerlijk dat je weer thuis bent! Wat een weer, 't is of de wereld vergaat!" De molenaar zag Boertje in 't stro liggen en vroeg: "Wat wil die kerel?" "Och, zei de vrouw, "dat arme ventje kwam in storm en regen en vroeg om een nachtverblijf, toen heb ik hem een stuk brood met kaas gegeven en hem 't stro geweren." De man zei: "Ik heb er niets tegen, maar geef me gauw wat eten. Ik ben met alles tevreden," zei de man, 'brood met kaas voor mijn part!" en hij keek Boertje aan en riep: "Kom aan tafel en eet nog eens mee." Boertje liet zich dat geen tweemaal zeggen, stond op en at mee. Daarna zag de molenaar de koeiehuid op de grond liggen, waar die raaf nog in zat, en vroeg: "Wat heb je daar?" Antwoordde Boertje: "Daar heb ik een waarzegger in." "Kan die voor mij ook waarzeggen?" zei de molenaar. "Waarom niet", antwoordde Boertje, "maar hij zegt alleen vier dingen, en 't vijfde houdt hij vóór zich. De molenaar was nieuwsgierig en zei: "Laat hem eens waarzeggen." Toen drukte Boertje de raaf op zijn kop, zodat hij kraste en krr, krr! zei. De molenaar zei: "Wat zegt hij nu?" Boertje antwoordde: "Ten eerste heeft hij gezegd, dat er wijn was onder 't hoofdkussen." "Te koekoek!" zei de molenaar, ging ernaar toe en vond de wijn. "Verder!" zei de molenaar. Boertje liet de raaf weer krassen en zei: "Nu heeft hij ten tweede gezegd, er was wild in de kachel." "Te koekoek!" zei de molenaar weer, en stond op en vond het wildbraad. Broertje liet de raaf nog eens waarzeggen en zei: "Ten derde heeft hij gezegd dat er sla was op 't bed." "Dat zou te koekoe..." zei de molenaar, ging erheen en vond de sla. Tenslotte trapte Boertje de raaf nog eens, zodat hij knorde, en zei: "Ten vierde heeft hij gezegd, er was een taart onder 't bed. "Dat zou nu te koekoek.." zei de molenaar en hij vond de taart. Nu gingen ze samen aan tafel zitten, maar de molenares kreeg een vreselijke angst; ze ging in bed liggen en nam alle sleutels mee in bed. De molenaar had graaf nog het vijfde geweten ook, maar Boertje zei: "Eerst zullen we deze vier dingen kalm gaan eten, want het vijfde is erger." Zo aten ze. Daarna gingen ze onderhandelen, hoeveel de molenaar geven wou voor de vijfde waarzeggerij, tot ze het eens werden over driehonderd daalders. Toen drukte Boertje de raaf nog eens zo hard op zijn kop, dat hij luid kraste. De molenaar vroeg: "Wat zegt hij nu?" Boertje antwoordde: in de kast op de deel, daarin zit de duivel verstopt!" De molenaar zei: "Eruit met de duivel!" en hij deed de huisdeur open, maar de vrouw moest eerst de sleutels afgeven, en Boertje sloot de deelkast open. De pastoor vloog naar buiten, zo gauw als hij kon, en de molenaar sprak: "Ik heb die zwarte kerel met eigen ogen gezien: het was zo!" Maar Boertje maakte zich de volgende morgen bij 't eerste ochtendgloren met de driehonderd daalders uit de voeten. Thuis zette Boertje een hoge borst, buwde een aardig huis, en de boeren zeiden: "Boertje is zeker daar geweest waar de gouden sneeuw valt en men het geld met volle schepels in huis draagt." Toen werd Boertje bij de rechter geroepen en hij moest vertellen waar hij zo rijk van geworden was. Eindelijk antwoordde hij: "Ik heb de huid van de koe in de stad verkocht voor driehonderd daalder!" Toen de boeren dat hoorden, wilden ze ook van dat grote voordeel genieten; ze liepen naar huis, sloegen al hun koeien dood, trokken er de huid af, om die in de stad te verkopen met grote winst. De rechter zei: "Maar mijn dienstmeid moet het eerst gaan." Toen zij bij de koopman in de stad kwam, gaf hij haar niet meer dan drie daalders voor een koeiehuid, maar toen er nog meer kwamen, gaf hij hun niet eens zoveel en zei: "Wat moet ik met al die koeiehuiden beginnen?" Nu waren de boeren boos, omdat het Boertje hem zo bij de neus had gehad; ze wilden wraak nemen en klaagden hem aan bij de rechter, wegens bedrog. Het onschuldige Boertje werd eenstemmig ter dod veroordeeld, hij moest in een vat vol gaten in 't water worden gerold. Boertje werd naar buiten gebracht en er werd een geestelijke gehaald, en die moest een zielemis voor hem lezen. De anderen moesten allemaal weggaan en terwijl Boertje de geestelijke aanzag, herkende hij de pastoor die bij de molenaares geweest was. En hij zei tegen hem: 'Hoor eens, ik heb u uit de kast bevrijd, bevrijd u mij van het vat." Nu ging juist de schaapherder langs met een kudde schapen, van wie Boertje wist, dat hij al lang graag rechter was geworden, en hij riep uit alle macht: "Nee, dat doe ik niet! En al wou de hele wereld het: ik doe het niet!" De schaapherder hoorde dat en kwam eraan, en vroeg, "Wat is er?" Wat wilde je niet doen?" Boertje zei: "Nu willen ze mij tot rechter maken, als ik in dat vat ga zitten. Maar ik doe het niet!" De schaapherder zei: "Als het anders niet is, om rechter te worden, dan wil ik meteen wel in dat vat gaan zitten!" Boertje zei: "Ga je erin, dan word je ook rechter." Dat vond de schaapherder best, hij ging erin, en Boertje sloeg het deksel dicht. Dan nam hij de kudde van de schaapherder en dreef die verder. En de pastoor ging naar de gemeente en zei dat de zielemis gelezen was. De mensen kwamen eraan, rolden het vat naar 't water, toen 't vat begon te rollen, riep de schaapherder: "Ik wil immers graag rechter worden." Ze dachten natuurlijk dat Boertje zo schreeuwde, en ze zeiden: "Dat vinden wij ook, maar eerst moet je daar beneden maar eens rondkijken," en ze rolden het vat het water in. Daarop gingen de boeren naar huis, en toen ze naar 't dorp gingen, kwam daar ook Boertje heen, dreef een kudde schapen rustig voort en was heel tevreden. Daar verbaasden de boeren zich over en zeiden: "Boertje! Waar kom jij vandaan? Kom je uit 't water?" "Zeker," zei het Boertje, "Ik ben gezonken, dieper, heel diep. Eindelijk kwam ik op de grond. Ik stootte de bodem uit 't vat, ik kroop eruit, er waren prachtige weilanden, waarop lammeren weidden, daar heb ik die kudde van meegevracht." De boeren vroegen: "Zijn er daar nog meer?" "Zeker! zei Boertje, "meer dan je gebruiken kunt." Toen spraken de boeren af, dat ze zich daar ook schapen gingen halen; ieder een kudde,; maar de rechter zie: "Dan ik eerst!" ZE gingen allemaal samen naar 't water, en toen riepen de boeren: "We zien de schapen al op de grond!" De rechter drong naar voren en zei: "Ik wil eerst naar beneden en rondkijken, als 't goed is, zal ik jullie roepen." Hij sprong erin; het water zei: "plomp". En ze dachten allemaal dat hij "kom" riep. En de hele troep stortte zich er haastig in. Nu was 't dorp uitgestorven, Boertje de enige erfenaam en een rijk man. jepico