Men mag vooral koliek niet verwarren met de voorbereiding van de verlossing, zodat men koliek met haar oorsprong in de baarmoeder zou gaan toeschrijven aan stoornissen in het spijsverteringskanaal. Verder moet men de lichte stoornissen, veroorzaakt door het veulen“ dat wat te geweldig speelt ” niet verwarren met echte baarmoederkolieken.
Sommige merries zijn voorbeschikt voor baarmoederkolieken, doet er zich dikwijls koliek voor dan bestaat er waarschijnlijk een bestendige oorzaak.
Baarmoederkoliek is tamelijk kenmerkend en gemakkelijk te onderscheiden van andere koliek: de merrie staat om zo te zeggen aan de grond genageld, krabt wat met de voorpoten, wentelt zich een paar keer, staat op en gaat weer liggen. Ze schijnt ontlasting of verlichting te voelen door met de buik op het strobed te liggen; de mest blijft normaal en er bestaat geen frequente neiging tot urinelozen, wat bij spijsverteringskolieken wel steeds het geval is.
Gaat het om spijsverteringskolieken, dan dienen die als dusdanig behandeld. (Dierenarts)
Dit komt veel voor, zonder schadelijke gevolgen, want in vele gevallen heeft het veulen toch maar een normaal volume of omvang, en schept dit geen problemen.
De oorzaak hiervan dient opgezocht. Het kan een niet ophouden der urine zijn, een slepende schedeontsteking of de uitvloei kan haar oorsprong hebben in de baarmoeder. Uitvloei kan ook het voorteken zijn van een verwerping: is hij korrelig en fel riekend, dan kan men besluiten dat het veulen dood is.
* De merrie laat haar melk lopen, verschillende dagen voor de geboorte.
Dit is dikwijls te wijten aan afwijkingen in de vruchtvliezen of het vruchtwater. In dat geval moet men vrezen op een zwak, minder leefbaar veulen. Toch gebeurt het nogal dat alles toch normaal verloopt.
Oorzaak hiervan kan zijn een tweelingdracht, een begingend verwerpen, afwijkingen bij de vruchtvliezen en dan vooral een gedeeltelijk loskomen ervan. Een licht opzetten van de uier, dat slechts een paar dagen aanhoudt, heeft gewoonlijk geen schadelijke gevolgen. Wordt de uier integendeel steeds groter, dan wanneer de dracht de 9de maandniet heeft overschreden, danis verwerpen of een voortijdige geboorte de regel. Degeboorte van een normaal ontwikkeld en sterk veulen is dan ook zeer problematisch.
En nu maar lekker mijn eerste melk (biestmelk) als beloning. Begin van de geboorte tot aan het eerste zuigen van het veulen heeft 40 min. in beslag genomen.
Het veulen gaat nu voor het eerst ademen. De blaas moet men nu openen mocht dit nog niet gebeurt zijn bij het door de geboortewegen komen van de voorbenen.
……Wanneer de schouders door de geboortewegen zijn is het veulen met het halve lichaam buiten. Op dit ogenblik gebeurt het eerste ademen van het veulen, gedurende een kort ophouden der weeën. Het meest vooruitstekende hoefje heeft de blaas reeds doorboort, mocht dit niet het geval zijn dan moet men de blaas openen. De weeën hernemen en moeten nu een nieuwe weerstand overwinnen, bij de doorgang van de achterhand van het veulen. Nu wordt de tussenkomst van de eventuele helper iets sterker en trekt men aan beide poten in de richting van de spronggewrichten van de moeder. Weldra voelt men de weerstand iets toegeven en matigt men de trekkracht om het veulen niet uit zijn moeder te rukken. De tussenkomst wordt derwijze geregeld dat de achterpoten van het veulen in het bekken blijven steken, zodat de merrie de illusie krijgt dat de geboorte nog niet af is en voorlopig dan ook blijft liggen…..
De tijd van de veulentjes is weer aangebroken. Ik wil nog iets vertellen over de geboorte van het veulen. Zie voorgaande artikels "Geboorte". Na het breken van de waterblaas komt de tweede waterblaas of pootjesblaas te voorschijn. Deze blaas is doorschijnend en spoedig ziet men één hoefje en dan verschijnt het tweede hoefje. De zoolvlakte van het eerste hoefje moet naar beneden gericht zijn, en het tweede dient zich in dezelfde positie aan te bieden, is zulks het geval dan heeft men een voorste ligging. Het tweede pootje niet bij trekken op gelijke hoogte met het eerste pootje. Het is door het achterblijven van het tweede pootje dat de schouder schuin door de geboortewegen komt. Het tweede pootje mag men maar op gelijke hoogte brengen wanneer de neus van het veulen zichtbaar wordt, hierdoor trekt men de schouder door de geboortewegen, wat bij de eerste poot vanzelf gebeurde, en op die manier doet men de natuur na......
Foto 1. Normale ligging veulen kort voor de geboorte.