* De zichtbare hoefjes hebben de zoolvlakte naar boven gericht.
1. Het is een normale achterste ligging of voorste waarbij het veulen op de rug ligt.In het eerste geval moet men op het gepaste ogenblik, snel en met behoorlijke trekkracht trachten het veulen naar buiten te krijgen; de strikken worden om de poten bevestigd en, voor men gaat trekken, moet men er zich van vergewissen dat de staart tussen de billen ligt en niet teruggeplooid over de rug gebogen ligt, want dit bemoeilijkt in hoge mate de doorgang dooreen het bekken. Gezien de kop van het veulen hier het laatst naar buiten komt, dient snel gewerkt omdat het diertje stikt, indien het langer in de geboortewegen vertoeft.
En toch zijn er geen weeën en is er niets van het veulen te zien. Men wacht wat af en gaat dan voelen of de baarmoederhals wel goed open is en hoe het veulen ligt. Het veulen kan inderdaad dood zijn of een verkeerde ligging hebben. Zijn er integendeel hevige weeën dan dient onmiddellijk onderzocht wat er hapert.
Men mag vooral koliek niet verwarren met de voorbereiding van de verlossing, zodat men koliek met haar oorsprong in de baarmoeder zou gaan toeschrijven aan stoornissen in het spijsverteringskanaal. Verder moet men de lichte stoornissen, veroorzaakt door het veulen“ dat wat te geweldig speelt ” niet verwarren met echte baarmoederkolieken.
Sommige merries zijn voorbeschikt voor baarmoederkolieken, doet er zich dikwijls koliek voor dan bestaat er waarschijnlijk een bestendige oorzaak.
Baarmoederkoliek is tamelijk kenmerkend en gemakkelijk te onderscheiden van andere koliek: de merrie staat om zo te zeggen aan de grond genageld, krabt wat met de voorpoten, wentelt zich een paar keer, staat op en gaat weer liggen. Ze schijnt ontlasting of verlichting te voelen door met de buik op het strobed te liggen; de mest blijft normaal en er bestaat geen frequente neiging tot urinelozen, wat bij spijsverteringskolieken wel steeds het geval is.
Gaat het om spijsverteringskolieken, dan dienen die als dusdanig behandeld. (Dierenarts)
Dit komt veel voor, zonder schadelijke gevolgen, want in vele gevallen heeft het veulen toch maar een normaal volume of omvang, en schept dit geen problemen.
De oorzaak hiervan dient opgezocht. Het kan een niet ophouden der urine zijn, een slepende schedeontsteking of de uitvloei kan haar oorsprong hebben in de baarmoeder. Uitvloei kan ook het voorteken zijn van een verwerping: is hij korrelig en fel riekend, dan kan men besluiten dat het veulen dood is.
* De merrie laat haar melk lopen, verschillende dagen voor de geboorte.
Dit is dikwijls te wijten aan afwijkingen in de vruchtvliezen of het vruchtwater. In dat geval moet men vrezen op een zwak, minder leefbaar veulen. Toch gebeurt het nogal dat alles toch normaal verloopt.
Oorzaak hiervan kan zijn een tweelingdracht, een begingend verwerpen, afwijkingen bij de vruchtvliezen en dan vooral een gedeeltelijk loskomen ervan. Een licht opzetten van de uier, dat slechts een paar dagen aanhoudt, heeft gewoonlijk geen schadelijke gevolgen. Wordt de uier integendeel steeds groter, dan wanneer de dracht de 9de maandniet heeft overschreden, danis verwerpen of een voortijdige geboorte de regel. Degeboorte van een normaal ontwikkeld en sterk veulen is dan ook zeer problematisch.
En nu maar lekker mijn eerste melk (biestmelk) als beloning. Begin van de geboorte tot aan het eerste zuigen van het veulen heeft 40 min. in beslag genomen.
Het veulen gaat nu voor het eerst ademen. De blaas moet men nu openen mocht dit nog niet gebeurt zijn bij het door de geboortewegen komen van de voorbenen.