Wat gek, je hebt geen lichaam meer; ik kan nog steeds er niet aan wennen dat het zo is en ik vraag je weer: 'hoe ik je moet herkennen
als je plotseling voor me staat en je stralend aan mij toont, thuis, in de winkels of op straat en ik niet zie waarin je woont?'
toch ben je voelbaar in alle vormen, in al het zijnde om mij heen; je overschrijdt dus alle normen waarin je ooit aan mij verscheen.
hoe goed moet ik nu leren kijken diep in mijzelf, waarin jij leeft, door recht te gaan en niet te wijken
voor wat het denken aan sluiers weeft en mij belet naar jou te kijken en niet ontvangt wat je aan mij geeft:
een hart zo vol van liefdelicht, het leven dat zichzelf leeft, stralend geluk, oneindig zicht.
|