Er was eens een jongetje ... dat speelde in een boom Hij streelde de bladeren het leek wel een droom.
En zat alles hem tegen ... dan klom hij heel hoog tot helemaal in het topje waar de ellende niets meer woog .
De boom hield zielsveel van het jongetje, dat elke dag naar hem toekwam. In de herfst raapte de jongen trouw alle blaadjes op. Daarvan maakte hij een kroon en als een echte heerser liep hij dan door het woud. Op het einde van de zomer klom het jongetje in de boom. Hij ging dan hoog in de kruin zitten en smikkelde van de appels die hij onderweg had geplukt. In de winter wreef het jongetje over de bast van de boom om hem wat op te warmen. In de lente speelden de boom en het jongetje verstoppertje. En als het jongetje van al dat spelen te moe werd, deed hij een heerlijk dutje in de schaduw van het fonkelnieuw, helgroene bladerdek.
De tijd ging voorbij en ze waren allebei heel gelukkig.
Het jongetje werd ouder en deelde al zijn geheimen met de boom. Onder zijn takken gaf de jongen al heel snel zijn eerste liefje het eerste kusje. Van toen veranderde er wat. De boom bleef meer en meer alleen ...
Op een dag kwam de jongen eindelijk terug. De boom was blij en zei: Kom, mijn kind, klim nog eens in me en zet je neer op één van mijn takken. Eet wat appels in de schaduw van mijn bladeren. Speel en wees gelukkig.
De jongen antwoordde: Hela, let eens op je woorden! Ik ben geen kind meer! Ik hou niet meer van klimmen en spelen. Ik heb nu andere dingen nodig en moet me op een andere manier amuseren. Ik heb geld nodig. Als jij er hebt, geef het dan maar.
Het spijt me verschrikkelijk, zei de boom, geld heb ik niet. Mijn bladeren en mijn appels zijn alles wat ik heb. Pluk mijn appels, breng ze naar de stad en verkoop ze. Zo kan je geld verdienen. Dat maakt je misschien gelukkig.
De jongen deed wat de boom voorstelde. Hij klom in de boom, plukte de appels en bracht ze naar de stad. Hij verdiende geld en de boom was gelukkig.
De tijd ging voorbij... en de jongen, die ondertussen een jongeman was geworden, daagde niet meer op. De boom treurde .
Een hele tijd later kwam de jongeman toch weer bij de boom. De boom trilde van blijdschap en zei: Kom, mijn kind, klim nog eens in me en geniet zoals vroeger.
Ik ben gehaast, bromde de jongeman, ik heb geen tijd om in bomen te klimmen. Ik wil een huis bouwen. Een warm nest, een comfortabele thuis. Daarna ga ik op zoek naar een vrouw om uiteindelijk te trouwen en kinderen te krijgen.
Ik kan jou geen huis geven, glimlachte de boom, maar je mag mijn takken afzagen. Daarmee kan je een huis bouwen. Hopelijk ben je dan heel gelukkig.
En de jongeman zaagde alle takken van de boom. Hij bouwde er een huis mee. De boom, die nu nog alleen maar een kale paal was, glunderde ...
De tijd ging voorbij en de jongeman werd een man. Hij zette geen voet meer in de dichte of wijde omgeving van de boom. Het was net of hij de boom helemaal vergeten was.
Na vele jaren kwam de man toch weer bij de boom. Die was intens gelukkig en fluisterde: Kom, mijn kind, klim nog eens in me en speel een beetje.
Och, zei de man, ik ben toch veel te oud en te triestig om nog te kunnen spelen. Als ik een boot had, dan zou ik heel ver wegvaren. Dàn zou ik wel gelukkig zijn. Heb jij een boot?
Hak mij om en gebruik mijn stam voor jouw boot, antwoordde de boom. Vaar daarmee over de zeeën en de oceanen. Ik wil dat je heel gelukkig wordt.
De oudere man hakte de boom om. Alleen de stronk bleef over. Hij maakte een boot en voer weg. De boom bleef achter ...
De tijd ging voorbij en na vele jaren kwam de man, een kromme grijsaard, opnieuw bij de stronk.
Het spijt me, mijn kind, zei de stronk, maar nu heb ik echt niets meer om te geven. Ik heb geen appels meer.
Geeft niet ... zei de grijsaard zacht, ... mijn tanden zijn niet meer sterk genoeg om appels te eten.
Ik heb ook geen takken meer ... zei de boom. Geeft niet ... zei de grijsaard zacht, ... ik ben nu te oud om op takken te zitten, mijn rug zou te veel pijn doen.
Ik heb zelfs geen stam meer ... zei de boom. Ach ... ik ben té moe ... fluisterde de grijsaard, ... te moe om nog op een stam te kunnen klimmen.
Wat vind ik het spijtig... zei de boom, ...dat ik nu echt niets meer heb om jou aan te bieden. Het enige wat van mij over blijft is een oude, verweerde wortelwirwar. Sorry ...
Ik heb niet veel meer nodig dan een steuntje om op te zitten ... zei de grijsaard zacht, ... een kalm en stil hoekje om te rusten.
Als dat zo is ... zei de stronk, terwijl hij diep adem haalde en probeerde om er zo sterk mogelijk uit te zien, ... dan kan ik je toch nog van dienst zijn. Kom op mij zitten en rust.
Geen ogenblik later lag de grijsaard zalig te ronken in de warme wortel-armen van de boom ...
Reacties op bericht (1)
25-05-2005
Prachtig!
Klaverke, wat is dit prachtig. Ik ging totaal op in het verhaal. Net een sprookje! Zal het kind in mij wel zijn, dat zich daarin verliest. Blijf schrijven, zodat ik mij kan verliezen!
Michelly
Als je een andere site wil bezoeken raad ik aan om deze muziek uit te zetten anders hoor je steeds de muziek van het blog en NIET van de WEBSITE . Hoe zet je de muziek juist af ??? Klik op de eerste knop ( met twee streepjes) in onderstaande balk om te onderbreken en dan op de tweede knop ( vierkantje ) om volledig te stoppen ! Veel surf plezier !
KLIK op de AFBEELDING hieronder om naar KLAVERKE' S WEBSITE te gaan . VERGEET NIET om de MUZIEK UIT TE ZETTEN anders hoor je steeds de muziek van het blog EN NIET VAN DE WEBSITE ! ! !