Toen Jezus temidden van de menigte langs me liep, raakte ik Zijn mantel aan.
Een schok van warmte en leven stroomde door mij heen.
Ik deed mijn ogen stevig dicht en onmiddellijk waren er tranen aan mijn wimpers.
Voordat ik in verwondering ook maar iets kon fluisteren, hoorde ik Hem zeggen:
'Wie heeft Mij aangeraakt?'
Alles stopte. Ik barstte bijna in lachen uit.
Natuurlijk wist Hij het.
De menigte vroeg zich af wat Hij bedoelde en sommigen dreven zelfs de spot met Zijn vraag.
Ondertussen keek Hij me aan met ogen die vol begrip waren. Ik had zojuist mijn onbeschrijfelijke pijn verwisseld voor Zijn oneindige leven.
Andere genezers hadden duizenden vragen gesteld die ik niet kon beantwoorden;
Hij stelde er maar één waarop ik een antwoord moest geven.
Ik stond voor Hem en in de bezieling van Zijn aanvaarding vertelde ik mijn verhaal,
zonder me te schamen voor mijn verleden.
Hij gebruikte mijn vlammetje van geloof om een wonder in mij te bewerkstelligen.
De pijnlijke last die me, gebroken, naar Jezus dreef,
beschouw ik nu als een cadeau waar ik eeuwig dankbaar voor ben.
Zijn genezing ging ver uit boven wat ik ooit had durven hopen!
Jezus kan je gebrokenheid genezen, maar eerst moet je Hem aanraken.
In welk opzicht ben je nog steeds een zieke? Hoe kun je een genezer worden?
|