Reis naar de Dordogne 23 – 30 juni 2019
Onder de deskundige leiding van Hugo en Annie vertrokken we, zoals gebruikelijk in de vroege ochtend, met een ruime bus naar de Périgord, de streeknaam voor het departement Dordogne.
Onderweg bezochten we de ruïnes van het dorp Oradour-sur-Glane, een uithangbord voor de wreedheid van de oorlog en in het bijzonder van het Nazi-regime. In sterk contrast hiermee kwamen we daarna op onze eindbestemming Vitrac, een onooglijk dorpje met een charmant hotel “Plaisance” zijn naam waardig, gelegen aan de Dordogne rivier.
Meteen kregen we een voorproefje van wat ons de hele reis door te wachten stond: na de lokale aperitief op basis van okkernoten, een culinaire maaltijd, drank inbegrepen. Waar we ook naar toe gingen - zelfs in dorpjes waar je niet zou vermoeden dat er zelfs maar iets te eten wàs- we kregen elke middag een succulente maaltijd voorgeschoteld. En ‘s avonds volgde dan nog het 4-gangen hoogtepunt in de Plaisance. Het moet een frustrerende reis geweest zijn voor wie op dieet stond. Maar ik had niet de indruk dat er zo iemand bij was…
Vlakbij Vitrac bezochten we het oude dorpje La Roque-Gageac, anderhalve straat groot, geplakt tegen een klip langs de Dordogne..Tijdens de boottocht die er op volgde merkten we dat de rivier bezaaid was met waterplantjes die allen bekroond waren met een wit bloempje.. Het gaf de rivier een “tuinlijk” uitzicht.
Vanaf dan begon wat de lokale krant blokletterde als : “La région sous un soleil de plomb”. We haalden verder in de week tot 41 graden, Celcius wel te verstaan.
We bezochten verscheidene pelgrimssteden, die eertijds bij een klooster ontstonden doordat er iemand een relikwie van een heilige naar toe bracht. Hierbij was men niet wars van enige fantasie, maar het resultaat was wel dat er een bloeiende handel ontstond die welvaart bracht en leidde tot prachtige bouwwerken in- en op de kalkrotsen. Een schitterend voorbeeld was Rocamadour, een stadje in 3 boven elkaar gelegen stukken gebouwd.
De meeste van de kerken die we er zagen waren indrukwekkend groot, maar sober. Dit laatste was vooral het gevolg van de 100-jarige oorlog tussen Frankrijk en Engeland (1337 – 1453), waarbij de huurlingen van beide legers roofden naar believen. De mensen beveiligden zich daar tegen door het bouwen van vestingsteden of “bastides”., die uiteraard, net zoals de vele kastelen, gebouwd werden op de toppen van de klippen . Vele daarvan, waaronder die van Domme, zijn uitstekend bewaard gebleven.
In de typisch Franse tuin met strakke buxus van Eyrignac leerden we het verschil tussen een pelouse en een gazon. Bij het luxueuze kasteel van Milandes, waar ooit Josephine Baker woonde, konden we de bloemenpracht van een Engelse tuin op een heuvel bewonderen, We kregen er ook een show met dieren die voor de jacht ingezet worden: een havik, diverse uilen, een visarend en een fret.
Een hoogtepunt van de reis was ongetwijfeld de grot(ten) van Lascaux. We bezochten de vierde(!) copie van de originele grot. Het staat bovengronds in een prachtig gebouw dat opgaat in de omringende natuur en uitgerust is met de meest moderne apparatuur. Maar het doel van de duizenden tekeningen van vrnl. paarden, runderen en herten in die uitgestrekte grot van soms amper een meter hoog, blijft een mysterie.
Op de uitstap naar het zuidelijker departement Lot-et-Garonne, werden we uitvoerig ingelicht over de productie van foie gras, de ganzen- en eendenlever. De gezwollen lever, veroorzaakt door gedwongen voeding met mais of vijgen, blijkt grotendeels overeen te komen met de lever die ze hebben vóór ze in de natuur hun lange trek beginnen. En als ze de dieren na die gedwongen voeding vrij laten lopen, herstelt de lever zich na 2 weken. Dat laatste hebben we niet kunnen nagaan, maar de smaak van de vele proef-hapjes op het einde van het bezoek wel. En dat viel best mee.
De vriendelijke lokale bevolking is fier op hun streek, hun 1001 kastelen en vooral op hun streektaal het Occitaans, dat gesproken wordt ten zuiden van Limoges.. De oude benaming ervan is ” la langue d’Oc” , vandaar de naam van het departement Languedoc.
Op de terugreis ervoeren we nog een knap staaltje organisatietalent van het KVE-bestuur : ondanks een lekke band onderweg kwamen we precies op tijd in Kontich aan.
Leo S
Dag 1
|