Leer en Gedragsproblemen
Leer en Gedragsproblemen
Leer en Gedragsproblemen. ADHD, ADD, PDD-Nos, Autisme, ASS, Asperger, ODD-CD, NLD, Borderline, Hechtingsstoornis/probleem, Hoogbegaafd, Faalangst.
Inhoud blog
  • Hechtingsstoornis
  • Gehechtheid bij kinderen
  • Reactieve hechtingsstoornis
  • Brochures en Lezingen van De Knoop over Hechtingsproblemen
  • Beslissingen over kinderen in problematische opvoedingssituaties: inzichten uit gehechtheidsonderzoek
    We zijn de 51de week van 2024
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    claudette61
    blog.seniorennet.be/claudet
    Startpagina !
    Blog als favoriet !
    Zoeken in blog

    Foto
    agenda

    Belangrijke data in mijn agenda

    Nieuws VRT NWS
  • 7 tips van Kristel Verbeke voor een betaalbaarder eindejaar: "Betaal zoveel mogelijk met cash geld"
  • 'Astro bot' is game van het jaar, ook Belgisch 'Baldur's gate 3' opnieuw in de prijzen
  • Tips voor een brandveilig eindejaar: "Steek geen verlengsnoeren of stekkerdozen in elkaar"
  • "We durven elkaar niet aanspreken als we dronken achter het stuur kruipen": VIAS wijst op Vlaamse mentaliteit rond alcohol in verkeer
  • Zelenski in Brussel voor overleg met NAVO-baas Rutte en "andere big boys": wat staat er op het spel?
  • Anderlecht verbiedt minderjarigen uit Kuregem om buiten te komen op oudejaarsavond
  • Actrice Joey Kwan voelde zich eenzaam als jonge mantelzorger: "Het werd een soort obsessie om het alleen te kunnen, terwijl ik hulp kon vragen" 
  • Van 'Top gun'-luitenant tot echte militaire held: Tom Cruise krijgt hoge onderscheiding van Amerikaanse marine
  • Koffieprijs blijft stijgen: Colruyt bestelt voorlopig geen koffie meer bij Douwe Egberts 
  • 47 jonge relschoppers krijgen huisarrest met oudjaar in Antwerpen
    03-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hechtingsstoornis

    Hechtingstoornissen

    Ken je iemand in je omgeving die het heeft? Ooit een relatie of vriendschap op de klippen gelopen hierdoor?

    Hier een lijstje (van internet afgeplukt), mensen met een hechtingsstoornis zouden zich in bijna ieder regeltje moeten herkennen.

    • je durft je niet te binden of je kunt het helemaal niet.
    • je durft een ander niet te vertrouwen (ook als je het wel zou willen!)
    • je hebt grote angst een ander te verliezen
    • je niet kunnen inleven in een ander
    • je probeert veel te veel onder controle te houden
    • je bent weinig selectief of juist teveel selectief
    • je zorgt altijd voor anderen en verliest daarbij jezelf
    • je bent vaak boos of prikkelbaar om kleinigheden
    • Intens gevoel van leegte en eenzaamheid en het gevoel hebben dat niemand van je houdt.
    • Constant een strijdt voeren met aantrekken en afstoten van mensen die dichtbij komen.
    • Diep gewortelde angst om relaties aan te gaan. (hierbij horen ook vriendschappelijke en werkrelaties)
    • Angst en pijn als mensen weg gaan en het gevoel hebben dat ze niet terug zullen komen en daarbij een extreme verlatingsangst.
    • Moeilijk of helemaal geen vaste relatie kunnen aangaan.
    • Overlevingsmechanismen, dat zich uit in doorzettingsvermogen om koste wat het kost voor elkaar te krijgen wat je wilt.
    • Controledwang, je leven hoe dan ook onder controle willen houden.
    • Stemmingswisselingen, zeker meerdere keren per dag (van depressief, verdrietig, naar super vrolijk en andersom).
    • Piekergedachten en nervositeit, vooral voor het slapen gaan en uren achter elkaar.
    • Perfect willen zijn en hierbij steeds het gevoel hebben erin te zullen falen
    • Afwijzend tegenover meest nabije figuren (moeder/verzorger/ouders).
    • Extreem onnatuurlijk claimend gedrag.
    • Niet aangeraakt willen worden, en worden bij knuffel pogingen benauwd, angstig en/of agressief.
    • Voortdurend ruzie zoeken.
    • Bijna nooit spijt of berouw tonen.
    • Nooit een fout bekennen
    • Geniaal zijn in het ontdekken van kwetsbare plekken in hun onderlinge relaties.
    • Survivers  (overlevings)- gedrag en schijnaanpassing daar besteedt het kind onevenredig veel energie aan, die ten koste gaan van andere dingen.
    • Door negatieve faalangst niet beginnen aan dingen, al bijvoorbaat niet aan allerlei werkzaamheden, en wendt dan een soort onverschilligheid of schijn domheid voor.
    • Goed aanvoelen van wat mensen van hen verwachten dat het daar geniaal op inspelen.
    • Iets negatiefs over zichzelf wordt niet toegegeven; altijd onschuldig.
    • Er charmant en goed verzorgd uitzien; charmeren in de buitenwereld.
    • Egoïsme
    • Liegen en manipuleren in 't algemeen.
    • Vermijdingsgedrag thuis; bv. naar boven gaan als de ouders beneden zijn en omgekeerd.
    • Niet geborgen voelen en verbonden voelen.
    • Het gevoel hebben dat mensen iets van je verwachten en daarom vaak opgejaagd voelen
    • Fysiek en emotioneel veel ruimte in een relatie nodig hebben
    • Negatief denkbeeld
    • Twijfelen aan intenties van mensen als ze iets voor je doen
    • Houden zich nooit aan afspraken
    • Erkennen geen gezag hun wil is wet.
    • Vijandig
    • Veel kritiek op anderen
    • Gevoelig voor commentaar
    • Weinig medeleven
    • Steunt veel op de partner
    • Jaloers
    • Gevoelig voor afwijzing
    • De gewetensontwikkeling is niet opgang gekomen


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    03-07-2011, 22:34 geschreven door Webmaster
    Reacties (0)
    07-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gehechtheid bij kinderen

    Gehechtheid bij kinderen.

    Het ontwikkelen van een gehechtheidrelatie met een gehechtheidfiguur is een normatief gegeven, dat evolutionair gezien onderdeel is van het menselijk gedragspatroon. Praktisch iedereen ontwikkelt een gehechtheidrelatie en zoek troost bij de gehechtheidfiguur in stressvolle situaties.
    Bowlby  probeerde de intense verontrustende onlustgevoelens van kinderen, die gescheiden werden van hun ouders, te begrijpen. Deze kinderen gingen buitengewoon gedrag vertonen (roepen, schreeuwen, vastklampen, razend zoeken,..) om ofwel scheiding met de ouders te vertonen, of om opnieuw in hun nabijheid te komen. Hij concludeerde dat dit gehechtheidgedrag een aangepaste reactie was op scheiding van een primaire hechtingsfiguur d.w.z. iemand die ondersteuning geeft, en bescherming en zorg. In verband met gehechtheid is de volgende vraag fundamenteel: “ is de gehechtheidfiguur nabij, bereikbaar en aandachtig? Als het kind het antwoord ervaart als “ja”, dan zal het zich bemind voelen, zeker, vertrouwend, en zal gedragsmatig, de neiging hebben om zijn omgeving te verkennen, met anderen te spelen en sociaal te zijn. Als het kind het antwoord ervaart als “neen”, dan ervaart het angst, en zal gedragsmatig, gehechtheidgedragingen vertonen die gaan van eenvoudig visueel zoeken aan de ene kant tot actief volgen en vocaal signaleren aan de andere kant. Dit gedrag blijft duren tot het kind een wenselijk niveau van fysieke of psychologische nabijheid tot een gehechtheidfiguur bewerkstelligd ziet, of totdat het kind ‘uitgeput’ geraakt in de context van een verlengde scheiding of verlies. In zulke gevallen van hulpeloosheid, zegt Bowlby, ervaart het kind wanhoop en depressie.
    Gehechtheid wordt gedefinieerd als een intern werkmodel, een verzameling bewuste en onbewuste regels om informatie over gehechtheidervaringen en ideeën over gehechtheid te organiseren.

     

    Individuele verschillen in gehechtheidpatronen bij kinderen

    Mary Ainsworth ontwikkelde een methode waarmee ze de individuele verschillen in de reacties van de kinderen kon vaststellen. In de “Vreemde Situatie” procedure werden ouders en kinderen systematisch gescheiden en terug verenigd.
    De meeste kinderen (60%) reageerden volgens de normatieve theorie van Bowlby. De meeste waren ontdaan wanneer de ouder de kamer verliet, maar, wanneer hij of zij terugkeerde, zochten ze actief de nabijheid van de ouder, waren gemakkelijk te troosten en gingen vervolgens weer tot exploratie over. Dit gedragspatroon noemde ze
    veilig gehecht (secure attachment).
    Andere kinderen (20% of minder) voelden zich initieel niet op hun gemak, en na de scheiding reageerden ze extreem verontrust. Belangrijk daarbij is, dat ze als ze terug herenigd werden met hun ouders, ze moeilijk waren te kalmeren en ze vertoonden dikwijls conflicterende gedragingen (ambivalent gedrag), die suggereerden dat ze wilden getroost worden, maar dat ze ook de ouder wensten te “straffen” voor het verlaten van de kamer. Ze klampten zich vast aan de moeder, gingen boos of juist passief reageren en kwamen niet meer tot exploratie. Deze kinderen noemde men
    angstig – ambivalent gehecht (anxious – ambivalent)
    Het derde gedragspatroon werd
    vermijdend (avoidant). genoemd. De kinderen schijnen niet verontrust te zijn door de scheiding, en bij de hereniging, vermijden ze actief het contact zoeken met de ouder, waarbij ze hun aandacht richten op het speelgoed.
    Deze individuele verschillen zijn verbonden met kind – ouder interacties thuis gedurende het eerste levensjaar. Veilig gehechte kinderen hadden meestal ouders die reageerden op hun behoeften. De andere twee types hadden dikwijls ouders die ongevoelig waren voor hun behoeften, of inconsistent of afwijzend in de zorg die ze gaven.
    De overeenkomst in gehechtheidclassificatie van een moeder en die van haar kind is 75% op het niveau van de splitsing veilige - onveilige gehechtheid. De sensitieve responsiviteit van de ouder bleek een deel van de intergenerationele overdracht te bepalen … Hechtingsstijlen zitten dus ook in de familie …
    Later werd een vierde categorie toegevoegd. Gedrag van kinderen dat niet goed paste in de drie voorheen beschreven profielen. Dit gedrag wordt onveilig – gedesorganiseerd gehecht genoemd. Deze vierde categorie is predictief voor latere gedragsproblemen bij kleuters en tijdens de lagere schoolleeftijd en voor psychopathologie bij adolescenten.
    Samenvattend kunnen we ‘veilige gehechtheid’ of ‘nabijheid’ omschrijven als een duurzame verbondenheid, waarbij de ander beschikbaar is voor het kind en zo zijn veiligheid garandeert. Beschikbaarheid is een gehechtheidfactor, beschikbaarheid is ook het gericht zijn op de ander. In de ouder - kind relatie betekent het dat ouders gericht zijn op wat dit kind nodig heeft. Dat uit zich in het zien van de behoefte van het kind op velerlei terreinen op sensitiviteit in de relatie met het kind.

     

    Bron: vzw Mandala


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    07-06-2011, 23:31 geschreven door Webmaster
    Reacties (0)
    05-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reactieve hechtingsstoornis
       PDF Afdrukken E-mail

    Reactieve hechtingsstoornis

    Bij een reactieve hechtingsstoornis betreft het steeds een ernstige stoornis in de sociale relatievorming, in het hechtingsgedrag, dat optreedt bij zuigelingen en jonge kinderen (<5 jaar), als reactie op een ernstige vorm van verwaarlozing.

    Men spreek ook wel over 'bodemloze' kinderen.

    Naargelang de ernst van de verwaarlozing en de leeftijd waarop de verwaarlozing optreedt, zijn de symptomen verschillend. Er zijn in feite 2 subtypes te onderscheiden:

    1) Het afweren van contact

    Bij ernstige vormen van verwaarlozing en zeker wanneer die zich reeds voordoet tijdens het eerste levensjaar, zullen deze kinderen niet (meer) positief reageren op een poging tot toenadering, integendeel het contact afweren. Men ziet volgende gedragskenmerken:

    - geen of een zeer arme gezichtsmimiek

    - depressieve indruk

    - veel huilen

    - zelden lachen of glimlachen

    - volkomen gedesinteresseerd in de omgeving

    - motorisch onrustig, overprikkelbaar

    - somatische en psychosociale ontwikkeling stagneert

    - slaap - waakritme is verstoord

    - gewichtsverlies

    2) Het allemansvriendje

    Wanneer de affectieve verwaarlozing niet zo extreem is of zich slechts in de loop van het tweede of derde levensjaar voordoet, of er wel voldoende affectie geboden wordt, doch door teveel steeds wisselende verzorgingsfiguren spreken we over het allemansvriendje.

    Het zijn kinderen die een zeer grote honger naar affectief contact tonen, een zeer vlot, doch oppervlakkig contact aangaan met elke volwassene die ze ontmoeten.

    Bij de verdere familie en buren komen ze over als hele lieve en aanhankelijke kinderen, maar in het gezin gedragen ze zich moeilijk.

    Gedragskenmerken

    - intieme emotionele banden worden als bedreigend ervaren

    - sociale ontwikkeling: vertoont een ander gezicht aan de buitenwereld dan thuis

    - gestoorde gewetensontwikkeling en normbesef

    - specifieke leerproblemen

    Wat kan er aan gedaan worden?

    Als we over 'bodemloze' kinderen praten en de begeleiding ervan, dan zijn we bezig met een meerjarenplan. Naast de behandeling van het kind, wordt er ook aandacht besteed aan het gezin.

    Wil je meer lezen, ga dan naar volgende website

    http://home.scarlet.be/watnu/watnu.html


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    05-06-2011, 12:58 geschreven door Webmaster
    Reacties (0)
    31-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brochures en Lezingen van De Knoop over Hechtingsproblemen
    Genoemde prijzen zijn inclusief verzend kosten.
    U kunt de informatie online aanvragen door de onderstaande lijst in te vullen en via de verzendknop te verzenden.

    Let op: want u ontvangt in uw mailbox een link om deze binnen 24 uur te bevestigen daarna wordt de lijst pas verzonden naar het mailadres van de Knoop.
    U kunt de gevraagde informatie betalen door middel van een eenmalige machtiging of via een eigen overschrijving en dan op rekening 62.47.31.154 t.n.v. De Knoop te Emmeloord, o.v.v. de bestelcode(s), uw volledige naam en adres.

    Zodra wij uw betaling met uw volledige gegevens en het bestelformulier hebben ontvangen sturen wij binnen 10 werkdagen u de gevraagde informatie toe.

    LET OP!
    Bestelling vanuit het buitenland binnen Europa kunt u wel online aanvragen maar dan zonder een machtiging u dient dit dan ook zelf over te maken en houd u er rekening mee dat extra portokosten bij komen:
    Verzending standard tot 250 gram € 1,50 Verzending standard tot 500 gram € 2,00 Verzending priority tot 250 gram € 2,00 Verzending priority tot 500 gram € 2,95 de verzending gaat op deze manier nog wel eens mis vandaar dat wij dit even met u willen overleggen.
    De informatie kan ook: aangetekend extra zeker worden verzonden alleen is dit kosten plaatje hoger.
    Wilt u voordat u de betaling gaat doen via uw bank eerst even met ons overleggen (dit kan per mail) op welke manier u de informatie per post vanuit het buitenland wilt ontvangen zodat wij met u kunnen afspreken wat dan de porto kosten worden voor uw bestelling.
    Zodra wij uw betaling met uw volledige gegevens en het bestelformulier hebben ontvangen sturen wij binnen 10 werkdagen u de gevraagde informatie toe.

    Klik op de bijgevoegde Link http://www.redege...php?lng=nl
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    31-03-2011, 22:55 geschreven door Webmaster
    Reacties (0)
    16-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beslissingen over kinderen in problematische opvoedingssituaties: inzichten uit gehechtheidsonderzoek
    Prof.dr. Femmie Juffer, hoogleraar Adoptie bij het Centrum voor Gezinsstudie en mede-oprichter van ADOC Adoptie Driehoek OnderzoeksCentrum (Universiteit Leiden), schreef een Research Memorandum over het belang van vroege gehechtheidsrelaties. Geschreven voor kinderrechters, maar ook relevant voor werkers in de jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdgezondheidszorg. Titel: "Beslissingen over kinderen in problematische opvoedingssituaties. Inzichten uit gehechtheidsonderzoek". uitgebracht voor de Raad voor de Rechtspraak. Lees meer over gehechtheid en de relevantie voor interventies en beslissingen.

    Kinderrechters nemen beslissingen die verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor kinderen en hun ouders zoals het wel of niet uithuisplaatsen van een kind, of het toewijzen van een kind aan een van de ouders. Zij baseren hun oordeel mede op rapportages die zijn opgesteld door medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg of andere instanties.

    De in het onderzoek bijeengebrachte informatie ondersteunt kinderrechters bij hun inschatting van de opvoedingsproblematiek en helpt hen bij de beoordeling van de deskundigenadviezen. Het rapport laat zien hoe bepalend de kwaliteit van de interactie tussen de opvoeder en jonge kinderen, al vanaf hun geboorte, is voor de kwaliteit van de gehechtheid. Een veilige gehechtheidsrelatie geldt als een beschermende factor voor de verdere ontwikkeling van het kind.

    Misverstand
    Met nadruk waarschuwt de auteur voor het nogal wijdverbreide misverstand dat niet veilig gehechte jonge kinderen geen baat meer zouden hebben aan correctieve interventies op latere leeftijd. Het is daarom dat zij uitgebreid aandacht besteed aan populaire valkuilen en concrete aanbevelingen formuleert. Centraal daarbij staat de notie: sensitief ouderschap. Het is voor de rechters van belang daarop hun focus te richten bij hun poging om de ouder-kind relatie te verbeteren.

    Download
    Download het rapport via deze LINK (pdf, 1835 kb)

    De professionele homepage van Femmie Juffer is te vinden onder deze LINK





    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    16-11-2010, 23:47 geschreven door Webmaster
    Reacties (0)
    10-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hechtingsstoornistheorie
    Hechtingsstoornistheorie

    Hechtingsstoornis is een psychologische koepelterm (niet te verwarren met de specifieke reactieve hechtingsstoornis). De theorie houdt onder andere in dat men het hechtend vermogen van een kind met therapie kan herstellen als dit niet of onvolledig tot ontwikkeling is gekomen. Hierbij brengt men verschillende ontwikkelingsstoornissen, gedragspatronen of persoonlijkheidsstoornissen onder één noemer:

    Asociaal gedrag tijdens de kindertijd (inclusief baby- en peutertijd):

    Intimidatie, gewelddadig en agressief gedrag, geringe bekwaamheid om te leren uit een ervaring (zoals straf, begrenzing).

    Het kind kan een sadistische en sociaal vernietigende intentie vertonen en pijnigt andere kinderen of dieren, heeft geen echte schaamte, schuldgevoelens en spijt en legt bij een confrontatie de schuld bij de anderen.

    Vecht/vluchtgedrag (schelmenstreken, eindeloze conflicten)

    Deze kinderen zullen vaker een anti-sociale persoonlijkheid(sstoornis) ontwikkelen

    Oppervlakkig hechtingsgedrag

    Is onbekwaam om het verschil te ervaren tussen vertrouwde personen en onbekenden, is dikwijls aanhankelijk (plakbandgevoel), vertoont onvolwassen hechtingsgedrag dat niet evolueert.

    Korte en oppervlakkige relationele patronen.

    Angstig hechtingsgedrag
    Te denken valt aan separatieangststoornis

    Omvang
    Afhankelijk van de betreffende cultuur lijden 5% van alle kinderen aan een ernstige hechtingsstoornis en 15% had te maken met een vroegere verwaarlozing die minder ernstige symptomen veroorzaakte, een onzeker hechtingsproces dat zich veruiterlijkte in tekenen van afhankelijkheid, gebrek aan zelfwaardering en nieuwsgierigheid, twijfel en angst voor normale activiteiten voor kinderen zoals spelen, vechten en vrolijk, spontaan sociaal gedrag.
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (4 Stemmen)
    10-11-2010, 19:53 geschreven door Webmaster
    Reacties (0)
    29-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Altijd hetzelfde, daar hou ik van
    'Altijd hetzelfde, daar hou ik van'      
    donderdag, 28 oktober 2010 06:42

    Op woensdag 17 november spelen Lara Bellis en Mathieu Pater van Muziek & Therapie de voorstelling 'Altijd hetzelfde, daar houd ik van' in Theater De Kamers. Het is een voorstelling over hoe een autist communiceert met de wereld om hem heen. De voorstelling is geschikt voor alle mensen die werken of leven met kinderen met een autisme spectrum stoornis (ASS). Centraal staat de positieve invloed die muziek heeft op het welbevinden van mensen met autisme. De voorstelling begint om 20.15 uur.

    De 16 jarige Sjoerd is autistisch. Hij houdt niet van onverwachte harde geluiden, maar wel van Knex, auto's, tante Juliëtte en zijn moeder. Sjoerd vindt het fijn als de dagelijkse dingen altijd hetzelfde gaan. Omdat dit niet altijd mogelijk is, loopt het contact met de mensen om hem heen moeizaam. Hoe moet Sjoerd met al die 'rare' mensen omgaan en hoe doen die mensen dat met hem?

    Sjoerd houdt er ook niet van om nieuwe dingen te proberen, maar als er op een doordeweekse dag zomaar ineens een groot zwart ding in de woonkamer staat, wekt dat uiteindelijk toch zijn belangstelling. Wie had kunnen bedenken dat dat onbekende ding zoveel gevolgen zou hebben voor iedereen...

    Datum: woensdag 17 november; Locatie: De Kamers, Wezeperberg 1, Amersfoort (Vathorst); Tijd: 20.15 uur; Toegang: 10 euro en 8 euro (jongeren).

    Meer informatie en reserveren via www.dekamers.nl, info@dekamers.nl Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. of 033-2012343.

    'Altijd hetzelfde, daar hou ik van'      
    donderdag, 28 oktober 2010 06:42

    Op woensdag 17 november spelen Lara Bellis en Mathieu Pater van Muziek & Therapie de voorstelling 'Altijd hetzelfde, daar houd ik van' in Theater De Kamers. Het is een voorstelling over hoe een autist communiceert met de wereld om hem heen. De voorstelling is geschikt voor alle mensen die werken of leven met kinderen met een autisme spectrum stoornis (ASS). Centraal staat de positieve invloed die muziek heeft op het welbevinden van mensen met autisme. De voorstelling begint om 20.15 uur.

    De 16 jarige Sjoerd is autistisch. Hij houdt niet van onverwachte harde geluiden, maar wel van Knex, auto's, tante Juliëtte en zijn moeder. Sjoerd vindt het fijn als de dagelijkse dingen altijd hetzelfde gaan. Omdat dit niet altijd mogelijk is, loopt het contact met de mensen om hem heen moeizaam. Hoe moet Sjoerd met al die 'rare' mensen omgaan en hoe doen die mensen dat met hem?

    Sjoerd houdt er ook niet van om nieuwe dingen te proberen, maar als er op een doordeweekse dag zomaar ineens een groot zwart ding in de woonkamer staat, wekt dat uiteindelijk toch zijn belangstelling. Wie had kunnen bedenken dat dat onbekende ding zoveel gevolgen zou hebben voor iedereen...

    Datum: woensdag 17 november; Locatie: De Kamers, Wezeperberg 1, Amersfoort (Vathorst); Tijd: 20.15 uur; Toegang: 10 euro en 8 euro (jongeren).

    Meer informatie en reserveren via www.dekamers.nl , info(A)dekamers.nl Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. of 033-2012343.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    29-10-2010, 21:43 geschreven door Webmaster
    Reacties (0)
    19-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen met een matige of ernstige verstandelijke beperking (SOB-Katernen, nr. 9)
    ISBN: 9789044124118
    Aantal Pagina's: 143
    Status: Verschenen - bestelbaar - leverbaar
    Prijs: € 16,00
    Uitgever : Garant Uitgevers nv

    Over het boek:
    De sociaal-emotionele ontwikkeling is ook voor leerlingen met een verstandelijke beperking de basis voor de verdere ontplooiing. De ontwikkeling verloopt bij leerlingen met een verstandelijke beperking niet zo vanzelfsprekend. Ze zijn veel kwetsbaarder in hun sociale ontwikkeling. Ze vragen daarom extra ondersteuning en begeleiding.

    We schetsen een aantal uitgangspunten die de schoolvisie op sociaal-emotionele ontwikkeling beïnvloeden. Het bepalen van de beginsituatie van de sociaal-emotionele ontwikkeling van een leerling is het vertrekpunt om doelen te selecteren. Hoe we doelen realiseren vindt u terug in de aanpak. We beschrijven hierbij heel wat concrete suggesties en voorbeelden. Het evalueren van de sociaal-emotionele ontwikkeling helpt ons om te komen tot een nieuwe beeldvorming. De betrokkenheid van ouders zorgt ervoor dat wat we aanleren, functioneel en zinvol is.

    Deze uitgave kwam tot stand door én voor mensen die in de praktijk werken met leelringen met een matige of ernstige verstandelijke beperking. Het boek biedt een houvast of kader om een individueel handelingsplan, groepswerkplan of schoolwerkplan op te stellen waarin het sociaal-emotioneel functioneren van deze kinderen of jongeren een belangrijke plaats heeft.

    Uit de inhoud:
    Volledige inhoudsopgave

    Over de auteur(s):
    Marc Van Gils heeft 35 jaar ervaring in het buitengewoon onderwijs als leerkracht, directeur en pedagogisch begeleider.



    Print-versie   Bestel Nu

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    19-09-2010, 14:10 geschreven door Webmaster
    Reacties (0)
    03-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sluit de baby opvang

    Sluit de babyopvang

    Marilse Eerkens, 03-06-2010 14:22
     
    buiten_slapen_kinderdagverblijf_300
    Het wordt tijd dat er serieuze aandacht komt voor het probleem waar veel ouders mee worstelen: hoe kan ik mijn werk en het ouderschap zo combineren dat mijn kinderen daar niet het slachtoffer van worden?

    Recent onderzoek van orthopedagoog Esther Albers toont aan dat baby’s veel meer stress hebben in de crèche dan thuis – hou ze een jaar thuis, is haar advies. Acht jaar geleden wees hoogleraar Ontwikkelingspsychologie Marjan Riksen Walraven ook al op de kwetsbaarheid van het babybrein. Hoe lang moet het nog duren voor we maatregelen gaan nemen? De economie moet draaien, maar ten koste van wat?

    Agnes van Hoesel, de dagvoorzitter van het onlangs gehouden congres ‘Babyopvang kan beter’ windt er geen doekjes om. Jarenlang stelde ze ouders gerust die hun drie maanden oude (of jongere) baby aan haar kinderdagverblijf toevertrouwden: “voel je maar niet slecht, het is echt niet schadelijk voor je kind.” Nu ze zelf net oma is geworden durft ze dit niet tegen haar eigen dochter te zeggen. ‘Er is veel nieuwe kennis. Had ik dit maar eerder geweten.’

    Bewijs
    Toch is deze kennis niet nieuw. Het is eerder zo dat het bewijs steeds sterker wordt. Acht jaar geleden wees Marianne Riksen Walraven in haar inaugurele rede er al op dat er een duidelijk verband lijkt te bestaan tussen het aantal uren dat kinderen doorbrengen op de crèche en de kans dat ze op lange termijn te maken krijgen met sociaal-emotionele problemen. Dit verband lijkt des te sterker naarmate de kinderen op jongere leeftijd naar de crèche worden gebracht. Verder wees zij er toen al op dat baby’s voor hun ontwikkeling vastigheid en aandacht nodig hebben. Dus: veel één-op-één contact en de aanwezigheid van een sensitieve vaste leidster.

    Deze informatie viel helemaal niet in goede aarde. ‘Wilde Riksen Walraven vrouwen weer terug naar het aanrecht sturen?’ En daar bleef de discussie bij. (Dat mannen ook voor kinderen kunnen zorgen kwam in veel geëmancipeerde hoofden niet op.)

    Groei
    Ondertussen groeit het aantal kinderen dat gebruik maakt van babyopvang enorm. Nog steeds moet één leidster zorgen voor vier hele jonge kinderen. Nog steeds is er vanwege de vele parttimers en een hoog ziekteverzuimpercentage zelden sprake van een vaste leidster. En nog steeds ligt het accent op de fysieke verzorging en niet op ontwikkelingsstimulering – is het niet vanwege een gebrek aan kennis of sensitiviteit, dan is het wel vanwege een gebrek aan tijd.

    Nog steeds moet één leidster zorgen voor vier hele jonge kinderen

    De informatie voor ouders over deze ongunstige omstandigheden is gebrekkig. Het standaard commentaar is: voel je niet schuldig over de crèche, uit onderzoek blijkt dat een kind zich kan hechten aan meer dan één vaste verzorger. Dat is ook zo, maar dan hebben we het over één, hooguit twee verzorg(st)ers naast de vader en de moeder – en dat hebben de meeste crèches niet in de aanbieding. Bovendien is die hechting maar één van de vele aspecten waar je op moet letten, zoals nu weer duidelijk wordt.

    Ander veel gebezigd misverstand: ‘mijn kind heeft het heerlijk op de crèche, hij is zo rustig’. Maar nu blijkt uit onderzoek van Albers dat ook deze rustige kinderen verhoogde stresswaarden hebben. Het ene kind uit zijn gevoelens nou eenmaal anders dan het andere.

    Economen
    Maandagavond 31 mei is in de Rode Hoed gediscussieerd over de integratie van kinderopvang in het basisonderwijs. Alles wijst er op dat de kinderopvang er niet beter op gaat worden. Want wie zijn de belangrijkste deelnemers aan het debat? Drie hoogleraren economie, de jurist Ina Brouwer van de Taskforce kinderopvang, Pia Dijkstra van de Taskkforce ‘deeltijd plus’ en een aantal politici waaronder Sharon - ‘kinderopvang dat gun je ieder kind’- Dijksma. De ontwikkelingspsychologen en pedagogen schitteren weer eens door afwezigheid. Money rules!

    Het wordt tijd dat er serieuze aandacht komt voor het probleem waar veel ouders mee worstelen: hoe kan ik mijn werk en het ouderschap zo combineren dat mijn kinderen daar niet het slachtoffer van worden? Dat vraagt om een serieuze erkenning van dit onderwerp waar niemand zijn vingers aan wil branden – ‘babyopvang is een persoonlijke keuze’.

    En dat vraagt om het stimuleren van opvang die beter aansluit bij de ontwikkeling van jonge kinderen: oppas aan huis, kleinschalige opvang in een gastoudergezin of betere verlofregelingen voor ouders. Goede kans dat dit op de lange termijn meer vruchten afwerpt dan het mompelen van bezwerende mantra’s als ‘de kwaliteit van de kinderopvang moet omhoog’, het verlagen (!) van de gastouderbijdrage en verder alles bij het oude laten.

    Marilse Eerkens is psycholoog en vaste medewerker van het maandblad J/M ouders

    Sleutelwoorden bij dit artikel:

    babyopvang, marilse eerkens, creches

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    03-06-2010, 22:16 geschreven door Webmaster
    Reacties (0)
    30-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gedrag belonen werkt 'net zoals medicijnen' tegen ADHD

    Gedrag belonen werkt 'net zoals medicijnen' tegen ADHD

    De hersenen van kinderen die aan ADHD lijden, reageren precies hetzelfde op een onmiddellijke beloning als op medicatie. Dat zeggen wetenschappers van de universiteit van Nottingham op de website van BBC.

    ADHD-kinderen vertonen vaak gedragsproblemen, zoals impulsieve reacties of een zeer korte aandachtsspanne, die de sociale en leervaardigheden ondermijnen. De researchers registreerden de hersenactiviteit van zulke kinderen als ze een computerspelletje speelden, en deelden extra punten uit voor minder impulsief gedrag.

    In het spelletje moesten de proefpersonen aliens van een bepaalde kleur vangen, die van een andere kleur moesten ze dan weer vermijden. Bedoeling van de game was testen of de kinderen konden weerstaan aan de aandrang om de 'verkeerde' aliens te vangen. Om na te gaan in hoeverre beloningen werken, werd de beloning voor het vangen van de 'juiste' alien in één variant van het spelletje vervijfvoudigd. Ook werden in die variant vijf keer zoveel strafpunten uitgedeeld als de 'verkeerde' werd gevangen. Bij dit onderzoek werd duidelijk dat de incentives de kinderen hielpen om beter te presteren, zij het niet in dezelfde mate als medicatie. Toch toonden EEG-scans  dat de beloning en de medicatie dezelfde delen van de hersenen 'normaliseren'.

    Twee manieren, gelijkaardig effect
    "De combinatie van medicijnen en beloning is het efficiëntst", zegt professor Chris Hollis, die het onderzoek leidt. "Het kan betekenen dat we lagere dosissen van de medicatie moeten voorschrijven om hetzelfde effect te bereiken."

    Opwekkende medicijnen zoals Rilatine, die een invloed hebben op concentratie en gedrag, worden vaak voorgeschreven bij ADHD-patiënten. Daarnaast kunnen de daden van het kind uiteraard ook rechtstreeks gestuurd worden door positief gedrag te belonen en negatieve gevolgen te verbinden aan slecht gedrag. Maar in tegenstelling tot kinderen die niet aan ADHD lijden, heeft het bij deze groep geen zin om de beloning of straf uit te stellen naar een later moment op de dag.

    De resultaten kunnen er nu toe leiden dat er minder Rilatine moet worden voorgeschreven, maar belangengroepen waarschuwen dat het voor ouders en leraars vaak moeilijk is om instant beloningen te geven. "Opdat zo'n aanpak succesvol kan zijn, moet je 24 uur op 24 bij het kind zijn", luidt het bij de National Attention Deficit Disorder Information and Support Service (Addiss). "In de praktijk is dat onhaalbaar." (tw)
    19/04/10 15u19
    http://www.hln.be/hln/nl/14/Kanaal-You/article/detail/1094753/2010/04/19/Gedrag-belonen-werkt-net-zoals-medicijnen-tegen-ADHD.dhtml
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    30-04-2010, 23:20 geschreven door Webmaster
    Reacties (0)
    04-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Niet schoolrijp: jaar overzitten of niet?

    Niet schoolrijp: jaar overzitten of niet? 

    Mijn kleindochter (8) zit in het derde leerjaar, maar we voelen dat ze het niet aankan. Na onderzoek door CLB blijkt dat ze verstandelijk niets mankeert, maar dat ze niet schoolrijp was toen ze begon aan het eerste leerjaar. De begeleiders stellen voor dat ze een jaar overzit, maar mijn schoondochter wil dat niet aanvaarden. Mag en kan ik nog iets doen?

    Het is een heel pijnlijke ervaring voor kinderen om dagelijks in een klas te voelen niet mee te kunnen
    Een jaar overdoen, het blijft moeilijk om daar een algemeen standpunt over in te nemen. Voor de ene levert het op lange termijn niet veel op en schakelt het kind beter over naar een ander onderwijstype. Volgens de andere is het wél zinvol. Zoals in de culinaire wereld slow food nu de trend is, zou ik het slow school noemen, kinderen die wat langzamer door het onderwijs gaan en daardoor een goed evenwicht zullen vinden.

    Feit is dat zittenblijven vaak voorkomt. Tegen het eerste jaar van het gewoon secundair onderwijs heeft al meer dan één op de vijf leerlingen vertraging opgelopen, en dat loopt op tot bijna 38 procent in het zesde jaar. Achter de cijfers zitten natuurlijk uiteenlopende verhalen. Het kan gaan om spijbelaars, zieke kinderen, jongeren die in de loop van het jaar beseffen dat ze niet de beste keuze gemaakt hebben en van richting veranderen, en de echte zittenblijvers.

    Je schoondochter wil niet dat haar kind dit jaar overdoet. Iedere ouder kan haar ontgoocheling begrijpen. Je wilt het beste voor je kind en dus wil je dat ze zo veel mogelijk kan meedoen met de grote groep. Het is natuurlijk belangrijk niet lichtzinnig te beslissen over zittenblijven. Het heeft alleen zin als we zeker zijn dat mama niet te veel van het kind verwacht. Ouders denken wel eens dat een kind beter zou kunnen doen als het wat harder zou werken. Of ze zijn bang dat hun kind in een bisjaar een gemakkelijk leventje zal hebben en het resultaat nog slechter wordt. Maar als uit het overleg met het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) en de leerkrachten blijkt dat zittenblijven echt hun advies is, is het niet verstandig als ouder je eigen zin te doen.

    Het is een heel pijnlijke ervaring voor kinderen om dagelijks in een klas te voelen niet mee te kunnen. Als jong kind heb je geen keuze, je gaat braaf naar school zoals de grote mensen voor je beslist hebben. Maar in dat hoofdje groeit onzekerheid, de overtuiging niet te kunnen wat andere kinderen kunnen. De prijs wordt vaak betaald in de puberteit, waar een jongere veel actiever de studie kan boycotten. Er zijn te veel jongeren met schooluitval omdat ze te lang niet mochten studeren op hun niveau of doen wat hun echt boeide.

    Ouders en kinderen die het moeilijk hebben met zittenblijven, probeert men te troosten door te zeggen dat één jaar in een heel leven niet veel betekent. En dat het belangrijk is dat het kind zich goed voelt in zijn vel en dus beter groeit op eigen tempo. Er is nog een argument waar we te weinig bij stilstaan: ieder kind heeft talenten. Als die samenvallen met schoolse vaardigheden, zitten die mooi in beeld. Alle ooms en tantes weten dat je dochter het goed doet op school, en ze wordt er vaak om geprezen. Maar vele andere talenten hebben een extra schijnwerper nodig. Als het talent van je zoon humor is of voetbal, en niet veel van al die andere vakken, dan is hij heel afhankelijk van de aandacht die ouders daaraan geven. Met het woord schoolrijpheid bedoelen we niet alleen lezen, schrijven en rekenen. Als ze straks volwassen zijn, zullen ze het héle levenspakket nodig hebben: handigheid, omgaan met gevoelens, vlot praten... Met slow school geef je deze kinderen de tijd om geleidelijk dezelfde eindstreep te halen als de anderen.

    Ieder kind heeft steun nodig van ouders en school. Als je kleindochter een jaar overzit, heeft ze ouders nodig die achter haar staan. Want stimuleren gebeurt niet alleen in de klas maar ook thuis. Hoe doe je dat? Marc Litière schreef een boek over dit onderwerp, hij geeft het advies een kind de hele dag op een positieve manier te ambeteren , wat ik leuk gezegd vind. Steun dus je schoondochter in haar zoektocht naar de beste beslissing voor haar kind, laat haar eens lezen over dit onderwerp op de website van Klasse (www.klasse.be) en vraag het CLB jullie wegwijs te maken.

    BOEKENTIP 'Juf, mag ik overvaren?', Marc Litière, Uitgeverij Lannoo, 256 blz., 19,95 euro

    In 'De Opvoedingsdokter' gaat de bekende kinder- en jeugdpsychiater Peter Adriaenssens wekelijks in op een lezersvraag over opvoeden. Peter Adriaenssens is de auteur van verscheidene klassiekers over het opvoeden van kinderen.

    http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=G4D2ABL9C&kanaalid=1225

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    04-04-2010, 13:33 geschreven door Webmaster
    Reacties (0)
    21-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Levenslang met jeugdzorg

    Levenslang met jeugdzorg
    door Anne Boer anneboer@destentor.nl. zaterdag 20 maart 2010 | 12:31 | Laatst bijgewerkt op: zaterdag 20 maart 2010 | 12:50

    Leen van der Hoek, op 5-jarige leeftijd uit huis geplaatst. Zag zijn ouders en zusje nooit meer terug. "Voor mij is het 63 jaar geleden, maar wat zijn we eigenlijk opgeschoten?"


    Een leven lang in de ban van jeugdzorg. Rond de tafel zitten drie mensen. Ze hebben hun eigen verhalen. Maar dat ene ding gemeen. Jeugdzorg is de rode draad in hun leven. Bart en Evelien hebben een zorgboerderij voor de opvang van onder meer kinderen en zelf drie pleegkinderen. Leen van der Hoek werd 63 jaar geleden uit huis geplaatst. Een aangrijpend verhaal over hun worstelingen.

    Zie ook:
    Verplaatsen slecht voor ontwikkeling kind
    Kind tussen moordenaars en verkrachters

    Leen van der Hoek (68) uit Lelystad staat er mee op en gaat er mee naar bed. Een leven lang jeugdzorg in z'n kop.

    Nr. 151. Het nummer dat hij van de kinderbescherming kreeg nadat hij op 5-jarige leeftijd uit huis werd gehaald. Getraumatiseerd door de ellende uit zijn kinderjaren.

    Hij zou er moeiteloos een boek over kunnen schrijven. Zover is hij nog niet. De eerste stap is al moeilijk genoeg en vooral emotioneel. Voor het eerst praat hij er openlijk over. Naar aanleiding van verhalen in deze krant. "Ik lees de verhalen over jeugdzorg werkelijk met tranen in de ogen. Voor mij is het 63 jaar geleden, maar wat zijn we eigenlijk opgeschoten?"

    Het begin is pijnlijk. In het dorp van zijn jeugd, Maasdijk, van na de oorlog gonst het van de geruchten. Zijn vader zou NSB-er zijn, terwijl zijn moeder juist uit een verzetsfamilie kwam. Het gezin raakt verscheurd. De ouders kunnen niet meer voor de twee kinderen zorgen. Leen en z'n zusje worden uit huis gehaald. Leen gaat naar een weeshuis; z'n zusje naar een pleeggezin.

    Leen ziet z'n ouders en z'n zusje nooit meer terug. De rest van de familie verdwijnt ook definitief uit beeld. Hij staat alleen op de wereld en moet zien te overleven in de mallemolen van tien pleeggezinnen, instellingen en tehuizen. Geen bezoek. Geen weekendverlof. Nooit visite op z'n verjaardag. Geen cadeautjes. Het grote niets. "Elke zondag stond ik te kijken. Komt er iemand op bezoek? Tegen beter weten in. Er kwam nooit iemand."

    Hij kan pijnlijk gedetailleerd uitleggen waarom die periode hem zo heeft geraakt en ook gevormd. "In het eerste pleeggezin kreeg ik te horen dat er iets niet in orde was met mij. Maar in het gezin ging het mis. Gebeurden allerlei rare dingen. Daar ben ik door de politie weggehaald en vervolgens onderzocht in een paedalogisch instituut in Amsterdam. Pas tientallen jaren later heb ik kunnen lezen wat de conclusie was. Er mankeerde niets aan mij. Mijn gedrag was normaal. Tot de dag dat ik dat las, heeft altijd het idee in mij gewoekerd dat er iets niet met mij in orde was. Kinderbescherming heeft het me nooit verteld. Je wordt daardoor onzeker, terwijl je zeker moet zijn om overeind te blijven."

    "In de tehuizen geldt het recht van de sterkste. Je gaat jezelf overstemmen om je te handhaven en belandt in een spiraal van opstandig gedrag en verzet tegen het gezag. Dan krijg je het stempel moeilijk opvoedbaar en zo beland je in een vicieuze cirkel. Je wordt hard. Ik had niets te verliezen. Straffen hielp niet. Wat moesten ze me afnemen. Het interesseerde me allemaal niets meer. Zelfs veertien dagen isoleercel niet."

    Leen moet wachten tot hij achttien jaar is om eindelijk te ontsnappen aan de wereld waarin hij gevangen zit. Hij doet dat letterlijk. Hij gaat de zee op. Weg. Helemaal weg. "Ik wist niets van het leven. Niets van geld, van vrouwen van liefde. Ik had nooit heimwee. Niets om naar terug te verlangen."

    De koopvaardij heeft hem gered, zegt hij terugblikkend. "Aan boord heerste discipline. En ik had voor het eerst een eigen hut, met eigen toilet en een eigen douche. Ik was de situatie met twintig jongens op een zaal gewend."

    Leen werkte op de passagiervaart (Holland-Amerikalijn) en wilde vaart. Verdiende de kost als scheepstimmerman. Ging de hele wereld over. Per reis kreeg hij een beoordeling voor bekwaamheid, ijver en gedrag. "Wat was ik trots op m'n eerste beoordeling. Voor het eerst kreeg ik te horen dat ik deugde. Dat ik goed was. Dat vergeet ik nooit meer."

    Terugblikken deed Leen niet meer. Hij verstopte de ellende uit zijn jeugd in hard werken, maar de pijn bleef. Als hij op 26-jarige leeftijd serieuze verkering en werk aan wal krijgt, gaat het mis. "Iedereen was aardig en lief voor me. Dat benauwde me vreselijk." Na twee maanden verbreekt hij halsoverkop de relatie en pakt z'n boeltje om terug te keren naar zee. Als snel krijgt hij spijt. Vijf dagen na vertrek vraagt hij zijn grote liefde via Radio Scheveningen ten huwelijk.

    Leen van der Hoek heeft een zwaar leven achter de rug. Ellende en geluk wisselen elkaar af. Hij trouwt. Krijgt twee kinderen. Scheidt. Dat hij zijn kinderen een fijne jeugd heeft kunnen geven en dat ze dat zelf ook zeggen, is zijn grootste geschenk.


    Op 57-jarige leeftijd stort zijn wereld weer in. De werkgever voor wie hij twintig jaar werkte, zet hem na een directiewisseling op straat. "Weer afgeschreven. Weer met lege handen, terwijl ik zo hard had geknokt om zover te komen. Werk had voor mij een heel andere waarde dan voor andere mensen. Ik was kapot. Ik kon het niet verwerken. Wilde niet meer leven, maar had niet de moed er zelf een einde aan te maken. Ik raakte aan de drank en belandde in een verslavingskliniek. Gelukkig hebben m'n kinderen me nooit laten vallen. Ik kreeg het advies te doen wat ik altijd had gedaan. Ga weer vechten. Doe waar je goed in bent." Dat leidde tot een rechtszaak tegen de werkgever die Leen glansrijk won.

    De laatste jaren gaat het goed, maar op de achtergrond is het nooit weg. Zo kon het gebeuren dat hij in tranen uitbarstte toen hij het verhaal 'Kind tussen moordenaars en verkrachters' in deze krant las. Dat verhaal, van de 12-jarige Ricardo die uit huis werd geplaatst en in een jeugdgevangenis belandde, is ook zijn verhaal. "Wat zijn we opgeschoten in al die jaren. Er blijkt weinig veranderd, terwijl we nu toch echt beter zouden moeten weten."

    De ellende blijkt bovendien nooit ver weg. Leen is kind aan huis bij Bart (55) en Evelien (54) in Lelystad. Als - op latere leeftijd - gediplomeerd goudsmid leert hij hun oudste zoon sieraden maken van edelstenen en -metalen. Bart en Evelien hebben vier kinderen (drie zonen en een dochter) en drie pleegkinderen, uit een gezin. Ze wonen met hun gezin bij een zorgboerderij, waar kinderen en volwassenen worden opgevangen. Evelien heeft de dagelijkse leiding over een heel team van medewerkers.

    Hoewel instellingen voor jeugdzorg elk jaar een honderdtal kinderen op de boerderij plaatsen, kon het toch gebeuren dat Bart en Evelien keihard in conflict kwamen met jeugdzorg over een van hun pleegkinderen.

    Na negen jaren dreigde het jochie van twaalf namelijk uit huis te worden gehaald. „Dat wilden we echt niet laten gebeuren. Dan zou hij van crisisopvang naar crisisopvang gaan en uiteindelijk in een tehuis belanden. We weten dat hij hulp nodig heeft. Hij heeft een hechtingsstoornis. Daarom vragen we ook al jaren om hulp, maar die kwam maar niet. Daar mag het kind toch niet de dupe van worden.”

    Het verzet van het echtpaar heeft succes. Hun klachten worden gegrond verklaard, maar de relatie met jeugdzorg verbetert daar niet mee. Eind vorig jaar komt het tot een uitbarsting. Hun pleegzoon wordt toch weggehaald. „Dat was echt een drama. Iedereen in tranen. Onze pleegzoon heeft heel veel gehuild. Terwijl we net een nieuw traject hadden ingezet en het echt de goede kant op ging.”

    Van 11 december tot 19 januari mag hij niet bij het pleeggezin komen. Volgens de rapporten van jeugdzorg is het kind beter af in een residentiële setting, een min of meer gesloten huis dus. Opnieuw tekent het echtpaar protest aan en opnieuw krijgen ze gelijk.

    Om herhaling te voorkomen, hebben ze een eigenkrachtconferentie bedongen. Om een sterk netwerk te creëren om het kind en te voorkomen dat hij weg moet.

    „We voelen ons niet meer veilig bij jeugdzorg. Ze onderzoeken niet. Ze overleggen niet, maar vinden wel heel veel. Als je leest hoe al die jaren pleegzorg en jeugdzorg bij ons opeens werden afgeschreven, gaat dat door merg en been. De hulpverlening schakelt je uit en dat gaat ten koste van het kind.”

    Leen heeft het van nabij zien gebeuren. „Te veel gestudeerd, te weinig praktijk”, is zijn analyse. „En wat niemand lijkt te beseffen is dat de schade vaak onherstelbaar is. Het kind wordt bang, wantrouwend. Zeker als het van hot naar her wordt gesleept. Ik heb het allemaal meegemaakt.”

    Evelien heeft daar ook de meeste moeite mee. „Onze pleegzoon heeft zeven jaar onder toezicht gestaan. Al die tijd bleef de onzekerheid. Mag ik blijven, ga ik terug naar mijn ouders, ga ik naar een ander pleeggezin. Dat vreet aan kinderen.”

    Nr. 151. Leen van der Hoek komt het nummer steeds weer tegen. Hij heeft nooit op nummer 151 willen wonen. Hij is niet de enige die nog steeds rondloopt met de erfenis van jeugdzorg. Eind vorig jaar was er een reünie van een van de kindertehuizen waar hij heeft gezeten, Nieuw Voordorp in Voorschoten. „Veel mensen hebben last van traumaproblemen. En dat zou toch eens te denken moeten geven, zodat we met meer verstand en begrip in deze tijd ingrijpende maatregelen nemen die werkelijk in het belang van het kind zijn.”

    Leen heeft het graf van zijn vader gevonden. Dat bezoekt hij af en toe. De tekst op de steen doet hem pijn. ‘Zijn leven was geven’. „Ik heb alleen niets van hem gehad.”

    De namen van Bart en Evelien zijn op hun verzoek gefingeerd. Ze willen daarmee voorkomen dat hun pleegzoon de dupe wordt van hun frustraties over instanties.

    www.destentor.nl/jeugdzorg
    Link


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    21-03-2010, 19:20 geschreven door Webmaster
    Reacties (0)
    12-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Viermaal meer kinderen slikken Ritalin

    Viermaal meer kinderen slikken Rilatine

         
    woensdag, 10 maart 2010 07:45

    BRUSSEL - In West-Vlaanderen slikt liefst 12 à 13 procent van de jongens tussen 8 en 11 jaar medicijnen tegen ADHD. Dat is een makkelijkere oplossing dan therapie, die soms ook helpt maar duurder is.


    Meer dan 26.000 jongeren krijgen in België pillen tegen ADHD omdat ze hyperactief zijn en/of gedragsstoornissen hebben. In 2004 waren ze nog maar met 6.000, zo meldde Le Soir gisteren op basis van gegevens die de federale minister van Sociale Zaken, Laurette Onkelinx (PS), verstrekte.

    Er zijn grote regionale verschillen: in Vlaanderen is het gebruik bijna viermaal hoger dan in Franstalig België. West-Vlaanderen spant qua voorschrijfgedrag de kroon.

    ADHD-medicijnen die bekendstaan onder de merknamen Rilatine en Concerta, en die eigenlijk amfetamines bevatten, onderdrukken de symptomen en hebben, zeker op kortere termijn, een duidelijk effect. Vermoed wordt dat ze ook als ‘leerpil' gebruikt worden door studenten tijdens hun examens. Maar er zijn ook nevenwerkingen: slapeloosheid, verminderde eetlust, soms zelfs anorexia en mogelijk depressies bij stopzetting.

    In 1998 leverden Belgische apotheken 1 miljoen dagelijkse dosissen van deze medicijnen af, terwijl dit in 2008 al 7 miljoen dagelijkse dosissen betrof: een stijging met 700 procent dus. Dat staat in het verslag van de werkgroep van Leuvense professoren die zich over het toenemende gebruik van psychofarmaca heeft gebogen (DS 9 maart). Het gebruik van Rilatine is tussen 2005 en 2008 toegenomen van 1,7 naar 4,2 miljoen dagelijkse dosissen.

    De Leuvense werkgroep stelt onder meer voor dat voortaan enkel specialisten, zoals kinderpsychiaters en -neurologen, nog diagnoses zouden stellen en voorschriften afleveren. Professor Marina Danckaerts, zelf jeugdpsychiater en gespecialiseerd in ADHD, nuanceert: ‘We willen vooral dat de medicijnen pas gestart worden na een consultatie bij een specialist. Zodra de diagnose gesteld is, kan een huisarts zeker helpen bij de verdere ondersteuning van de behandeling.'

    Danckaerts wijst er ook op dat alle bovenstaande cijfers toch nog altijd maar 1,8 procent van de kinderen en jongeren tussen 6 en 17 jaar betreffen. ‘Terwijl ADHD bij zowat 5 procent van de bevolking voorkomt. Nee, ze moeten niet allemaal medicijnen krijgen. Eén op de drie kan evengoed geholpen worden met gedrags- en psychotherapie. Maar gezien de grote regionale verschillen kunnen we toch enkel maar concluderen dat in sommige regio's te veel kinderen pillen slikken, en in andere te weinig.'

    West-Vlaanderen trekt het gemiddelde fors omhoog: liefst 12 à 13 procent van de jongens tussen 8 en 11 jaar kreeg daar Rilatine of Concerta voorgeschreven. ‘Zelfs als we weten dat jongens veel meer ADHD hebben dan meisjes, blijft dit veel. Ik noem dat zelfs Amerikaanse toestanden, waarbij de grens erg wordt opgeschoven', zegt Danckaerts.

    Ze wijst op nog een ander probleem: ‘Pillen zijn goedkoper dan psychotherapie, die amper wordt terugbetaald. Dus ik begrijp dat artsen en ouders soms makkelijker naar een voorschrift grijpen. Bovendien is het niet simpel om een goede therapeut te vinden. Ten eerste omdat ze niet erkend zijn, maar ook omdat niet iedere therapeut gespecialiseerd is in de specifieke aanpak voor ADHD. Dus als de minister dat terrein zou willen ontwikkelen, zou dat zeer welkom zijn.'

    Daar zou ook de vereniging Zit Stil blij mee zijn, zegt voorzitster Ria Van den Heuvel: ‘Wij hebben onze handen vol met oudertrainingen, die telkens acht sessies inhouden. Dat kost de ouders 150 euro en gezien ze met twee moeten komen, moeten ze er ook een oppas voor nemen. Ondertussen moet het kind zelf vaak ook in begeleiding, en na de oudertraining begint het nog maar: dan moet je de nieuwe aanpak – meer structuur installeren – nog waarmaken in je gezin.'

    Minister Laurette Onkelinx roept morgen artsen en de ziekteverzekering rond de tafel om te bespreken wat er tegen de stijgende consumptie van psychofarmaca in het algemeen, en ADHD-medicijnen in het bijzonder, kan gebeuren.

    bron: standaard.be


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    12-03-2010, 20:48 geschreven door Webmaster
    Reacties (0)
    13-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jeugdzorg ligt onder vuur Schriftelijke vragen van Aasted-Madsen (CDA)
    Jeugdzorg ligt onder vuur Schriftelijke vragen van Aasted-Madsen (CDA)

    Jeugdzorg ligt onder vuur. De parlementaire werkgroep is met een onderzoek gestart. Eindelijk komt er aandacht voor alle kinderen, die vaak onterecht uit huis zijn geplaatst. Hierover heeft Ine Aasted-Madsen onderstaande vragen gesteld. Vele ouders wachten in spanning het antwoord van de minister af. Zullen hun kinderen weer naar huis mogen?

    Schriftelijk vragen van het lid Aasted-Madsen – van Stiphout(CDA) aan de minister van Jeugd en Gezin:

    1. Heeft u kennisgenomen van de uitzending “Das je goed recht” van SBS6 op 31 januari 2010?

    2. Naar aanleiding van deze uitzending zijn zo’n 1000 reacties binnengekomen van ouders die aangeven dat ook hun kind(eren) op basis over onjuistheden en onvolledigheden in de rapportage van BJZ en/of de Raad voor de Kinderbescherming uithuis zijn geplaatst. Wie draagt zorg voor waarheidsvinding alvorens vergaande maatregelen als een ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing worden uitgesproken?

    3. In de beantwoording van schriftelijke vragen over een escalatie tussen pleegouders en Bureau Jeugdzorg (2009Z24418) geeft u aan dat u niet ingaat op individuele casuïstiek, datzelfde horen we van de Inspectie Jeugdzorg. Wie houdt zich in Nederland wel bezig met individuele casuïstiek binnen de Jeugdzorg, als men het functioneren van de Jeugdzorg aan de orde wil stellen?

    4. Bij welke onafhankelijke partij kunnen deze ouders terecht om een dossier tegen het licht te laten houden, eventueel aanvullende informatie te laten vergaren en opnieuw te laten beoordelen met een bindend advies?

    5. Bent u bereid onafhankelijk onderzoek te laten doen naar deze individuele casuïstiek, waar ouders en kinderen mogelijk op basis van onjuistheden en onvolledigheden van elkaar gescheiden zijn?

    6. Hoe gaat u voorkomen dat in de toekomst zaken als feit in rapportages worden opgenomen, zonder dat daarbij waarheidsvinding heeft plaatsgevonden?

    7. Wilt u deze vragen binnen de gestelde termijn van 3 weken beantwoorden op deze website?
     
    Jeugdzorg ligt onder vuur Schriftelijke vragen van Aasted-Madsen (CDA)

    Jeugdzorg ligt onder vuur. De parlementaire werkgroep is met een onderzoek gestart. Eindelijk komt er aandacht voor alle kinderen, die vaak onterecht uit huis zijn geplaatst. Hierover heeft Ine Aasted-Madsen onderstaande vragen gesteld. Vele ouders wachten in spanning het antwoord van de minister af. Zullen hun kinderen weer naar huis mogen?

    Schriftelijk vragen van het lid Aasted-Madsen – van Stiphout(CDA) aan de minister van Jeugd en Gezin:

    1. Heeft u kennisgenomen van de uitzending “Das je goed recht” van SBS6 op 31 januari 2010?

    2. Naar aanleiding van deze uitzending zijn zo’n 1000 reacties binnengekomen van ouders die aangeven dat ook hun kind(eren) op basis over onjuistheden en onvolledigheden in de rapportage van BJZ en/of de Raad voor de Kinderbescherming uithuis zijn geplaatst. Wie draagt zorg voor waarheidsvinding alvorens vergaande maatregelen als een ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing worden uitgesproken?

    3. In de beantwoording van schriftelijke vragen over een escalatie tussen pleegouders en Bureau Jeugdzorg (2009Z24418) geeft u aan dat u niet ingaat op individuele casuïstiek, datzelfde horen we van de Inspectie Jeugdzorg. Wie houdt zich in Nederland wel bezig met individuele casuïstiek binnen de Jeugdzorg, als men het functioneren van de Jeugdzorg aan de orde wil stellen?

    4. Bij welke onafhankelijke partij kunnen deze ouders terecht om een dossier tegen het licht te laten houden, eventueel aanvullende informatie te laten vergaren en opnieuw te laten beoordelen met een bindend advies?

    5. Bent u bereid onafhankelijk onderzoek te laten doen naar deze individuele casuïstiek, waar ouders en kinderen mogelijk op basis van onjuistheden en onvolledigheden van elkaar gescheiden zijn?

    6. Hoe gaat u voorkomen dat in de toekomst zaken als feit in rapportages worden opgenomen, zonder dat daarbij waarheidsvinding heeft plaatsgevonden?

    7. Wilt u deze vragen binnen de gestelde termijn van 3 weken beantwoorden op deze website?
     
    Jeugdzorg ligt onder vuur Schriftelijke vragen van Aasted-Madsen (CDA)

    Jeugdzorg ligt onder vuur. De parlementaire werkgroep is met een onderzoek gestart. Eindelijk komt er aandacht voor alle kinderen, die vaak onterecht uit huis zijn geplaatst. Hierover heeft Ine Aasted-Madsen onderstaande vragen gesteld. Vele ouders wachten in spanning het antwoord van de minister af. Zullen hun kinderen weer naar huis mogen?

    Schriftelijk vragen van het lid Aasted-Madsen – van Stiphout(CDA) aan de minister van Jeugd en Gezin:

    1. Heeft u kennisgenomen van de uitzending “Das je goed recht” van SBS6 op 31 januari 2010?

    2. Naar aanleiding van deze uitzending zijn zo’n 1000 reacties binnengekomen van ouders die aangeven dat ook hun kind(eren) op basis over onjuistheden en onvolledigheden in de rapportage van BJZ en/of de Raad voor de Kinderbescherming uithuis zijn geplaatst. Wie draagt zorg voor waarheidsvinding alvorens vergaande maatregelen als een ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing worden uitgesproken?

    3. In de beantwoording van schriftelijke vragen over een escalatie tussen pleegouders en Bureau Jeugdzorg (2009Z24418) geeft u aan dat u niet ingaat op individuele casuïstiek, datzelfde horen we van de Inspectie Jeugdzorg. Wie houdt zich in Nederland wel bezig met individuele casuïstiek binnen de Jeugdzorg, als men het functioneren van de Jeugdzorg aan de orde wil stellen?

    4. Bij welke onafhankelijke partij kunnen deze ouders terecht om een dossier tegen het licht te laten houden, eventueel aanvullende informatie te laten vergaren en opnieuw te laten beoordelen met een bindend advies?

    5. Bent u bereid onafhankelijk onderzoek te laten doen naar deze individuele casuïstiek, waar ouders en kinderen mogelijk op basis van onjuistheden en onvolledigheden van elkaar gescheiden zijn?

    6. Hoe gaat u voorkomen dat in de toekomst zaken als feit in rapportages worden opgenomen, zonder dat daarbij waarheidsvinding heeft plaatsgevonden?

    7. Wilt u deze vragen binnen de gestelde termijn van 3 weken beantwoorden op deze website?
     
    Jeugdzorg ligt onder vuur. De parlementaire werkgroep is met een onderzoek gestart. Eindelijk komt er aandacht voor alle kinderen, die vaak onterecht uit huis zijn geplaatst. Hierover heeft Ine Aasted-Madsen onderstaande vragen gesteld. Vele ouders wachten in spanning het antwoord van de minister af. Zullen hun kinderen weer naar huis mogen?

    Schriftelijk vragen van het lid Aasted-Madsen – van Stiphout(CDA) aan de minister van Jeugd en Gezin:

    1. Heeft u kennisgenomen van de uitzending “Das je goed recht” van SBS6 op 31 januari 2010?

    2. Naar aanleiding van deze uitzending zijn zo’n 1000 reacties binnengekomen van ouders die aangeven dat ook hun kind(eren) op basis over onjuistheden en onvolledigheden in de rapportage van BJZ en/of de Raad voor de Kinderbescherming uithuis zijn geplaatst. Wie draagt zorg voor waarheidsvinding alvorens vergaande maatregelen als een ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing worden uitgesproken?

    3. In de beantwoording van schriftelijke vragen over een escalatie tussen pleegouders en Bureau Jeugdzorg (2009Z24418) geeft u aan dat u niet ingaat op individuele casuïstiek, datzelfde horen we van de Inspectie Jeugdzorg. Wie houdt zich in Nederland wel bezig met individuele casuïstiek binnen de Jeugdzorg, als men het functioneren van de Jeugdzorg aan de orde wil stellen?

    4. Bij welke onafhankelijke partij kunnen deze ouders terecht om een dossier tegen het licht te laten houden, eventueel aanvullende informatie te laten vergaren en opnieuw te laten beoordelen met een bindend advies?

    5. Bent u bereid onafhankelijk onderzoek te laten doen naar deze individuele casuïstiek, waar ouders en kinderen mogelijk op basis van onjuistheden en onvolledigheden van elkaar gescheiden zijn?

    6. Hoe gaat u voorkomen dat in de toekomst zaken als feit in rapportages worden opgenomen, zonder dat daarbij waarheidsvinding heeft plaatsgevonden?

    7. Wilt u deze vragen binnen de gestelde termijn van 3 weken beantwoorden op deze website?
    Voor Nederland: zie ook www.hechtingsstoornis.com
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    13-02-2010, 19:11 geschreven door Webmaster
    Reacties (0)
    02-12-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Ik kan niet volgen"
    HelpLeerproblemen 
    «Onze Leendert heeft het niet gemakkelijk. Hij moet hard en lang werken om te kunnen wat zijn klasgenoten kunnen.Hij loopt altijd op de tippen van zijn tenen. In de klas is hij meestal als laatste klaar. Soms mag hij wat langer doorwerken van de leerkracht. Maar veel lost dat niet op. 's Avonds doen we niets anders dan samen oefenen. Als ik dan zie welke fouten hij vandaag in de klas maakte, begrijp ik het niet meer.'Ik ben de domste van de klas', zuchtte hij.» (Kurt, vader)

    Naar schatting één kind op vijf heeft leerproblemen op school.

    LEERPROBLEMEN: «Wij zijn niet dom»

    • Wat? Kinderen met leerproblemen hebben het moeilijk met schoolse vaardigheden: lezen, schrijven, rekenen, een vreemde taal leren
    • Waarom? Leerproblemen kunnen het gevolg zijn van:
      • omstandigheden: weinig aandacht thuis, onvoldoende uitleg in de klas, gezinsproblemen
      • een verkeerde werkhouding: kind leert uit het hoofd en heeft geen inzicht, steekt uren in lijntjes en kleuren maar werkt weinig oefeningen af
      • emotionele problemen: faalangst, gebrek aan zelfvertrouwen, demotivatie
      • begaafdheid: het niveau en tempo op school ligt te hoog, het kind zit in de verkeerde school of studierichting
      • leerstoornissen zoals dyslexie (hardnekkige lees- en schrijfproblemen) of dyscalculie (hardnekkige rekenproblemen). Wie leerstoornissen heeft, is niet dom of achterlijk. Hij of zij leert alleen anders.
    • Gevolgen? Kinderen die met leren geen succes ervaren, reageren vaak heel verschillend: ze gaan zich aanstellen, de clown uithangen, verliezen hun zelfvertrouwen («Ik kan niks»), worden opstandig, agressief of trekken zich terug... Leerkrachten en ouders begrijpen hen vlug verkeerd. «Ze kunnen wel maar willen niet», zeggen ze dan.

    U VERMOEDT EEN PROBLEEM? Niemand is schuldig

    • Wat denkt, voelt, doet uw kind?
      • Huiswerk maken en lessen leren worden een hel. Uw kind probeert aan elke taak te ontsnappen en gaat niet graag meer naar school.
      • Het kind voelt zich schuldig omdat het niet meer voldoet aan de verwachtingen van zijn leerkrachten, ouders, grootouders.
      • Het verliest het geloof in zichzelf: «Ik kan niks».
      • Het wordt agressief, gaat zichzelf afsluiten, klaagt van buikpijn, weent voor het minste
    • Wat denkt, voelt, doet u?
      • U probeert te helpen en gaat overbeklemtonen: bent streng, moedigt extra aan, oefent samen, geeft tips.
      • U bent ongerust en angstig voor de toekomst: «Hoe moet dat aflopen?»
      • Misschien raakt u geïrriteerd en boos: op uzelf, uw partner, de andere kinderen, de leerkracht, de hele wereld.
      • U voelt zich schuldig: «Wat heb ik verkeerd gedaan?», «Ik ben niet geduldig genoeg»
      • U vergelijkt met andere kinderen van het gezin of van de klas en geraakt ontgoocheld.
      • Er komen spanningen in het gezin: elke ouder reageert soms anders op het probleem.

    HOE BEKIJKT DE SCHOOL HET PROBLEEM? Al gezien?

    1. Stap naar de school. Soms aarzelen leerkrachten om ouders te contacteren of schamen ouders zich («Het komt wel goed») en gaat kostbare tijd verloren. Soms schatten de school en de ouders het kind heel verschillend in.
    2. Bespreek het probleem:
      • Het probleem is niet ernstig. Wat extra aandacht en hulp op school en een betere aanpak thuis lost al veel op.
      • Het probleem is ernstig en sleept aan. Ga samen met de leerkracht op zoek naar mogelijke oorzaken. Scheelt er wat met de werkhouding van het kind? Zijn er emotionele problemen? Is het niveau van de school of studierichting te hoog? Misschien heeft het kind één of andere leerstoornis (5 à 10% van de schoolbevolking heeft dyslexie, 2 tot 6% heeft hardnekkige rekenproblemen of dyscalculie)?

    Beschuldig niemand: niet de leerkracht, niet het kind, niet uzelf

    U ZOEKT HULP: Niemand kan toveren

    1. Leerkrachten zijn het best geplaatst om over leerproblemen van kinderen te praten. Op school hebben de verschillende leerkrachten van uw kind, de taakleerkracht in de basisschool, de CLB-medewerker, directeur, klasleraar ieder hun eigen deskundigheid, hun eigen inbreng. Ook ouders zijn deskundig. U kent uw kind. Probeer samen te overleggen. Heel wat scholen volgen leerlingen op een systematische wijze op met een leerlingvolgsysteem. Dat betekent dat ze kinderen met leer- of andere problemen vlug signaleren. Wat loopt er fout? En waarom? Ze stellen een diagnose vast en komen in overleg met de ouders en het kind tot een handelingsplan.
    2. Stel samen een handelingsplan op:
      • Wat kan de school doen, wie doet het en wanneer? (Extra oefeningen, hulpmiddeltjes in de klas, hulp van de taakleerkracht, bijles)
      • Wat kunnen de ouders thuis doen? (Wat kan het gezin nog aan?)
      • Welke extra hulp zoeken we buiten de school? (Het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB), logopedist, kinderarts, Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg) Overleg en samenwerking met ouders en school is ook hier nodig.
      • Wanneer zien we elkaar terug? (Hoe loopt het plan, moeten we niet bijsturen?)
    3. Zorg dat het actieplan ook duidelijk is voor uw kind. Laat hem of haar regelmatig mee beslissen. Geef uw kind het gevoel dat de situatie onder controle is.
    4. Hou de communicatie met de school open: blijf praten en blijf luisteren (wat zijn de vorderingen, hoe reageert het kind op de aanpak, hoe voelt het zich erbij, groeit zijn zelfvertrouwen?).
    5. Verwacht geen wonderen van welke behandeling dan ook. Als leerproblemen het gevolg zijn van ernstige leerstoornissen (dyslexie of dyscalculie bijvoorbeeld) kan je dat niet zomaar oplossen. Je kan het kind wel een aantal middelen aanbieden waarmee het zichzelf kan behelpen.
    6. Hou alle verslagen en attesten bij, vraag de school of het CLB een verslag te maken over de eindsituatie. Leg die ook voor als het kind naar een ander jaar of andere school gaat.

    LEERPROBLEMEN BEHEERSEN UW GEZIN: 5 tips

    1. Zorg dat uw extra-hulp niet tot spanningen leidt. Word geen leerkracht, maar blijf op de eerste plaats ouder. Maak het rustig en veilig thuis. Dat komt ten goede aan alle kinderen (met of zonder leerproblemen). Zorg thuis voor evenwicht tussen ontspanning en inspanning.
    2. Leerproblemen mogen het gezin niet overheersen. Maak tijd voor het probleem, maar stel tegelijkertijd grenzen aan je beschikbaarheid.
    3. Praat met de andere gezinsleden over de leerproblemen en de gevolgen. Praat niet altijd óver het kind, maar ook mét uw kind. Geef het vertrouwen. Maak het niet wijs dat een leerprobleem zonder inspanning verdwijnt.
    4.  Zoek steun bij andere ouders van kinderen met leermoeilijkheden.
    5. Stimuleer uw kind in wat het goed kan: turnen, muziek maken, voetballen Leven is meer dan schoolleren alleen.

    Leestips leermoeilijkheden

    Dankzij Villa Kakelbont - Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur vzw - Meistraat 2 - 2000 Antwerpen - tel: 03/202.83.58 - site www.villakakelbont.be

    1. Juut / Karen Hesse, Averbode, 1999
      9+
      Juut is negen en de middelste van een gezin met vijf dochters. Ze heeft het niet gemakkelijk: haar familie heeft het niet breed, en zijzelf is dyslectisch. Toch is ze in haar element als ze bezig is met de dingen die ze kan. Een toegankelijk en prettig verhaal.
    2.  Een prijs voor de hanenpootkampioen / Anne Fine, Fontein, 1997
      10+
      In zijn nieuwe school leert Stijn Joop kennen. Joop heeft het moeilijk met taal en rekenen. Stijn verzint allerlei trucjes om Joop te helpen, maar op sommige vlakken heeft Joop helemaal geen hulp nodig, integendeel… 
    3. Slimoor / Luc van Tolhuyzen, Davidsfonds/Infodok, 1998
      10+
      Felix voelt zich een domoor, vergeleken bij zijn slimme broer Gil. Dat hij dyslectisch is en naar een speciale school moet - die hij al op voorhand verafschuwt - versterkt dat gevoel nog. Maar het loopt anders dan verwacht…
    4.  Joey slikte zijn sleutel in / Jack Gantos, Lannoo, 1999
      13+
      Joey is een hyperactieve jongen, en dat maakt het voor hem bijzonder moeilijk om zich te concentreren. Een sympathiek boek, dat begrip wekt voor wiebelkinderen. Het vervolg, Joey gaat uit de bocht, verschijnt binnenkort.

    Dit is de vijfde bijdrage van De Eerste Lijn. Ongeveer één op vier kinderen heeft leerproblemen, maar eigenlijk zit elk kind wel eens met een probleem. Deze bijdrage kan u misschien helpen. Hou ze bij. Op pagina 7 vindt u een lijstje met interessante lectuur. Meer over leerproblemen kan u vinden op de internetsite van Klasse: www.klasse.be/archieven en in de bibliotheek bij het SISO-nummer 464 (Leerstoornissen). Zin in een boek? Een tip: «Als leren pijn doet» van W. Hellinckx en P. Ghesquière - Garant - 795fr.

    Deze tekst kwam tot stand in samenwerking met leerlingen, ouders, leerkrachten, het CLB en andere specialisten.

    http://www.klasse.be/ouders/help/43


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-12-2009, 19:33 geschreven door Webmaster
    Reacties (0)
    20-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2e Themabijeenkomst over: De vroege hechting van baby's

    LANDELIJKE Themabijeenkomst

     

    Woensdag 25 november 2009

     

    In de Martuskerk aan de Copernicusstraat 18 te Amersfoort.

     

     Drs. R. Verdult zal spreken over:

     

    De vroege hechting van baby’s

     

    Drs. R. Verdult is Psycholoog - Psychotherapeut en Babypsychotherapeut

     

    Inleiding

     

    In de klassieke hechtingstheorie wordt het begin van hechting gesitueerd in het vierde kwartaal van het eerste levensjaar. Er zijn echter steeds meer wetenschappelijke en klinische bevindingen die aantonen dat hechting veel vroeger begint, en wel vóór en tijdens de geboorte. Blauwdrukken voor latere hechtingspatronen worden tijdens het prenatale leven reeds gevormd. Het hechtingsgedrag dat zichtbaar wordt vanaf de bekende eenkennigheidsfase  heeft daarom een intense  voorgeschiedenis.  Onmiddellijk na de geboorte vertoont een baby  hechtingsgedrag;  hij verlangt naar het herstel van lichamelijk affectief contact  en hij is in staat signalen te geven om dit te bewerkstelligen.  De basis voor dit vroege hechtingsgedrag wordt gelegd in de prenatale relatie tot het lichaam en de psyche van de vrouw die hem  negen maanden gedragen heeft en met wie hij negen maanden in symbiose heeft samengeleefd . Het hechtingspatroon van de baby is herkenbaar aan zijn signalen, zoals hyper- of hypo arousal. Deze ‘arousal’-patronen, die samenhangen met de klassieke hechtingspatronen, kunnen in verband gebracht worden met de reacties van de baby op prenatale stress.

     

    In zijn praktijk van babypsychotherapie werkt Drs. R. Verdult met baby’s waarbij deze vroege hechting verstoord is geraakt tijdens de zwangerschap of tijdens de geboorte. Het is een vorm van lichaamsgerichte psychotherapie waarin de baby de kans krijgt om zijn ‘verhaal’ te vertellen. Zijn lichaam is een groot expressief instrument waarmee hij uitdrukking kan geven aan zijn emotionele belastingen. De behandeling bestaat uit het herbeleven van de zwangerschap en van de geboorte.

     

    In deze voordracht komen aan bod: de geschiedenis van vroege hechting, de hechtingssignalen van baby’s, verstoringen van hechting tijdens de zwangerschap door prenatale stress en tijdens de geboorte door medische interventies, babypsychotherapie als vorm van traumatherapie.

     

    Drs. R. Verdult  (°1953) studeerde ontwikkelingspsychologie aan de universiteit van Groningen. Hij volgde een opleiding cliëntgerichte psychotherapie. In begin negentiger jaren raakte hij geïnteresseerd in prenatale psychologie en met name de vroege hechtingsrelaties van foetussen en baby’s. In Zwitserland  volgde hij  een opleiding tot prenatale psychotherapeut voor volwassenen en baby’s bij William Emerson en Karlton Terry. Hij werkt samen met zijn partner Gaby Stroecken in zijn eigen psychotherapiepraktijk met volwassenen en baby’s van 1- 18 maanden. Hij is lid van de adviesraad van de ISPPM (International Society of Prenatal en perinatal Psychology and Medicine).

     

    PROGRAMMA

     

    18.30-19.15 uur           Ontvangst met koffie/thee

     

    19.15 uur                    Welkomstwoord

    door de heer G. van der Weide, voorzitter van De Knoop

     

    19.30 uur                      Inleiding door Drs. R. Verdult  

    ‘De vroege hechting van baby’s’

     

    20.30 uur                      Pauze

    Gelegenheid tot het opstellen van vragen en bezoek aan de informatiestand van ‘De Knoop’

     

    21.00 uur                      Beantwoorden van de vragen en mondelinge gedachtenwisseling

     

    ca. 22.00 uur                 Afsluiting

    door de heer G. van der Weide.

     

     

    Aanmelden

     

    U kunt zich tot vrijdag 20 november 2009 aanmelden door middel van het (bijgevoegde) inschrijfformulier.

     

    De toewijzing van aanmeldingen vindt plaats op volgorde van binnenkomst. Na ontvangst van zowel de betaling als het inschrijfformulier voor vrijdag 20 november 2009 ontvangt u uiterlijk maandag 23 november 2009 per email een bevestiging van inschrijving en tevens uw toegangskaart(en).

     

    Toegangsprijs

     

    De entree bedraagt € 12,50, inclusief koffie of thee.   

    Voor de leden van De Knoop is de toegang gratis.

     

    Locatieadres

     

    De landelijke thema-avond wordt gehouden in de: Martuskerk aan de Copernicusstraat 18 te Amersfoort. 

     

    Informatiestand

     

    De informatiestand van De Knoop waar brochures, lezingen en boeken te koop zijn tijdens de bijeenkomst.

     

    Routebeschrijving en parkeren

     

    Voor een route beschrijving kunt u ook terecht op: http://www.routenet.nl/

    Op de Leusderweg kunt u vrij parkeren bij de winkels. Ook is er parkeerruimte op het Juliana van Stolbergterrein,

     

    Openbaar vervoer

     

    Voor informatie over vertrek en aankomsttijden van het openbaar vervoer kunt u terecht op: http://www.9292ov.nl

     

    Wij hopen u op 25 november 2009 te mogen begroeten.

     

    Houdt U er wel rekening mee dat wij stipt op tijd beginnen.

     

    Wilt u zo vriendelijk zijn deze uitnodiging en het inschrijfformulier te verspreiden binnen uw organisatie.

     

    De uitnodiging en het inschrijfformulier kunt u ook vinden op de website: http://www.deknoop.org


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    20-10-2009, 15:25 geschreven door Webmaster
    Reacties (0)
    30-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Campus voor probleemjeugd in Amsterdam-West

    2009
    Jeugdzorginstellingen Spirit en Altra en de Esprit Scholengemeenschap maken plannen voor een campus voor probleemjongeren in Amsterdam-West. De campus moet vijftig ontspoorde jongeren van 12 tot 15 jaar twaalf uur per dag onderwijs, zorg en vrijetijdsbesteding bieden. De doelgroep bestaat uit jongens en meisjes die veel spijbelen, leerachterstanden hebben en soms ook crimineel zijn. Ze kunnen zowel door de rechter naar de campus worden gestuurd als vrijwillig deelnemen voor een periode van een half tot maximaal drie jaar.
    De eerste drie maanden zijn de jongeren twaalf uur per dag op de campus, later kunnen ze wel buiten de deur op school gaan. Het project kost 45 duizend euro per jongere. Het project is alleen haalbaar als het rijk mee betaalt. Minister André Rouvoet voor Jeugd en Gezin beslist daar waarschijnlijk volgende maand over.
    Bron: Het Parool, 18 april 2009


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    30-04-2009, 21:26 geschreven door Webmaster
    Reacties (0)
    20-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Centra voor kinderen met leer-, taal- en gedragsstoornissen: meer wetenschappelijke studies nodig

    Revalidatiecentra en kinderen met taal-, spraak- en gedragsstoornissen

    Centra voor kinderen met leer-, taal- en gedragsstoornissen: meer wetenschappelijke studies nodig

    Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht enkele belangrijke aspecten van de werking van de NOK/PSY revalidatiecentra. De studie werd uitgevoerd in samenwerking met de universiteiten van Gent en Antwerpen en de Federatie van Centra voor Ambulante Revalidatie, die de voornaamste gegevens aanreikten. De NOK/PSY centra staan in voor de ambulante diagnose en behandeling van kinderen met oa. mentale handicaps, spraak- en taalstoornissen, aandachts- en concentratiestoornissen (AD(H)D) en autismespectrum- en leerstoornissen (bvb dyslexie). Er bestaat momenteel onvoldoende wetenschappelijk bewijs voor de werkzaamheid van de beschikbare behandelingen, noch over de setting waarin deze het best worden gegeven (bv. multidisciplinair zoals in de centra of monodiscplinair zoals door bepaalde therapeuten). Er zijn ook te weinig gegevens over de behaalde behandelingsresultaten beschikbaar.

    Lees verder in het persbericht van 7 januari 2009 of in het volledige rapport via de website van het KCE.

    http://www.vwvj.be/index.php?page=135&PHPSESSID=015a63865f350b7b45918c3549ec24ed


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    20-01-2009, 15:33 geschreven door Webmaster
    Reacties (0)
    11-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kinderen met autisme of gedragsproblemen

    Isselborgh wil havo en vwo

    Bron: De Gelderlander

    donderdag 08 januari 2009 | 22:29 | Laatst bijgewerkt op: donderdag 08 januari 2009 | 22:33

    DOETINCHEM - Kinderen met autisme of gedragsproblemen kunnen vanaf komend schooljaar in Doetinchem havo- of vwo-onderwijs volgen.

    Op dit moment wordt op de Isselborgh in Doetinchem al vmbo gegeven. In heel Nederland zijn maar enkele scholen binnen het speciaal onderwijs die havo of vwo aanbieden. "Het is voor ons heel lastig om aan geschikte vakdocenten te komen", vertelt Isselborgh-directeur Frank de Vries. "We zijn als school gespecialiseerd in het geven van lessen aan onze kinderen. Maar als het echt de diepte in gaat, wordt het lastiger. Die kennis hebben we gewoon niet." De Isselborgh wil daarom alleen de eerste twee jaar havo en vwo aanbieden. Daarna moeten de leerlingen bij reguliere middelbare scholen instromen. "We kunnen de leerlingen hier voorbereiden op de toekomstige situatie in de grote, relatief onrustige scholen."

    http://www.gelderlander.nl/voorpagina/achterhoek/4314831/Isselborgh-wil-havo-en-vwo.ece

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    11-01-2009, 23:27 geschreven door Webmaster
    Reacties (0)
    22-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MCDD

    Meervoudige Complexe Ontwikkelingsstoornissen MCDD
    Bron: Vereniging Balans

    McDD wordt beschouwd als variant van PDD-NOS. Maar omdat bij McDD andere problemen op de voorgrond staan, besteden wij apart aandacht aan deze ontwikkelingsstoornis. MCDD is de afkorting van de Engelse term Multiple Complex Developmental Disorder. In het Nederlands: Meervoudige complexe ontwikkelingsstoornissen. Deze stoornis wordt beschouwd als een variant van bepaalde autistische stoornissen. MCDD is nog niet officieel opgenomen in het algemeen gebruikte psychiatrisch handboek (de DSM), maar wordt als beschrijving van bepaalde psychiatrische problemen van kinderen al wel regelmatig door kinder- en jeugdpsychiaters gebruikt. Regulatieproblemen Hoewel MCDD wordt beschouwd als een variant van het autisme of PDD-NOS, staan bij kinderen met MCDD niet de contactproblemen op de voorgrond maar de problemen bij het reguleren van emoties en gedachten. Een beetje angst ontaardt bij hen meteen in paniek, een beetje boosheid wordt razernij. Hun veel te sterke fantasie zorgt ervoor dat hun gedachten met hen op de loop kunnen gaan, waardoor fantasie en werkelijkheid niet meer uit elkaar worden gehouden. Soms vertellen ze over 'stemmetjes' of 'mannetjes' in hun hoofd die hen regeren zonder dat ze zich daartegen kunnen verzetten. Het regulatiemechanisme, de innerlijke thermostaat die emoties en gedachten in evenwicht houdt, werkt bij hen kennelijk minder goed.

    Zicht op sociale verhoudingen
    Kinderen met MCDD nemen wel initiatieven tot contact met anderen, maar missen vaak het vermogen sociale verhoudingen goed te doorzien. In de geborgenheid en veiligheid van een één-op-één-relatie met een volwassene kunnen ze vaak redelijk functioneren. Het gaat mis zo gauw de situatie complexer of minder overzichtelijk wordt.Op het schoolplein, in de winkel, op het verjaardagspartijtje, op het familiefeest ontsporen deze kinderen heel snel en reageren dan met angst of woede. Er is nog weinig specifiek onderzoek gedaan naar de oorzaken van MCDD. Aangenomen wordt dat het te maken heeft met een stoornis in de informatieverwerking in de hersenen in combinatie met reacties op prikkels uit de omgeving. Niet onmogelijk is dat er net als bij autisme sprake is van een erfelijke component.

    Gevolgen voor het kind
    Een kind met MCDD heeft er extreem veel moeite mee om de wereld als een veilige plaats te ervaren. Alles is erop gericht om de angst te beteugelen. De ontwikkeling op diverse leefgebieden kan hier ernstig onder lijden.

    Gevolgen voor het gezin
    Omdat het gedrag van kinderen met MCDD in één-op-één relaties niet zo snel ontspoort, worden de problemen van ouders niet altijd even serieus genomen. Het beschermen van hun kind tegen te veel binnenkomende prikkels kan worden opgevat als overbezorgdheid. Daarnaast bestaat het gevaar dat alle energie binnen het gezin erop gericht is om woedebuien van het kind te voorkomen, zodat belangen van andere gezinsleden daaraan te veel ondergeschikt worden.
    De symptomen van McDD zijn te verdelen in drie groepen.

    Stoornissen in de regulatie van affecten (angst en agressie: angst schiet door in paniek, boosheid in woede)
    • intense angst of gespannenheid
    • vreesachtigheid of fobie (ziekelijke vrees), meestal voor ongebruikelijke situaties of voorwerpen
    • paniekaanvallen of 'overspoeld worden door primitieve angsten'
    • momenten of periodes van gedragsmatige terugval met driftbuien of primitieve woedeaanvallen
    • uitgesproken emotionele en stemmingsschommelingen zonder duidelijk aanwijsbare aanleiding
    • frequente oninvoelbare, bizarre angstreacties
    Stoornissen in de gevoeligheid voor sociale signalen en stoornissen in het sociale gedrag in relatie tot leeftijdgenoten en volwassenen
    • sociale desinteresse, vermijding van sociale contacten of grenzeloze contactname, ondanks aanwezige sociale vaardigheden 
    • ontbreken van bestendige relaties met leeftijdgenoten 
    • aanklampende 'haat-liefderelaties', met name met volwassenen (in het bijzonder ouders/primaire verzorgers) 
    • diep gebrek aan empathie en het vermogen om zich te verplaatsen in de gedachten en gevoelens van anderen
    Stoornissen van het denken (onnavolgbaar van de hak op de tak springen, bizarre fantasieën, geheel opgaan in fantasieën, moeite hebben met het onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid)
    • onlogische gedachtengang of plotselinge onnavolgbare gedachtesprongen (magisch denken, neologismen, bizarre gedachten) 
    • verwarring tussen fantasie en realiteit 
    • gemakkelijk verward raken (moeite met het begrijpen van wat er om hen heen gebeurt) 
    • overwaardige gedachten (grootheidsideeën, verhoogde achterdocht, overgeïnvolveerd raken in fantasiefiguren, imaginaire vrienden)

    Er is helaas geen therapie die de stoornis opheft. Wel kan een speciale opvoeding met veel consequente en wijze leiding de problemen meestal binnen de perken houden. Dit vraagt echter een constante aandacht van de omgeving, waardoor het opvoeden van deze kinderen een uitputtende bezigheid is. Ouders van kinderen met McDD moeten altijd proberen hun eigen emoties niet te tonen, vooruit te denken over gebeurtenissen en bedacht te zijn op ongeremde reacties. Zij moeten zichzelf een manier van opvoeden aanleren waarin verduidelijking en begrenzing een tweede natuur wordt. Het regulatiemechanisme dat zorgt voor evenwicht in emoties en gedachten moet bij kinderen met McDD als het ware van buitenaf worden aangedragen. Medicatie kan soms nodig zijn om de angsten binnen de perken te houden.

    Hulp en begeleiding
    De opvoeding van kinderen met MCDD kan voor ouders uitputtend zijn. Ouders hebben bij de omgang met de ernstige problemen van hun kind dringend behoefte aan deskundige begeleiding van een kinder- en jeugdpsychiater, vaak in samenwerking met een gezinsbegeleider. Behandeling is gericht op het geven van structuur, het voorkómen en dempen van de angsten en het bevorderen van de gezonde ontwikkeling. Bij jongeren met  McDD is de puberteit een spannende fase, omdat met name in die periode het gevaar voor een psychotische ontwikkeling niet denkbeeldig is. In de volwassenheid luwen de heftige emotionele uitschieters bij het merendeel van deze kinderen, maar zij blijven veelal afwijkend in het sociale contact en dikwijls ook in het denken. In veel gevallen zullen zij aangewezen blijven op hulp en begeleiding, met name bij wonen en werken.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (10 Stemmen)
    22-12-2008, 23:17 geschreven door Webmaster
    Reacties (0)
    Archief per week
  • 27/06-03/07 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 30/11-06/12 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 03/11-09/11 2008
  • 27/10-02/11 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Laatste commentaren
    Foto
    Een interessant adres?
    Zoeken met Yahoo


    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Hechtingsprobleem (Forum)
  • forum

    Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Mailinglijst

    Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!