Behandeling van hechtingsproblematiek moet in het gezin plaatsvinden. Daar moet gewerkt worden aan het herstel van de band tussen ouders en kind. Als de behandeling succesvol is dan zal dat zeker in de klas te merken zijn. Anderzijds zal het bieden van veiligheid en structuur in de klas de behandeling thuis natuurlijk sterk ondersteunen.
Voor leerkrachten die te maken krijgen met - meer of minder - onveilig gehechte kinderen op school (en die zal je elk jaar wel tegenkomen) wil ik hier kort een aantal kenmerken en tips geven om ze in de benadering van deze kinderen te ondersteunen.
Als er sprake is van een hechtingsprobleem dan is er bij het kind veel wantrouwen naar volwassenen en er is angst om gekwetst te worden. Het kind schrikt terug voor het praten over gevoelens, voor het maken van contact.
Ook kan het zijn dat het gedrag van het kind bij jou negatieve emoties oproept omdat het kind je kwetst of omdat je je, door wat hij zegt of doet, afgewezen voelt.
Probeer te voorkomen dat je het gedrag ervaart als tegen jou, als persoon, gericht maar zie het gedrag als voortkomend uit handhavingpatronen.
Plaats in de klas
Probeer bedreigende situaties te voorkomen of te verminderen, zodat het kind zich beter kan ontspannen en daardoor meer gewenst gedrag kan laten zien.
Houd hem dicht bij je, bijvoorbeeld naast je
Zet hem in de buurt van rustige kinderen
Geef hem een eigen tafel en stoel (bijvoorbeeld met een sticker erop)
Plaats zo mogelijk geen kinderen achter hem (bijvoorbeeld met zijn rug richting muur)
Contact
Het is heel belangrijk dat het onveilig gehechte kind zich begrepen voelt en dat het ervaart gehoord te worden. Positieve interactie met hem is dan ook essentieel. Schenk hem vertrouwen, opdat hij ook vertrouwen in zichzelf kan krijgen.
Wijs het kind niet af als persoon, maar benoem zijn ongewenste gedrag en bied daarvoor een alternatief aan. Bouw een relatie met hem op en versterk die. Geef hem het gevoel: jij bent belangrijk voor mij. Ik wil dat het goed gaat met ons en dat jij je prettig voelt in de klas.
Verwoord dit bijvoorbeeld door:
Ik wil je helpen, daar ben ik voor
Grote mensen zijn er om kinderen te helpen met groot groeien, dus roep maar als je me nodig hebt
Je hoeft niet alles te kunnen of alleen te doen
Het is belangrijk om actief naar het kind te luisteren en zijn gevoelens te verwoorden. Als het hoort dat het best bang, boos of verdrietig mag zijn, voelt het zich begrepen en zal de spanning van hem af vallen.
Je vindt het moeilijk hè
Je wilt het zo graag goed doen en dan lukt het toch niet, ook niet als je zo je best doet
Je hoeft nog niet alles te kunnen, grote mensen kunnen ook niet alles
Vertel ook de andere kinderen waarom het kind soms moeilijk doet, bijvoorbeeld: Hij vindt het erg spannend en wordt daardoor druk en giechelig.
Leren
Probeer het leren voor het kind weer leuk te maken door:
Lage eisen te stellen (onder zijn niveau)
Veel complimenten te geven
Waar mogelijk visuele ondersteuning te bieden
Zitten en bewegen af te wisselen (zoals bij heel jonge kleuters)
Bij overgangssituaties te helpen, zodat hij niet overspoeld wordt
Eventueel een beloningsysteem in te voeren (uiteraard met opdrachtjes die haalbaar voor hem zijn)
Extra leuke taakjes te geven (bijvoorbeeld planten water geven e.d.)
Zijn gevoelens te verwoorden
Actief naar hem te luisteren
Probeer de dag altijd positief af te sluiten met het kind, zo mogelijk met hem alleen. Het ging goed met ons hè. Fijn dat je morgen weer komt.
Het kan nodig zijn hulp te vragen van iemand die jouw aanpak observeert en je zonodig coacht in deze benadering. Schakel daar een VIB-er (video-interactie-begeleider) voor in met ervaring op het gebied van hechting of informeer bij mij over de mogelijkheden!
Als we leerkrachten, die te maken hebben met problematische onveilig gehechte kinderen, begeleiden of coachen horen we van hen vaak terug dat deze manier van werken ook voor de andere kinderen goed werkt. Vaak ontstaat er veel meer rust en een beter werkklimaat in de klas en dit is logisch. Immers; een onveilig gehecht kind heeft behoefte aan een klimaat van veiligheid en geborgenheid en hebben niet alle kinderen behoefte aan een dergelijk klimaat?