Als een vroege vogel des morgens weer zijn lied herkent is de late winterwind zijn koude dirigent stilaan, komt er nu verandering buiten, daar in bos en hei dat voorspeld voor ons één ding : de Lieve Lente komt nabij ! en als ik neervlei op m'n buitenbank neem ik verrukt een teugje niet van ene sterke drank maar van dat verkwikkend lentevleugje !!
Eerst dacht ik : " niet aan denken ", dat heb ik toen gedaan maar twee seconden later dacht ik er toch weer aan nee, zo eenvoudig is dat niet want weet je wat je doet ? je denkt er ook aan als je denkt dat je er niet aan denken moet.
Hoe dikwijls ik je nachtrust al bedierf met zeuren over weer een ander griepje en de vele vele malen dat ik stierf aan hartinfarcten of een luchtwegpiepje aan pneumonieën tering enzovoorts aan dikke, dunne, endel, blinde darmen hoe jij dan zeggen kon : je hebt geen koorts en ik in slaap viel in je veilige armen.
Dwalend over heiden en door de lage bosjes denkend aan geen enkel ding fluitend, zacht en blijde kwam ik plotseling bij een huisje doodstil en verlaten dat in de schaduw van dennenbomen sliep waar het lang geleden scheen, en heel tevreden zo stil dat alleen een geitje blaatte en een koekoek riep.