O Maart, o maart o lentebloem u, die het zachte weerkind baart en bijen doet spreken, met stil gezoem wat heb ik naar u uitgekeken wat heb ik de tijd vooruit geduwd bijna door winterkouw bezweken mijn huid door poolwind licht geruwd en al komt u nog met stormen regenvlagen, of weerchagrijn de lente gaat zich toch al vormen in menig hart zal vreugde zijn
o maart, o maart o lentekind ook al roert u met uw staart u bent, én blijft een voorjaarsvrind !
Klein wit wonderlijk winterkapje rustend, in uw tere groen u komt stillekes uit uw bakje wachtend, op een lentezoen u aanschouwend brengt veel vreugde op een speciale toon kleinnood, van kille koning winter u verdrijft veel haat en hoon
u wordt geboren uit de aarde als een witte winterzoen u geeft het leven opslag meer waarde en bent meer waard dan hopen poen ...