O Maart, o maart o lentebloem u, die het zachte weerkind baart en bijen doet spreken, met stil gezoem wat heb ik naar u uitgekeken wat heb ik de tijd vooruit geduwd bijna door winterkouw bezweken mijn huid door poolwind licht geruwd en al komt u nog met stormen regenvlagen, of weerchagrijn de lente gaat zich toch al vormen in menig hart zal vreugde zijn
o maart, o maart o lentekind ook al roert u met uw staart u bent, én blijft een voorjaarsvrind !
Klein wit wonderlijk winterkapje rustend, in uw tere groen u komt stillekes uit uw bakje wachtend, op een lentezoen u aanschouwend brengt veel vreugde op een speciale toon kleinnood, van kille koning winter u verdrijft veel haat en hoon
u wordt geboren uit de aarde als een witte winterzoen u geeft het leven opslag meer waarde en bent meer waard dan hopen poen ...
Ik verlang naar dronken huisjes scheef leunend, tegen de heuvels aan naar zachte zuidewindenruisjes en waar ik met mijn lief kan gaan de winter begint mij te vervelen en de koude wordt een sleur de zon moet ons kille lijf weer helen en aankloppen nu, bij iedere deur ik wil naar een land waar huisjes klonken met het licht van de zilveren maan en daar heerlijk scheef en dronken leunen, tegen de groene heuvels aan ...
Als je bang bent om een wankele brug over te gaan, doe dan een beroep op een Engel. Hij draagt je naar de overkant en plotseling is al je angst verdwenen ...
Klein zaadje in de wind neem mij met u mee maak van mij uw Windekind al reizend, over land en zee klein zaadje in de wind breng mij naar mijn lief zorg dat hij mij altijd vindt en ik steeds blijf zijn hartedief klein zaadje in de wind neem mij mee naar verre weiden waarin ik het geluk steeds vind met louter warme jaargetijden
naar een klein groen paradijs waar alleen een goed hart klopt waar mensen zijn, nog kalm en wijs en waar mijn droefheid voorgoed stopt.
Als we leed konden verdwijnen zouden wij dat doen een droef gelaat strelend verrijken zouden wij dat doen want het wonder van de goedheid schuilt in iedere mens en blijft bestaan, door heel de tijd diep vanbinnen, en heel intens een mens is van natuur niet slecht maar wordt door velen zo gemaakt in zijn hart puur, en oprecht tot zijn innerlijk wordt afgekraakt dan stopt zijn dwang om steeds te geven maar voor een kleine lieve zoen door velen, nooit elkaar gegeven zouden wij, opnieuw, dit doen.
Deze week zien we alom in stad, dorp en platteland mensen slaan de liefdes trom Valentijn werkt dat in de hand rode harten, liefdesspreuken zien we nu dus overal een diner, niet uit eigen keuken en dansend naar een liefdesbal lieve woordjes, liefdesgolven stromen nu in overvloed menig hart raakt nu bedolven door sappen van dit liefdeszoet
een feest vol met liefdesvuren stromend, als een felle beek Valentijn, toe, blijft ons dat sturen en niet alleen in deze liefdesweek ...
In de drukte van ons leven is het nu tijd voor een ontlading daarom is carnaval aan ons gegeven en voor velen een verademing drie hele zotte dagen lang gevuld met leut en echt plezier niemand is bevreesd of bang en stort zich in dit feestgezwier en het strenge masker van ons leven kan dan nu voor even af inplaats van grief veel lol beleven is voor velen echt geen straf op elk gelaat straalt dan een lach bevrijdt van leed en veel chagrijn zo moest het dan ook iedere dag voor velen, even, carnaval zijn ...
31 January 2013 Gedichtendag, en de 75e verjaardag van Koningin Beatrix.
" lex en max dag "
Op zevenentwintig vier wordt het nu lex en max dag we vieren dat met 'n meter bier en de nederlandse vlag héél het land viert dan intens feest ongekend, en nooit gezien koninginnedag voorgoed geweest maar lex en max gaan voor een tien en vandaag is het gedichtendag en eren we koningin beatrix we hijsen trots de driekleurvlag want wat zij ons gaf, dat is niet niks en als dertig april straks is gekomen en wij allen, met een lach en traan ons nieuwe koningspaar verwelkomen zullen wij echt voor lex en max dag gaan !!
Na een heldere opruimbeurt vond ik na een lange tijd waarna ik lang naar had gespeurd maar m'n hart was niet verblijd ik dacht: wat moet ik daarnou mee een oude beurs, maar zonder geld als ik ga lopen neem ik die mee en gooi die hier achter in het veld.
Zo gezegd, en zo gedaan en ging samen met m'n oude tas hier lopen door de beboste laan en gooide beursje in het gras nauwelijks had ik dat gedaan en hoorde ik : mevrouw, o jee !! een kind kwam roepend achter mij aan : u verliest uw portomonee !! ik zag op, en keek heel graag in diep kinderlijk ogenblauw en onverwacht kwam daar de vraag : krijg ik nu wat geld van jouw ? ik beloonde blauweogenblik blij en tevree verdween hij vlug maar ik had met grote tegenzin mijn oude portomonee weer terug ...
In het wondermooie Friesland gaat men nu van één ding dromen en ook de rest van Nederland : dat er een Elfstedentocht mag komen !!! stoere mannen, zij aan zij trotseren dan het winterweer maar in hun hart héél fier en blij omdat het Friesland geeft véél eer ! gruwelijk afzien, tot op het bot betekent deze helse tocht levend bevriezen, is vaak hun lot de eindstreep lonkt, na elke bocht maar het schept wereldwijd een band en het toont zeker en gewis waarin het kleine Nederland weer héél erg groot in is !
Soms zijn wij gejaagd en haastig en vinden wij geen levenslust wij zijn dan opnieuw heel naarstig opzoek naar wat fijne stille rust en wat eens ons gemoed doorgriefde en oorzaak was van alle smart kwam niet uit die bron der liefde die heel diep opwelt in ons hart we moeten onszelf dan vaker toewensen om niet zo op de medemens te vitten want de meeste vrije mensen zijn zij, die innerlijke rust bezitten want in ons hart daar woont een kracht die onze droeve dagen wegkust en die daar altijd op ons wacht : de bron, van innerlijke rust.
Wist u dat onze vogelpracht als het buiten heel hard vriest en in een koude winternacht zestig procent van zijn gewicht verliest ?? daarom is het heel erg goed om ze optijd wat voer te geven niet af en toe, of als het moet maar een groot deel van hun vogelleven en als ze bekomen zijn van kouw en de eerste lentezon is daar geven ze speciaal voor jouw een concert dat heet : " HEEL DANKBAAR ".
Beloof me mijn kind als ik van hier verdwijn treur dan niet om mij straks bloeit weer de jasmijn en geurt de kamperfoelie erger zou het wezen als zij verdwenen waren
In België noemen ze het solden en ik Holland praten ze van uitverkoop grissen, grabbelen, graaien, winkels zijn klaar voor het geloop bedolven wordt ons jonge jaar onder allerhande koopjes en zijn we dan heel rap weer daar en versnellen onze loopjes en na al die eetfestijnen is ons beursje nog niet leeg zo zien we dan veel volk verschijnen in winkelstraat en smalle steeg winkel in en winkel uit onvermoeid en onverdroten beurs bevrijdt van elke duit maar ons hart, dat heeft genoten ...
Ik voel jouw kleine warme hand vertrouwd in die van mij mijn kleine fee, uit kinderland kalm lopend aan mijn zij jouw korenblonde lange haar omzoomd je rose wangen je wereld is nog pril en klaar je leeft daar onbevangen en als die wereld groter wordt ga ik nog altijd met je mee mijn kleine fee, uit kinderland jij blijft mijn liefste Faye.
Marieke vraagt aan de Boswachter : " Boswachter, worden er hier in het bos niet veel mensen afgemaakt ?" Wees maar gerust mijn kind zei de Boswachter want hier in het bos worden er meer gemaakt dan afgemaakt ....