De vrijheid te zien en te horen wat hier is en niet wat hier zou moeten zijn of was of zal zijn. De vrijheid te zeggen wat men voelt en denkt en niet wat men hoort te zeggen. De vrijheid te voelen wat men voelt en niet wat men voelen moet. De vrijheid te vragen om wat men graag wil hebben en niet altijd te wachten op toestemming. De vrijheid risico's voor zichzelf te nemen en niet alleen maar te kiezen voor veiligheid zonder ooit in beweging te komen
Mijn ouders beide op een heel andere manier grootgebracht. Mijn moeder kwam uit een gezin met dertien kinderen. Woonde in een heel groot huis aan het water in Warmond samen met kindermeisjes en een vader die heel veel op reis was. hout hout hout en duifjes Zij was ook al idolaat van haar vader, net als ik van de mijne. Dochter van diens 1e vrouw behoorlijk vrij en blij opgevoed Lid van de pinkstergemeente en verwend vanwege haar astma volgde een zangstudie en ging tevens naar de kunstakademie Mijn vader werd heel beschermd grootgebracht en meer ouderwets streng standing en uiterlijk vertoon Samen met één broer en zus. Volgde een studie tot fijn edelsmid. Was net voor de oorlog boordschutter, in diensttijd en speelde klarinet. Toen hij mijn moeder leerde kennen was het voor hem of de wereld open ging en werd een blij gelovig mens. Samen zijn ze toen wij er eenmaal waren, lid geworden van de baptistengemeente. Hij beschermde ons meisjes als geen ander kende de mannen als zijn eigen broekzak, zo hij wel zei tegen mij. Ook was hij, wat hij verre van prettig vond: helderziend en wetend. Hier wilde hij beslist niet op voor staan desondanks ga ik straks toch enkele anekdotes neerzetten wat dit allemaal inhield. Hij was een zuiver en oprecht mens. Heel warm en geînteresseert in een ieder die hij tegen kwam op zijn pad. Dit stukje heb ik dus aan hem te danken en van mijn moeder het: expressieve blije energieke Het heeft me geen moment bedroten dat ik bij hen heb mogen opgroeien bedankt lieve ouders ook al hadden sommige dingen anders gemogen elke ouder doet op dat moment waar hij in staat het beste wat in hem op komt. zo ook ikzelf
Oma Rika De moeder van mijn vader Een struise fiere dame Spontaan gaan mijn gedachten naar haar,
de vrouw met groot allure! Ze was gewend om de touwtjes in handen te hebben en mijn ouders met raad en daad terzijde te staan. Weliswaar vergat ze dat mijn moeder deze belangrijke functie hoorde te bekleden, dus dat was voor hen niet altijd even aangenaam. Toch stond zij haar mannetje
Van oorsprong had zijzelf met haar man een aantal speelgoedwinkels in Dordrecht en ging mijn vader de fijn-edelsmederij in. Zij zwaaide de septer een dame van stand Bij het ouder worden werd het wel wat moeizaam voor haar Langzaamaan doof en bijna blind toch in de picture staand Geen moment viel ze uit haar rol
Kruidige verhalen kon ze vertellen over de dagen van weleer van deze of die ene heer briefschrijvers die hun liefdes betuigingen in de kinderwagen wierpen wanneer zij met mijn vader rond toerde
"wie altijd in de spiegel ziet, kent de ware schoonheid niet... en alla, het boek is gesloten!" Uitlatingen die je bij blijven!
Na dat mijn grootvader Jaap overging kwam zij tegen over ons wonen. Die verandering was best heel wat
Vaak zaten wij als kinderen om beurten of samen met onze vrienden in haar serre te babbelen. Soms kwamen er vrienden van haar mensen van standing dan mocht niemand komen behalve ikzelf er was een echtpaar, waarvan de man helemaal gek op mij was en mij-als klein ding-benoemde tot: "Klein neusje" Wanneer zij kwamen mocht ik van te voren "Tom poesen"kopen en een onsje ham, om nooit meer te vergeten Zelfs de aardbei'tjes werden niet vergeten, voor haar en mij een heel groot feest!
Wat genoot ze, wanneer ze jarig werd. Dan koos zij als maaltijd steevast asperges met ham smullen-jamjamm Met haar vork streelde ze die lange slierten en liet ze via een roomboter sausje en een bakje hardgekookte ei-kruimel naar binnen glijden Wanneer deze lekkernij weer in de aanbieding is race ik en haal me middels deze aankoop oude herinneringen op.
Visite werd in de gang besproken wat ze aan hadden - welke kleuren, hoe de coiffure etc.
Later had ze dan toch haar stukje waardigheid laten vallen en kwam er een looprekje aan te pas samen liepen we de gansenpas en elke avond even aangewipt ogen druppelen en voor de nacht bereid maken.
Bij haar zat ik in mijn puberteit kon er mijn ei wel kwijt dan liepen er de vrienden van mijn broers voorbij en maakten al kletsende ook wat tijd voor mij vrij
Mijn broer die boven mij komt heeft er een tijdje in huis gewoond en op het laatst gewassen en verschoond Ze brak haar heup en moest uit huis Voor we het in de gaten hadden was ze ons ontschoten heeft me altijd erg bedroten zelf was ik net 16 jaren en heb dit best alsiets heel naars ervaren
ja hoor ik mag blijven want wat zag ik daarnet er zijn meerderen nog niet naar bed Men zit gezellig met me mee te lezen zal dan toch ook wel genoeglijk wezen Al is er maar eentje die er wat van leert is dit vrucht niet voor niets het internet gepasseert Mijn gedachten gaan in vogelvlucht jaren terug willen kijken moet er heel wat tijd gaan wijken zie ik ineens mijn oma voor het geestesoog verschijnen droom ik met haar weg en zou zo in het oude willen verdwijnen dat was toch wel een heel bijzonder mens hop haar zeker weer te zien later-over mijn grens Waar heb ik het nou toch over de moeder van mijn vader een struise dame écht heel parmantig en kaarsrecht Bij haar zat ik geregeld in de serre en als haar vrienden kwamen jeetje-een misêre Want haar oogjes wilden al bij langena niet meer en toch die dame willen blijven, dus ik stiekem de kleding van de visite aan het ebschrijven Stonden we samen even in de gang vroeg ze mij, is hij kort of is zij lang Welke kleur kleding heeft zij aan en wat heeft ze met haar haar gedaan Smiechtig dat wij dan toen waren konden we samen wel dit geheimpje bewaren van de blindheid en haar dove oren mocht geen mens wat weten laat staan iets horen De septer wilde zij nog slaan dus komt hierna haar verhaaltje aan
Ja hoor daar ben ik weer Zo af en toe moet ik wel eens even wat anders tussendoor doen hé zoals even wat melden via sites gedichten en dan maar lekker tusen die regels doorlezen Want niet alles kan en wil ik boven water halen gedaan is gedaan en we leven lekker in het NU wat U! Ondertussen zat ik zo wat te mijmeren waarom nu toch zo ineens aan het klodderen in dit blogje vroeger is gedaan om vandaag heerlijk verder te kunnen gaan ja, voor mijn zonen, maar waarom juist nu De laatste tijd word ik spontaan benadert door jonge meisjes in nood ze willen met deze voor hen vreemde vrouw zomaar delen hoe herkennen ze mij uit velen Is het mijn open mind mijn vriendelijke blik iets moet er toch wel zijn zodat ze juist bij mij willen zijn Voelen ze soms aan dat het mij net zo als hen is vergaan? Ongemerkt help ik ze verder op hun weg k'weet niet eens meer wat ik tegen ze zeg maar vertrouwen is heel snel gegeven en dat doet me heel erg deugd geen gedonder meer aan onze jeugd zij zijn de mensen van de toekomst hier sta ik echt wel voor klaar je bent er gewoon voor elkaar nietwaar Eigenlijk bevalt dit alles me wel heel erg goed vooral nu ik weet hoe alles verder moet Al schrijvende, laat je sporen achter en achter is het woord want dat maakt het leven zachter Om wat inzicht in jezelf te verkrijgen kralen aan je levensdraadje rijgen Oh ja, die meisje schatten zijn het stuk voor stuk en dan die ander, die ingreep in hun levensgeluk Waar denken die het recht vandaan te mogen halen voor mij zijn het regelrecht Vandalen! Dus ben ik blij dat ze met mij wel willen delen zodat het leven voor hen niet snel zal gaan vervelen en leegte achter laat omdat je even met ze praat Houden van ieder mens dat was mijn grote kinderwens Nu mag ik mijn liefde geven voor een anders beter leven blij ben ik vandaar dus mijn verhaal op het net en niet verbaal.
Wanneer hij zich afhankelijk zou maken van het resultaat van zijn diensten, zou hij zijn spirituele grondslag en daarmee zijn integriteit kwijtraken. Hij zou geen altruïstische dienaar meer zijn, want hij verlangt iets van degene die hij dient. Ware dienstbaarheid is afzien van het resultaat. Van Mahatma Gandhi is bekend dat hij om deze reden - tot grote wanhoop van de Engelse onderhandelaars - regelmatig stiltedagen inlastte. Gandhi wist dat hij zijn geweldloze strijd zou verliezen als hij zijn eigen geweldloosheid zou kwijtraken. Ook liefdadige zielen als Martin Luther King, Moeder Theresa of Jezus Christus hebben hun leven lang hard gewerkt om hun spirituele reserves op peil te houden. Ze lieten zich niet misleiden door de beperkte beloning van roem, rijkdom of tijdelijk comfort. Ieder van hen had de ruimdenkendheid om het grootste perspectief te blijven zien. Hierdoor bleven ze toegang houden tot een van de best bewaarde geheimen van de menselijke geschiedenis: Het ontvangen ligt besloten in het geven.
Je kunt te ver gaan in je zorg voor anderen. Het Institute of HeartMath ontwikkelde een methode om voor anderen te zorgen zonder daarvan zelf het slachtoffer te worden. Deze Cut-Thru methode leert je om bij je 'hogere hartskwaliteiten' - zoals compassie en empathie - te komen. Dit in tegenstelling tot 'lagere hartskwaliteiten' als medelijden en sympathie. Onderzoek liet zien dat mensen die deze methode in de praktijk brachten honderd procent meer Dhea produceerden - een hormoon dat ouder worden tegengaat - en 23 procent minder cortisol - het 'stress-hormoon'. Bovendien waren de proefpersonen psychologisch stabieler. Het instituut ziet 'te veel zorg' als een van de grootste ziekten van deze tijd. Onze bezorgdheid om anderen wordt niet alleen een last voor onszelf, maar ook voor de verzorgde. In plaats van de ander te helpen, creëren we spanning. Cut-Thru betekent slachtoffer-gedachten zoals 'ik moet altijd voor iedereen klaarstaan, niemand houdt ooit rekening met mij' doorbreken en bij diepere, meer waarachtige gevoelens.
Ruimte creëren om anderen in je hart te sluiten, betekent oude zaken loslaten. Boedhisten noemen dit wel 'de kleine dood'; de ego-dood die je tijdens je leven verschillende keren moet sterven om tot verlichting te komen. Wat sterft is de 'kleine ik', de egocentrische 'ik', die alleen maar bezig is om zijn eigen beperkte behoeften te bevredigen. Deze 'kleine ik' probeert vanuit de angst de greep op het leven te verliezen voortdurend situaties en mensen te beheersen. De 'boze buitenwereld' is een bedreiging waartegen hij zich moet verdedigen. De 'kleine ik' leeft niet, hij overleeft slechts. Spirituele groei gaat dan ook onvermijdelijk gepaard met het om zeep helpen van alle 'kleine ikken', de valse identiteiten waarmee we ons hebben vereenzelvigd. Dit voelt als doodgaan, als levend sterven. Het is alsof we in een zwart gat vallen. Alles waaraan we ons vasthielden, alles wat we dachten te zijn, blijkt ineens een illusie. Wie ben ik nog? Wat ben ik nog? En waarom ben ik nog? Wie deze dood durft te sterven, gaat weer leven. Leven is geven. Leven is ontvangen. Leven is - kortom - verbonden zijn. Het teken van spirituele groei is dan ook niet de safraankleurige jurk of de lange uren die we in lotushouding kunnen zitten. Spirituele groei kenmerkt zich door het vermogen anderen in je hart te kunnen sluiten. Inderdaad: anderen lief te hebben, zoals jezelf. Wie heeft, geeft. Onvoorwaardelijk. De zon denkt er ook niet over na wie hij vandaag zal beschijnen. De zon schijnt gewoon, omdat het zijn aard is om te schijnen. Een 'zon' te zijn, is wat biologen de 'overloop factor' noemen: je hebt zoveel te geven, dat het zich voorbij je directe omgeving uitbreidt. Tegenwoordig noemen sommigen dit overloopgevoel het Christusbewustzijn. Maar volgens mij is het gewoon onze natuurlijke aard. Ieder mens wil van nature geven, ieder mens wil dienen, maar de meesten van ons hebben het te druk met overleven. Wie overigens het cynische standpunt inneemt dat mensen niet het vermogen zouden hebben om onvoorwaardelijk te geven en altijd iets terug willen hebben, kan - na zichzelf te hebben afgevraagd waarom hij dit eigenlijk denkt - genoeg wetenschappelijk werk vinden dat bevestigt dat zulke mensen wel degelijk bestaan. Zo werd een groep mensen met een groot inlevend vermogen - geheel tegen hun aard in - niet de gelegenheid gegeven om een ander te helpen. Voor hen in de plaats bood een ander die hulp. Het bleek dat de inlevende mensen net zo blij waren dat het slachtoffer door een ander werd geholpen. Er was blijkbaar gewoon een oprecht verlangen het slachtoffer uit zijn lijden te verlossen.
Wanneer we ons even losmaken van de dagelijkse struggle for life waarin alles draait om 'voor wat hoort wat' en contact maken met diepere lagen binnen onszelf, is het makkelijk en vanzelfsprekend om te geven. Het stroomt. En verbonden met de bron van levensenergie, kun je blijven geven. Dit in tegenstelling tot mensen die geven zonder zelf spiritueel bij te tanken. Op een gegeven moment raakt de accu dan leeg. De energie stagneert, we voelen ons afgescheiden en op den duur krijgen we een burn-out. Levensenergie moet stromen, een mens moet geven en nemen om werkelijk te leven. Stilstaand water gaat rotten en maakt ons op den duur ziek. We vergiftigen onszelf door niet verbonden te zijn met onze omgeving en met de spirituele bron van leven. Onderzoek wijst dan ook uit dat mensen die zich dienstbaar opstellen veel gezonder zijn dan mensen die dit niet doen. Alan Luks onderzocht 3300 mensen die dagelijks vrijwilligerswerk doen en schreef hierover het boek The Healing Power of Doing Good. Dagelijkse vrijwilligers bleken tien maal zo gezond te zijn als mensen die slechts eens per jaar vrijwilligerswerk doen. Het blijkt overigens wel van belang te zijn dat er in dit werk persoonlijk contact is. Zomaar wat geld op een girorekening overmaken, draagt niet bij tot de feestvreugde van wat wel de helpers-high wordt genoemd. Luks kwam er ook achter dat goed-doen niet alleen meer gezondheid en vitaliteit oplevert, maar bovendien een goede pijnstiller is. Zoals bij die mevrouw in Washington die chronische rugklachten had, behalve als ze weeskinderen verzorgde. Dokter Robert Benson van de Harvard Medical School vond dat weldoeners precies het tegenovergestelde van stress ervaren: 'Als we goed doen, ontspannen we blijkbaar. Metabolisme, hartslag, bloeddruk en ademhaling worden allemaal rustiger. Ook spanning, depressie en boosheid nemen af.'
Tweeduizend jaar geleden werd er op de weg tussen Jeruzalem en Jericho een eenzame reiziger overvallen. Niemand - zelfs niet de priester die langskwam stak een hand uit om de man te helpen. Maar vlak voordat hij het bewustzijn verloor, zag hij een vriendelijk gezicht dat zich over hem heen boog en voelde hij hoe twee sterke armen hem optilden en op een ezeltje zetten. Toen hij de volgende dag bijkwam, lag hij in een herberg; zijn wonden verzorgd, zijn dorst gelest. Zijn weldoener was inmiddels verder gereisd, maar had alle kosten op zich genomen. 'Wie is deze man, dat hij zich zomaar over mij ontfermt?', vroeg de reiziger. De waard glimlachtte: 'Zijn naam is Samaritaan.'
Wat we al tweeduizend jaar weten, is nu ook wetenschappelijk aangetoond: Samaritanen zijn zeldzaam. Maar er is ook goed nieuws: altruïsme is te leren. Natuurlijke Samaritanen zijn schaars omdat ze - zo blijkt uit onderzoek - altijd uit een zeer goed nest komen, omringd door zorg en liefde. Mensen die onder moeilijke omstandigheden opgroeien, raken hun natuurlijke vermogen om voor anderen te zorgen kwijt. Helaas geldt dat voor de meesten van ons. Echtscheidingen, incest, stress en het dagelijkse portie televisiegeweld maken dat we ons vertrouwen en onschuld al vroeg kwijt zijn. Maar gelukkig ontpoppen sommigen zich op latere leeftijd toch nog tot echte Samaritanen. Het blijkt dat het helen van een moeilijke jeugd en het daaruit voortvloeiende gebrek aan eigenliefde bij veel mensen via de weg van het leren zorgen voor anderen gaat. Dat is in eerste instantie vaak makkelijker dan voor onszelf zorgen. Op een indirecte manier herstellen we zo de liefdesrelatie met onszelf. Loesje zei het al: 'Heb u naaste lief, want dat ben ik'.