Deel door ons uw liefde uit
aan wie honger heeft en pijn.
Laat ons waar verdeeldheid is
uw vredestichters zijn.
Ons verlangen is alleen,
Heer, maak ons hart bereid,
dat door heel ons leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Deel door mij uw liefde uit,
aan een medemens die lijdt.
Leer mij meer vervuld te zijn
met uw bewogenheid.
Mijn verlangen is alleen,
Heer, maak mijn hart bereid,
dat door heel mijn leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(2x)
Deel ons door uw liefde uit
tot de einden van de aard'.
Dat zich waar de dood nu heerst
nieuw leven openbaart.
Maak ons als uw werkers klaar
en sterk ons in de strijd,
tot wij mogen oogsten waar
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(6x)
Deel door ons uw liefde uit,)
maak ons hart bereid. )4x
Deel door ons uw liefde uit,)
ja wij zijn bereid. )2x
Deel door mij uw liefde uit )
ja ik ben bereid. )2x
Wat ogen zien dringt binnenin het hart. Het kan ons blij maken of ook heel verdrietig. Het kan ons soms zo diep raken, dat we er ziek van zijn. Ogen zijn de vensters van ons hart. Wie ze opent voor het licht, voor de zon overdag, voor de mooie dingen en voor de sterren in de nacht, is een blij en gelukkig mens. Met licht en meer moois in onze ogen komt er kleur in ons anders zo grijze leven. Want onze ogen weerspiegelen de liefde van Jezus. Een liefde, door Hem gegeven!
Uit het hart
Jouw Hemelse Vader die je heeft geschapen, die zoveel van je houdt, weet alles wat er zich in jouw hart afspeelt. Hij begrijpt en kent jou volkomen, Hij vraagt je om de juiste keuzes te maken! Hij verlangt niets liever dat Hij fier zou zijn op jou, dat je het pad der wijsheid zou blijven volgen! Het is niet altijd gemakkelijk, en je hebt vooral lef & doorzettingsvermogen nodig, maar dit alles is niet te vergelijken, met het liefdevolle geschenk dat je zal verkrijgen! Hij weet nu wat je denkt & wat je nog zou willen 'plannen'... Daarom vraag ik je : ook voor mij komt de tijd dat ik het aardse zal verlaten. Maar zou je dan niet blij & verheugd zijn als je weet, dat ik in het Hemelse paradijs zal blijven wachten op... jou !!! Filip V. (26-09-04)
IK BEN DE ALFA EN DE OMEGA GEBED IS DE SLEUTEL VAN DE OCHTEND
EN DE GRENDEL VAN DE AVOND.
30-07-2007
ONSCHULDIG TOT DE UITSPRAAK
ONSCHULDIG TOT DE UITSPRAAK .
De man had eigenlijk haast. Dat zei hij. Maar aan het woordje 'eigenlijk' kon ik horen dat hij toch niet zoveel haast had dat hij mij niet zijn mening wilde zeggen. We stonden op straat en overhandigden de mensen die voorbijkwamen een klein blaadje waarop iets stond over het christelijk geloof. Soms denk je wel eens dat dat helemaal geen zin heeft. Want niemand leest het en als je jezelf even later met de stroom mensen mee laat drijven, vind je overal je blaadjes terug. Maar goed, zo nu en dan is er iemand die er toch even op door wil gaan. Voor die enkeling doe je het dan. En de troep probeer je na afloop zoveel je kunt op te ruimen.
Deze meneer had zo zijn eigen mening over heel veel zaken. Dat zag je direct. Hij was niet dom en had een goede baan. Van beide zaken was hij zich ook heel goed bewust. Hij sprak met de zelfbewustheid van iemand die weet dat er met aandacht en eerbied naar zijn mening wordt geluisterd. Zijn kritiek op de boodschap van het christendom was tamelijk eenvoudig. Hij stelde dat heel de gedachte dat een mens schuldig was voor God en dus verzoend moest worden, in tegenspraak was met de meest elementaire regels van het recht.
Hij zei: 'In ons rechtssysteem is iemand onschuldig, totdat zijn schuld wettig en overtuigend is bewezen. Maar jullie, christenen, zeggen dat je schuld bij God al vaststaat, nog voordat de berechting begint. Dat is puur onrecht!' Vol verwachting keek hij me aan. Nu had ik al wel een aantal kritische opmerkingen over het christendom gehad, maar deze kende ik nog niet. Dat heb ik hem ook gezegd. Hij meende dat ik hem gelijk gaf en begon al vol zelfvertrouwen aan een volgend punt. Maar daarbij moest ik hem onderbreken. Want hij had me verkeerd begrepen. Het feit dat ik even moest nadenken over zijn argument, betekende niet dat ik er niets op te zeggen zou hebben, legde ik hem uit. Het betekende alleen dat ik niet zomaar een nietszeggend antwoord wilde geven. Want in feite was zijn uitspraak over een veroordeling nog voor de rechtszaak begonnen was, heel goed te begrijpen. Dat zou inderdaad schreeuwend onrecht zijn. Er moet inderdaad een wettig en overtuigend bewijs worden geleverd. Hij had helemaal gelijk. En hij had ook gelijk dat de hemelse rechtszaak nog niet begonnen was. Het oordeel van God over de mensen was nog niet voltrokken. Het zou inderdaad helemaal niet zo rechtvaardig zijn als God nu al de mensen zou veroordelen. 'Dat doet Hij dan ook niet,' zei ik tegen de man. Hij keek me stomverbaasd aan. Hij werd even een beetje boos. Want hij was christelijk opgevoed en hij wist heel goed dat er in de Bijbel stond dat alle mensen schuldig waren voor God. En nu wilde ik beweren dat dat niet waar was!? Heel voorzichtig heb ik toen geprobeerd hem uit te leggen dat er volgens mij een heel andere kwestie speelde. 'Natuurlijk weet ik niet hoe het er met u voorstaat,' zei ik tegen hem, 'maar voor mijzelf weet ik heel goed hoe dat geding voor de troon van God afloopt. Het is geen kwestie van bewezen of onbewezen schuld. Ik weet heel goed dat ik schuldig ben. Ik maak me ook geen illusies dat ik zou kunnen worden vrijgesproken bij gebrek aan bewijs. Want God zal er geen moeite mee hebben de waarheid aan het licht te brengen. Het komt er dus eigenlijk op neer dat ik besef dat ik schuldig ben. En zo wordt het niet meer een kwestie van "bewezen" of "onbewezen" daden, maar van "erkende" of "niet-erkende" schuld.' 'Omdat het weinig zin heeft te hopen op vormfouten voor de hemelse rechtbank, of op een aanklager die zijn werk niet goed heeft gedaan, is het maar beter een schikking te treffen. Want dat is mogelijk. We hoeven niet het onvermijdelijke af te wachten. Het is ook heel goed mogelijk nu al in te gaan op het schikkingsvoorstel van God. Niet dat dat nu zo heel gemakkelijk is. Want Hij laat er geen twijfel over bestaan dat de zaak te ernstig is om door de vingers te zien. Maar wanneer wij bereid zijn te erkennen dat we schuldig zijn, wil Hij onze schuld kwijtschelden. Want er is Iemand geweest die voor die gevallen heeft betaald. Dat was niet maar de eerste de beste; het was God Zelf, die gekomen is om voor onze schuld te sterven.
God vraagt van ons dus in feite een schuldbekentenis. Als we daartoe bereid zijn, kan Hij ons vrijspreken. Maar als we daartoe niet bereid zijn, zullen we niet verbaasd moeten staan wanneer Hij ons in het hemelse gericht zal moeten veroordelen. Want dat we schuldig zijn, dat weten we toch zelf het best.'
Aristoteles was een van de grootste wijsgeren van alle tijden. Hij leefde in Griekenland. In een van zijn geschriften verklaarde hij: 'Het belangrijkste voor de mens is dat hij gelukkig is.' Maar toen hij vlak voor de dood stond, zei hij: 'Ik ben in zonde geboren, ik heb ongelukkig geleefd en ik sterf in twijfel. Heb medelijden met mij.'
Herbert Spencer was een groot en beroemd filosoof. Hij heeft nagedacht over vrijwel alles wat zich in de wereld voordoet. Maar op zijn sterfbed gaf hij de opdracht dat er op zijn grafsteen maar één woord mocht staat: 'Infelicissimus', wat betekent: 'de ongelukkigste'.
Het getuigenis van Paulus aan het einde van zijn leven is totaal anders dan dat van Aristoteles of Spencer: 'Maar ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop volbracht, het geloof behouden. Nu wacht mij de krans van de gerechtigheid die de Heer, de rechtvaardige rechter, aan mij zal geven op de grote dag' (2 Timoteüs 4:7,8).
Als ons geloof niet rust in een gekruisigde en opgestane Christus, zijn we inderdaad 'de ongelukkigste van alle mensen'.
Kijkt u ook zo graag naar programma's als 'Het roer om'?
Daarin worden mensen gefilmd die in hun bestaan een radicaal andere koers zijn gaan varen. U weet wel, dat echtpaar dat, nadat alle kinderen het huis uit zijn gevlogen, in Frankrijk een leuke camping begint. Of die drukbezette, succesvolle managers die een 'sabbatical' opnemen om een wereldreis te maken...
En ik benijd ze van harte. Niet persé om wat ze doen - vooral om hun visie. Het kan niet anders of iets heeft hen zo geïnspireerd dat ze bereid zijn om alle zekerheden los te laten en het avontuur aan te gaan. Geweldig om zo'n droom te hebben, en om vastbesloten en doelgericht in je leven die beslissingen te nemen, zodat er nieuwe mogelijkheden groeien. Zo kunnen grote helden geboren worden. Mensen die gedreven zijn door een passie of door een roeping, en die bereid zijn offers te brengen voor dat doel. Maar weet u welke mensen ik minstens zo inspirerend vind? Dat zijn de kleine helden, die dag in, dag uit in hun leven laten zien dat ze ergens voor staan. Mensen die niet zelf op zoek gingen naar een nieuwe uitdaging, maar die zich door omstandigheden voor een nieuwe taak geplaatst zien, en zich daar aan toewijden. Heb je daar eigenlijk niet veel meer inspiratie, passie en liefde voor nodig? Over persoonlijke offers gesproken!
Neem nou bijvoorbeeld mijn buurvrouw. Niets in haar leven heeft haar voorbereid op de taak die plotseling op haar schouders rust: de zorg voor haar man die plotseling blind en gedeeltelijk verlamd is geworden. Ze is zijn ogen, en meer dan dat: zijn troost, zijn houvast. Hij leeft nog, en samen hebben ze het goed. Maar het is wel heel anders dan vroeger, toen hij die sterke man was: nooit moe, nooit onzeker, en altijd voor het gezin in de weer. Ik begrijp (een beetje) hoeveel verdriet zij heeft. Maar tegelijkertijd heb ik nooit een lievere vrouw gezien. Of laat ik u vertellen van Gert. Ik ken hem van de school van mijn kinderen. Gert was al dik tegen de VUT aan, en inmiddels al jaren alleen, toen hij na een noodlottig ongeval plotseling de zorg kreeg voor zijn kleindochters. Nu wonen ze al meer dan tien jaar bij hem in huis. Al die jaren zorgt hij voor hen op een grandioze manier. Op een leeftijd dat de meeste mannen gaan dromen over overwinteren in Spanje, brengt Gert onvermoeibaar de meiden naar zwemles, naar ballet, en naar de kinderboerderij. Hij organiseert verjaardagsfeestjes, is zowel 'leesmoeder' als 'knutselvader' op school, is scheids bij de sportwedstrijden, coach bij de avondvierdaagse, en slaat geen ouderavond over. Dat vind ik groots. Zo'n inzet, voor het geluk en het welzijn van zijn kleindochters. Ik weet het, het is geen in het oog lopende nieuwe carrière of verbazingwekkende en gedurfde nieuwe start. Het leven liep nu eenmaal zo. Maar dat het met deze twee kinderen zo goed gaat, dat komt door deze held (die het overigens zelf allemaal heel vanzelfsprekend vindt wat hij doet). Nu ik er zo over nadenk: ik ken nog veel meer helden. Zoals Suze, die na het opvoeden van vier lastige pubers en een schattig nakomertje, nog tijd en energie heeft om haar huis en haar gezin, en vooral ook haar liefde in te zetten voor de crisisopvang van pleegkinderen. En Netty dan, die in plaats van te genieten van haar pensioen en het wat rustiger aan te doen, onvermoeibaar in de weer is met het inzamelen van geld en hulpgoederen voor de getroffen kinderen van Tsjernobil. Of mijn kapster, die niet alleen met kammen, borstels en scharen, maar vooral met een hart vol liefde de cliënten van een hospis knipt...
Het zijn juist deze levens van doodgewone helden, die mij zo ontzettend inspireren. Ik wilde wel dat dit heldendom meer de media haalde: wat mij betreft mogen deze mensen namelijk best wat meer in het zonnetje gezet worden.
Gelukkig is er ook nog een heel andere kant aan: al is er niemand getuige van dergelijk 'heldendom' en zo'n offerbereidheid, er is er Eén die het wel allemaal ziet, en het ook op waarde schat. Hij weet precies wat we doen, waarom we het doen en met welke instelling van ons hart we het doen. Lees zelf maar, in Efeziërs 6:8 bijvoorbeeld. Of in Hebreeën 6:10. Is Hij niet Degene die in ons 'zowel het willen als het werken uitwerkt' (Filippenzen 2:13)?
Je kunt misschien niet boeiend spreken, je mist er gewoon de vrijmoedigheid voor. En als er iets te organiseren valt, moeten ze ook niet bij jou zijn. Je bent te moe om zieken en ouderen te bezoeken, of te geremd om een jongerenclub te leiden. Misschien heb je geen talent om een boek te schrijven, en is gastvrijheid iets waarvan je wakker ligt. We zijn niet allemaal geboren voor de grote, zichtbare dingen. En dat is ook helemaal niet nodig. De Bijbel geeft een duidelijk voorbeeld van een forse inspanning die in eerste instantie niemand opvalt. God getuigt echter van broeder Epafras dat hij erg veel moeite doet voor de gelovigen. Niet door de dingen die hierboven genoemd zijn, maar door vurig voor de gelovigen te bidden (Kol. 4:12,13).
Je zou kunnen zeggen dat een Romeinse centurio, dat is een hoofdman over honderd soldaten, het ver geschopt heeft in het leven. Deze man hier valt echter op door zijn nederigheid. De oudsten van Kapernaüm zijn lovend over hem: volgens hen is de hoofdman het waard dat de Heer Jezus naar hem toegaat en zijn slaaf geneest. En de Heer gaat inderdaad. Maar als de Heer de eerste stap naar zijn huis heeft gezet, is dat voor de hoofdman al genoeg. Via zijn vrienden laat hij aan de Heer Jezus zeggen dat hij zichzelf niet waard acht dat de Heer al die moeite voor hem doet - hij heeft genoeg aan het woord van de Heer om Hem te geloven en te vertrouwen.
De eerste situatie is een discipel die zich verheft boven zijn meester. De discipel hoort de meester te volgen. Als een discipel denkt het beter te weten dan zijn meester, gaat het mis. Hij raakt verblind. De tweede situatie is als een discipel hout in zijn oog heeft. Balk of splinter maakt eigenlijk niet uit.
Als de ene blinde een andere blinde leidt, zullen ze elkaar de put in helpen.
De bergen zijn plaatsen van eenzaamheid. Beneden in de vlakte wacht een grote menigte om de woorden van de Heer te horen en om genezen te worden. Slechts enkelen zijn meegegaan naar boven. Maar de Heer is niet naar boven gegaan om te prediken. Hij is gegaan om te bidden.
Van de Zoon des mensen lezen wij regelmatig in de Bijbel dat Hij bidt. Hij bidt voordat Hij zijn apostelen roept. Hij bidt voordat Hij gaat prediken. En Hij bidt nu in de hemel nog steeds voor ons.
Laten wij in deze vakantietijd het voorbeeld van de Heer volgen en een eenzame plaats opzoeken om te bidden.
De kasten puilen zo langzamerhand uit. Een plank vol met niet-ingeplakte foto's, een plank met lapjes, papier, verf, gedroogde bloemen, kastanjes van de vorige herfst, schelpen en stenen, en noem maar op. Van alles heeft ze zo langzamerhand verzameld om leuke dingen mee te gaan maken. Ideeën zijn er in overvloed. En elke keer komen er weer nieuwe dingen bij. Haar man verzucht wel eens of er niet wat weg kan, er vallen al bijna nieuwe kastanjes van de bomen. Maar een blik op haar verschrikte gezicht doet hem al z'n mond houden.
In tegenstelling tot wat je zou verwachten, zie je er in haar huis niet zoveel van terug, - wanneer je de kastdeuren tenminste dicht laat. Ze is voortdurend van plan om aan de slag te gaan, alleen de tijd ontbreekt nog. Maar over een paar weken misschien!
Sommige mensen hebben al aardig wat uit de Bijbel verzameld en in hun hart een plaatsje gegeven. Het is de kunst er wat mee te doen. Het liefst zoveel mogelijk, zodat er evenwicht is tussen verzamelen en gebruiken. Want hoe mooi de materialen op zich ook zijn, ze komen beter tot hun recht als je ze gebruikt.
Veel mensen beweren dat het christendom iets is voor zwakke, laffe en onzelfstandige mensen. Ons heeft dit verwijt altijd verbaasd, omdat naar onze ervaring juist het tegendeel het geval is. Er is juist zeer veel moed voor nodig om christen te zijn. In feite is er zelfs al grote moed voor nodig om christen te worden.
In de Bijbel staat dat iedereen die christen wil worden al zijn misstappen voor God dient te belijden, om vergeving moet vragen en Hem de leiding van zijn leven in handen moet geven. Daar is moed voor nodig. Om de eerste stappen op de weg met Christus te zetten, is het nodig Hem je hand toe te steken en Hem vertrouwen te schenken. Er is ook moed nodig om een leven te leiden in gehoorzaamheid aan Christus. Er is moed voor nodig om je behoorlijk te gedragen en aan een diepe relatie met je huwelijkspartner, je kinderen en je vrienden te werken.
Moed - dat hebben we allemaal nodig en God wil dat we moedig zijn. 'Want God heeft ons niet gegeven een geest van bangheid, maar van kracht, liefde en bezonnenheid,' zegt Gods Woord (2 Timoteüs 1:7).
Al kunnen we maar weinig doen, laten we toch doen voor de Here wat we kunnen. Al hebben we maar weinig, laten we toch geven aan de Here wat we kunnen missen. God kan het weinige wat wij kunnen doen en kunnen geven, gebruiken en Hij kan het vermenigvuldigen en zegenen.
Een oude vrouw kon maar weinig geven voor een inzameling voor een bepaalde nood. Een jonge vrouw die zag hoe weinig zij gaf, zei spottend: 'Er is zoveel nood in de wereld. Wat maken nou die paar euros uit die u geeft? Het is maar een druppel in een emmer.' Maar de oude vrouw zei met een blij gezicht: 'Alles wat God van mij vraagt, is een druppel in een emmer te doen. Hij zal er Zelf wel voor zorgen dat de emmer vol wordt.'
In Luk. 21 kunnen we lezen hoe de Here Jezus hierover denkt: 'Hij keek op en zag hoe de rijken hun gaven in de collectekist gooiden. Er kwam ook een arme weduwe. Zij deed er twee koperen muntjes in. 'Kijk,' zei Hij, 'die arme weduwe heeft meer gegeven dan al die anderen bij elkaar. Want de rijken hebben vanuit hun rijkdom gegeven, maar deze vrouw heeft alles gegeven wat zij had' (vers 1-3, Het Boek).
Een tollenaar is iemand die van voorbijgangers belasting mag innen. Dat recht om belasting te heffen, huurt hij voor veel geld van de Romeinen. Logisch dat de Joden deze man niet zien zitten. Zij zien hem als vriend van de vijand en een zondaar met wie je niet mag eten en drinken.
Maar de Heer Jezus ziet de man wél zitten. De Heer neemt hem zelfs op in zijn kring van volgelingen. Het leven van de tollenaar verandert hierdoor radicaal. Hij laat zijn tolhuis en zijn oude leven achter en volgt de Heer.
De Heer Jezus heeft ook u op het oog. Hij kent u en de dingen uit uw leven, en Hij roept u: Volg Mij. En alles zal radicaal anders worden, als u aan die oproep gehoor geeft.
Veel mensen zijn gekomen om naar het onderwijs van de Heer Jezus te luisteren. Sommigen zijn met een kritische houding gekomen. Maar die ene mens voor wie de Heer een bijzonder woord heeft, is niet in staat deze bijeenkomst bij te wonen. Hij kan namelijk niet lopen. Mensen versperren hem de weg. Er is een mogelijkheid om op het dak te klimmen, maar ook daar is iets dat de toegang belemmert. De man heeft gelukkig vrienden die zich door niets laten weerhouden. Zo mogen, nee, moeten gelovigen bidden voor hun vrienden.
Merk op dat van alles wat de Heer deze dag heeft gesproken, alleen de volgende woorden zijn genoteerd: 'Mens, uw zonden zijn u vergeven!'
Melaatsheid, in de Bijbel een beeld van de macht van de zonde, is in de tijd van de Heer Jezus een ongeneeslijke ziekte. Melaatsen worden gemeden door gezonde mensen. Zij mogen ook niet in de tempel komen en daar God dienen.
Maar dan gebeurt er iets heel ontroerends. Deze melaatse man, die in de afzondering leeft, heeft een bijzondere ontmoeting met de Heer Jezus, de Zoon van God. De Heer wendt Zich niet van hem af, integendeel. De melaatse ziet de Heer en geeft Hem de eer die God toekomt. Hij valt op zijn gezicht. Zo smeekt hij om reiniging. De Heer raakt hem aan en zegt: 'Ik wil, word gereinigd!'
Beseffen wij ook dat de Zoon van God naar ons omziet en ons wil reinigen - en buigen wij ons ook voor Hem neer?
De meeste godsdiensten vereren de een of andere grote, maar dode, leider of wijsgeer. Alleen het christendom heeft geloof in een levende, opgestane Heiland. Een zendeling legde deze waarheid uit aan een groep mensen. Hij zei: 'Stel je voor dat ik aan het reizen ben. Ik heb een plek bereikt waar de weg zich splitst in twee richtingen. Ik zoek naar een gids en vind twee mannen. De ene is dood en de andere is levend. Aan wie van de twee zou ik de weg vragen, aan de dode of de levende?' De mensen antwoordden: 'Natuurlijk aan de levende.' 'Nou,' zei de zendeling, 'waarom volgen jullie dan een leider die dood is in plaats van Christus die levend is?'
Als we geloven in de lichamelijke opstanding van Jezus Christus, zullen we geen moeite hebben met andere dingen uit Gods Woord. Als we deze kernwaarheid verwerpen, kunnen we de hele Bijbel wel weggooien. Als Christus niet was opgestaan, zou Hij Zijn beloften gebroken hebben, zou Hij Zijn profetieën niet nagekomen zijn en dan zouden wij nog in onze zonden zijn.
Sinds de serie 'Touched by an angel' van de EO is gestart, is er al heel veel over engelen geschreven en uitgelegd aan de hand van de Bijbel. De engelen van de tv-serie zijn verzonnen engelen in verzonnen verhalen. Ikzelf heb - bij mijn weten - nog nooit een engel ontmoet, maar ik geloof wel dat ze zich in opdracht van God met mijn leven bemoeien. Ik kan u geen anekdote vertellen over mijzelf, maar wel een waargebeurde engelenontmoeting van jaren geleden met iemand anders.
Wij hebben vele jaren met ons gezin samenkomsten bezocht en meegedaan met het folderen van traktaten. Dan baden we dat de traktaten met het evangelie in goede aarde zouden vallen, maar het effect van de traktaatverspreiding bleef nihil. Tot op zekere dag een dame uit Indonesië de samenkomst bezocht. Zij vertelde dat zij Tina heette, weduwe was en op straat een foldertje met een uitnodiging had gevonden. Zij zocht een geestelijk tehuis. We waren heel blij met haar en haar drie kinderen. Zij was een gediplomeerd verpleegkundige, maar sprak haar Nederlands niet goed genoeg om in een ziekenhuis te kunnen werken en ook nachtdiensten waren een onmogelijkheid voor haar. Daarom begon zij een eethuisje. Tina kon heerlijk koken en het ging goed met haar. Toen in het centrum van de stad een groot restaurant te huur was, aarzelde zij niet lang en sloot haar eethuisje. Maar de zaak daar was onoverzichtelijk groot en het was moeilijk om ervaren personeel te betalen. De oudste dochter hielp veel mee en meestal nog een familielid uit Indonesië, die maar voor drie maanden een visum kon krijgen. Zo kon het gebeuren dat zij de zaak moest runnen met twee jonge meisjes en dat boven de zaak twee tieners alleen gelaten moesten worden.
Op maandagavond was het meestal heel rustig en de afspraak was, dat wanneer er om negen uur nog geen klant was binnengekomen, zij de zaak zouden sluiten. Op een maandagavond kwamen om halfnegen twee jongens binnen, die aan de bar gingen zitten en een biertje bestelden. Tina vroeg of ze wat wilden eten. 'Nee, nog niet.' Ze knoopte een gesprek met ze aan over studeren, dat dat zo verstandig was en zelfs dat ze ze daarbij wel wilde helpen. Maar hoe meer Tina sprak, hoe nerveuzer de jongens werden. Net toen ze de jongens wilde vertellen dat ze de zaak wilde sluiten, ging de deur open en kwamen er negen mensen binnen, die aan verschillende tafeltjes gingen zitten en zo op het oog niets met elkaar van doen hadden. Ze verbaasde zich erover dat ze niemand kende; doorgaans bestond toch driekwart van de mensen uit vaste klanten. Ze zag dat de jongens verdwenen waren en ze haastte zich om de mensen te bedienen.
Toen ze aan het eind van de avond de deur achter de laatste gast wilde sluiten, stonden twee politiemensen voor de deur, die vroegen of ze even mochten binnenkomen. Ze wilden nagaan of er twee jongens in haar zaak waren geweest. 'Ja,' zei Tina, 'maar wat is er dan aan de hand?'
'Nou, mevrouw,' vertelden de agenten, 'wij hebben deze jongens vanavond gearresteerd. Zij worden al dagen gezocht voor de moord op vier leden van een muziekband in Delft. Die knapen vertelden ons dat zij van plan waren geweest om u te beroven. Zodra u de zaak zou sluiten, zouden zij u en uw kinderen doden en de zaak in brand steken. Maar negen mensen die laat binnenkwamen, gooiden roet in het eten. Wij vonden dat zo'n raar verhaal, dat komen wij dus even controleren. Maar als het verhaal waar is, dan is er een wonder gebeurd en bent u door het oog van de naald gekropen.'
Tina wist op dat moment dat de Here God Zelf haar bescherming had gegeven door middel van negen engelen. Zij begreep ook dat het een waarschuwing was om die gevaarlijke plek in het centrum van de stad op te geven! Negen engelen! Dat zou eigenlijk vermeld moeten worden in het Guinness Book of Records. Dat zal niet lukken met alleen God als je Getuige. De gebeurtenis staat wel vermeld in het Book of Witnesses. Dat is zo dik, daar hebben we een eeuwigheid voor nodig om dat helemaal te lezen.
Trekkers in het Sierra-gebergte in Californië zijn verbaasd als ze soms hoge hekken tegenkomen met prikkeldraad erbovenop. Wat zien ze daar binnen die omheinde plek? Een mediamiddel zoals een radiotoren? Nee, ze zien alleen maar een paar knoestige bomen, misschien maar een kromme stomp met weinig naalden. Op een bordje staat: 'Verboden toegang. Bristlecone-dennebomen. Beschermingszone. Bescherm deze bomen alstublieft. Ze zijn de oudste levende dingen op aarde.'
Pamfletten leggen uit dat deze Bristlecone-dennebomen al groeiden tijdens Jezus' omwandeling op aarde en dat ze de oudste zaaiplanten ten tijde van de uittocht uit Egypthe waren. Hoe zorgvuldig deze bomen ook beschermd worden, tenslotte zullen ze toch sterven. Ze hebben geen eeuwig leven. Maar christenen hebben wel de zekerheid van eeuwig leven. Ja, onze lichamen zullen sterven, maar door Gods genade en macht zullen onze zielen nooit sterven. Onze lichamen zullen opgewekt worden en we zullen een onsterfelijk lichaam ontvangen. Wie in Jezus Christus gelooft, heeft eeuwig leven!
Op een mooie zomerdag was ik met mijn dochter op bezoek in een soort pretpark. Toen we in de rij stonden voor een van de attracties, hoorde ik een man vragen: 'Weet iemand waar deze rij naartoe gaat?' De man naast hem zei: 'Ik heb geen flauw idee.' Ik grinnikte om hun kennelijke onwetendheid, maar toen realiseerde ik me dat ik zelf ook niet wist waar de rij voor was.
Het maakte me trouwens niets uit. Het was een 'vader-en-dochterdag' en we hadden het samen gezellig. Het was niet belangrijk waar we naartoe gingen, het ging er om dat we samen uit waren.
Ik moest denken aan wat we noemen 'wandelen met de Here'. Zijn we zo in beslag genomen door wat we meemaken in het leven dat we vergeten om blij te zijn dat we elke dag met Hem samen zijn?
Henoch, een gelovige uit het Oude Testament, 'wandelde met God, driehonderd jaar' (Gen. 5:22). En toen wandelde hij weg van de aarde in Gods tegenwoordigheid zonder de dood te zien (Hebr. 11:5).
We weten niet hoe onze levensweg zal zijn, maar we kunnen genieten van de reis als we met de Here wandelen: 'Ik wandel in het licht met Jezus...'
Ik ben LUC, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Lucky.
Ik ben een man en woon in Moorsele (belgie) en mijn beroep is RUST........
Ik ben geboren op 30/12/1952 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: computer,,Muziek Fietsen en proberen niet mijn wil te doen maar deze van de Heer.
ben gehuwd met fabienne
De Geest van God is geen spookbeeld of hersenschim. Hij is onder ons aanwezig, voelbaar en tastbaar. Hij spreekt soms uit de blik in onze ogen. Je ziet hem in de mensen die verdraagzaam zijn en respectvol omgaan met elkaar. Je voelt hem in dat liefdevolle gebaar of die hartelijke handdruk. De Geest van God is de scheppende kracht die bruggen slaat over de diepste kloven, die mensen bij elkaar brengt en conflicten ombuigt in begrip en verzoening. Het is de energie die bergen kan verzetten en mensen boven hun kleinheid uittilt - de levensadem van God die mensen bezielt en in beweging zet.
Afscheid nemen is verdrietig, afscheid nemen is niet fijn afscheid nemen is iemand verlaten bij wie je graag zou willen zijn.
Afscheid nemen is die blik vol liefde en die aai over je bol afscheid nemen zijn die tranen je schiet er helemaal van vol.
Afscheid nemen zijn die woorden "Ik hou van jou, dag lieve schat. Je bent altijd bij me, want jij zit hier, diep in m'n hart."
Soms is het afscheid maar voor even soms voorgoed of voor een lange tijd maar wat je samen hebt mogen beleven dat raak je echt, nee nooit meer kwijt.
Parel
Je bent een parel, die zeer kostbaar is je naam staat onuitwisbaar in Mijn hand geschreven. Ik heb je zelf gemaakt om tot Mijn eer te leven je bent een parel, die zeer kostbaar is.
En eens zal Ik je roepen aan Mijn zij Mijn kind die roeping is zo hoog verheven. Uit liefde gaf ik jou Mijn eigen leven, ja, eenmaal zul je stralen aan Mijn zij.
Je bent nu nog op reis, het einddoel is in zicht, houd Mij maar stevig vast en luister naar Mijn stem. Aan d’einder gloort het nieuw Jeruzalem, daar zul je eeuwig leven in Mijn licht.
Je bent een parel, die zeer kostbaar is.
Dit gedicht is voor jou! Als je je alleen voelt je hart gebroken is of bezeerd als je bang bent voor wat komen gaat als je lief hebben hebt verleerd als je jezelf niet durft te zijn als je verteerd wordt door verdriet dan is dit gedicht voor jou want God vergeet je niet Hij wacht op je hij kent je vragen Hij zegt: “geef mij je last, dan kunnen we het samen dragen”. En langzaam zul je merken daar kun je van op aan, dat jij alleen nog je rugtas vasthoudt de inhoud is naar Hem overgegaan Als je je bedrogen voelt eenzaam en heel klein als je door de bomen het bos niet meer ziet en er misschien zelfs niet meer wilt zijn als je verstrikt zit in de netten van de zonde en niet weet hoe je daar uit moet geraken dan is dit gedicht voor jou Jezus zal het in orde maken Hij weet als geen ander hoe pijn voelt en wat een mens soms moet doorstaan Voor jou en mij is Hij uit liefde door enorm zware beproevingen gegaan Hij kijkt naar jou met een bewogen hart en een liefdevolle blik in Zijn ogen en wacht tot je Hem vragen zult je tranen te gaan drogen Dit gedicht is voor jou. Waarom? Is misschien je vraag. omdat God ontzettend van je houdt, grijp toch Zijn uitgestoken hand vandaag….