Uit de profeet Ezechiël
34, 11-12 + 15-17xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik zal zelf naar mijn schapen omzien en zelf voor ze zorgen. Zoals een
herder naar zijn kudde op zoek gaat als zijn dieren verstrooid zijn geraakt, zo
zal Ik naar mijn schapen op zoek gaan en ze redden, uit alle plaatsen waarheen
ze zijn verdreven op een dag van dreigende, donkere wolken.
Ikzelf zal mijn schapen weiden en ze laten rusten spreekt God, de Heer.
Ik zal naar verdwaalde dieren op zoek gaan, verjaagde dieren terughalen,
gewonde dieren verbinden, zieke dieren gezond maken; maar de vette en sterke
dieren zal Ik doden. Ik zal ze weiden zoals het moet.
Wat jullie betreft, mijn schapen, dit zegt God, de Heer: Ik zal rechtspreken
tussen het ene schaap en het andere, tussen rammen en bokken.
De profeet spant zich in om de ballingen in Babylon weer hoop te geven.
Na de aanklacht tegen de slechte herders die de koningen van Israël dikwijls
waren, belooft God alle verstrooide schapen, maar vooral de meest
verwaarloosden, weer bijeen te brengen. Daartoe zal Hij een nieuwe David doen
opstaan, een koning die zijn kudde zal weiden op wegen van gerechtigheid en
liefde.
Psalm 23, 1 + 2 + 3 + 5 + 6
De Heer is mijn herder, het
ontbreekt mij aan niets.
Hij laat mij rusten in groene weiden
en voert mij naar vredig water.
Hij geeft mij nieuwe kracht
en leidt mij langs veilige paden
tot eer van zijn Naam.
U nodigt mij aan tafel
voor het oog van de vijand,
U zalft mijn hoofd met olie,
mijn beker vloeit over.
Geluk en genade volgen mij
alle dagen van mijn leven,
ik keer terug in het huis van de Heer
tot in lengte van dagen.
Uit de eerste brief van Paulus aan de
Korintiërs
15, 20 26 + 28
Broeders
en zusters,
Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen.
Zoals de dood er is gekomen door een mens, zo is ook de opstanding uit de dood
er gekomen door een mens. Zoals wij door Adam allen sterven, zo zullen wij door
Christus allen levend worden gemaakt.
Maar ieder op de voor hem bepaalde tijd: Christus als eerste en daarna, wanneer
hij komt, zij die hem toebehoren.
En dan komt het einde en draagt hij het koningschap over aan God, de Vader,
nadat hij alle heerschappij en elke macht en kracht vernietigd heeft.
Want hij moet koning zijn totdat God alle vijanden aan zijn voeten heeft
gelegd.
De laatste vijand die vernietigd wordt is de dood.
En op het moment dat alles aan hem onderworpen is, zal de Zoon zichzelf
onderwerpen aan hem die alles aan hem onderworpen heeft, opdat God over alles
en allen zal regeren-
De koninklijke macht van Christus bestaat erin dat Hij de mensen over
de dood heen naar het leven voert, de machten van het kwaad vernietigt en alle
mensen samenbrengt in God
Uit
het evangelie volgens Matteüs
25, 31-46
'Wanneer de Mensenzoon komt, omstraald door
luister en in gezelschap van alle engelen, zal Hij plaatsnemen op zijn
glorierijke troon. Dan zullen alle volken voor Hem worden samengebracht en zal
Hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken
scheidt; de schapen zal Hij rechts van zich plaatsen, de bokken links.
Dan zal de koning tegen de groep rechts van zich zeggen: Jullie zijn door mijn
Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de
grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is. Want Ik had honger en jullie
gaven mij te eten, Ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een
vreemdeling, en jullie namen mij op, Ik was naakt, en jullie kleedden mij. Ik
was ziek en jullie bezochten mij, Ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij
toe.
Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden: Heer, wanneer hebben wij U
hongerig gezien en te eten gegeven, of dorstig en U te drinken gegeven? Wanneer
hebben wij U als vreemdeling gezien en opgenomen, U naakt gezien en gekleed?
Wanneer hebben wij gezien dat U ziek was of in de gevangenis zat en zijn we
naar U toe gekomen?
En de koning zal hun antwoorden: Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan
hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat
hebben jullie voor mij gedaan.
Daarop zal Hij ook de groep aan zijn linkerzijde toespreken: Jullie zijn
vervloekt, verdwijn uit mijn ogen naar het eeuwige vuur dat bestemd is voor de
duivel en zijn engelen. Want Ik had honger en jullie gaven mij niet te eten, Ik
had dorst en jullie gaven me niet te drinken. Ik was een vreemdeling en jullie
namen mij niet op, Ik was naakt en jullie kleedden mij niet. Ik was ziek en zat
in de gevangenis en jullie bezochten mij niet.
Dan zullen ook zij antwoorden: Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien of
dorstig, als vreemdeling of naakt, ziek of in de gevangenis, en hebben wij niet
voor U gezorgd?
En Hij zal hun antwoorden: Ik verzeker jullie: alles wat jullie voor een van
deze onaanzienlijke niet gedaan hebben, hebben jullie ook voor mij niet
gedaan.
Hun staat een eeuwige bestraffing te wachten, de rechtvaardigen daarentegen het
eeuwige leven.
De parabel beschrijft hoe de Koning
en Herder de goeden zal scheiden van de kwaden. De wet van de liefde, de
maatstaf voor het oordeel, zal erg veeleisend zijn omdat de rechter, Christus,
zich zal vereenzelvigen met de misdeelden
|