Inhoud blog
  • Agapèliefde ‘
  • De troon van genade
  • Het nieuwe gebod
  • Laat het stromen ...
  • Genade komt met onvergankelijke zegen
  • VOOR WIE HET NODIG HEEFT.
  • Zoeken met Google


    Zoeken in blog

    Opwekking 601

    Deel door ons uw liefde uit
    aan wie honger heeft en pijn.
    Laat ons waar verdeeldheid is
    uw vredestichters zijn.
    Ons verlangen is alleen,
    Heer, maak ons hart bereid,
    dat door heel ons leven heen
    uw liefde wordt verspreid.

    Deel door mij uw liefde uit,
    aan een medemens die lijdt.
    Leer mij meer vervuld te zijn
    met uw bewogenheid.
    Mijn verlangen is alleen,
    Heer, maak mijn hart bereid,
    dat door heel mijn leven heen
    uw liefde wordt verspreid.

    Openbaar uw koninkrijk
    aan wie zoekt, aan arm en rijk.
    Giet een stroom van liefde uit,
    dat in ons en door ons, o Jezus,
    uw liefde wordt verspreid.(2x)

    Deel ons door uw liefde uit
    tot de einden van de aard'.
    Dat zich waar de dood nu heerst
    nieuw leven openbaart.
    Maak ons als uw werkers klaar
    en sterk ons in de strijd,
    tot wij mogen oogsten waar
    uw liefde wordt verspreid.

    Openbaar uw koninkrijk
    aan wie zoekt, aan arm en rijk.
    Giet een stroom van liefde uit,
    dat in ons en door ons, o Jezus,
    uw liefde wordt verspreid.(6x)

    Deel door ons uw liefde uit,)
    maak ons hart bereid. )4x
    Deel door ons uw liefde uit,)
    ja wij zijn bereid. )2x
    Deel door mij uw liefde uit )
    ja ik ben bereid. )2x

    Startpagina !
    Wat ogen zien dringt binnenin het hart. Het kan ons blij maken of ook heel verdrietig. Het kan ons soms zo diep raken, dat we er ziek van zijn. Ogen zijn de vensters van ons hart. Wie ze opent voor het licht, voor de zon overdag, voor de mooie dingen en voor de sterren in de nacht, is een blij en gelukkig mens. Met licht en meer moois in onze ogen komt er kleur in ons anders zo grijze leven. Want onze ogen weerspiegelen de liefde van Jezus. Een liefde, door Hem gegeven!

                Uit het hart

      Jouw Hemelse Vader die je heeft geschapen,
      die zoveel van je houdt,
      weet alles wat er zich in jouw hart afspeelt.
      Hij begrijpt en kent jou volkomen,
      Hij vraagt je om de juiste keuzes te maken!
      Hij verlangt niets liever dat Hij fier zou zijn op jou,
      dat je het pad der wijsheid zou blijven volgen!
      Het is niet altijd gemakkelijk, en je hebt vooral lef & doorzettingsvermogen nodig,
      maar dit alles is niet te vergelijken,
      met het liefdevolle geschenk dat je zal verkrijgen!
      Hij weet nu wat je denkt & wat je nog zou willen 'plannen'...
      Daarom vraag ik je : ook voor mij komt de tijd dat ik het aardse zal verlaten.
      Maar zou je dan niet blij & verheugd zijn als je weet,
      dat ik in het Hemelse paradijs zal blijven wachten op...
      jou !!!
      Filip V. (26-09-04)

    Blog als favoriet !

    De zin van het leven

     

    God heeft ons met een doel geschapen!

    en voor wie Hem als Heer aanvaardt,

    is 't leven weer het leven waard:

    hij wordt met nieuwe kracht bewapend.

    God zond zijn Zoon naar deze aarde,

    om wat kapot was en ontwricht,

    te brengen in zijn helend licht

    en te herstellen in z'n waarde.

    Wie bij Hem komt met diep verlangen

    naar zin en doel van zijn bestaan,

    zal nooit met lege handen gaan,

    maar handenvol geluk ontvangen.

     

     

    Jelly Verwaal

    WAT JE AAN JEZUS GEEFT,BEN JE NIET KWIJT
    IK BEN DE ALFA EN DE OMEGA
    GEBED IS DE SLEUTEL VAN DE OCHTEND EN DE GRENDEL VAN DE AVOND.
    21-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maarten Luther

    De Duitse kerkhervormer Maarten Luther leefde van 1483 tot 1546. Luther was een Augustijner monnik en hoogleraar in de moraaltheologie te Wittenberg. Later hield hij zich bezig met de bijbelse theologie. In 1483 werd Maarten Luther in een uit een boerenachtergrond stammende mijnwerkersfamilie in Eisleben geboren (heden: Geboortehauis). Vanaf 1488 bezoekt hij de Latijnse school te Mansfeld. In Maagdenburg en later in Eisenach vervolgt hij zijn schooljaren. Sedert 1501 studeert hij in Erfurt met het doel jurist te worden. 1505 Monnik in Erfurt Toch brak de jonge man in 1505 volledig met dit voornemen, om in het Augustijnerklooster te Erfurt in te treden. Met deze beslissing die door het zijn hele leven stempelende zoeken naar een genadige God en zijn wil bepaald was, begon de ontwikkeling tot hervormer van de kerk. Eigen negatieve ervaringen met de kerkelijke genademiddelen bewerkten naast groeiende kritiek op kerkelijke misstanden voor alles een gedegen discussie met de Middeleeuwse theologie. In het jaar 1507 werd hij in dit klooster tot priester gewijd werd. In het jaar 1512 promoveerde hij te Wittenberg tot doctor in de theologie. Zijn eerste colleges over de Psalmen hield Luther in de jaren 1513-1515, van 1515/16 volgden colleges over de Romeinenbrief en van 1516-1518 over de Galaten en Hebreënbrief. Luther ontdekte aan de hand van de bijbelteksten Rom. 1:16 en 17 dat God in de eerste plaats vergeeft en niet veroordeelt. Daarom bestreed hij de winstgevende aflaathandel. Een aflaat is de kwijtschelding van straf voor bedreven zonden. In plaats van aflaten te verdienen door bijvoorbeeld aan een kruistocht deel te nemen of een bedevaart naar Rome te maken, kon men deze sinds de 12e eeuw kopen. Hierdoor konden gelovigen hun zonden afkopen en daardoor, op een relatief gemakkelijke manier, toch in de hemel komen. De opbrengsten werden door de kerk onder andere gebruikt om de Sint-Pieter in Rome te bouwen. De afkondiging van de aflaat waarvan de opbrengst bestemd was voor de bouw van de St. Pieterskerk te Rome door de Dominikaan J. Tetzel, die als een marktkoopman te werk ging, riep bij Luhter protest op. Luther brengt zijn bewaren onder woorden in 95 stellingen, die hij op 31 oktober 1517 ten behoeve van een dispuut met geleerden in Wittenberg liet aanslaan en aan de aartsbisschop van Mainz stuurde met de uitnodiging om hier schriftelijk op te reageren. Met het spijkeren van zijn 95 stellingen tegen de kerkdeur werd het begin van de reformatie ingeluid. De grondgedachte van de reformatie was de afwijzing van het leerstuk van goede werken. De mens kon alleen gered worden door zijn eigen goede werken. De nadruk kwam te liggen op de bijbel. Uitspraken van de kerk, zoals van de paus, waren van minder belang. Deze anti-autoritaire opstelling sprak velen aan die een grotere individuele vrijheid nastreefden. De openlijke kritiek op het misbruik van de aflaat in 1517 leidde, in plaats van het gesprek waar op gehoopt werd, tot de opening van het ketterproces dat met het uitspreken van de kerkelijke ban en de rijksban in 1521 werd afgesloten. Luthers stellingen'werden, voor hem zelf onverwachts, ongekend wijd verspreid. Reeds in 1518 dienden de aartsbisschop van Mainz en de Dominicanen klachten in Rome in. In het verhoor door de kardinaal-legaat Th. Cajetanus de Vio in oktober 1518 in Augsburg weigerde Luther ook maar iets te herroepen. Tijdens het dispuut te Leipzich in juli 1519 tussen J. Eck en A. Karlstadt verzette Luther zich tegen de gedachte dat de algemene Concilies niet kunnen dwalen. Vanuit zijn leer van de rechtvaardiging volgde automatisch kritiek op het pausdom, dat volgens Luthers opvatting over de goede verstaanbaarheid van de Schrift heenstapte. De bul "Exurge Domine" van 15 juni 1520 eiste zijn onderwerping. Luther antwoordde met de publicatie van zijn 3 grote geschriften, waarin hij zijn gedachten ontvouwde, "Aan de Christelijke adel van de Duitse natie" (augustis 1520), "Van de Babylonische Ballingschap der Kerk" (oktober 1520) en "Van de vrijheid van een Christen" (november 1520), waardoor hij het grootste deel van het Duitse volk voor zich inwon. De pauselijke bul waarin hij veroordeeld werd werd door hem op 10 december 1520 plechtig verbrand. Op 3 januari 1521 wordt Luther door paus Leo X geëxcommuniceerd. Tijdens de Rijksdag te Worms in april 1521 weigerde Luther te herroepen en zich zwijgend te onderwerpen aan een algemeen Concilie; keizer Karel V deed hem daarop in de rijksban. 1521 Om Luthers leven te beschermen, gebood keurvorst Frederik een voorgewende overval. Bijna een jaar lang leefde Luther als jonker Jörg op de Wartburch. Daar vertaalde hij het Nieuwe Testament in de Duitse taal die in 1522 gedrukt verscheen en in 1534 door de vertaling van het Oude Testament werd gecompleteerd. Tijdens het verblijf op de Wartburch ontstonden op veel plaatsen Lutherse gemeenten. Zijn geschrift tegen de gelofte van de monniken bracht talloze monniken en nonnen er toe het klooster te verlaten. 1525 Luthers bruiloft met Katharina van Bora De zichtbare breuk in het persoonlijk leven met het bestaan van een monnik heeft Luther met zijn huwelijk met de voormalige non Katharina van Bora bekrachtigd. Daarmee was het fundament voor het evangelische predikantsgezin gelegd. aanvolgend een heel aantal strijdschriften De boerenopstanden, die in de jaren 1524/25 overal in het rijk uitbraken, beriepen zich vaak op Luthers leer, maar de gruweldaden, die begaan werden, brachten hem, nadat hij in het begin begrip voor de bedoeling van de onder rechtsonzekerheid lijdende boeren had opgebracht, er toe de vorsten "Tegen de roofzuchtige en moordzuchtige boeren" tot aktie op te roepen. De tegenstelling tussen Huldrich Zwingli en de Wederdopers kwam nu scherper naar voren. Het Godsdienstgesprek te Marburg (1529) met Zwingli leidde slechts gedeeltelijk tot overeenstemming, omdat Luther aan de reële tegenwoordigheid van Christus in het Avondmaal vasthield. 1529 "Kleine catechismus" Om het volk te onderwijzen schreef Luther in 1529 de "Kleine Catechismus", voor de predikanten de "Grote Catechismus". 1534 Uitgave van de eerste volledige Wittenberger Bijbel in de Duitse vertaling van Maarten Luther In februari 1546 is hij in zijn geboortestad Eisleben gestorven. Op bevel van de keurvorst werd Luther in de Slotkerk te Wittenberg begraven. Met de vertaling van de Bijbel in de Duitse taal, verwierf Luther zich blijvende roem vanwege de vereniging van de Duitse taal. Ongeveer 70 miljoen gelovigen op alle alle vijf continenten worden op het ogenblik gerekend tot de Lutherse kerken. DE 95 STELLINGEN 1. Toen onze Heere en Meester Jezus Christus zei: 'Doet boete' enz. (Matth. 4:17),wilde Hij dat het hele leven van zijn gelovigen een voortdurende boete is. 2. Dit woord mag niet verstaan worden als betrekking hebbend op het sakrament van de boete dat bestaat uit biecht en genoegdoening en bediend wordt door het priesterlijk ambt. 3. Maar ook wil Hij niet dat het alleen over de innerlijke boete: ja, de innerlijke boete is waardeloos en geen boete, als zij niet uiterlijk op allerlei wijzen het doden van het vlees bewerkt. 4. Daarom blijft de goddelijke straf, zolang de mens afkeer heeft van zichzelf en dat is de echte innerlijke boete bestaan tot aan de overgang uit dit tot het eeuwige leven. 5. De paus wil en kan geen andere straf kwijtschelden dan die hij heeft opgelegd naar eigen goeddunken of volgens kerkelijke wensen. 6. De paus kan zondeschuld slechts vergeven door te verklaren en te bekrachtigen, dat ze door God vergeven is, hij kan echter wel de schuld vergeven in die gevallen waarover hem het recht toekomt. Bij minachting van dat recht zou die schuld niet kwijtgescholden kunnen worden en blijven bestaan. 7. God vergeeft niemand de schuld zonder hem te brengen tot deemoedige gehoorzaamheid aan de priester als Zijn plaatsvervanger. 8. De kerkelijke voorschriften over de boete zijn alleen bestemd voor de levenden en diezelfde voorschriften zeggen dat aan de stervenden niets mag worden opgelegd. 9. Daarom bewijst ons de Heilige Geest een weldaad door de paus, die in zijn decreten overal uitzonderingen maakt in geval van dood of uiterste nood. 10. De priesters handelen onverstandig en verkeerd, als zij voor stervenden kerkelijke boetedoeningen laten gelden tot in het vagevuur. 11. Dit onkruid, dat men kerkelijke straffen laat doorlopen tot in het vagevuur, is zonder twijfel gezaaid toen de bisschoppen sliepen. 12. Vroeger werden 'kerkelijke straffen' (d.i. boete en genoegdoening voor begane zonde) niet na, maar v66r de absolutie opgelegd om daardoor te beproeven of het berouw oprecht was. 13. De stervenden worden door hun dood verlost van dit alles; de stervenden gelden voor het kanoniek recht reeds als dood; ze zijn daar rechtens al van bevrijd. 14. Onvolkomen vroomheid of onvolkomen liefde veroorzaken op het sterfbed grote angst als noodzakelijk gevolg: hoe minder liefde, des te meer angst. 15. Die angst en schrik zijn op zichzelf om van andere dingen maar te zwijgen al voldoende om een mens pijn en kwellingen van het vagevuur te doen gevoelen, omdat ze heel dichtbij de angst der vertwijfeling komen. 16. Het vagevuur en hemel zijn te vergelijken met echt vertwijfelen, bijna vertwijfelen en zekerheid van het heil. 17. De zielen in het vagevuur zullen zeker behoefte hebben aan vermindering van hun angst en hun verschrikking, maar tegelijkertijd moet ook de liefde bij hen groeien en toenemen. 18. Er zijn redelijke of schriftuurlijke motieven aan te voeren, die ontkennen, dat de zielen in het vagevuur de mogelijkheid hebben verdiensten te verwerven en toe te nemen in de liefde. 19. Ook schijnt niet bewezen te zijn, dat de zielen in het vagevuur alle zeker en gerust zijn over hun zaligheid, ook al zouden wij daarvan wel volkomen overtuigd zijn. 20. Daarom bedoelt de paus met de woorden 'volkomen kwijtschelding van alle straffen' niet, dat zonder meer alle straffen kwijtgescholden zouden worden, maar alleen die straffen die hij zelf heeft opgelegd. 21. Vandaar, dat al die aflaatpredikers dwalen, die zeggen, dat de pauselijke aflaat de mens bevrijdt van alle straf en hem behoudt. 22. De paus Scheldt aan de zielen in het vagevuur helemaal geen straf kwijt, die zij in dit leven volgens kerkelijke wet hadden moeten boeten. 23. Als er sprake is van kwijtschelding van alle straffen, dan bestaat dat alleen voor de meest volkomenen, dus voor heel weinigen. 24. Daarom worden de meeste mensen bedrogen, als hun zonder onderscheid en met grootspraak beloofd wordt, dat zijn van alle straf bevrijd worden. 25. Wat dus geldt ten aanzien van de macht over het vagevuur voor de paus in het groot, dat geldt ook voor iedere bisschop en pastoor in zijn bisdom en parochie. 26. De paus doet er goed aan, dat hij aan de zielen in het vagevuur vergeving schenkt niet op grond van de sleutelmacht (die hij daartoe in het geheel niet heeft), maar door middel van de voorbede. 27. Het is puur menselijk gedoe, als men beweert, dat de ziel uit het vagevuur omhoogschiet, zodra de klank van het geld in de kist rinkelt. 28. Een ding is zeker, dat, zodra het geld in de kist klinkt, winzucht en geldzucht kunnen toenemen, maar de hulp of de voorbeden van de Kerk pleit op het welbehagen van God alleen. 29. Wie is er zeker van, dat alle zielen in het vagevuur verlost willen worden; denk maar aan wat verteld wordt over de heilige Severinus en Paschalis. 30. Niemand is zeker van de oprechtheid van zijn berouw; nog veel minder zeker kan hij ervan zijn of hij wel volkomen vergeving van zonden ontvangen heeft. 31. Even zeidzaam als de mensen met oprecht berouw zijn ook zij die een echte aflaat verkrijgen, d.w.z. ze zijn zeer zeldzaam. 32. Wie denken door aflaatbrieven zeker te zijn van hun zaligheid, zullen met hun leraars onder het oordeel vallen. 33. Men moet op zijn hoede zijn voor hen die zeggen, dat de pauselijke aflaat een niet hoog genoeg te schatten geschenk van God is waardoor de mens met God verzoend wordt. 34. immers, de genade van de aflaat heeft slechts betrekking op de straffen die door mensen opgelegd zijn in verband met de genoegdoening van het biechtsakrement. 35. Wie leren, dat geen berouw nodig is voor hen die zielen uit het vagevuur loskopen of biechtbrieven willen aanschaffen, verkondigen iets dat niet christelijk is. 36. Iedere christen die oprecht berouw over zijn zonden gevoelt, heeft volledige vergeving van straf en schuld, die hem ook zonder aflaatbrieven toekomt. 37. Iedere christen, hetzij hij leeft of reeds gestorven is, heeft deel aan alle geestelijke goederen van Christus en van de Kerk als geschenk van God ook zonder aflaatbrieven. 38. Toch mag men de vergeving en het aandeel van de paus daarin niet minachten, omdat (zoals gezegd in stelling 6) zijn vergeving de aankondiging van de goddelijke vergeving is. 39. Het is bijzonder moeilijk ook voor de geleerdste theologen om een aflatenovervloed en tegelijk een waarachtig berouw de mensen voor te houden. 40. Echte boete verlangt en bemint de straf; maar door al die aflaten is de straf geen straf meer en het maakt, dat men er afkerig van wordt; zij kunnen daar althans aanleiding toe geven. 41. Men moet voorzichtig zijn met het verkondigen van de pauselijke aflaat, opdat de mensen niet de verkeerde gedachte krijgen, dal de aflaat belangrijker is dan alle andere werken der liefde. 42. Men moet de christenen leren, dat het niet in de geest van de paus is, het verwerven van aflaten ook maar bij benadering op een lijn te stellen met een daad van barmhartigheid. ' 43. Men moet de christenen leren, dat wie aan een arme geeft of aan een behoeftige leent, beter doet dat wie een aflaat koopt. 44. Want door een daad van liefde neemt de liefde toe en wordt de mens beter. Door de aflaat wordt hij echter niet beter, hij raakt alleen zijn straf kwijt. 45. Men moet de christenen leren, dat wie zijn naaste gebrek laat lijden en daar niets aan doet maar wel een aflaat koopt, niet de pauselijke aflaat verkrijgt, maar Gods toorn op zich laadt. 46. Men moet de christenen leren, dat zij, als zij geen overdadige rijkdom bezitten, verplicht zijn wat voor hun huis nodig is te bewaren en het in geen geval aan aflaten te verspillen. 47. Men moet de christenen leren, dat aflaten kopen iets vrijwilligs is en geen gebod. 48. Men moet de christenen leren, dat de paus als hij aflaten verleent, meer behoefte heeft aan een aandachtig gebed en dit ook meer verlangt dan het geld. 49. Men moet de christenen leren, dat de pauselijke aflaat goed is zolang men daarop niet vertrouwt, maar dat er integendeel niets schadelijker is, als men daardoor de vreze Gods kwijt raakt. 50. Men moet de christenen leren, dat de paus, als hij wist van de afpersingen der aflaatpredikers, liever zou willen, dat de St. Pieter-kerk tot as zou verbranden dan dat die gebouwd moest worden van de huid, het viees en het gebeente van zijn schapen. 51. Men moet de christenen leren, dat de paus verplicht is zijn eigen geld — ook als daarvoor de St. Pieter verkocht moest worden — uit te delen aan de vele mensen die door sommige aflaatpredikers van hun geld beroofd worden. 52. Het vertrouwen om door aflaten zaiig te worden is v/aardeloos, al zou de met de verkoop belaste beambte, de aflaatkommissaris, ja ook de paus zeif zijn ziel ervoor in pand willen geven. 53. Vijanden van Christus en van de paus zijn het die terwille van de aflaatpreken de verkondiging van het Woord van God in andere kerken verbieden. 54. Aan het Woord van God wordt onrecht gedaan, als men in een preek evenveel of zelfs meer tijd besteedt aan het verkondigen van de aflaat dan aan het Woord van God. 55. Het moet toch zeker de bedoeling van de paus zijn, dat, als men de aflaat, die zo weinig waarde heeft, viert met een klok en met een feest, men daartegenover het evangelie als het waardevolste zou moeten eren en prijzen met honderd klokken en met honderd feestelijkheden. 56. De 'schatten' der Kerk waaruit de paus de aflaat uitdeelt, zijn in de gemeente van Christus niet duidelijk genoeg aangegeven of bekend gemaakt. 57. Want dat het hier niet gaat om tijdelijke schatten, kan men daaraan merken, dat veel predikers deze schatten niet zo gemakkelijk afstaan, maar veel meer proberen ze te verzamelen. 58. Het zijn ook niet de verdiensten van Christus en de heiligen, want die bewerken altijd, zonder toedoen van de paus, de genade voor de innerlijke mens en tegelijkertijd kruis, dood en he! voor die uitwendige mens. 59. St. Laurentius heeft de armen der gemeente de schatten der Kerk genoemd; maar hij heeft daarbij het woord gebruikt naar de geest van zijn tijd. 60. Op goede gronden en zonder lichtvaardigheid zeggen wij, dat deze schat is de sleutelmacht van de Kerk, die aan haar door de verdienste van Christus gegeven is. 61. Want het is duidelijk, dat voor kwijtschelding van straf en vrijspraak in bepaalde gevallen de macht van de paus alleen voldoende is. 62. De ware schat der Kerk echter is het heilig evangelie van de heerlijkheid en de genade van God. 63. Maar deze schat is natuurlijk zeer gehaat, want daardoor worden de eersten tot laatsten. 64. De schat der aflaten daarentegen is natuurlijk bijzonder geliefd, want daardoor worden de laatsten tot eersten. 65. Daarom zijn de schatten van het evangelie de netten waarmee men vroeger mensen van fortuin ving. 66. Maar de schatten van de aflaat zijn de netten waarmee men nu het fortuin van de mensen vangt. 67. De aflaat, die door de predikers als de 'grootste genade' verkondigd wordt, moet inderdaad 'groot' heten, in die zin, dat hij veel opbrengt. 68. Maar de aflaat is werkelijk uiterst gering, vergeleken met de genade van God en het geloofsleven onder het kruis. 69. De bisschoppen en pastoors zijn verplicht de kommissarissen van de apostolische aflaat met alle eerbied toe te laten. 70. Maar ze zijn nog meer verplicht met ogen en oren op te letten, dat deze kommissarissen niet in plaats van wat de paus heeft opgedragen hun eigen fantasieen prediken. 71. Wie de waarheid van de pauselijke aflaat weerspreekt, die zij vervloekt! 72. Maar wie zich bezorgd maakt over de willekeur en de brutaliteit in de woorden van de aflaatpredikers, die zij gezegend! 73. Zoals de paus terecht met zijn toorn en de ban straft wie met listige aanvallen optreedt tegen de aflaat. 74. Zo wil hij nog veel meer hen straffen met zijn toorn en de ban, die onder de dekmantel van de aflaat met allerlei handigheden aan de heilige liefde en de waarheid afbreuk doen. 75. Te veronderstellen, dat de aflaat van de paus zo krachtig werkt, dat hij een mens zou kunnen vrijspreken van de zonde, zelfs als hij (om iets onmogelijks te noemen) de moeder Gods verkracht had, is krankzinnig. 76. Wij stellen daarentegen, dat de pauselijke aflaat niet de schuld kan wegnemen van ook maar de geringste vergefelijke zonde. 77. Wie zegt, dat St. Petrus, als hij nu paus was, geen groter genade zou kunnen uitdelen, spreekt lastering tegen St. Petrus en de paus. 78. Daarentegen stellen wij, dat deze, ja iedere paus, over groter genaden (dan de aflaat) beschikt nl. over het evangelic, de geestelijke krachten, de gave om gezond te maken enz. waarvan sprake is in 1 Kor. 12. 79. Als men zegt, dat het kruis, opgericht (in de kerken), gesierd met het pauselijk wapen, evenveel macht heeft als het kruis van Christus, dan is dat een godslastering. 80. De bisschoppen, zielzorgers en theologen, die toestaan, dat zulke woorden tot het volk gezegd worden, zullen daarvan rekenschap moeten afleggen. 81. Zulk vermetel en onbeschaamd prediken over de aflaat maakt, dat het zeifs voor de geleerde moeilijk valt de eer en de waardig-heid van de paus in bescherming te nemen tegen laster of tegen de stellig scherpe vragen van de gewone man. 82. Bij voorbeeld: Waarom bevrijdt de paus niet tegelijkertijd alle zielen uit het vagevuur terwille van de allerheiligste liefde vanwege de grote nood der zielen— dat zou toch voor hem de meest voor de hand liggende reden moeten zijn, nu verlost hij immers ontelbaar vele zielen terwille van het allerellendigste geld voor de bouw van een basiliek en dat is toch een zaak van heel weinig belang? 83. Of: Waarom blijven de uitvaartdiensten en jaarmissen voor de doden nog bestaan en waarom geeft de paus niet de prebenden, die voor de doden gesticht werden, terug of staat toe, dat ze teruggenomen worden, terwiji het immers onjuist is verder nog voor de reeds verlosten te bidden? 84. Of: Wat is dat voor een nieuwe vroomheid van God en van de paus, dat zij aan een goddeloze of bijv. een vijand toestaan voor geld een godvrezende en door God beminde ziel te verlossen in plaats van dat zij die uit liefde om niet verlossen, vanwege de grote nood van een godvrezende en beminde ziel? 85. Of: Waarom worden de oude boetevoorschriften, die toch allang feitelijk en praktisch zijn afgeschaft en als dode letter beschouwd moeten worden, nog met geld afgekocht in verband met de aflaat, alsof zij nog van kracht en springlevend waren? 86. Of: Waarom bouwt de paus nu niet liever de St. Pieterskerk van zijn eigen geld in plaats van dat van de arme christenen, terwiji toch zijn vermogen groter is dan dat van de rijkste Crassus? . 87. Of: Wat kan de paus nog kwijtschelden of schenken aan hen die door volkomen berouw reeds aanspraak hebben op volkomen vergeving en op het verkrijgen van alle geestelijke goederen? 88. Of: Wat zou voor de Kerk beter zijn dan dat de paus, wat hij nu slechts eenmaal doet, dagelijks honderdmaal aan iedere gelovige deze vergeving schonk en hieraan deel gaf? 89. Daar het de paus toch bij de aflaat meer te doen is om de zaligheid der zielen dan om het geld, waarom heeft hij dan de vroeger verleende brieven over aflaten doen vervallen, terwiji die toch evenveel uitwerking hadden? 90. Als men deze scherpe en ernstige bezwaren van de leken slechts met geweld wil onderdrukken en ze niet tot zwijgen wil brengen . door met goede argumenten aan te komen, betekent dit, dat men de Kerk en de paus aan de spot der vijanden prijs geeft en de christenen ongelukkig maakt. 91. Als de aflaat naar de geest en de bedoeling van de paus gepredikt werd, dan zouden deze bezwaren gemakkelijk opgevangen kunnen zijn, ja, ze zouden nooit opgekomen zijn. 92. Weg dus met al die profeten, die tot de gemeente van Christus zeggen: 'Vrede, vrede' en er is geen vrede (Ezech. 13:10, 16). 93. Moge het echter die proferen welgaan, die tot de gemeente van Chrislus zeggen: 'Kruis, kruis' en het is geen kruis. 94. Men moet de christenen aansporen om hun Hoofd Christus met ijver na te volgen door straffen, dood en hel heen. 95. Zo moeten zij er meer op rekenen, dat wij door vele verdrukkingen het rijk van God binnengaan (Hand. 14:22) dan langs de weg van een lichtvaardig vertrouwen op die vrede. -o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-


    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per jaar
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006

    Over mijzelf
    Ik ben LUC, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Lucky.
    Ik ben een man en woon in Moorsele (belgie) en mijn beroep is RUST........
    Ik ben geboren op 30/12/1952 en ben nu dus 71 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: computer,,Muziek Fietsen en proberen niet mijn wil te doen maar deze van de Heer.
    ben gehuwd met fabienne
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek
  • Dag Luc
  • Wens u nog een fijne dag
  • Goedemiddag
  • Een aangename donderdag toegewenst
  • Goedemorgen

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Dit zijn Christelijke linken bekijk ze eens
  • HRTLINK
  • VRIJ ZIJN
  • Rivers of Live Ministries
  • LEVEL CHURCH
  • Zijn genade... Zijn genade...een naam...Jezus

  • Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    De Geest van God is geen spookbeeld of hersenschim. Hij is onder ons aanwezig, voelbaar en tastbaar. Hij spreekt soms uit de blik in onze ogen. Je ziet hem in de mensen die verdraagzaam zijn en respectvol omgaan met elkaar. Je voelt hem in dat liefdevolle gebaar of die hartelijke handdruk. De Geest van God is de scheppende kracht die bruggen slaat over de diepste kloven, die mensen bij elkaar brengt en conflicten ombuigt in begrip en verzoening. Het is de energie die bergen kan verzetten en mensen boven hun kleinheid uittilt - de levensadem van God die mensen bezielt en in beweging zet.


    Mijn favorieten
  • SeniorenNet.be
  • Zijn...liefde...Zijn genade...Een naam... Jezus
  • merelfavorieten.nl
  • geloven en begrijpen jouwpagina
  • christen. startpagina..be
  • christen.startpagina.nl
  • Rivers of Live Ministries

  • Een interessant adres?

    Afscheid nemen

    Afscheid nemen is verdrietig,
    afscheid nemen is niet fijn
    afscheid nemen is iemand verlaten
    bij wie je graag zou willen zijn.

    Afscheid nemen is die blik vol liefde
    en die aai over je bol
    afscheid nemen zijn die tranen
    je schiet er helemaal van vol.

    Afscheid nemen zijn die woorden
    "Ik hou van jou, dag lieve schat.
    Je bent altijd bij me,
    want jij zit hier, diep in m'n hart."

    Soms is het afscheid maar voor even
    soms voorgoed of voor een lange tijd
    maar wat je samen hebt mogen beleven
    dat raak je echt, nee nooit meer kwijt.


    Parel


    Je bent een parel, die zeer kostbaar is
    je naam staat onuitwisbaar in Mijn hand geschreven.
    Ik heb je zelf gemaakt om tot Mijn eer te leven
    je bent een parel, die zeer kostbaar is.

    En eens zal Ik je roepen aan Mijn zij
    Mijn kind die roeping is zo hoog verheven.
    Uit liefde gaf ik jou Mijn eigen leven,
    ja, eenmaal zul je stralen aan Mijn zij.

    Je bent nu nog op reis, het einddoel is in zicht,
    houd Mij maar stevig vast en luister naar Mijn stem.
    Aan d’einder gloort het nieuw Jeruzalem,
    daar zul je eeuwig leven in Mijn licht.

    Je bent een parel, die zeer kostbaar is.


    Dit gedicht is voor jou!
    Als je je alleen voelt je hart gebroken is of bezeerd als je bang bent voor wat komen gaat als je lief hebben hebt verleerd als je jezelf niet durft te zijn als je verteerd wordt door verdriet dan is dit gedicht voor jou want God vergeet je niet Hij wacht op je hij kent je vragen Hij zegt: “geef mij je last, dan kunnen we het samen dragen”. En langzaam zul je merken daar kun je van op aan, dat jij alleen nog je rugtas vasthoudt de inhoud is naar Hem overgegaan Als je je bedrogen voelt eenzaam en heel klein als je door de bomen het bos niet meer ziet en er misschien zelfs niet meer wilt zijn als je verstrikt zit in de netten van de zonde en niet weet hoe je daar uit moet geraken dan is dit gedicht voor jou Jezus zal het in orde maken Hij weet als geen ander hoe pijn voelt en wat een mens soms moet doorstaan Voor jou en mij is Hij uit liefde door enorm zware beproevingen gegaan Hij kijkt naar jou met een bewogen hart en een liefdevolle blik in Zijn ogen en wacht tot je Hem vragen zult je tranen te gaan drogen Dit gedicht is voor jou. Waarom? Is misschien je vraag. omdat God ontzettend van je houdt, grijp toch Zijn uitgestoken hand vandaag….


    Download het gratis Online Bijbel Startpakket met Statenvertaling en Kanttekeningen
    Download Online Bijbel met Statenvertaling en Kanttekeningen
    (10,32 MB)

    Citaten

    Verlossing

    Verlossing is niet

    met een nieuwe bladzijde beginnen,

    maar een nieuw leven ontvangen.

     

     

    Problemen

    Als het leven je handen

    vult met problemen

    leg je problemen

    dan in Gods handen.

     

    Gebed

    Gekerm van wanhoop,

    waar geen woorden voor zijn,

    is vaak een gebed

    dat niet geweigerd kan worden.

     (Charles H. Spurgeon)

     

    Licht

      Als wij het licht van Christus

    niet om ons heen verspreiden,    

    zal de ervaring van de duisternis,

    die in de wereld de overhand heeft,

    toenemen.

     (Moeder Theresa)

     

    God kennen

    Een kind van God zijn betekent ook:

    accepteren dat Hij weet wat goed is

    en dat Hij ons in ons leven

    het beste zal geven.

    (Charles Paul Conn)



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!