WAAROM LEVEN WE EIGENLIJK
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Dat is mijn probleem (en misschien ook uw probleem): voor mensen wier zielen overspoeld zijn met pijn, lijkt God niet te reageren. We bidden maar er gebeurt niets.
Hoe vinden we het geloof dat ons het onzichtbare laat zien, ons met heel ons hart doet geloven dat Hij altijd op een fantastische en liefhebbende manier reageert, wanneer het Hem niets lijkt te doen? Dat is de vraag: wat betekent het hoop te vinden in God als we blijven leven in een wereld waar goede dromen verbrijzeld worden en God er niets aan lijkt te doen?
Er is een antwoord, en het wordt telkens herhaald in de Bijbel. Maar het antwoord, het enige antwoord dat de enorme uitdaging aangaat om volledig te vertrouwen op een God die ogenschijnlijk niet reageert, vereist een verandering in de manier waarop we normaal gesproken kijken naar het leven. Het vereist een omwenteling in ons denken over de reden waarom we eigenlijk nog leven, waarom God ons zo lang in leven houdt in deze wereld voordat Hij ons opneemt in de hemel Het probleem dat oprechte christenen met God hebben, komt nogal eens neer op een verkeerd begrip van wat het leven zou moeten bieden. We gaan er, als vanzelfsprekend maar onjuist, van uit dat wij hier zijn om iets te ervaren dat God ons nooit heeft beloofd. Misschien meer dan ooit eerder in de geschiedenis, gaan we ervan uit dat we hier zijn om één fundamentele reden: om het naar onze zin te hebben - als het geen goede omstandigheden zijn, dan op zijn minst goede gevoelens. We verlangen ernaar ons goed te voelen, passie te voelen, romantiek en vrijheid. We willen genieten van fantastische kinderen, iets betekenen in de levens van anderen, betrokken zijn bij goede vrienden, Gods vrede ervaren. Dus vinden we 'Bijbelse' strategieën uit om erop toe te zien dat onze dromen uitkomen. We noemen ze modellen van voortreffelijk ouderschap, methodes voor geestelijk leven en principes van rentmeesterschap - allemaal ontworpen om ons legitiem een goed gevoel te geven. Wat is daar verkeerd aan?
Maar als we de diepste motieven achter deze daden aan het licht brengen, ontdekken we een vastberadenheid om nú te voelen wat niemand zal voelen totdat we in de hemel zijn. We verlangen naar onweerstaanbaar geluk dat alle pijn verdrijft. De manier waarop we dat verlangen proberen te stillen, hangt af van onze normen en waarden. Als we de Playboyfilosofie aanhangen, doen we alles wat onmiddellijk plezier geeft. We kopen mooie kleding, gaan naar belangrijke feesten, en maken zo nu en dan een cruise. Soms veranderen we van partner of gaan we vreemd.
Als we christen zijn, geven we een paradoxale draai aan de wet van uitgestelde bevrediging. We geven onmiddellijke pleziertjes op om later een dieper plezier te ervaren, maar we verwachten dat plezier spoedig te ervaren, zeker voordat we sterven. We vinden dat we het recht hebben te beslissen over de duur van het uitstel. Zolang dat uitstel niet te lang duurt, leven we volgens de regels. Als we vandaag niet volledig gelukkig kunnen zijn, dan zijn we dat zeker morgen. En als de dingen niet gaan zoals we wensen, willen we het gevoel hebben dat dat wel zo is. We staan erop dat we vanbinnen vrede voelen en zelfrespect, en dat we ons aardig goed voelen, sterker nog, dat we met volle teugen van het leven genieten.. Soms is het enige verschil tussen christenen en niet-christenen de manier waarop we goede gevoelens naar boven halen. Het najagen van het ware geluk blijft het hoofddoel. Het blijft de drijfveer voor onze keuzes, en niet een welkom, maar sporadisch bijproduct van een hoger doel: God te prijzen omdat dat ons diepste en meest hartstochtelijke verlangen is.
Zolang een gelukkig leven ons doel is, waarin de zielsvreugde de pijn overtreft, blijft God slechts een middel tot een doel, een gebruiksvoorwerp, nooit iemand die het recht heeft op antwoord, nooit een geliefd persoon van wie we genieten. Aanbidding wordt functioneel, een onderdeel van een slimme strategie om te krijgen wat we willen in plaats van een diepe toewijding aan iemand die meer waard is dan wij.
En als Hij faalt - als degene van wie we verwachten dat Hij ons een goed leven geeft, zijn werk niet goed doet - voelen we ons verraden, in de steek gelaten, gedesillusioneerd. Hij zorgt er niet voor dat de treurige gebeurtenis wordt teruggedraaid en vult ons ook niet met vrede en blijdschap. We kunnen misschien geestelijke hoogstandjes uitvoeren om Hem tot een reactie over te halen, maar Hij blijft op een afstand. Onze zielen blijven onbevredigd.
Uit: Gebroken dromen, door Larry Crabb
|