WIJ HOUDEN VAN JExml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De eerste keer dat ik er een zag, was in de auto van mijn broer. Hij had aan het dashboard een paar van die kleine dingetjes geplakt. Een thermometer, als ik me niet vergis, en een klokje. En een klein fotolijstje met daarin een foto van zijn verloofde. Hij vertelde me dat ze hem dat lijstje had gegeven. Kijk maar eens wat er op staat, zei hij. En inderdaad, toen viel het me pas op dat er op het lijstje een spreuk stond. Met wat moeite ontcijferde ik de woorden: 'Rijd voorzichtig'. Hij heeft me toen het nut daarvan uitgelegd. Telkens wanneer hij in de auto stapte, zag hij die foto. En dan herinnerde hij zich dat hij niet alleen meer voor zichzelf leefde. Dat ze op hem wachtte en dat hij dus voorzichtig moest zijn.
Een paar jaar later zag ik naast het lijstje van zijn vrouw er een met twee foto's: van zijn beide kinderen. En er stond iets bij als: 'Wij houden van je'. Zelf was ik toen ook al wat ouder en snapte ik de betekenis beter. Je moet er als mens steeds weer aan herinnerd worden dat je er niet alleen voor jezelf bent. Je leeft voor anderen. Dat is het geheim van een gelukkig leven. Mensen die geen rekening met anderen willen houden, zijn in feite diep ongelukkig.
Pas geleden werd ik weer eens herinnerd aan die fotolijstjes. Ik reed op een doorgaande weg en passeerde een reclamebord. Nu eens worden we gewezen op de geneugten van een goede sigaret en dan weer wordt ons van rijkswege verteld dat we vooral niet de gevaren van het vrijen moeten onderschatten. Of de een of andere stichting brengt de noden van verre hongersnoden onder onze aandacht. Ik weet niet of het allemaal zo nuttig is, want we rijden er met grote snelheid langs en het gevaar bestaat dat we er alleen maar van leren dat we er geen aandacht aan moeten besteden. Want je moet op het verkeer letten. Nu is dat bij de tabaksreclame geen probleem. Het roken is een gevaar voor de gezondheid en dus maakt het niet uit dat mensen leren er geen aandacht aan te besteden. Maar met die hongersnoden en die vluchtelingen zit het anders. Die mogen we nooit vergeten en daarvoor mogen we niet afstompen. Maar goed, daar gaat het nu eigenlijk niet om. Ik reed daar en ineens zag ik weer, nu op zo'n reclamebord, twee van die lijstjes. Met foto's van een lieve vrouw en een klein kind. Het glas was gebroken en de lijst lag slordig op de ondergrond. Onder de foto stond: 'Alcohol maakt meer kapot dan je lief is.'
Hoeveel mensen die met een glaasje te veel op achter het stuur kruipen, weten dat ergens iemand op ze wacht? Maar dat weerhoudt hen er niet van toch dingen te doen waarvan ze weten dat het verkeerd is. De risico's nemen ze op de koop toe, omdat ze niet willen afgaan voor hun omgeving. Veel mensen weten heus wel dat je geen alcohol moet drinken als je nog moet rijden. Maar ze hebben de moed niet in gezelschap fris te drinken. Wat zullen de vrienden wel zeggen? De kans dat het mis zal gaan, schatten ze niet zo groot in. Tenslotte doen ze het al voor de zoveelste keer. En iedereen van de club doet het. Ze zijn heus wel voorzichtig.
Dat het inderdaad mogelijk is dat hun vrouw of hun kind met de brokken blijft zitten, schuiven ze maar van zich af.
Ineens voelde ik me niet meer gemakkelijk. Niet dat ik op dat moment gedronken had. Ik gebruik maar zelden alcohol. Nee, het drong plotseling tot me door dat het wel heel gemakkelijk was in je gedachten af te geven op al die onverantwoordelijke lieden die zich niets aan de liefde van en de verantwoordelijkheid voor hun familie gelegen lieten liggen. Maar er was Iemand die eens tegen mij gezegd had dat Hij van me hield. Jezus, heeft Zijn leven voor mij gegeven. Vaak dacht ik daar niet meer aan. Ik was eraan gewend geraakt dat ik leefde. Ik was eraan gewend geraakt dat Hij voor mij gestorven was. Maar Hij had me gevraagd Hem niet te vergeten en in mijn leven Zijn herinnering levend te houden. Want voor veel mensen was Hij niet meer dan iemand die eens gestorven was voor zijn idealen. Natuurlijk, ik wist heel goed dat Hij niet dood gebleven was. Hij was uit de dood weer opgestaan. Hij leefde bij God en zou eens in zijn volle macht en majesteit aan iedereen zichtbaar worden. Maar tot die tijd, tot dat moment van Zijn openbaring, was Hij voor het gros van de mensen onzichtbaar en dood. Zijn leven moest zichtbaar worden in mijn houding, in mijn levensstijl, in mijn leven.
Wat had ik Hem vaak teleurgesteld. Omdat ik eenvoudig niet aan Hem dacht. Omdat ik veel te veel bezig was met mijn eigen zaakjes. Omdat ik eigenlijk alleen maar niet af wilde gaan voor mijn vrienden. Terwijl ik zo wat ongemakkelijk in mijn auto zat te schuiven, nam ik me weer voor me meer bewust te zijn van Gods liefde voor mij. En sinds dat moment herinnert dat bord langs de weg me steeds weer aan mijn voornemen echt werk te maken van mijn geloof.
|