Na zijn aan stelling tot opperhoofdman van Gent, liet Jacob zich steeds vergezellen door een vijf tal gewapende mannen. Dat was nodig, want de Franse koning was woedend. Met intriges, pesterijen en aanslagen trachte hij de Gentenaars op hun knieën te krijgen. Hij liet Gent in de ban van de kerk slaan, hij gaf privileges aan Ieper en Brugge, die dan de grootste concurenten van Gent waren. De bekende Gentse poorter "Seger van Kortrijk" werd gevangen genomen en beschuldigd van anglofilie en werd in de gevangenis onthoofd. De Gentenaars protesteerden. Maar Jacob liet zich niet van zijn stuk brengen. Hij bewapende het Gentse volk en sloot verdragen af met Ieper en Brugge. De graaf van Vlaanderen "Lodewijk van Nevers" was een blinde volgeling van de Franse koning, bracht in stilte een leger ridders en leliaards op de been om de Gentenaars een lesje te leren. In 1332 trok Jacob met zijn "witte kaproenen" naar Brugge, waar hij samen met Brugse- en Ieperse milities onder de Halletoren het leger van de graaf versloeg. Deze laatste vluchte naar zijn kasteel te Male. Door toedoen van de graaf kreeg Gent al zij privileges terug en werden de schulden van de drie steden aan de Franse koning kwijt gescholden. Dat "ruwe, simpele en onwetende volk" zoals Filips de Vlaamingen noemde was niet meer te stuiten met als leider de Gentse opperhoofdman Jacob. Vanaf 13 juni 1338 mocht Vlaanderen handel drijven met handelaars uit zowel Frankrijk en Engeland, en was de invoer van engelse wol exclusief voor Gent. Op 25 juli 1338 werd ook de kerkban opgegeven. Jacob Van Artevelde was zeker geen engeltje (hij was een politieker), hij draaide zijn hand niet om, om tegenstanders uit de weg te ruimen. Een raadsman van de graaf moest er aan geloven toen hij het niet eens was met de strategie van de Gentenaar. De graaf zweeg. Artevelde, mede door de hulp van Ieper en Brugge en samen met de witte kaproenen was hij de man die Vlaanderen leide. Maar hoge bomen vangen veel wind. De kruiperijen van de kant van de Franse koning en de graaf bleven maar voorduren. Ook in eigen stad was niet alles rozegeur en maneschijn.
|