Amandus stichtte een abdij "Ganda", later St. Baafsabdij genoemd. Enkele leerlingen richten iets verder op aan het Blandinium (Blandijnberg) de St. Pietersabdij op. De bijde abdijen werden rivalen van elkaar. Ze voerden een verbeten strijd voor het bewijzen van het "geboorterecht". Diefstal van relikwieën, vervalsing van oorkonden waren schering en inslag. Tot op heden is men nog niet zeker welke abdij de eerste was. Bij de inval van de Noormannen (879-883) werd de St. Baafsabdij volledig vernield, ook de St. Pietersabdij werd niet gespaard. Gent werd van de kaart geveegd. De abdijen werden opnieuw gebouwd en er onstond een nieuwe gemeenschap, maar rivaliteit tussen de abdijen bleef. Onder de regering van Karel de Grote kenden ze een grote bloei. Einhard, een vertouwensman van Karel werd abt van de beide kloosters. Als een magager legde hij de basis voor de latere ontwikkeling van de beide abdijen en groeiden ze uit tot de belangrijkste van Vlaanderen. Graaf Baudewijn II de Kale, bracht orde en rust in zijn graafschap. Er werd een versterking in hout gebouwd, op de plaats waar nu de slottoren van het Gravensteen staat. De bevolking groepeerde zich rond deze versterking. Tussen 942 en 1100 werden vele kerken gebouwd en ontstonden dus ook nieuwe gemeenschappen. De stad werd later beschermd door een omwallingen en poorten. Rond 1300 bereikte de omwalling ± 13 km en omsloot een oppervlakte van 645 hectaren. De grote bloei kon beginnen, maar ook de interne vete's en de opstanden tegen de graven en koningen.
Gisteren ben ik gaan zien, naar "'t Lindecoulisken" Wondelgem. Het was een komedie en de mensen hebben zich zeer goed geamuseert, ik ook trouwens. Deze groep is 20 geleden gestart met 4 voorstellingen. Nu zitten ze aan 21 uitverkochte voorstellingen. Zij brengen toneel in dialect en daar door krijgen zij ook geen subsidies, want dit is geen cultuur. Ik zou niet weten waarom niet. Er zijn veel beroepsgezelschappen die nog geen zaal vol krijgen, maar die brengen wel cultuur want die spelen in AN. Maar met een uitgebalanceerde cast, een goed verhaal die de mensen begrijpen en goede regisseurs, kan je inderdaad zo een evolutie ondergaan. Al is het hard werken. Als ik thuis kwam heb ik mij de bedenking gemaakt, dat men 40 jaar geleden bijna verplicht was om in het AN te spelen. Dus met acteurs die zelfs geen behoorlijk nederlands konden spreken (de meesten toch), zo kwam alles nogal geforceerd over en misten ze tempo en geloofwaardigheid. Bij mij was dat niet beter, maar het kon beter. Ik besloot om naar een academie te gaan en 3 jaar dictie te volgen en 5 jaar toneel en regie. Als leraren kreeg ik Bancka Heirman, Cyriel van Gent, Diane De Ghouy, Nolle en Oswalt Versyp. Deze mensen, ras-acteurs, hadden de spirit en de kracht om ons leken iets bij te brengen, die je op scène nooit kan leren. Ik ben er dan ook uitgekomen als laureaat met toekenning van de regeringsmedaille. Dan pas kon ik beginnen leren wat acteren was. Toch kreeg ik de indruk dat acteren in AN voor veel mensen zeer moeilijk was. Door omstandigheden ben ik in het volkstoneel beland en daar ging alles veel vlotter. Tenslotte is toneel ontstaan uit het volk en voor het volk, waarom zou het dan geen cultuur zijn.
Gent werd reeds vroeg vergeleken met een maagd. In 1381 schreef dichter Baudewijn van der Luere een prachtig gedicht over de maagd van Gent. Er werd juist een opstand uit gevochten tussen de Gentenaars en de graaf Lodewijk van Male. De Gentenaars wilden zelfbeschikkingsrecht, de graaf hogere belastingen. De gentenaars kozen voor de paus van Rome, de graaf voor de Franse koning en de antipaus van Avignon. In het gedicht verklaart de Maagd dat ze 'suver en vri' wil leven en de stad ook, zuiver rooms. Zo werd de Maagd het symbool van een onbezette, vrije stad. De Maagd van Gent wordt meestal afgebeeld in een hof door een hekken afgesloten (deze stelt de stad voor). Ze wordt bewaakt door een leeuw (wat wijst op de moed van de gentenaars om hun stad te verdedigen, de leeuw staat ook in stadswapenschild van de stad). Lange tijd werd de Maagd, voor de stad op officiële papieren, plakkaten, krijgsvaandels en stadspoorten gebruikt. Sinds 1990 maakt de Maagd weer deel uit van het officiële stadswapen. Het standbeeld van de Maagd kan je bewonderen in het Zuidpark (aan de afrit van de autoweg). Enkel de leuze werd vervangen door de oorsponkelijke leuze "Fides et Amor", "Trouw en liefde".
Freek Neirynck schreef voor de "koenfreerie van de Gensche kuipmuziek" een ballade over de Maagd. Hier het refrein:
De Moagt van Gent dat es gien seute Ze ligt nie dag en nacht te neute Ze wacht gedeuldig' op euren toer De Moagd van Gent dat es gien oer.