te gast bij Wim Helsen, Jeanne Devos met de Exodus uit het Oude Testament
3/05 Toen sprak Jahwe "Doe uw schoenen uit, want de plaats waar gij staat is heilige grond 3/07 Ik heb de ellende van mijn volk gezien, de jammerklachten om zijn onderdrukkers gehoord. Ik ken hun lijden en ik daal af om mijn volk te bevrijden. 3/10 Ga er dus heen, ik zend u. Gij moet mijn volk naar de vrijheid leiden." 3/11 Maar Mozes sprak tot God: "Wie ben ik dat ik naar Farao zou gaan en dat ik uw volk uit Egypte zou leiden?" God antwoordde: "Ik zal er zijn." 4/10 Maar Mozes sprak tot Jahwe: "Ik ben geen redenaar, ik ben dat nooit geweest en ik ben het ook nu niet. Ik spreek moeilijk en traag." 4/12 "Ga nu maar, ik zal u bijstaan als ge spreekt en u ingeven wat ge moet zeggen." Maar Mozes bracht hier tegenin: "Neem mij niet kwalijk Heer, zend liever iemand anders." 4/14 Jahwe sprak "Uw broer Aaron de Leviet is er toch nog? Ik weet dat hij een goed spreker is. Ik zal u beiden bijstaan als ge moet spreken en u ingeven wat ge moet doen. Hij zal uw mond zijn." Exodus – Oud Testament
sociale geplogenheden Nieuwe buren welkom gaan heten, gaan aanbellen, dat hebben LM & ik nog nooit gedaan. En voor ik LM kende heb ik het zelf ook nooit gedaan.
Gedeeltelijk uit schroom (willen die mensen dat wel?) en voor het overgrote deel omdat de nieuwkomers, die we van haar noch pluim kennen, niet van in het begin moesten weten dat onze woonst 12 maanden op de 24 onbewoond was vanwege contracten bij de koopvaardij. Want bij een kennismakingsgesprek komt ook de job ter sprake hé. Dus eerst gaan kennismaken om vervolgens te zeggen dat we de helft van de tijd afwezig waren, kweeni.
In ons geval heeft de job een duidelijk merkbare stempel gedrukt op ons sociaal leven. Maar dat wisten we van in het begin, dat maakt deel uit van de neveneffecten.
‘k Zal de nieuwe buren wel aanspreken, bij gelegenheid en we doen dan een babbeltje op de stoep, op het tuinpad, op de inrit, op het pleintje tussen de garages, bij de vuilnisbakken, op weg naar de bushalte, op weg naar de supermarkt …
Maar gaan aanbellen om hen te verwelkomen? Nee. Liever niet, ‘k zou mezelf opdringerig vinden.
uit de reeks keukenblunders : de elastiekjes Het was de dag na vertrek uit haven en we hadden verse proviand aan boord. De chef-kok had ongeveer de hele voormiddag in de koelkamers doorgebracht om de marchandise te herschikken tot alle artikelen op hun eigen plaats gestouwd waren. De tweede kok/bakker had voor de lunch gezorgd en na de middagservice konden we van 13h tot 15h gaan siësten. (service coupé, heette dat toen)
Behalve de koksmaat, hij mocht die zondag overuren doen. Peterselie hakken. Niet één bosje, het waren een paar bakken vol bosjes. Die moesten allemaal fijngehakt worden en ingepakt worden, klaar voor de diepvriezers. Dat zijn de koelkamers op -20°C De chef zei in het buitengaan "De steeltjes moogt ge in de grosse caisse doen".
De grosse caisse is de allergrootste kookpot van de keukenbatterij. Ik denk een 80L inhoud. Hij wordt nooit vol gebruikt natuurlijk. Wel halfvol, om bouillon te trekken. Dus 40L bouillon per keer, goed voor ongeveer vier à vijf dagen. En daar mochten al de steeltjes van al de bosjes peterselie bij. De pot bouillon was het troetelkindje van die chef.
’s Anderendaags neemt de chef de nodige bouillon om aan de soep te beginnen. Dat gaat met pollepels van een liter. Op hoog vuur begon de soep vreemd te ruiken. Naar rubber. Soep die naar rubber ruikt …? Misschien lag er ergens een paar keukenhandschoenen op een te warme plek ?
Wat was er gebeurd: de koksmaat had voor hij de peterselie begon te hakken alle steeltjes van de bosjes gesneden en die pakjes met steeltjes in de bouillon gekiept, met de elastiekjes er nog aan. Met de elastiekjes er nog aan! Op laag vuur in de bouillon gaven de elastiekjes geen merkbare geur af. En wanneer een keuken in bedrijf is zijn er zoveel aroma’s die een geur kunnen maskeren. Maar ’s anderendaags in de voormiddag op hoog vuur begonnen die elastiekjes wél merkbare geur af te geven. Ramp³.
Hoe had de chef die elastiekjes niet zien liggen in de liter-pollepels? Toen waren ze nog beige. Nu zijn elastiekjes in de voeding blauw. Toen nog niet.
Ongeveer 40 L bouillon was verkorven. En er was weer 24hrs of langer nodig om opnieuw bouillon te trekken.
De soep van die dag mocht overboord, de bouillon mocht overboord en als het aan de chef gelegen had ging de koksmaat ook overboord.
40+, niet de meest rustige periode in een mens haar leven. De kinderen zijn aan het puberen, de echtgenoot heeft een midlife en Pa & Ma leven alweer lang genoeg alleen om hun eigen eigenaardigheden óók tot volle bloei gebracht te hebben. Kortom, de fleur van het leven, de leeftijd van 40+.
Pa had jaren geleden de oude tuinroller weggedaan en vervangen door het model dat voor gebruik met water gevuld wordt om gewicht te maken en na gebruik, voor gemakkelijk transport, weer kan worden geleegd.
Een concept waarin hij zich toen kon vinden. Zijn dochters hadden ook moestuinen en die roller kon licht & vlot & handig van tuin naar tuin vervoerd worden. Het toestel zou overwinteren bij de oudste dochter in de garage, daar was meer plaats dan in zijn tuinhuis. Vandaag kwam ze de roller ophalen.
Na het koffietje met Ma stond het toestel al gereed naast haar wagen. "Da's echt onze Pa hé, zo zorgzaam", dacht ze met een glimlach.
Toen ze de roller in de kofferbak wou heffen bewoog het ding geen millimeter. Zij ging terug naar de keuken en vroeg waar ergens ze de roller mocht legen. Waarop Pa, tamelijk tevreden over zichzelf met zijn oplossing van eigen vinding: "Die moet ge niet meer legen, meiske, nooit meer. Daar zijt ge van af. Uw zuster zei dat het water daarin zo vreselijk-rot gaat stinken, daarom heb ik hem gevuld met cement."
oma heeft een scooter ! De Steenstraat is afgezet. Er zijn ingrepen gepland. Het verkeer wordt omgeleid langs bij ons.
Daardoor zijn wij sinds een week of wat een drukke straat. Tijdens de spitsuren dan. En ’t is dorpsdrukte, niet echt storend. 16h : schoolkinderen, bussen & busjes en gisteren ook een Oma met een seniorenscooter. Een tamelijk jonge Oma voor zo’n scooter.
Op de stoep hier rechtover zag ik tussen de kinderwagens en de fietsjes de scooter behoedzaam naar voor wielen. De oma had zo’n ouderwets plastic regenkapje aan. Nog van háár Oma? En op haar schoot zat een kostbare vracht in een sjaal gebonden : een kleuter.
Dat moet zalig zijn, op de schoot bij Oma in een scooter naar huis rijden. Veel gezelliger dan helemaal alleen achterop de fiets vastgesnoerd zitten in een plastic kuip waar enkel zijdelings iets te bekijken valt. Of moeten meerijden in zo’n kinderbak op de hoogte van de uitlaatpijpen van de auto’s. Dan liever op de schoot bij Oma!
Het drizzelt een beetje, maar dat maakt niet uit. Seffes zijn ze thuis daar is het droog. Daar zijn warme handdoeken. En misschien is er een pannekoek. Met choco.
‘k Kan me voorstellen dat de Oma echt blij was toen haar scooter geleverd werd : nu kan ze terug de kleine gaan afhalen van school en haar kabouter een uurtje of wat bijhouden.
m Ja, met choco, 'k ben er bijna zeker van. EZW-06/2012, HiH-12/2014, herzien
de Tuinstoel van haar Oma Kort na de zomer was hij bij haar ingetrokken. Hij was mécanicien en hij hij kon overweg met metalen, lassen en zo … Dat zal van pas komen ook, dacht ze, een Handige Harry in huis.
Ze had als eens iets over een barbecue laten horen, maar dat was er nog niet van gekomen. Ze had zo’n uitgesneden metalen ton in gedachten, met daarin een rooster. En met een onderstel. De werkwijze staat uitgelegd op het Net. Maar er was geen haast bij.
En op een dag, ongeveer zes maanden later, stond er een verrassing voor haar klaar. Mevrouw had een barbecue gevraagd? Mevrouw kreeg een barbecue!
Ze kon nog net een gil bedwingen. Dat meubel was vintage! Die stoel had ze nog gekregen van haar grootmoeder! Die stoel stond klaar om opgeknapt te worden …
En ze moest het hoofd buigen voor een feit : in denkwerk is hij een knoeierd. Maar zijn goed hart is een realiteit, dus houdt ze hem, want hij is een goeierd.
aquagym ~ een poging Mijn zus doet sinds kort aquagym en dat ik ab-so-lúút mee moet! 'k Ben helemaal overtuigd van het nut en de heilzame werking van aquagym maar ik vind zwembaden akelig.
Het galmt er.
Als kind vond ik dat niet erg, integendeel, het gejoel dat men al hoorde bij het binnenkomen maakte deel uit van de sfeer, was een deel van de voorpret. Later heette dat gejoel lawaai en kreeg ik er hoofdpijn van.
Er hangt chloor in de lucht.
Vroeger vond ik dat ook de chloorgeur erbij hoorde, tot de dag dat die geur me de ademhaling bemoeilijkte. Met bleekwater voor huishoudelijk gebruik heb ik geen moeite. Die geur vult niet de hele ruimte en die geur is ook zo weer weg. Maar als alle beschikbare ademlucht chloor bevat wordt het ineens iets anders. Dan moet ík daar weg. 'k Denk dat het van '86 of '88 geleden is dat ik nog in een overdekt zwembad geweest ben.
Een openluchtzwembad dan? Daar is de lucht oké ... Nee, daar is op warme zomerdagen teveel volk & ook herrie soms. Ik heb geen zin om aan de ingang rechtsomkeer te maken en onverrichter zake naar huis te komen. Daarom ga ik gewoon niet.
Een zwemvijver? Nee ook niet. Liever niet. Eigenlijk helemaal niet. In vijvers zitten beesten. Ik ben dan wel het grootste beest in die poel, maar ik moet niet hebben van dat klein gekrioel in stilstaand water. Dus blijf ik eruit.
Een meer dan? Daar zit zowat stroming in en dat beweegt dan toch. Nee ook niet. Ik ben bang van groot stilstaand water want de onderliggende stromingen betrouw ik niet. En die zoetwaterbewoners ook niet. Ooit ben ik eens samen met mijn zus Laura en haar 4 kinderen naar een meer geweest en ik heb heel de namiddag op de uitkijk gestaan of niet een of ander monster de kinderen zou meesleuren naar donkere koude diepten. Ja, iémand moet toch met die onwaarschijnlijkheden rekening houden hé. En dan die moddergeur...
De zee! Dat is geen stilstaand water. Welke zee? In de Noordzee zitten kwallen, de Middellandse zee is een open riool/beerput en in nog zuidelijker wateren zitten haaien.
Het enige wat me rest is een privé openluchtzwembadje : geen galm, geen chloorlucht, geen beestjes, monsters, riooltoestanden, kwallen of haaien. Maar een zwembadje zal hier op het terras (2 hoog) moeilijk worden. Jammer. 'k Had graag iets over water geschreven vandaag, maar dat lukt dus niet. m EZW-12/2011, HiH-12/2014, bijgewerkt
een achtergelaten boodschappenlijstje 1 flesje tabasco 1 pak water keukenpapier
En dat is het. Op een stukje karton van 4 op 4 cm. Een keurig handschrift, goed leesbaar, men heeft de tijd genomen om het te schrijven. Vermoedelijk een oudere persoon. Denkelijk een man. Hij heeft het zelf opgeschreven, op een stukje karton omdat niks bruikbaars weggegooid wordt. Misschien heeft hij in een atelier gewerkt? Daar wordt ook op van alles geschreven, op hout, lei, karton, het hoeft geen papier te zijn.
Zijn echtgenote heeft het gedicteerd. Of zijn dochter. Die twee vrouwen waken er over dat ze hem bezig houden en in beweging houden en zijn ego onderhouden. Daarom moet Pa het zelf opschrijven.
Omdat de dochter paprika’s aan het spoelen is : schrijft gij dat efkes Pa? Mijn handen zijn nat. Omdat haar moeder ‘haar bril niet vindt’: schrijf gij dat eens, Jean. Hem vooral bezig houden, had de dokter gezegd. En Jean schreef dus zorgvuldig op wat de vrouwen in zijn leven vonden dat hij nog aankon:
- een flesje tabasco Pa, voor bij de spaghetti. - een pak water Jean, ’t is de laatste fles. (6 x 1,5L = 9kg) Zo’n pak water van 9 kg kan hij na een leven van fysieke arbeid nog zeker heffen. Daarover waren de moeder, de dochter en de huisarts het eens. - een pak keukenrollen, dat weegt niks, maar het maakt wel de caddie vol. Dan heeft hij het gevoel dat hij met een volle kar naar huis komt, dat hij het zwaar werk doet en aankan, voor de vrouwen in het huis.
het lijstje bevat iets voor fysieke kracht : 9 kg aan water, iets voor het ego, de caddie vol maken en iets voor de focus, een flesje/doosje tabasco vinden in de afdeling kruiderijen en tafelzuren.
Jean gaat niet om boodschappen, hij is op missie. En de vrouwen in zijn leven zien hem graag:
- Ma, zou hij nog weten dat het groene tabasco moet zijn? - Laat maar zo meiske ..., laat maar zo.
Het eist zijn tol, iemand graag zien voor wie de wereld nog 4cm op 4 is.
te gast bij Wim Helsen, Herr Seele met De avonturen van Pa Pinkelman & Tante Pollewop van Godfried Bomans
Tante Pollewop zoekt Pa Pinkelman
Reeds gedurende vijf maanden leeft Tante Pollewop in het Tehuis voor Corpulente Dames en kwijnt daar gestadig weg. Zij wordt steeds neerslachtiger en steeds dikker. Dit nu is aldus gekomen.
Na Kareltje en Flop in Bussum te hebben achtergelaten, is zij met Pa Pinkelman in haar eigen huisje getrokken en daar onmiddellijk thee gaan zetten. U herinnert zich dat toch wel? Maar reeds de volgende dag is er een ambtenaar gekomen om te informeren ‘hoe het eigenlijk zat’. Pa Pinkelman haalde uit de broodtrommel alle formulieren, die hij in zijn lange leven niet had weg gegooid, maar er ontbraken er acht en dertig.
Tante Pollewop vond er toen in haar naaidoosje nog drie, waaronder een verklaring dat zij geboren was en een oud schoolrapport. Maar het was lang niet genoeg voor de ambtenaar. Hij wilde met dertig formulieren genoegen nemen, maar daaronder ging hij niet. Hij liet niet met zich spelen, zei hij. Hij was niet gek.