Droom is't leven, anders niet; 'tGlijt voorbij gelijk een vliet, Die langs steyle boorden schiet, Zonder ooyt te keeren. (uit gedicht Air van Jan Luyken).
Veel toeristen
die in de zomermaanden de Costa Blanca bezoeken, komen niet veel verder
dan de aangename stranden en de mooie zeeboulevards.
Dat
is erg jammer, want vooral de noordelijke helft van de provincie
Alicante heeft een schitterend bergachtig achterland. Om toch een idee
te krijgen van dat achterland is de excursie naar Guadalest, die door
vrijwel elk reisagentschap wordt aangeboden, heel geschikt. Ondanks het
soms massale toerisme is en blijft Guadalest namelijk een wonderschoon
en heel interessant dorp.
Als jaarlijks de lijst bekend wordt
gemaakt van de door toeristen meest bezochte plekken in Spanje, is de
naam Guadalest altijd in de top tien te vinden. Het dorpje, dat net iets
meer dan tweehonderd inwoners telt, krijgt in twaalf maanden vrijwel
net zo veel bezoekers te verwerken als het Prado-museum in Madrid. De
reden voor deze onafgebroken stroom bezoekers is vooral de unieke
ligging. De tocht vanuit drukke kustplaatsen als Benidorm en Calp duurt
maar een half uurtje en leidt bovendien door een prachtig landschap van
grillige bergen en terrassen met amandel- en olijfbomen. Het dorp zelf
ligt bovendien in één van de mooiste dalen van de provincie Alicante.
Het wordt gedomineerd door de ruïnes van twee kastelen en kijkt uit over
een azuurblauw stuwmeer.
Als u met een georganiseerde excursie
komt, kunt u het tijdstip van aankomst niet bepalen, maar als u zelf met
de auto komt, doet u er goed aan s ochtends bijtijds op pad te gaan en
voor 10.00 uur in Guadalest aan te komen. De grote parkeerplaats midden
in het dorp is dan nog leeg en het dorpje zelf verkeert nog in rust.
Het ademt nog de sfeer uit van een authentiek Spaans bergdorpje. Een uur
later is dat compleet veranderd. Achter de voordeuren van de meeste
witte dorpshuisjes blijken souvenirwinkeltjes schuil te gaan, die hun
waren beginnen uit te stallen in de smalle straatjes.Bij aankomst in
Guadalest parkeert u (of de bus waarmee u komt) op één van de grote
parkeerterreinen midden in het nieuwe gedeelte van het dorp. Vanaf die
parkeerplaats is het enkele tientallen meters wandelen naar de entree
van het oudere deel van het dorp, dat bestaat uit een lager deel en een
hoger deel.
U loopt door de straatjes met winkeltjes en komt uit
op een uitzichtpunt waar u voor u een enorm steile rots met daarop een
karakteristiek wit torentje en aan de rechterkant de resten van een oud
kasteel ziet. Het is dit plaatje dat op tientallen folders en
ansichtkaarten staat en dat is niet verwonderlijk, het blijft een
schitterend gezicht. U daalt nu een stukje af en gaat dan met een zigzag
omhoog naar de ingang van de tunnel.
Deze tunnel was en is nog
steeds de enige toegang tot het oudste deel van Guadalest. U zult
begrijpen dat het voor de christelijke troepen in de dertiende eeuw niet
meeviel dit dorpje te veroveren op de Moren, zij verschansten zich
achter de rotsen en konden hun dorp goed verdedigen.Als u de tunnel door
bent (en ondertussen één of twee keer op de foto bent gezet door
ondernemers die u ertoe willen bewegen die foto bij vertrek te kopen)
loopt u recht op de Casa Orduña af. Dit is een zeventiende-eeuws
herenhuis dat nu onderdak biedt aan een interessant museum en bovendien
de ingang vormt naar de kasteelruïnes. Het is de moeite waard dit gebouw
te betreden en de entree te betalen, maar u kunt het beste eerst even
linksaf slaan en het oude dorp verder inlopen. U passeert de kerk en een
klein etnologisch museum en komt uit op het centrale pleintje met een
leuk roestig beeld van de patroonheilige. Aan de rechterkant heeft u nu
een werkelijk schitterend uitzicht over het onder Guadalest gelegen
stuwmeer, dat azuurblauw is en omringd wordt door mooie natuur.
Wandelliefhebbers onder u kunnen een prachtige
wandeling rondom dit meer maken, maar dan moet u wel eerst met de auto
een stukje richting Callosa rijden en dan linksaf slaan naar Pantano.
Bij de dam kunt u beginnen met wandelen.
Aan het dorpsplein is
ook het oude gemeentehuis en een twaalfde-eeuwse gevangenis gelegen. Die
gevangenis kunt u bezichtigen. Erachter ligt de gemeentelijke lagere
school. Rechts naast de school loopt een wandelpad over de muren. Als u
tot de verste hoek loopt, kunt u de vallei van Guadalest helemaal
overzien. U kunt zich nu misschien voorstellen hoe in de tijd van de
Moren werd gecommuniceerd. In de verte, bovenop een grillige rotspartij,
liggen de resten van het kasteel van Benifato. Meer aan de rechterkant
liggen bovenop de bergwand de resten van het kasteel van Castell de
Castells. Via deze twee kastelen én het kasteel van Guadalest kon men
het hele dal controleren en het met signalen doorgeven als er gevaar
dreigde.
Als u het plein, het uitzicht, de kerker, de winkeltjes
en de kerk heeft bekeken, keert u terug naar de Casa Orduña. Na het
passeren van de kassa wordt u door het mooie gebouw heen geleid (waar
soms ook interessante tijdelijke exposities zijn) en vervolgens een trap
op die u langs de eerste kasteelruïne leidt. Het Castillo de la
Alcozaiba bestaat nog maar uit één toren, die uit de elfde eeuw dateert.
Via een metalen constructie wandelt u verder naar het tweede en hoger
gelegen kasteel, het Castillo de San José. Dit kasteel speelde niet
alleen een belangrijke rol in de strijd tussen Moren en christenen, ook
in later eeuwen was het door zijn strategische en unieke ligging
belangrijk. Uiteindelijk werd het kasteel door twee aardbevingen en een
explosie tijdens de Successie-oorlog in 1708 ernstig beschadigd. U kunt
echter nog steeds de hoogste toren beklimmen en over de muren lopen en
genieten van een onvergetelijk uitzicht. U kunt zich nu misschien ook
voorstellen dat Guadalest één van de plaatsen was waar de Moriscos het
langst stand hielden. Hoewel dit deel van Spanje aan het einde van de
dertiende eeuw door de christenen heroverd werd, was het grootste deel
van de bevolking Moors. Deze Moren hadden al eeuwenlang in dit gebied
gewoond en ze piekerden er niet over om te vertrekken. De nieuwe
landheer, Bernardo de Sarriá, wist dat hij geen betere mensen zou kunnen
vinden om de grond te bewerken en hij liet de Moriscos (bekeerde Moren)
rustig hun gang gaan. Zo kon het dat Guadalest en veel omliggende
plaatsen nog tot 1609 grotendeels Moors waren. In dat jaar besloot de
Spaanse koning in het kader van de inquisitie alle Moren het land uit te
zetten en er vond een ware klopjacht plaats. In Guadalest verschanste
de bevolking zich nog lange tijd achter de rotsen en muren van hun dorp
maar uiteindelijk moesten ze zich toch gewonnen geven. Het dorp bleef na
het vertrek van de Moren vrijwel verlaten achter en moest worden
herbevolkt met christenen uit andere delen van Spanje.
Boven bij
de kasteelruïne kunt u ook nog een oude begraafplaats bekijken, met
oude kruizen die in de aarde staan. In het nieuwere gedeelte zijn de
nissen te zien, waar in Spanje meestal in begraven wordt.
Eenmaal
weer beneden kunt u nog één van de vele curieuze musea bezoeken (zoals
miniatuurmuseum, martelmuseum en kerststalmuseum), op jacht gaan naar
een leuk souvenir of u neerzetten op een aangenaam terrasje.
Praktische informatie
Guadalest
ligt 25 kilometer van Benidorm. U rijdt er naartoe via Altea La Vella
en Callosa dEn Sarrià (de CV-755) of via La Nucía (de CV-70).
Rook van bosbranden in Noord-Catalonië versmacht Barcelona, bereikt Mallorca
Barcelona, omstreeks 11u30 vanochtend.
UPDATEOp de grens tussen Frankrijk en Spanje, en dan vooral in Spaans
Catalonië woeden hevige bosbranden. Al meer dan 18.000 hectare is
verwoest. Op beelden van de Catalaanse zender TV3 is te zien hoe
momenteel een dikke laag rook Barcelona versmacht, en dat ligt op 100
kilometer van de dichtste vuurhaard. De rook van de bosbranden heeft
zelfs de Balearen bereikt ondertussen.
Door de vuurzee was ook de grensovergang op de snelweg in La Jonquera
een tijd lang gesloten, maar die is nu weer in beide richtingen open.
Tussen La Jonquera en Borrassà, in zuidelijke richting was de snelweg
vanochtend nog dicht en daardoor staan er lange files, vooral in de
richting van Spanje, waar het verkeer nog steeds in Leucate de A9 moet
verlaten. Het bestrijden van de brand wordt bemoeilijkt door de sterke
wind. Blushelikopters kunnen daardoor hun werk niet doen. Afgelopen
winter was in Spanje de droogste in 70 jaar.
De vlammenzee rukt
nog steeds op, en bedreigt Figueres, het eerste echte stadje dat je
tegenkomt wanneer je Spanje binnenrijdt. Het ligt op ongeveer 35
kilometer ten noorden van de stad Girona. In Figueres bevindt zich het
beroemde Dalí-museum, waar de grootste collectie werken van de
surrealistische schilder Salvador Dalí zijn te zien. Figueres is ook de
'gateway' van een aantal bij Belgen bijzonder populaire
vakantiebestemmingen, waarvan Roses (of Rosas) de belangrijkste is.
De
brandgeur hangt tot in Barcelona, waar de hulpdiensten worden
overstelpt met ongeruste telefoontjes. De civiele bescherming van
Catalonië vraag ondertussen aan bejaarden, kleine kinderen en mensen die
last hebben van aandoeningen aan de luchtwegen om voorlopig binnen te
blijven in de provincies Girona en Barcelona. Ook sporten en hevige
inspanningen dienen vermeden te worden.
"Niet onder controle" "We
hebben de branden niet onder controle", gaf de Catalaanse Consejero de
Interior, Felip Puig, toe. "De catastrofe overtreft momenteel onze
capaciteit om die te bestrijden." Zelfs met versterking van tweehonderd
brandweermannen uit de regio Zaragoza, 150 uit Valencia en 50 uit Madrid
en de inzet van 400 militairen. Sinds vanochtend zijn er vijf
blusvliegtuigen aan de slag en een helicopter.
De grote vrees van
de Catalaanse overheid is dat de bosbranden overslaan naar de bosrijke
Alta Garrotxa, waar 25.000 hectare moeilijk te bereiken gebied in no
time in de vuurzee dreigt te verdwijnen.
Vijftien gemeentes in de
Alt Emporda, vlak over de grens met Frankrijk zitten door de branden
zonder electriciteit. 1.300 mensen zijn uit hun huizen geëvacueerd, ze
brachten afgelopen nacht door in ondermeer sporthallen en scholen.
Een
60-jarige man en een 15-jarig meisje overleden toen ze werden
ingesloten door de vlammen en van een klif in zee vielen. Een oudere man
stierf aan een hartaanval toen hij hielp met het bestrijden van het
vuur. Een 64-jarige Fransman werd in zijn auto door de vlammen
ingesloten en is ondertussen ook overleden. Ongeveer 100 mensen raakten
lichtgewond, 19 van hen liggen in het ziekenhuis met ernstige
brandwonden.
Omrijden langs Tunel del Cadi Langs
Spaanse kant is de tol op de Túnel del Cadí tijdelijk opgeheven, als
alternatief om van Gerona en Barcelona naar Frankrijk te rijden en
omgekeerd. Ook de N-260 is een alternatief, van Figueres naar Olot en zo
naar de C-16 en de Túnel del Cadí of omgekeerd.
De civiele
bescherming van Catalonië heeft voor 17 gemeenten een 'instrucción de
confinamiento' (verzoek om zich niet te verplaatsen) uitgevaardigd. Dat
zijn: Agullana, Jonquera, Darnius, Boadella d'Empordà, Terrades,
Vilanant, Avinyonet de Puigventós, Vilafant, Figueres, Llers, Pont de
Molins, Biure, Masarac, Cabanes, Sant Climent Sescebes, Capmany en
Cantallops.
De burgemeester van het plaatsje Darnius, tussen la
Jonquera en Figueres, zegt dat er heel veel vee gestorven is in de
vlammenzee en dat "de schade verschrikkelijk is".
In Zuid-Europa binden de brandweerkorpsen met man en macht de strijd aan tegen de bosbranden. Maar de verzengende hitte, extreme droogte en krachtige wind maken het bluswerk erg zwaar.
Noodtoestand in Griekenland, grootschalige inzet op Tenerife. In de strijd tegen de bosbranden blijven de brandweerkorpsen in meerdere Zuid-Europese vakantiegebieden de klok rond aan de slag. Op het Griekse schiereiland Peloponnesos moesten enkele dorpen ontruimd worden. In het zuiden van het Canarische eiland Tenerife rukten meer dan 500 brandweerlieden geholpen door elf blusvliegtuigen uit om een grote brand onder controle te krijgen. Ook in Italië en Montenegro hielden de vlammen de blusploegen druk bezig. Op vele plaatsen gaan de autoriteiten van brandstichting uit.
In de Griekse regio Achaia op de Peloponnesos werd de noodtoestand afgekondigd, omdat het vuur de gemeenten Ano en Kato Kastritsi gevaarlijk dicht was genaderd. Boven de 200.000 inwoners tellende havenstad Patras hangen donkere rookwolken. Krachtige wind wakkert het vuur bij de grote droogte steeds weer aan. Volgens de media werd de universiteit van de op twee na grootste stad van Griekenland ontruimd. Honderden studenten en medewerkers werden in veiligheid gebracht.
Wegens het oplaaiende vuur in het zuiden van Tenerife werd de gemeente Vilaflor dinsdag al geëvacueerd. De brand had zich de voorbije dagen uitgebreid over een oppervlakte van 2.000 hectare, een gebied zo groot als het prinsdom Monaco. Verzengende hitte, krachtige wind en het moeilijk toegankelijk gebied bemoeilijken de bluswerken. De directeur voor milieuplanning van de Canarische regering, Julio Herrero, garandeerde in Santa Cruz de Tenerife, dat de situatie in Vilaflor echter niet alarmerend is. Een brand op La Palma, die maandag was uitgebroken, was volgens de regering woensdag op twee plaatsen heropgeflakkerd. Ook op andere vakantie-eilanden, waaronder Mallorca, woedden de voorbije dagen bosbranden.
In vele gevallen gaan de autoriteiten van brandstichting uit. In Italië spoorde de natuurbehoudsorganisatie WWF de nationale antimaffiacommissie aan, zich met het probleem bezig te houden. Vaak gaat het om gerichte acties van misdadigers. In 2007 viel een reusachtig deel van het Zuid-Italiaans nationaal park Pollino ten prooi aan bosbranden, die vermoedelijk door de maffia waren aangestoken om land te winnen. Daar hadden de vlammen ook de afgelopen dagen weer meer dan 600 hectare in de as gelegd. Woensdag ontstond er bovendien brand ten noorden van Rome. Over een afstand van verschillende kilometers stonden bomen in brand. Een helikopter en twee vliegtuigen hielpen met het blussen.