Droom is't leven, anders niet; 'tGlijt voorbij gelijk een vliet, Die langs steyle boorden schiet, Zonder ooyt te keeren. (uit gedicht Air van Jan Luyken).
Vakantiegangers die huiswaarts keren, vinden de terugreis vaak korter
duren dan de heenreis. Dit terwijl de afstanden en de werkelijke
reistijd hetzelfde zijn. Twee Nederlandse psychologen laten nu zien hoe
deze zinsbegoocheling ontstaat.
Het heeft te maken met verkeerde verwachtingspatronen, stellen de
deskundigen in het vakblad Psychonomic Bulletin and Review. "Mensen zijn
vooraf te optimistisch over de reis", zegt Niels van de Ven, psycholoog
aan de Universiteit van Tilburg. "Ze onderschatten de reistijd,
waardoor het een stuk langer duurt dan verwacht. Het gevoel dat het erg
lang duurde, vormt de basis voor de verwachting over de terugreis, die
dan juist meevalt."
Van de Ven en zijn collega Leon van Rijswijk
van de TU Eindhoven onderzochten een kleine 360 personen. Onder hen
waren mensen die per bus naar de huishoudbeurs of de Efteling gingen, en
studenten die een fietstocht naar een bos maakten. Voor hun gevoel
duurde de terugreis tot wel 22 procent korter dan de heenreis. Hoe
zwaarder mensen de heenreis vooraf hadden onderschat, des te lichter
bleek de terugreis te vallen.
Het maakte niet uit of de
deelnemers terugreden via dezelfde of via een andere, even lange route.
Terug voelde altijd korter. Volgens een oude theorie duurt reizen in een
bekend landschap gevoelsmatig korter, omdat de reiziger weet welk deel
van de afstand hij al heeft afgelegd. Maar de onderzoekers zagen dat
mechanisme niet bevestigd.
Met hun bewijs voor de verkeerde
verwachtingen hebben de onderzoekers een belangrijk deel van de illusie
verklaard, reageert Douwe Draaisma. Maar volgens de hoogleraar
geschiedenis van de psychologie in Groningen en schrijver van het boek
'Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt' speelt er ook nog
iets anders mee: vermoeidheid. "Als je fris bent, sla je meer in je
geheugen op dan als je moe bent. En mensen schatten een beleefde
tijdsduur meestal aan de hand van de hoeveelheid opgeslagen
herinneringen. Ook om die reden lijkt de heenreis langer dan de
terugreis."
Bovendien: als mensen op reis gaan, zien ze erg naar
hun nieuwe bestemming uit. Dit gaat gepaard met ongeduld, waardoor de
reis ergerlijk lang lijkt te duren. Op de terugreis speelt dit veel
minder, denkt Draaisma, omdat mensen niet zo opgewonden zijn over hun
thuiskomst.
De onderzoekers vermoeden dat hun bevindingen niet
alleen van toepassing zijn op reizen. "Een Amerikaanse collega zei al
dat hij het voorlezen van een boekje aan zijn kinderen de tweede keer
korter vond duren dan de eerste", zegt Van de Ven.
De psycholoog
hoopt de nieuwe kennis te kunnen inzetten om wachttijden gevoelsmatig te
verkorten, door ze in te delen in twee periodes: een lange, gevolgd
door een korte. "Misschien houden mensen er dan toch een goed gevoel aan
over."
Het gerenommeerde Bretonse badplaatsje Perros-Guirec
Neem een grote hoeveelheid charmante vissersdorpjes, een handvol
bekende badplaatsen, voeg er wat prachtige landschappen aan toe en breng
dit alles op smaak met buitengewone culinaire hoogstandjes. Proef en
geniet van de exquise Franse westkust!
Het pittoreske stadje Honfleur
De chique badplaats Deauville
Île de Ré
De prachtige kust van Biarritz
Het historische vissersplaatsje Saint-Jean-de-Luz
De Franse Atlantische kust herbergt heel wat bekende en minder bekende
pareltjes. Wij hebben vier kustregio's onder de loep genomen: Normandië,
Bretagne, Poitou-Charentes en Aquitaine. Historische steden, pittoreske
dorpjes, adembenemende landschappen en prachtige stranden zijn slechts
enkele van de West-Franse ingrediënten die je ongetwijfeld een
onvergetelijke vakantie bezorgen.
1. Honfleur (Normandië) Aan
de monding van de Seine, tegenover Le Havre, de op een na grootste stad
van Normandië, ligt het romantische kunststadje Honfleur met zijn
smalle, middeleeuwse steegjes en zijn talrijke historische gebouwen.
Hier is de impressionist Eugène Boudin geboren en vond ook Claude Monet
zijn inspiratie. Bezoek zeker de prachtige Sainte-Catherine kerk, de
grootste houten kerk van Frankrijk, en ga slenteren in het pittoreske
haventje met zijn vele gezellige restaurantjes.
2. Trouville en Deauville (Normandië) Op
een twintigtal kilometers ten zuiden van Honfleur ligt het gezellige
vissersdorpje Trouville. Ga er na een dagje aan het strand kuieren in
het pittoreske haventje of rondslenteren in de kleine, smalle straatjes.
Steek ook eens de brug over naar het iets chiquere Deauville en
bewonder er de talloze Belle Époque-villa's. Niet te vergeten is het
jaarlijkse Festival van de Amerikaanse Film van Deauville dat dit jaar
van 3 tot 12 september plaatsvindt. Honfleur, Trouville en Deauville
liggen op twee uur rijden van de Franse metropool Parijs. 3. Perros-Guirec (Bretagne) Aan
de grillige kusten van de Côtes d'Armor ligt het gerenommeerde Bretonse
badplaatsje Perros-Guirec met zijn drie fijne zandstranden en prachtige
panoramische uitzicht over Les Septs Îles, zeven eilanden die een
belangrijk vogelreservaat herbergen. Breng een bezoek aan de
indrukwekkende Côte de Granite Rose, een rotskust van roze graniet, en
laat je smaakpapillen in een van de talrijke restaurantjes genieten van
de exquise Franse keuken. 4. La Rochelle (Poitou-Charentes) Absoluut
een bezoek waard is het adembenemend mooie havenstadje La Rochelle met
zijn sfeervolle binnenstad en gezellige Vieux Port. Hier kun je op de
vele terrasjes genieten van de Franse zon en een prachtig uitzicht op de
haven en de Atlantische Oceaan. Bezoek ook de Port des Minimes, de
grootste haven voor plezierjachten van Europa.
5. Saint-Martin op het eiland Île de Ré (Poitou-Charentes) Voor
de kust van La Rochelle ligt het prachtige eiland Île de Ré. Je reist
er heen via de drie kilometer lange tolbrug die het eiland sinds 1988
met het vasteland verbindt. Saint-Martin is een van de vele gezellige
vissersdorpjes met historische bezienswaardigheden en een levendig
pittoresk haventje.
6. Biarritz (Aquitaine) Biarritz
is wellicht de meest bekende en meest mondaine kustplaats van de
Zuid-Franse Atlantische kust. Het aanvankelijk arme vissersdorpje werd
wereldberoemd toen Napoleon III er de residentie Hôtel du Palais liet
bouwen. Biarritz heeft heerlijke stranden en met zijn woeste golven is
deze Frans-Baskische badplaats ongehoord populair bij surfers. Biarritz
behoort dan ook tot de beste surfplekken van Europa. 7. Saint-Jean-de-Luz (Aquitaine) Even
ten zuiden van Biarritz, op een tiental kilometers van de Spaanse
grens, ligt het historische vissersplaatsje Saint-Jean-de-Luz met zijn
gezellige straatjes en zijn kleine beschutte haventje. Hierheen kwam de
jonge koning Lodewijk XIV om er in 1660 Maria-Theresia van Spanje te
huwen. Geniet van het mooie uitzicht over de hele Baskische kust en van
de overheerlijke macarons (amandelkoekjes), de plaatselijke
specialiteit, waarvoor naar verluidt ook de Zonnekoning zou zijn
gezwicht. (Orbiville.be)
Het Castelo de São Jorge torent hoog boven Lissabon uit.
In Lissabon hoef je geen haast te hebben. Neem het pittoreske
trammetje 28 en stap af waar je maar wil. Voor een terrasje, het
uitzicht of om van de sfeer van de oude stad te genieten.
Tram 28 wringt zich door de Rua de São Tome in de Alfama-volkswijk.
Het hippe Pois Café in Alfama is een leuk adresje waar je ook lekker kunt eten.
Carreira 28, of tramlijn 28, loopt van Prazeres naar het plein Martin
Moniz door de drie bekendste buurten van Lissabon: de hogergelegen
uitgaanswijk Bairro Alto, het moderne winkelgebied Baixa en de
volksbuurt Alfama. Het brengt de passagiers naar vier van de zeven
heuvels waarop de Portugese hoofdstad is gebouwd. Als je het hele
traject aflegt, ben je vijftig minuten onderweg, maar meestal duurt het
veel langer.
De gele of rode boemel uit 1910 met ouderwetse
zwaaihendel baant zich al piepend, puffend en krakend een weg door
smalle, klimmende straatjes. Soms zijn die steegjes zelfs zo nauw dat de
voetgangers met hun rug tegen de muur gaan staan en hun adem inhouden
als ze het bekende 'ting ting'-geluid in de verte horen. Vaak staat een
auto op de rails en moet de trambestuurder op zoek gaan naar de
boosdoener.
De meeste toeristen rijden maar een eindje mee en je
kan bijvoorbeeld opstappen op het plein Praço do Comércio. Op de tram
kan je een ticketje kopen voor een enkele rit (2,50 euro), maar heb je
echt de smaak te pakken, dan kan je met de Lisboa Card (24 uur voor 17
euro) overal op- en afstappen. Een andere mogelijkheid is de 7 Colinas
Card, die voor 0,50 euro te koop is in de metrostations en je voor 2,90
euro kan opladen voor een hele dag onbeperkt rijden.
De leukste haltes Voordeel
aan de Eléctrico 28 is dat je op die manier niks van alle hoogtepunten
moet missen. Vanaf het Castelo de São Jorge ligt heel Lissabon aan je
voeten, je kan er heerlijk ronddwalen en de zonsondergang meepikken. 's
Zomers is het kasteel tot 21 uur open. Een ander mooi uitkijkpunt of
'miradouro' is Santa Luzia in de volkswijk Alfama, waar bewoners
sardientjes buiten grillen en het wasgoed hangt te drogen. Je kan er
turen over de Taag en de kathedraal Sé in al zijn pracht bewonderen. In
Alfama kan je onder meer lekker eten in het Pois Café, aan de Rua São
João da Praça, waar ook veel hip volk uit Lissabon komt. Nog twee
adresjes om te chillen in Alfama: Loja 14.18 aan de Rua da Adica en
Portas do Sol aan de Largo das Portas do Sol.
In Baixa moet je
afstappen als je wil shoppen. Neem hier de Elevador de Santa Justa, de
door Eiffel ontworpen lift, en ga winkelen in de Rua Augusta. In de Rua
Conçeicão barst het van de schattige snuisterwinkeltjes.
De
Bairro Alto is 's avonds de levendigste wijk. Nergens vind je zoveel
bars en cafés als hier en mensen staan tot 's avonds laat buiten met een
plastic bierglas in de hand, keuvelend en altijd goed gezind. Zoals in
het Alface Hostel in Rua do Norte of bij Maria Caxuxa aan de Rua da
Barroca met livemuziek. Wat stijfdeftiger is A Brasileira, het bekendste
en weelderig gedecoreerde koffiehuis van de stad, in de rua Garett.
Hapjes Nog
in de Bairro Alto bevindt zich boven de Glória-lift op het
uitzichtspunt Miradouro de São Pedro de Alcantara een terras waar
bezoekers kunnen genieten van een panoramisch uitzicht over het Castelo
de São Jorge en het historische centrum van Lissabon. Bestel er typische
Portugese hapjes, zoals de roomgebakjes 'pastel de nata', kwarktaarten
van Sintra (queijadas) en de 'pasteis de bacalhau' (stokvis). Bairro
Alto is ook de naam van een boetiekhotel aan de Praca Luis de Camoes. Je
slaapt en eet er voortreffelijk en het dakterras levert één van de
mooiste uitzichten op.
Tram 28 passeert ook nog langs de Jardim
da Estrela, één van de mooiste tuinen en een perfecte plek voor een
picknick. Eind- of beginpunt is het Cemetério de Prazeres, het kerkhof
waar de doden in huisjes liggen begraven.
Vijf routes Lissabon
telt in totaal vijf tramroutes: 12, 15, 18, 25 en 28. Op lijn 28 zie je
het meest, maar ook interessant is Carreira 12, die onder meer langs
Castelo de São Jorge en Alfama passeert. Lijn 15 is de enige vlakke lijn
langs de oever van de Taag.
Nog enkele dagen zin in zon? Sinds kort zijn er vanuit Brussel,
Charleroi, Luik én Oostende rechtstreekse vluchten naar Alicante aan de
Spaanse Costa Blanca. De badplaats, met in de winter zalig milde
temperaturen, heeft zoveel troeven dat je er gerust enkele dagen kan
doorbrengen.
Het Playa de San Juan is het favoriete strand van de lokale bevolking.
Op de Esplanada de España is het heerlijk flaneren in de schaduw van de vele palmbomen.
Hospes Amerigo
Alicante is een stad waar menig zonneklopper een moord voor begaat.
Gelegen tegen de Middellandse Zee, met een microklimaat, een rijke
culturele achtergrond, magistrale gebouwen en lieflijke parkjes met
eeuwenoude bomen. En dan hebben we het nog niet eens over de brede
zandstranden, waarvan er eentje tegen de oude binnenstad aanschuurt:
Postiguet Beach, het bekendste strand van Alicante. Weinig stedelingen
die een strand en oceaan aan hun deurmat hebben liggen...
Mooie promenade De
brede en opvallende Esplanada naast Postiguet is een toeristische
attractie op zich. De boulevard herbergt 6.600.000 marmeren stenen. Er
zijn rode, witte en zwarte steentjes. Die kleurencombinatie laat een
aparte indruk na, maar het zijn vooral de hoge palmbomen aan weerskanten
van de Esplanada die opvallen. Wij ruilen die eerste dag echter het
drukke Postiguet voor het noordwaarts gelegen strand van San Juan. Het
is het favoriete strand van de lokale inwoners, maar wordt steeds vaker
bevolkt door toeristen. Het brede strand heeft bovendien de beste
restaurants. Zelfs 's avonds draaien ze op volle toeren. In Casa Julio,
naar verluidt een van Alicantes vijf beste restaurants, laten we de
sangria rijkelijk vloeien. Het eten is uitstekend, maar eerlijk is
eerlijk: met zo?n droomuitzicht zou zelfs het verorberen van een hotdog
een luxe zijn.
Piraten en kanonnen Vanuit
elke hoek van de stad wordt het landschap bepaald door kasteel Santa
Barbara en de 166 meter hoge Mount Benacantil waarop het gebouwd is.
Vooral 's avonds levert dat, door een sublieme verlichting, een extra
mooi beeld op. Het kasteel kent een duizend jaar oude geschiedenis. Het
werd talloze malen gebombardeerd, eerst door de Fransen in 1691, bijna
honderd jaar later door de Britten. Het bewijs daarvan bevindt zich in
de zandstenen muren: enkele kanonskogels zijn er blijven steken. Een
bezoek aan dit kasteel loont de moeite. Je kan er 180 graden ronddraaien
en zowat de hele stad en zelfs de verderop gelegen steden overschouwen.
Dat was eeuwen geleden ook handig om piraten in het snotje te houden.
Alicante was immers een stad die vaak werd aangevallen door piraten. Om
die reden werden er verderop, in de grotten aan de baai, wachttorens
gebouwd.
Stadspark De stadsarchitecten hebben
sinds een paar jaar het kasteel 'gelijmd' aan de stad met een (steil)
voetpad dat in feite een park is: Parque de la Ereta, met cactussen,
palmbomen en een hip restaurant dat enkel 's weekend de deuren opent.
Het pad loopt over in de Santa Cruz-wijk, waar schattige, dicht
opeenstaande witte huisjes voor een unieke sfeer zorgen. Vanaf hier gaat
het steil naar beneden via verscheidene trappen. De talloze
Maria-beelden op en tegen de witte muren zijn restanten van de processie
die hier jaarlijks plaatsvindt.
"Dit lijkt misschien het oudste
gedeelte van de stad", zegt onze gids, "maar het is het niet. Het is wel
het meest typische. Hier komen weinig toeristen, maar veel van de
toeristen die er kwamen, zijn hier wel blijven wonen."
Mummies aan het strand Alicante
telt ook enkele musea, zoals het prestigieuze Marq, waar alle
archeologische vondsten die in en rond Alicante werden aangetroffen, een
onderkomen kregen. Maar ons favoriete museum is van een geheel andere
orde. In Museu de Fogueres staat plezier centraal. Sinds 2003 staat het
in het teken van Fogueres de Sant Joan, een juni-evenement dat zowat
alle inwoners van Alicante op straat brengt. De hoofdingrediënten:
muziek, licht, vuurwerk, koninginnen, vuur en... fabelachtige sculpturen
van papier maché van tientallen meters hoog, 'Ninots' genaamd. Ludiek
zijn ze allemaal, maar de meeste zijn cartooneske personages die niet
zouden misstaan in oude Disney-tekenfilms. In het museum staan de
miniatuurversies ervan opgesteld, want de grote versies worden verbrand
op het evenement zelf.
Shoppingparadijs In
Alicante wordt niet weinig geshopt. The place to be is de omgeving rond
de Avenida Maissonave. Typisch is hier de grote keuze in leren schoenen
en tassen, en uiteraard barst het van de nougatwinkels. Op talloze
winkels, groot en klein, chic of stoffig, prijkt het woord 'turon' op de
vitrine. Nougat. Dat mag niet vreemd zijn. Tachtig procent van 's
werelds nougatproductie komt van hier. Het moslimverleden van de stad
heeft daarmee te maken. De moslims durfden immers als eerste honing,
amandelen en suiker combineren.
Palmen in Elche Wie
Alicante bezoekt, combineert dat meestal met daguitstappen naar
naburige steden. Op 23 km ligt een van de populairste: Elche.
Strandloos, dat wel, maar qua cultuur heeft het een streepje voor op de
naburige badsteden. De dood en hemelvaart van de Maagd Maria wordt er
sinds de 15de eeuw ononderbroken uitgebeeld in de befaamde Santa Maria
basiliek.
Nog mooier is het Palmbomenpark. In Elche bevindt zich
de grootste concentratie van palmbomen ter wereld: zo'n 250.000. Het
waren de Arabieren die ze destijds planten en een ingenieus
irrigatiesysteem ontwierpen aan de hand van greppels die het water naar
de palmboomgaarden voerden. Meer dan honderd verschillende soorten zagen
op die manier het daglicht. De meest fascinerende staat in het midden
van de artistieke tuin Huerto del Cura. De 108 jaar oude rakker telt
weliswaar één stam, maar die groeit na een meter plots uit in acht
verschillende palmbomen, die zo zwaar zijn geworden dat ze vandaag
ondersteuning nodig hebben. Een unicum en ontstaan op geheel natuurlijke
wijze.
Naast dit werelderfgoed valt hier nog iets op: schoenen.
Terwijl in Alicante nougat de vitrines siert, zijn het hier schoenen in
allerlei maten en kleuren die de etalages domineren. Elche kent de
grootste schoenenindustrie ter wereld. Meer dan duizend fabrikanten zijn
er actief.