Een Indonesiër die vanaf zijn vijfde af te rekenen kreeg met een zeldzame huidaandoening hoopt nu 46 jaar later nog steeds vurig op een eerste kus. Dat wordt echter een bijzonder lastige klus, want overdag komt Lauw Tjoan Eng nooit buiten uit angst dat hij mensen zal doen schrikken. De bubbels die intussen overal op zijn lichaam staan, zijn het rechtstreekse gevolg van goedaardige tumoren.
In de spiegel kijken doet Lauw al lang niet meer, zo bevreesd is hij
zelf voor wat hij te zien zou krijgen. Intussen is hij het ook gewend om
alleen te leven: shoppen doet hij enkel heel laat 's avonds, en dan nog
met het grootste deel van zijn gezicht bedekt.
"Sinds ik van die
bulten begon te krijgen, heb ik geen enkele foto meer van mezelf",
klinkt het. "Ik haat mijn uiterlijk. Mijn zussen zitten heel ver weg,
dus ik voel me echt eenzaam. Een job heb ik niet omdat niemand me wil
aannemen, gelukkig krijg ik wat geld van mijn zussen om te overleven."
"Als
ik buitenga, bekijken de mensen me altijd heel vreemd. Er zijn er ook
die met mij lachen, maar ze kennen me niet. Oordelen kunnen ze dus niet.
Ik heb geen kinderen en ben zelfs nog niet in de buurt van een vrouw
geweest. Toch blijf ik hopen dat ik op een dag zal genezen en een dame
kan vinden bij wie ik gelukkig kan worden. En waarom niet trouwen? Ik
zou zo graag een normaal leven leiden, zoals al de rest."
Lauw, de eerste van vijf zonen, kwam perfect gezond ter wereld. Met de
jaren werd de aandoening echter almaar erger en op zijn twintigste was
zijn lichaam haast helemaal bedekt met de bulten. Dankzij steun van de
kerk kon hij zich toch eens een doktersbezoek veroorloven. Daar
vertelden ze hem dat hij een erfelijke ziekte had, al heeft noch zijn
moeder noch zijn vader er last van.
"Dat was een verrassing,
want voor zover bekend lijdt geen enkel ander familielid aan deze
aandoening. Ik wou dat er een therapie bestond, maar dan nog zou ik die
niet kunnen betalen. Dus leef ik maar moederziel alleen en zal ik
allicht nooit iemand ontmoeten. Maar ik heb nog steeds hoop en dat is
het belangrijkste", besluit Lauw.