188. En verteert uw rijkdommen niet onder elkander door valse middelen en brengt ze niet naar de rechters, opdat gij een deel der rijkdommen der mensen in zonde kunt verteren, tegen beter weten in.
22-03-2011
187 - Soerat Al Baqara (De Koe).
حِلَّ لَكُمْ لَيْلَةَ الصِّيَامِ الرَّفَثُ إِلَىٰ نِسَائِكُمْ ۚ هُنَّ لِبَاسٌ لَّكُمْ وَأَنتُمْ لِبَاسٌ لَّهُنَّ ۗ عَلِمَ اللَّـهُ أَنَّكُمْ كُنتُمْ تَخْتَانُونَ أَنفُسَكُمْ فَتَابَ عَلَيْكُمْ وَعَفَا عَنكُمْ ۖ فَالْآنَ بَاشِرُوهُنَّ وَابْتَغُوا مَا كَتَبَ اللَّـهُ لَكُمْ ۚ وَكُلُوا وَاشْرَبُوا حَتَّىٰ يَتَبَيَّنَ لَكُمُ الْخَيْطُ الْأَبْيَضُ مِنَ الْخَيْطِ الْأَسْوَدِ مِنَ الْفَجْرِ ۖ ثُمَّ أَتِمُّوا الصِّيَامَ إِلَى اللَّيْلِ ۚ وَلَا تُبَاشِرُوهُنَّ وَأَنتُمْ عَاكِفُونَ فِي الْمَسَاجِدِ ۗ تِلْكَ حُدُودُ اللَّـهِ فَلَا تَقْرَبُوهَا ۗ كَذَٰلِكَ يُبَيِّنُ اللَّـهُ آيَاتِهِ لِلنَّاسِ لَعَلَّهُمْ يَتَّقُونَ ١٨٧ 187. Het is u veroorloofd, om op de nacht van het vasten tot uw vrouwen in te gaan. Zij zijn een gewaad voor u en gij zijt haar een gewaad. Allah weet, dat gij onrechtvaardig hebt gehandeld tegenover uzelf en heeft Zich met barmhartigheid tot u gewend en u verlichting geschonken. Daarom moogt gij nu tot haar ingaan en betrachten, hetgeen Allah u heeft verordend; en eet en drinkt, totdat bij de dageraad de witte draad zich onderscheidt van de zwarte draad. Voltooit dan het vasten tot het vallen van de avond. En verbreng uw tijd niet met uw vrouwen wanneer u in de Moskeeën ??? houdt. Dit zijn de beperkingen van Allah - dus nadert deze niet. Zo zet Allah zijn geboden uiteen voor de mensen, opdat zij vroom zullen zijn.
186. En wanneer Mijn dienaren u over Mij vragen, zeg dan: "Ik ben nabij. Ik verhoor het gebed van de smekeling, wanneer hij Mij aanroept." Daarom moeten zij naar Mij luisteren en in Mij geloven, opdat zij geleid zullen worden.
185. De maand Ramadaan is die, waarin de Koran als een richtsnoer voor de mensen werd nedergezonden en als duidelijke bewijzen van leiding en onderscheid. Wie onder u daarom deze maand beleeft, laat hem daarin vasten. Maar wie onder u ziek of op reis is, een aantal andere dagen. Allah wenst gemak voor u en geen ongemak, en opdat gij het aantal zult voltooien en opdat gij Allah's grootheid zult prijzen, omdat Hij u terecht heeft geleid en opdat gij dankbaar zult zijn.
184. Voor een zeker aantal dagen (zult gij vasten) maar wie onder u ziek is, of op reis, vaste een aantal andere dagen - er is een losprijs voor degenen, die niet kunnen vasten - het voeden van een arme. Maar hij, die vrijwillig goed doet, het zal beter voor hem zijn. Het vasten is goed voor u, indien gij het beseft.
182. Maar hij die vreest, dat degene, die het testament maakte, partijdig werd, of een fout heeft begaan, en die een schikking treft (tussen de belanghebbenden), die zal daarmede geen zonde begaan. Voorzeker, Allah is Vergevensgezind, Genadevol.
181. En hij, die het vervalst nadat hij het heeft gehoord, de schuld er van zal gewis op hem rusten, die dat verandert. Waarlijk, Allah is Alhorend, Alwetend.
178. O gij die gelooft, vergelding inzake doodslag is u voorgeschreven: de vrije man tegen de vrije man, de slaaf tegen de slaaf en de vrouw tegen de vrouw. Maar, indien iemand kwijtschelding is verleend door zijn broeder, dan moet de eis billijk zijn, en betaling moet hem worden gedaan met goedheid. Dit is verzachting en barmhartigheid van uw Heer. Wie daarna overtreedt, hem wacht een pijnlijke straf.
177. Het is geen deugd, dat gij uw gezicht naar het Oosten of naar het Westen wendt, maar waarlijke deugd is in hem, die in Allah, de Laatste Dag, de engelen, het Boek en de profeten gelooft en die van zijn vermogen geeft uit liefde voor Hem aan de verwanten, de wezen, de armen, de reiziger, de bedelaars en voor het vrijkopen van slaven en die het gebed onderhoudt en de Zakaat betaalt; verder in degenen, die hun belofte nakomen, wanneer zij een belofte doen en de geduldigen in armoede, in kwellingen en in oorlogstijd; dezen zijn het, die bewezen hebben, waarachtig te zijn en dezen zijn vromen.
174. Voorzeker, zij, die datgene verbergen, wat Allah heeft geopenbaard, namelijk het Boek en het voor een geringe prijs verruilen, vullen hun buik met niets, dan Vuur. Allah zal op de Dag der Opstanding niet tot hen spreken, noch zal Hij hen rein achten. Er wacht hun een pijnlijke straf.
173. Hij heeft u slechts het gestorvene, het bloed, het varkensvlees en datgene, waarover een andere naam, dan die van Allah is uitgeroepen, verboden. Maar hij, die gedwongen is en dit niet wenst en geen overtreder is, op hem rust geen zonde. Want Allah is Vergevensgezind, Genadevol.
171. De ongelovigen gelijken op hem, die schreeuwt naar hetgeen niets hoort, het blijft een roep en een schreeuw. Zij zijn doof, stom en blind, zij begrijpen dus niet.
170. En wanneer er tot hen wordt gezegd: "Volgt hetgeen Allah heeft geopenbaard", zeggen zij: "Neen, wij zullen datgene volgen, wat wij onze vaderen zagen volgen". Zelfs al hadden hun vaderen in het geheel geen verstand en volgden zij ook de rechte weg niet?