WELKOM
Foto
Inhoud blog
  • Dagboek 1933
  • Ingelepeld
  • De reis van onze genen
  • De opgewekte nihilist
  • De meeste mensen deugen
  • De goedheidsparadox
  • De eenzame eeuw
  • De gouden draad
  • De geschiedenis van de slavernij
  • Werk. Een geschiedenis van de bezige mens
  • De mens
  • Grote verwachtingen
  • Wat bomen ons vertellen
  • De barbaren
  • Eeuwen van duisternis
  • Terug naar de feiten
  • Focus AAN/UIT
  • De mythe van de moederliefde
  • Het bestverkochte boek ooit
  • Het menselijk getij
  • 250 jaar over misdaden en straffen. Cesare Beccaria
  • De waarde van alles
  • De opkomst en ondergang van de dinosauriërs
  • Katoen. De opkomst van de moderne wereldeconomie
  • De zijderoutes
    Zoeken in blog

    Categorieën
    Voor u gelezen
    over mens en maatschappij
    17-03-2001
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geheugensteun
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    PONDS, R. & F. VERHEY, Geheugensteun. Praktische gids over de werking van het geheugen, ouderdomsvergeetachtigheid en dementie met tips, oefeningen, activiteiten. Utrecht/A’pen, Kosmos-Z&K Uitgevers, 2000, 128 pp. – ISBN 90 215 8911 7.

    Het gebeurt ons regelmatig. We wilden iets zeggen, maar we weten niet meer wat. We waren iets van plan en het is ons ontschoten. Een bekende spreekt ons aan en we herinneren ons zijn of haar naam niet. Niet alleen vervelend, we worden ongerust: zou er iets met mijn geheugen aan de hand zijn? En dan denken oudere mensen onmiddellijk aan het ergste: dementie.

    Niet nodig verzekeren ons de auteurs van dit boekje. Ze zijn beiden werkzaam in de Geheugenpolikliniek van het AZ te Maastricht als neuroloog en ‘zenuwarts’. Geheugenproblemen moeten altijd ernstig genomen worden, maar ze zijn vaak heel eenvoudig thuis te wijzen en te verhelpen.

    De ondertitel van dit boekje luidt: praktische gids over de werking van het geheugen, ouderdomsvergeetachtigheid en dementie met tips, oefeningen, activiteiten. Dat is precies wat u van dit dunne boekje mag verwachten.

    De lezer vindt er informatie over de werking van het geheugen, meer bepaald ook over de veranderingen van het geheugen met het ouder worden. De auteurs leggen uit wat het verschil is tussen ouderdomsvergeetachtigheid en dementie. Ze leggen ook het verband uit tussen het geheugen en de lichamelijke en psychische gezondheid. En tenslotte krijgt de lezer zeer praktische tips over hoe men alledaagse vergeetachtigheid kan tegengaan.

    Het boekje is helder geschreven in een zeer verstaanbare taal, en is dus vlot leesbaar. De gedachtegang is makkelijk te volgen. Overzichtelijke schema’s ondersteunen de noodzakelijke theoretische inzichten. De letters zijn aangenaam en voldoende groot.

    Een echte aanrader voor wie zich zorgen maakt over zijn geheugen, maar ook voor wie die zorgen wil vermijden.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-03-2001
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Is lijden mensonwaardig?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DESMET, M., Is lijden mensonwaardig? Tielt, Lannoo, 2000.


    Marc Desmet is arts en medisch verantwoordelijke voor de dienst palliatieve zorgen in een ziekenhuis in Hasselt. Hij is tevens Jezuiet. Vandaar dat hij in zijn boekje vaak verwijst naar het geloof.


    De auteur vertrekt van de vaststelling dat in onze maatschappij aftakeling en lijden vaak als mensonwaardig worden beschouwd. Hij maakt een analyse van onze cultuur, waarin lijden geen plaats meer heeft en zo vlug mogelijk wordt weggewerkt. De auteur reflecteert kritisch op een aantal tendensen in onze maatschappij, die steeds meer aandacht besteedt aan vrijheid en zelfbeschikking, maar het daardoor niet gemakkelijker maakt om met het probleem van het lijden om te gaan. Hij presenteert vervolgens een aantal ‘verbindingswegen’ tussen het lijden, dat er steeds zal zijn, en menswaardigheid. Hij verwijst hier vaak naar het evangelie.


    Maar ook voor wie zich hier niet in vindt, is de inhoud van dit boekje de moeite van het lezen waard. Het biedt de mogelijkheid om zich te bezinnen op wat wij in deze maatschappij vaak vanzelfsprekend zijn gaan vinden, maar het veel minder wordt wanneer we met lijden geconfronteerd worden bij de anderen en bij onszelf.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-02-2001
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Problemen laten bij wie ze horen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    LUNDBERG, G.B. & J. SAUNDERS LUNDBERG, Problemen laten bij wie ze horen. Begrijpend leren luisteren zonder meteen te helpen. (Vert. I don’t have to make everything all better) Utrecht, Het Spectrum, 2006 ( dr.), 273 pp. – ISBN 90 274 6647 5


    Velen onder ons hebben het ingebakken gevoel dat het onze verantwoordelijkheid is om anderen te helpen hun problemen op te lossen. Het is ook heel frustrerend als die andere onze goede raad in de wind slaat of ons zelfs verwijt dat we ons teveel bemoeien. Het ligt echter niet in onze macht de problemen van anderen op te lossen. Het is beter als we inzien dat mensen er meer aan hebben als wij hen helpen om zelf hun problemen op te lossen.


    De sleutel hiertoe is inlevende communicatie, oprecht luisteren. Die laat de andere in zijn waarde en tot zijn recht komen. Daarom wordt deze vorm van communicatie ‘valideren’ genoemd. Ze is gebaseerd op de principes van de Rogeriaanse therapie.

    In dit boek geven de auteurs een duidelijke handleiding hoe je in moeilijke situaties helderheid, licht en luchtigheid kan brengen. Door scherp te doorgronden hoe de vaste patronen van 'klaaggesprekken' zijn, leer je al snel hoe je anderen kunt helpen door begrijpend te luisteren. En door hen de ruimte te geven zèlf hun problemen op te lossen, zal je eigen leven vrolijker, productiever en plezieriger worden.


    In het boek worden de principes achter valideren uitgelegd, en hoe ze in het dagelijkse leven kunnen worden ingezet. Er worden enorm veel goed herkenbare voorbeelden gegeven. Het boek is geschreven in eenvoudige taal. Het leest als een trein en wie de adviezen volgt merkt algauw dat ze echt effectief zijn. Een echte aanrader!
     

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-01-2001
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De aap en de sushimeester
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    de WAAL, F., De aap en de sushimeester. Over cultuur bij dieren. A’dam/A’pen, Uitg. Contact, 2001. (ISBN 90 254 1388 9)


    Op basis van talrijke waarnemingen van de auteur zelf, en die van andere onderzoekers, betoogt de Waal dat cultuur niet exclusief is voor mensen. Ook dieren ontwikkelen cultuur. Dit is zeer duidelijk bij apen en mensapen, maar ook bij andere hogere di
    ersoorten.


    Meteen toont de Waal aan dat de stelling van het dualisme tussen natuur en cultuur niet opgaat. Onze cultuur (en die van dieren) is zowel door de natuur bepaald als de natuur door de cultuur beïnvloed is. Het hoort tot de natuur van dieren, mensen inbegrepen, om een cultuur te ontwikkelen.


    Hij gaat op het einde van het boek ook in op de oorsprong van de moraal. Met verschillende voorbeelden toont hij aan dat ook dieren over een moraal beschikken. De mens is niet anders: hij is van nature in staat tot het goede, tot samenwerking en hulpvaardigheid.


    Frans de Waal laat ons met De aap en de sushimeester anders naar zowel dier als mens kijken. Dier en mens maken beide deel uit van een continuüm, er is geen breuk tussen dieren en mensen. Wij kunnen uit de observatie van dieren heel veel leren over de natuur van mensen.


    Een interessant boek!


    ©  Minervaria

     

     

     

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-01-2001
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De bril van Darwin
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    NELISSEN, M., De bril van Darwin. Op zoek naar de wortels van ons gedrag. Tielt, Lannoo, 2000.


    Wie geïnteresseerd is in de sociobiologie of de evolutiepsychologie, en daarover niet al te ingewikkelde lectuur wil doornemen, kan bij dit boek terecht. De auteur is hoogleraar ethologie aan de Universiteit van Antwerpen. Hij moet een goed lesgever zijn, want hij heeft zijn thema heel systematisch aangepakt, en ook wie heel weinig weet over erfelijkheid en evolutieleer wordt snel op het goede spoor gezet. Hij behandelt op een relatief eenvoudige en inzichtelijke wijze een aantal 'basisthema's' in de sociobiologie.


    Het was voor mij een heropfrissing. Ik heb me echter gaandeweg wat geërgerd aan de stijl: hij zegt het zelf, en het is ook zo - het is nogal belerend geschreven.


    Minder geslaagd vind ik het laatste hoofdstuk, waarin de auteur op basis van de inzichten uit de sociobiologie op de moraliserende toer gaat. Maar wie alleen maar beter inzicht wil verkrijgen in de materie, kan dit laatste hoofdstuk gerust weglaten.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-12-2000
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelezen 2000

    1.       JANSSENS, A., Ontwikkeling stimuleren. Werkboek voor ouders en opvoeders. Leuven/Amersfoort, ACCO, 1999. (11.00)

    2.       KOOPS, W., Gemankeerde volwassenheid. Over eindpunten  van de ontwikkeling en doelen van de pedagogiek. Houtem/Diegem, Bohn Stafleu Van Loghum, 2000. (12.00)

    3.       NORTH, C., De stilte is oorverdovend. Leven met een psychose. (07.00)

    4.       STONE, D. e.a., Moeilijke gesprekken. Handleiding voor het voeren van gesprekken … Utrecht, Het Spectrum, 1999. (09.00)

    5.       van LONDEN, A. e.a., Vaardigheden voor ouders. A'dam/Lisse, Swets & Zeitlinger, 1998 (10e dr.). (09.00)

    6.       WIJNBERG, J., Als je zegt wat je denkt. Provocatieve communicatie. Utrecht/Antwerpen,  Kosmos Z & K, 2000. (12.00)

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-12-2000
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De media een pretpark

    DEKEYSER, M., De media een pretpark. De devaluatie van het nieuws. The House of Books, 2000.


    Het gebeurde reeds eerder in de Verenigde Staten. De nieuwsberichtgeving evolueert naar een permanente nieuwssoap. In dit boek analyseert Miel Dekeyser de situatie en de trends in 2000 in Vlaanderen. Hij schetst een verhelderend en ook ontluisterend beeld van de groeiende macht van de massamedia. Het is een vlot leesbaar boekje, met rake en humoristische typeringen.

    Ook nu nog actueel.


    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-12-2000
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gemankeerde volwassenheid
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    KOOPS, W., Gemankeerde volwassenheid. Over eindpunten  van de ontwikkeling en doelen van de pedagogiek. Houtem/Diegem, Bohn Stafleu Van Loghum, 2000, 88 pp. – ISBN 90 313 3417 0


    In dit essay vertrekt de auteur van drie vaststellingen:

    1)       kinderen worden niet meer opgevoed tot volwassenheid, ze zijn in zekere zin voortijdig volwassen;

    2)       volwassenen zien kinderen minder als subject van opvoeding dan als object van identificatie;

    3)       de pedagogiek ziet minder dan ooit kans om volwassenheid te definiëren en in termen van opvoeding te operationaliseren.

    Dit noemt de auteur de gemankeerde volwassenheid op 3 niveaus. Deze vaststellingen vormen meteen de probleemstelling: hoe kunnen wij dat begrijpen, en hoe kunnen wij dit probleem oplossen? Deze probleemstelling wordt systematisch aangepakt.


    In het eerste hoofdstuk gaat de auteur in op de geschiedenis van het kind. Hij stelt vast dat het kind in toenemende mate werd geïnfantiliseerd, d.w.z. beschouwd als een leeftijdscategorie helemaal verschillend van de volwassenen. Hij baseert zich hiervoor op de theorieën van verschillende gezaghebbende pedagogen uit de 19e en 20e eeuw. Het resultaat van deze ontwikkeling is volgens Koops dat kinderen steeds verder apart zijn gezet van de volwassenen, en dat in onze tijd het kind nauwelijks door volwassenheid kan worden aangetrokken. Het kind heeft immers toegang tot dezelfde informatie als de volwassenen, maar het moet niet de verantwoordelijkheid nemen. Tegelijkertijd gaan volwassenen zich meer en meer met het kind en de jeugd identificeren. Ze zijn voor het kind eigenlijk geen echte opvoedingsfiguur meer. Beiden, het kind en de volwassene, zijn dus gemankeerd volwassen.


    In het tweede hoofdstuk gaat de auteur in op de mogelijke inbreng van de ontwikkelingspsychologie om dit probleem op te lossen. Hij baseert zich hiervoor op de ideeën van de klassieke ontwikkelingspsychologie, m.n. die van Piaget. Hij komt daarbij tot de conclusie dat het einddoel van de ontwikkeling, zoals die door de klassieke ontwikkelingspsychologie wordt geformuleerd, onvoldoende doordacht en te willekeurig is om als doel van de opvoeding te kunnen worden genomen. Mijn bedenking in deze is, dat hij hier eigenlijk te eenzijdig is. Er is nog veel meer dan de cognitieve richting in de ontwikkelingspsychologie. Toch kan ik ermee akkoord gaan dat de pedagoog een normatief opvoedingsdoel nodig heeft, en dat de psychologie dit niet kan leveren, aangezien zij een beschrijvende en verklarende wetenschap is.


    In het laatste hoofdstuk gaat hij in op het doel van de opvoeding: volwassenheid. Hij baseert zich hiervoor op de inzichten van Herbart en Langeveld, en komt tot de conclusie dat deze nog absoluut niet voorbijgestreefd zijn. Maar de pedagogiek als wetenschap laat zich (in elk geval in Nederland) teveel in met empirisch onderzoek, en besteedt nauwelijks aandacht aan (het actualiseren van) de opvoedingsdoelen. In die zin, besluit hij, lijdt ook de pedagogiek aan gemankeerde volwassenheid.


    Als eindconclusie weerhoudt hij dat de belangrijkste taak van de pedagogiek momenteel is, zich te buigen over de vraag: waartoe willen of moeten wij opvoeden? Welke volwassenheid wensen wij en hoe kunnen wij het kind daarheen begeleiden? "Impopulaire vragen over beschikbaarheid van de ouders (die het zo irreversibel steeds maar drukker krijgen met carrières, geld verdienen en consumeren), zullen daarbij niet uit de weg kunnen worden gegaan." (p. 78-79). Hulpwetenschappen daarbij zijn de ethiek en de ontwikkelingspsychologie.


    In dit essay wordt ingegaan op een belangrijk probleem in onze maatschappij. Veel kinderen kennen nauwelijks een voorgeleefde volwassenheid. De auteur zelf: "Wie de zelfverantwoordelijke, zelfbepaalde volwassenheid niet aantrekkelijk weet te maken, en het kind laat waar het is, het zelfs eerder als object van identificatie dan als object van opvoeding wenst te zien, moet niet verbaasd zijn bij kinderen onmaatschappelijk gedrag en hedonisme aan te treffen. Zulke kinderen verrichten liever betaald werk voor hun weekendbehoeften, dan dat ze zich intellectueel voorbereiden op een maatschappelijke taak. Zulke kinderen worden de volwassenen, die altijd meer willen consumeren." (p. 76)


    Het lezen van dit dunne boekje is mij heel goed meegevallen. Het is geschreven in een zeer begrijpelijke taal. Misschien heeft dit te maken met het feit dat Koops eigenlijk ontwikkelingspsycholoog is, en dus geen specialist in de (historische) pedagogiek. Hij weet zijn inzichten op een eenvoudige wijze over te brengen, en gaandeweg word je als lezer meer geboeid door de probleemstelling. Misschien had de auteur deze nog wat beter kunnen concretiseren bij het begin. Het boekje leest vlot, al moet je m.i. toch enigszins op de hoogte zijn van de theorieën van belangrijke pedagogen om bepaalde zaken goed te begrijpen. Enige vertrouwdheid met de wijze waarop in Nederland zowel psychologisch als pedagogisch onderzoek wordt verricht kan ook nuttig zijn.

     

    Naschrift: in het licht van de steeds meer opvallende zware criminaliteit van jongeren is dit essay zeer relevant. Zie ook: van den BRINK, Geweld als uitdaging. De betekenis van agressief gedrag bij jongeren. 2001


    ©  Minervaria

     

     

     

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-12-2000
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Als je zegt wat je denkt
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    WIJNBERG, J., Als je zegt wat je denkt. Provocatieve communicatie. Utrecht/Antwerpen,  Kosmos Z & K, 2000, 160 pp. – ISBN 90-215-8608-8


    Wie ooit een boek heeft gelezen van Jeffrey Wijnberg, verheugt zich vooraf wanneer hij een nieuw schrijfsel op het lezerspubliek heeft losgelaten. Dat is bij mij althans het geval.

    Ook dit boek heeft mij in zijn ban gehad. Wijnberg zelf aan het woord in de inleiding: "In dit boek propageer ik een communicatiestijl die bol staat van de humor en de uitdaging." Maar hij doet dat dan wel op zijn eigen manier. De theoretische onderbouwing van deze stijl, nl. de provocatieve therapie, krijg je pas in het nawoord van het boek. Wat daarvoor komt zijn korte hoofdstukjes, waarin hij de praktijk illustreert en telkens voorziet van beschouwingen m.b.t. de wijze waarop de mens in elkaar zit en zijn problemen maakt en oplost. Het materiaal daarvoor haalt hij uit zijn psychotherapeutische praktijk. Bij het lezen van deze stukjes zou je zo met deze methode aan de slag willen gaan. Maar zo eenvoudig is het niet, want Wijnberg heeft, samen met een paar andere Nederlandse psychotherapeuten een opleiding gevolgd in de Provocatieve Therapie.


    Deze therapievorm is bij ons weinig bekend. Ze is 'uitgevonden' door Farelly, die 5 uitgangspunten hanteert. Die worden door Wijnberg op een zeer eenvoudige maar begrijpelijke wijze in zijn nawoord uiteengezet. Een belangrijke (vast)stelling is dat mensen helemaal niet zo kwetsbaar zijn als ze soms lijken. Ze hebben heel wat meer veerkracht maar hebben uitdaging nodig om deze aan het werk te zetten.

    Wijnberg laat zien dat de menselijke geest alleen dan in het geweer komt als hij wordt uitgedaagd. Daarom moet de hulpverlener uitdagen, door te zeggen wat hij denkt. En "terwijl de hulpverlener zich slecht gedraagt, daagt hij zijn patiënt uit om zich van zijn beste kant te laten zien." Maar er zijn ook mensen die zich prima kunnen vinden in een ongelukkig leven. Waarom zou de therapeut dan wel in hun plaats streven naar en rustig en harmonieus leven? Het leven zit nu eenmaal vol met tegenstrijdigheden. Het is de taak van de therapeut om mensen deze onder ogen te laten zien en ze te helpen om daarmee te leven. Dit kunnen ze niet wanneer ze te omzichtig worden aangepakt volgens Wijnberg. Ze vragen dit volgens hem ook niet. Dus de therapeut moet zeggen wat hij denkt.


    Zowel de patiënt als de psychotherapeut mogen zichzelf niet al te ernstig nemen. Humor en zin voor relativering zijn in de Provocatieve Therapie van de orde van de dag. Daarom wordt er ook veel gelachen, maar nooit uitgelachen. Provocatieve communicatie is niet hetzelfde als alles wat in je hoofd opkomt er zomaar uit flappen. Want deze methode wordt heel bewust gebruikt. Het is geen pleidooi voor lukrake tussenkomsten, of een gemakkelijkheidsoplossing voor de hulpverlener. Wijnberg zelf waarschuwt verschillende keren voor onzorgvuldig gebruik. De methode moet professioneel aangewend worden.


    Dit boek gaat over de psychotherapeutische praktijk. Maar in de therapie wordt een vorm van communicatie gebruikt, die volgens Wijnberg ook in het persoonlijk leven vruchten afwerpt: de provocatieve communicatie En naar mijn mening kan deze vorm van communicatie ook in andere vormen van hulpverlening binnen de welzijnszorg nuttig zijn. Ook hier hebben cliënten nood aan uitdaging van hun gezonde kanten. Er is ook nood aan gezonde relativering van problemen. Hoe tegenstrijdig het ook mag klinken, de provocatieve communicatie is een pleidooi voor meer menselijkheid in de omgang tussen hulpvrager en hulpverlener.


    Voor hulpverleners die wat minder conventioneel naar hun cliënten willen kijken en meer humor willen hanteren in de omgang met hen is dit boek een echte aanrader. Het leest als een trein, en de inhoud is zeer herkenbaar. Wie echter wetenschappelijke verantwoording en een theoretisch kader zoekt zal dit niet vinden in dit boek.


    Op het einde worden een paar nuttige adressen vermeld m.b.t. training in de Provocatieve Therapie en Consulting. 
     

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-11-2000
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ontwikkeling stimuleren
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    JANSSENS, A., Ontwikkeling stimuleren. Werkboek voor ouders en opvoeders. Leuven/Amersfoort, ACCO, 1999.


    De auteur van dit boek is onderwijzer en trainer in het instrumenteel verrijkingsprogramma van Feuerstein. De inhoud is daarnaast o.a. ook geïnspireerd door de bejegeningsmethode van Cuvelier.  In dit boek wordt ingegaan op hoe je als mediator de voorwaarden creëert voor de ondersteuning van een optimale ontwikkeling van het kind. Het is zeer leesbaar geschreven, met zeer herkenbare voorbeelden. Het boekje is bovendien dun, de hoofdstukken niet lang, de structuur is telkens dezelfde, en elk hoofdstuk eindigt met praktische tips voor ouders, opvoeders en leerkrachten. Ook voor het werken met volwassenen (al dan niet in het onderwijs) zeer bruikbaar.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-09-2000
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moeilijke gesprekken
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    STONE, D., PATTEN,B & S. HEEN, Moeilijke gesprekken. Handleiding voor gesprekken waar je als een berg tegenop ziet.
    (Vert. Difficult conversations. How to discuss what matters most) Utrecht, Het Spectrum, 1999, 271 pp. – ISBN 90 274 6518 5

    Vragen om salarisverhoging. Het beëindigen van een relatie. Verontschuldigingen aanbieden. Dit zijn het soort gesprekken die we liefst uit de weg gaan. Maar we hebben er van tijd tot tijd wel mee te maken. Hoe pak je zo’n gesprek eigenlijk aan?

    In dit boek leer je stapsgewijs hoe je moeilijke gesprekken tot een goed einde kan brengen. De auteurs hebben jarenlange ervaring in het Harvard Negotiation Project, een methode voor onderhandeling en probleemoplossing. De Harvard-methode benadrukt het belang van goede wederzijdse communicatie en een methode om dergelijke gesprekken vruchtbaarder en minder stroef te maken.

    Dit is echter geen receptenboek, zoals je er zovele vindt, met een aantal trucs om succes te behalen. De auteurs slagen erin om een goed evenwicht te bewaren tussen een duidelijk verantwoorde visie op menselijke relaties (o.a. agogische grondhoudingen, respect, geweldloos omgaan met conflicten) en praktische adviezen.

    Een aanrader!

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-07-2000
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het bizarre brein
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    RAMACHANDRAN, V. & S. BLAKESLEE, Het bizarre brein. Wat fouten in de hersenen ons leren over de werking ervan. Utrecht/Antwerpen, Kosmos, 1998, 382 pp. – ISBN 90 215 3013 9


    Ramachandran, hoogleraar psychologie en neurologie aan de universiteit van San Diego, is een van de specialisten inzake fantoomledematen. Hij heeft onderzocht wat fantomen eigenlijk zijn en hoe en waar ze in het zenuwstelsel ontstaan. Fantomen zijn volgens hem het gevolg van snelle herschikkingen van het lichaamsbeeld in de sensorische cortex na amputatie. We kunnen dan ook proberen de hersenen te misleiden om een fantoom weer af te leren. Hij heeft daarvoor een simpel apparaat bedacht om een virtuele werkelijkheid te creëren: een spiegel die het beeld van het fantoomlidmaat suggereert.


    Met deze ontdekking gaat Ramachandran aan het werk om ook andere neurologische uitvalssyndromen te verklaren en te behandelen. Zijn mede-auteur is wetenschapsjournaliste. Zij nemen je mee op een ontdekkingsreis in de hersenen, en laten je delen in het gevoel van verwondering dat ten grondslag ligt aan alle wetenschappelijk werk. Ramachandran legt onverwachte en zeer zinvolle verbanden met verschillende andere invalshoeken (o.a. de psychoanalyse). Tegelijk is hij op een zeer menselijke manier betrokken bij het welzijn van zijn patiënten (bv. waar hij steeds weer oprecht en creatief zoekt naar mogelijkheden om hun problemen te verlichten).


    Dit boek is een van de meest oorspronkelijke en toegankelijke boeken over neurologie en hersenwerking dat ik heb gelezen. Het mag gerust naast de werken van Oliver Sacks en die van Antonio Damasio staan. Het is geschreven in een zeer toegankelijke stijl en leest als een roman. Er zijn talrijke verhelderende illustraties opgenomen.

    Er is een zeer uitgebreide notenlijst en dito bronnenlijst. Een register van vakterminologie ontbreekt jammer genoeg.


    Voor wie geïnteresseerd is in deze materie: een absolute aanrader.


    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-12-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelezen 1999

    1.       BOER, F., Een gegeven relatie. Over broers en zussen. A’dam, Prometheus, 1994. (01.99)

    2.       DOLTO, F., Kinderen aan het woord. Psychoanalyse, kind en psychose. Kritak, 1998. (01.99)

    3.       FEDDEMA, G. & A. WAGENAAR, En als we nou weer eens gewoon gingen opvoeden. Houtem, Van Holkema en Warendorf, 1998. (09.99)

    4.       HARRIS, J.R., Het misverstand opvoeding. Over de invloed van ouders op hun kinderen. Amsterdam/Antwerpen, Uitg. Contact, 1999. (08.99)

    5.       HELLINCKX, W. & P. GHESQUIERE, Als leren pijn doet… Opvoeden van kinderen met een leerstoornis. Leuven/Amersfoort, ACCO, 1999. (12.99)

    6.       RAMACHANDRAN, V. & S. BLAKESLEE, Het bizarre brein. Wat fouten in de hersenen ons leren over de werking ervan. Utrecht/Antwerpen, Kosmos, 1998. (07.99)

    7.       VIORST, J., Greep op het leven. Ons levenslange gevecht tegen macht en overgave. A’dam, Anthos, 1998. (01.99)

    8.       WOLF, N., Verwarrende tijden. De ontluikende seksualiteit van meisjes in het tijdperk van de pil. A’dam, Forum, 1997. (01.99)

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-06-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het miskende kind in onszelf
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    STROECKEN, G., Het miskende kind in onszelf. Leuven/Amersfoort, ACCO, 2000 (8e dr.), 235 pp. – ISBN 90 334 3156 4


    Eenmaal we volwassen zijn denken we dat we onze kindertijd achter ons gelaten hebben. Niets is minder waar, aldus Gaby Stroecken. Als volwassene dragen wij nog altijd het vroegere Kind in onszelf mee. Maar het volwassen Kind gaat vaak gebukt onder angst, eenzaamheid, onzekerheid en verlatenheid. Dit boek is een pleidooi voor dit Kind. Want wat het Kind in de volwassene nodig heeft is er te mogen ‘zijn’.

    Het uitgangspunt van de auteur is dit van de humanistische psychologie: de mens is wezenlijk goed. Maar wij zijn allemaal gekwetst door onze opvoeding en dragen dus een miskend Kind mee in onszelf. Dit miskende Kind uit zich doorheen al onze handelingen en in het bijzonder in onze relaties met anderen. Daarin ervaren wij een herhaling van belevingen uit onze vroegste kindertijd. Omdat we nog geketend zijn aan ons miskennende verleden, blijven wij zoeken naar het verloren geluk, de onvoorwaardelijke aanvaarding van wie we zijn. Om echt gelukkig te zijn moeten wij in het reine komen met dit verleden, zodat wij ons echte Ik kunnen ontdekken en waarderen. Pas dan kunnen wij ten volle onze mogelijkheden ontplooien en dit ook voor anderen (onze kinderen) mogelijk maken. Zoniet zadelen wij onze kinderen op met onze eigen onverwerkte pijn uit het verleden.


    In een eerste deel belicht Stroecken een aantal belangrijke aspecten van de sociale en emotionele ontwikkeling in de vroege kindertijd. Hier benadrukt zij het belang van de opbouw van fundamenteel vertrouwen en een veilige hechting voor een gezond zelfgevoel. Met enige reserve kan ik mij vinden in haar betoog. Volgens mij overwaardeert zijn de rol van de prenatale ontwikkeling.


    Vervolgens wijt zij een tweede deel aan hoe het kan mis lopen met deze ontwikkeling van gehechtheid en de groei van het Ik. Ook hier ben ik het niet eens met haar stellingen over de prenatale ontwikkelingen. De affectieve investering van ouders in het (ongeboren) kind is natuurlijk zeer belangrijk voor zijn ontwikkeling, maar het is niet realistisch te stellen dat dit reeds van bij de conceptie zo zwaar weegt. Het is immers erg dubieus in hoeverre er reeds sprake kan zijn van een emotionele communicatie wanneer de noodzakelijke neurologische ontwikkeling bij het kind nog niet aanwezig is.


    Het belang en de rol van de opvoeding komt in het derde deel aan de orde. Zij spreekt over de ‘zwarte opvoeding’ die de gevoelens van het kind ontkent en het probeert te kneden naar de wensen, verwachtingen en normen van de ouders, het onderwijs en de maatschappij. Het kind wordt vaak gebruikt in dienst van het lijden van het miskende Kind in de ouders, dat zij zelf verdrongen en ontkend hebben. Machtsmisbruik en geweld, maar ook verschillende psychische stoornissen hebben vaak een miskend Kind als achtergrond. Ook in dit betoog kan ik mij grotendeels vinden.


    Bij dit deel heb ik echter weer bedenkingen. De eerste betreft haar visie op de westerse maatschappij. Volgens haar wordt de opvoeding te zeer gericht op het aanpassen van het kind. Dit zou in ‘primitieve’ samenlevingen niet het geval zijn. Volgens mij heeft elke samenleving een meer of minder uitgesproken doel met de opvoeding, en wordt elk kind, in welke samenleving ook, gekneed in functie van dit doel.


    Een tweede bedenking gaat over haar aandacht voor extreme situaties, zowel van de kant van de opvoeder/machthebber, als van de kant van het kind/volwassene. Als haar bedoeling is aan te tonen dat wij allen miskende kinderen zijn, was het veel interessanter geweest aandacht te besteden aan de doorsnee opvoedingssituatie.

    Een derde opmerking heeft betrekking op haar verklaring voor psychische stoornissen en hun neurologische achtergrond. Haar verklaring houdt te weinig rekening met de biologische achtergrond van psychische stoornissen.


    Met betrekking tot de opvoeding besteedt zij volgens mij ook te weinig aandacht aan het verantwoord bieden van grenzen en structuur. Het is net daar dat de waarden en normen van de opvoeder botsen met de wensen en verlangens van het kind, en opvoeders vaak problemen ervaren.


    Is er een uitweg om het miskende Kind in zichzelf te ontlasten en ruimte te maken voor het echte Kind of Ik? Ja, en die wordt in het 4e deel aangereikt. Om weer contact te krijgen met het echte Kind in onszelf ziet Stroecken vier wegen: inzicht verwerven in ons verleden, de trauma’s herbeleven, zichzelf toestaan te rouwen en (eventueel) therapie. Op dit laatste sluit m.i de PRI (I. BOSCH) nauw aan.

    Ondanks alle voorgaande opmerkingen is dit een boek dat waardevolle inzichten biedt over de belevingswereld van kinderen en volwassenen en hun onderlinge wederkerige afhankelijkheid voor emotionele gezondheid. 

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-07-1998
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zorg voor kinderen met pijn
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    de KUIPER, M. e.a., De zorg voor kinderen met pijn. HBO-reeks "Gezondheidszorg/Welzijn", Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, 1997, 104 pp. – ISBN 90 232 3295 X.


    “Een beetje pijn mag, het hoort erbij.”

    “Baby’s hebben geen pijn.”

    “Kinderen moeten pas pijnstillers krijgen als het echt nodig is.”

    “ Kinderen hebben minder pijn dan volwassenen in dezelfde situatie.”

    Ouders en hulpverleners blijven vaak hardnekkig vasthouden aan dergelijke ideeën.

    In dit boekje worden deze en andere hardnekkige misverstanden over pijn bij kinderen ontzenuwd.


    Op een beknopte en heldere wijze bespreken de auteurs verschillende aspecten van pijn in het algemeen en bij kinderen in het bijzonder. Er is een goed evenwicht tussen theoretische inzichten en praktische informatie over het voorkomen, verlichten en bestrijden van pijn bij kinderen, ook bij pasgeborenen en zuigelingen. Wat ik mis: achtergronden en redenen waarom volwassenen bovengenoemde misverstanden blijven koesteren. Volgens mij houdt dit o.a. verband met een poging om het hoofd te bieden aan de machteloosheid die pijn bij kinderen oproept, en niet met ongevoeligheid.


    De inzichten en stellingen zijn degelijk gedocumenteerd. Achteraan is een bronnenlijst en trefwoordenregister opgenomen.

    Het boekje is bedoeld voor ziekenhuismedewerkers. Het is echter volgens mij ook heel interessant en bruikbaar voor alle hulpverleners die werken met kinderen en te maken (kunnen) hebben met pijn bij kinderen of mensen met een vergelijkbaar ontwikkelingsniveau.

    Een overzichtelijke indeling, sprekende cartoons en het eenvoudig taalgebruik dragen sterk bij tot de leesbaarheid.


    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-12-1997
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Darwins geweten
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    WRIGHT, R., Darwins geweten. Evolutionaire psychologie en het dagelijks leven. (Het morele dier) A'dam, Wereldbibliotheek, 1997.


    Wat is 'des menschen'? Op basis van de evolutietheorie poogt de auteur een samenhangend beeld te geven van de (genetisch bepaalde) grondslagen van menselijk gedrag: de motieven van mensen, relatie- en groepsvorming, het wederkerig altruïsme, machtsgebruik, moraliteit. Een belangrijke bijdrage tot de discussie nature-nurture.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-12-1997
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kinderen en hyperactiviteit
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    BUITELAAR, J.K., Kinderen en hyperactiviteit. Utrecht/A'pen, Kosmos-Z&K, 1996.


    Een boekje over hyperactiviteit bij kinderen. Geschreven voor ouders, en door het eenvoudige maar duidelijke taalgebruik ook informatief voor hulpverleners met een hoge leesdrempel.


    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-12-1997
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het vaderinstinct
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    BURGESS, A., Het vaderinstinct. Het vaderschap herzien. A'dam, Podium, 1997.


    Over de rol van vaders in het leven van hun kinderen, de beperkingen en de mogelijkheden die zij ervaren om betrokkenheid op hun kinderen te ontwikkelen en de rol van vaders in de samenleving van morgen.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    BESTE BEZOEKER
    Foto


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Mijn favorieten
  • Minervaria
  • Dit is POTS
  • Geen dag zonder lach
  • Gedachten

  • Archief per jaar
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2005
  • 2004
  • 2003
  • 2002
  • 2001
  • 2000
  • 1999
  • 1998
  • 1997


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!