WELKOM
Foto
Inhoud blog
  • Dagboek 1933
  • Ingelepeld
  • De reis van onze genen
  • De opgewekte nihilist
  • De meeste mensen deugen
  • De goedheidsparadox
  • De eenzame eeuw
  • De gouden draad
  • De geschiedenis van de slavernij
  • Werk. Een geschiedenis van de bezige mens
  • De mens
  • Grote verwachtingen
  • Wat bomen ons vertellen
  • De barbaren
  • Eeuwen van duisternis
  • Terug naar de feiten
  • Focus AAN/UIT
  • De mythe van de moederliefde
  • Het bestverkochte boek ooit
  • Het menselijk getij
  • 250 jaar over misdaden en straffen. Cesare Beccaria
  • De waarde van alles
  • De opkomst en ondergang van de dinosauriërs
  • Katoen. De opkomst van de moderne wereldeconomie
  • De zijderoutes
    Zoeken in blog

    Categorieën
    Voor u gelezen
    over mens en maatschappij
    28-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wilskracht
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    BAUMEISTER, R.F. & J. TIERNEY, Wilskracht. De herontdekking van de grootste kracht van de mens. (Vert. Willpower. Rediscovering the Greatest Human Strenght, 2012) A’dam, Uitg. Nieuwezijds, 2012, 294 pp. – ISBN 978 90 5712 347 4 

    Slagen in een opleiding, een vaardigheid onder de knie krijgen, je conditie op peil en je gewicht onder controle houden. Zonder wilskracht lukt het niet. De meeste maatschappelijke en persoonlijke problemen - dwangmatig geld uitgeven en lenen, impulsief geweld, slechte schoolprestaties, uitstelgedrag op het werk, alcohol- en drugsmisbruik - draaien om een gebrek aan zelfbeheersing. Wilskracht is een essentiële sleutel tot succes in het leven. 

    Iedereen onderkent de voordelen van zelfbeheersing maar het lijkt alsof die onder de bevolking juist afneemt. In een easy living society is wilskracht geen populaire deugd. Er zijn meer verleidingen dan ooit tevoren en het is zo gemakkelijk om je geest te laten ontsnappen. Je kunt urenlang surfen op het internet en elke taak voor je uit schuiven door je mail te checken of op sociale media te vertoeven. 

    Toch toont wetenschappelijk onderzoek aan dat het vergroten van je wilskracht de zekerste manier is om je leven niet alleen productiever en bevredigender te maken, maar ook gemakkelijker en gelukkiger. En het is niet eens aartsmoeilijk. Dit boek reikt haalbare strategieën aan om thuis en op het werk beter te presteren en je gedachten, emoties en impulsen onder controle te houden. 

    Eerst maken de auteurs duidelijk wat onder wilskracht kan verstaan worden. Uit vindingrijke experimenten blijkt dat zelfbeheersing beroep doet op beschikbare energie. Bij alle opgaven waarvoor wilskracht nodig is, wordt uit die voorraad geput. Hoe meer er gebruikt wordt des te minder er voorradig is. Er moet dus doordacht mee omgesprongen worden. Hoe doe je dat? 

    Uit het wetenschappelijk onderzoek naar wilskracht valt daarover heel wat te op te steken. In de eerste plaats kom je te weten hoe je je voorraad tijdig kunt aanvullen en op peil houden. Je verneemt hoe je realistische en haalbare doelen kunt stellen en aan welke criteria goede to-dolijstjes beantwoorden. Je wordt gewaarschuwd voor de addertjes onder het gras van ambitieuze goede voornemens. Je leert waarom je wilskracht het begeeft als je shopt tot je erbij neervalt en waarom ze sterker wordt als je je eigen prestaties bijhoudt. 

    Er valt ook veel te leren van mensen met een buitengewone zelfbeheersing zoals stuntmannen en ontdekkingsreizigers. Zij passen mentale trucjes en strategieën toe die helpen om wilskracht te sparen voor wanneer ze onmisbaar is. Wilskracht heeft immers veel minder te maken met eenmalige heroïsche prestaties dan met het vormen van goede gewoontes en met doelen stellen op lange termijn. 

    De auteurs nemen ook de rage van zelfwaardering in de opvoeding op de korrel. Die belemmert kinderen juist om deze te ontwikkelen. Het gaat immers net andersom: ze ontwikkelen geen zelfwaardering door buitensporige lof maar door het aanleren van discipline. Ook hiervoor levert het wetenschappelijk onderzoek een aantal waardevolle tips op. 

    En natuurlijk kan ook de moeder aller uitdagingen niet onbesproken blijven. Het verband tussen afvallen en zelfbeheersing blijkt veel minder eenduidig dan algemeen wordt gedacht. Er bestaan echter enkele eenvoudige methodes waarmee je een efficiënt strijdplan kunt ontwerpen tegen de overtollige kilo’s en om je gewicht in de hand te houden, zonder dieet of stress. 

    Voor het gemak krijgt u alle zelfbeheersingspraktijken uit het boek in het laatste hoofdstuk nog eens op een rij. Maar alle methodes om weerstand te bieden aan verleidingen en je doelen te bereiken zijn pas effectief als je ze niet uitsluitend gebruikt om crisissen te beheersen. Ze werken alleen goed als je ze aanwendt om te voorkomen dat je in de problemen komt op het kritieke moment. 

    Roy Baumeister, hoogleraar sociale psychologie, heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar wilskracht en zelfbeheersing. Dit boek presenteert dus wetenschap uit de eerste hand. Het biedt niet alleen een schat aan inzichten en bruikbare tips, maar ook een boeiende inkijk in de keuken van het wetenschappelijk onderzoek. John Tierney, wetenschapsjournalist bij The New York Times, zorgde voor de toegankelijke en vlot leesbare tekst. 

    © Minervaria 

    Lees over hetzelfde onderwerp ook: De kracht van wilskracht

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De dromenwever
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DRAAISMA, D. De dromenwever. Groningen, Historische Uitgeverij, 2013, 212 pp. – ISBN 978 90 6554 060 7 

    Kunt u ’s ochtends vertellen wat u gedroomd heeft? Als het niet lukt hoeft u niet te wanhopen. Van de meeste dromen blijft na het wakker worden nog amper iets over. Maar als je wakker wordt met de herinnering aan een droom is die niet gemakkelijk van je af te zetten. Het is alsof je die nacht een bericht is gestuurd. 

    De ongrijpbaarheid van dromen maakt ze tot een intrigerend onderwerp. Ze werden geduid door orakels, priesters en goeroes. De fascinatie voor de droom leefde algemeen tot ver in de twintigste eeuw. Aan droombeelden werd een speciale status toegeschreven. Talloze mensen hielden hun dromen bij in een dagboek. Van de droomjournaals van notoire figuren als Frederik Van Eeden maakt Douwe Draaisma dankbaar gebruik. 

    Wat valt er eigenlijk te zeggen over een vluchtig fenomeen als de droom? De studie van dromen was lang het domein van de psychoanalyse. Door de psychologie werden dromen lang afgeschreven als te subjectief om onderzocht te worden. Pas toen men in staat was om hersengolven te meten werden overal slaaplaboratoria opgericht. Daar werd de afgelopen halve eeuw veel opgehelderd over hoe onze hersenen erin slagen ons te laten dromen. 

    In De dromenwever onderneemt u een reis door de fascinerende wereld van de droom. U krijgt een inkijk in de keuken van het wetenschappelijk droomonderzoek, dat probeert dit raadselachtige fenomeen te ontcijferen. Wat is er gekend over typische dromen als vliegdromen, naaktdromen en examendromen? Kunnen dromen soms werkelijk de toekomst voorspellen? Hoe zit het met de lucide droom waarin je weet dat je droomt? Waar komen nachtmerries en erotische dromen vandaan? En wat zie je eigenlijk als je droomt? 

    Bij iedere revolutie in het droomonderzoek flakkerde de hoop op eindelijk vat te krijgen op dit nachtleven. Maar deze hoop blijkt ijdel. Over de inhoud van de droom hangen nog altijd nevels. De hypothesen en theorieën van de droomwetenschap worden bepaald door historische en culturele factoren. Dat blijkt trouwens evengoed het geval voor de droom zelf. 

    De dromenwever leidt u rond in een mysterieuze wereld waarvan u de rijkdom wellicht niet vermoedde. Dit leerzame en grondig gedocumenteerde boek laat zich bovendien lezen als een roman. De kleine druk en compacte bladspiegel zijn echter een minpunt. 

    © Minervaria

    Dreams: 10 Striking Insights From Psychological Science

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rechtvaardigheid
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    SANDEL, M., Rechtvaardigheid. Wat is de juiste keuze? (Vert. Justice; What is the right thing to do?, 2009) Uitg. Ten Have, 2012 (5e dr.), 349 pp. – ISBN 978 90 259 0182 0

    Telde u als kind ook angstvallig terwijl de soepballetjes verdeeld werden of de taart in stukken gesneden? De behoefte aan rechtvaardigheid zit heel diep. Een oneerlijke behandeling roept teleurstelling en verontwaardiging op. Ze is de achtergrond van talloze familievetes en alle revoluties en opstanden vloeien voort uit onrecht.

    In iedere samenleving worden inkomen en rijkdom, rechten en plichten, macht en mogelijkheden, ambten en eerbetoon verdeeld. Een rechtvaardige samenleving verdeelt deze zaken op de juiste manier. Ze geeft elk individu wat hem of haar toekomt. Het lijkt zo vanzelfsprekend.

    Dat is het echter niet als we ons afvragen wat ieder mens toekomt en waarom. In democratische samenlevingen wemelt het van de meningsverschillen over rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid. In dit magistrale boek maakt Michael Sandel een kritische analyse van drie verschillende visies op rechtvaardigheid. Elke visie heeft een ander ideaal voor ogen.

    De eerste visie, het utilitarisme, stelt dat de rechtvaardigheid van een maatregel of handeling afhangt van de uitkomst. Rechtvaardig is waar de samenleving als geheel beter van wordt. Het liberalisme daarentegen verbindt rechtvaardigheid aan vrijheid. Rechtvaardig is wat iemands vrijheid niet beknot. Iemand gebruiken of te dwingen in dienst van een collectief goed is onrechtvaardig.

    Op het eerste gezicht valt voor beide zienswijzen iets te zeggen. Sandel toont echter haarscherp aan hoe beide opvattingen kunnen leiden tot moreel verwerpelijke toestanden. Mensen gebruiken als instrumenten voor het collectieve geluk is in strijd met de menselijke waardigheid. Ook in de uiterste consequenties van het neoliberalisme en het vrije marktdenken wordt deze met voeten getreden.

    Dat de menselijke waardigheid een doorslaggevende morele maatstaf is geworden hebben we te danken aan Immanuel Kant. Hij ontwikkelde een van de meest overtuigende en invloedrijke theorieën over moraal ooit. Het morele gehalte van een handeling wordt niet bepaald door de consequenties en ook niet door de mate van vrijheid, maar door de intentie van waaruit de handeling is verricht. Een handeling is moreel juist wanneer ze ingegeven wordt door respect voor de persoon.

    De morele plichtenleer van Kant vormt de inspiratie voor het moderne denken over universele mensenrechten. De politieke implicaties van zijn visie zijn door John Rawls in een indrukwekkende theorie van rechtvaardigheidgegoten. Als we willen weten wat rechtvaardig is, dan moeten we ons verplaatsen in een beginsituatie waar toevallige factoren als afkomst en talenten geen rol spelen. De theorie van Rawls is een overtuigend pleidooi voor een meer gelijke samenleving.

    De filosofische theorieën van Kant en Rawls gaan uit van een neutrale basis voor rechtvaardigheid en rechten. Maar is het ideaal van het onbelaste en vrij kiezende individu wel realistisch? Er zijn immers tal van situaties waarin men moeilijk kan volhouden dat mensen alleen verantwoordelijk zijn voor wat ze zelf gekozen hebben. Hoe moet het bijvoorbeeld met loyaliteit en solidariteit met de gemeenschap?

    Discussies over rechtvaardigheid gaan onvermijdelijk ook over wat mensen waardevol vinden in het leven. Dan komen we vanzelf terecht bij de derde visie op rechtvaardigheid, deze van Aristoteles. Rechtvaardig is wanneer aan mensen gegeven wordt wat ze verdienen. Iedereen behoort te krijgen wat hem/haar toekomt op basis van deugdzaamheid en verdienste.

    Rechtvaardigheid op basis van een opvatting van een goede en juiste manier van leven is echter een heikel ideaal. Cultureel en religieus conservatisme gebruiken deze immers als rechtvaardiging voor repressie en onderdrukking van andersdenkenden. Want wat verdienen mensen en hoe bepaal je dat? Is het wel mogelijk om het in het openbaar oneens te zijn over het goede zonder tot godsdienstoorlogen te vervallen?

    Michael Sandel meent van wel. Hij pleit voor een politiek van morele betrokkenheid, die gericht is op het algemeen belang en waarbinnen toch voldoende ruimte gelaten wordt aan de menselijke vrijheid. Als burgers met elkaar in discussie gaan over hun meningsverschillen in de plaats van ze uit de weg te gaan zullen ze elkaars opvattingen beter leren kennen. Dat kan een stevige grondslag zijn voor wederzijds respect.

    Het is verleidelijk om op zoek te gaan naar een principe of procedure waarmee eens en voor altijd een rechtvaardige verdeling van inkomen, macht en kansen kan worden afgeleid. Michael Sandel toont op overtuigende wijze aan dat dit niet mogelijk is. Er bestaat geen recept voor een rechtvaardige samenleving. Er is nooit een garantie op eensgezindheid over wat belangrijk is.

    Met Rechtvaardigheid hebt u een bijzonder boeiend boek in handen. U maakt kennis met verschillende morele dilemma’s en leert hoe filosofische argumentatie zich ontwikkelt. U krijgt een zeer verhelderende uiteenzetting van de meest invloedrijke ideeën over rechtvaardigheid. U krijgt geen sluitend antwoord op de vraag wat juist is. Maar u wordt uitgenodigd om uw eigen morele en politieke overtuigingen over rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid aan een kritisch onderzoek te onderwerpen.

    Het is bovendien een zeer toegankelijk werk. Ieder hoofdstuk begint met een samenvatting van voorheen besproken benaderingen en de tekortkomingen ervan. Met behulp van treffende voorbeelden worden abstracte stellingen en theorieën goed verteerbaar gemaakt. En omdat de auteur een begenadigd schrijver is laat de tekst zich vlot lezen.

    © Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voorwaarts en vergeten
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    van de GRIFT, L., Voorwaarts en vergeten. De overgang van fascisme naar communisme in Oost-Europa, 1944-1948. A’dam, Ambo, 2010, 219 pp. – ISBN 978 90 362 2280 8

    Overal in Midden- en Oost-Europa rolden de Sovjettanks aan het einde van de Tweede Wereldoorlog de grenzen over. Zij maakten het de communistische partijen mogelijk om uit te groeien tot belangrijke massabewegingen. Dit had grote gevolgen voor het politieke landschap in de regio. Communisten verzekerden zich op relatief korte tijd van sleutelposities in alle belangrijke geledingen van het staatsapparaat.

    Toch was deze soepele machtsovername niet vanzelfsprekend. Zonder de aanwezigheid van de Sovjets zouden de meeste communistische partijen in de regio niet aan de macht gekomen zijn. Voor en tijdens de oorlog waren ze allesbehalve populair bij de bevolking. Hoe kregen de sterk verzwakte communistische partijen in deze landen in deze korte periode controle over anticommunistische instellingen als politie en leger?

    Na de val van de Berlijnse Muur werd een grote hoeveelheid documenten vrijgegeven over de gang van zaken in Midden- en Oost-Europa na de Tweede Wereldoorlog. Hieruit probeert historica Liesbet van de Grift een beeld te vormen van de machtswissel in de hoog geïndustrialiseerde Duitse Sovjetzone, de latere DDR, enerzijds en het agrarische Roemenië anderzijds. Ondanks de diepe economische verschillen was in beide landen de parlementaire democratie ingestort en een autoritair politiek systeem ingesteld.

    Deze politieke ontwikkelingen verduidelijken de context waarbinnen de toenmalige politieke leiders hun ideeën en opvattingen ontwikkelden en besluiten namen. De gebeurtenissen voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog maakten de geesten rijp voor radicale veranderingen. Meer dan door sympathie voor het communisme werden veel mensen na de oorlog bewogen door de wil om een betere samenleving te creëren.

    Een belangrijke zorg in de Sovjetzone en Roemenië was de wederopbouw van het veiligheidsapparaat. Hoe slaagden de Duitse en Roemeense communisten erin om de fascistische ordediensten te veranderen in loyale pijlers van de nieuwe regimes? Werden bestaande instellingen vervangen of nieuw leven ingeblazen? Waar haalde men zo snel nieuwe en geschikte mensen vandaan? Was de breuk met het fascistische verleden wel zo radicaal als de communisten zelf beweerden?

    In vergelijking met de Stalinistische excessen vanaf het einde van de jaren veertig waren de zuiveringen na de oorlog vrij beperkt. Er was zelfs een zekere vergevensgezindheid tegenover meelopers met het fascisme. Ondanks de tegenstellingen zijn er immers beduidende overeenkomsten tussen het communistische en fascistische systeem. Hierdoor konden voormalige fascisten gemakkelijk in het communistische systeem opgenomen worden.

    Deze studie nuanceert het beeld van de communistische omwenteling als vooral bepaald door zuiveringsacties en terreur. Ideologische zuiverheid was zeker een belangrijk streven. Maar in veel gevallen vond men vaak geen geschikte kandidaten en moest men noodgedwongen ontslagen medewerkers opnieuw aannemen.

    In politieke omwentelingen spelen bovendien machtsmotieven en opportunisme vaak een grotere rol dan ideologie. Nogal wat mensen veranderen met gemak van politieke kleur en grijpen kansen als ze denken dat ze er voordeel kunnen mee doen. Het valt te verwachten dat hun aantal in extreme omstandigheden nog veel groter is, zeker als ze zichzelf en hun naasten daarmee van rampspoed kunnen vrijwaren.

    Het verhaal van de voormalige DDR en Roemenië geeft een beeld van de dilemma’s en problemen wanneer een land een regimewisseling te verwerken krijgt. Het is een uitgelezen kans om een breuk met het verleden te forceren. Die is echter nagenoeg nooit het resultaat van een vooraf geplande strategie. Achteraf gezien lijkt de gang van zaken de uitvoering van een vooropgezet plan, maar de politici moeten vaak improviseren op basis van onverwachte wendingen in de situatie.

    Over de gang van zaken in Midden- en Oost-Europa na de Tweede Wereldoorlog is weinig bekend. Dit uitvoerig gedocumenteerde en toch vlot leesbare boek vult deze leemte op. Op het einde zijn een chronologisch overzicht en een lijst van afkortingen opgenomen. Die helpen de lezer om zich oriënteren in het wespennest van organisaties en instellingen in de betrokken landen. Het was handig geweest indien deze lijst uitgeklapt kon worden.

    © Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eén miljard achterblijvers
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    COLLIER, P., Eén miljard achterblijvers. Waarom de armste landen steeds verder achterop raken en wat wij daaraan kunnen doen. (Vert. The Bottom Billion; Why the Poorest Countries Are Failing and What Can Be Done About It, 2008) Houten, Uitg. Het Spectrum, 2009, 254 pp. – ISBN 978 90 491 0124 4

    Ondanks de aanwezigheid van internationale troepen in de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) duren de gruwelijkheden voort. Jonge meisjes worden aan de lopende band verkracht. Rebellen hebben systematisch landbouwgrond verwoest. Binnen enkele maanden zal er niets meer zijn om te eten en dreigt een hongersnood.

    De Centraal-Afrikaanse Republiek is een van de landen die aan de onderkant van de wereldeconomie leven. Ze volgen niet het pad van de meeste andere ontwikkelingslanden. In deze landen is ontwikkeling volkomen mislukt. Ze blijven kampen met hardnekkige problemen die niet voorkomen in meer succesrijke landen en hebben geen enkele groei doorgemaakt. En àls ze groeien, gaat dat zo langzaam dat ze een aanzienlijk risico lopen op een terugval voor zij een veilig inkomensniveau bereiken.

    Als er niets aan gedaan wordt zal de kloof tussen deze groep en de rest van de wereldeconomie de komende decennia steeds groter worden. Een toekomstige wereld met een miljard mensen die een ellendig leven leiden in straatarme en stagnerende landen kan de wereld zich niet permitteren en nog minder goedkeuren.

    Indien het een kwestie was van geld pompen in deze landen waren de problemen al lang verholpen. Vroeger waren immers alle samenlevingen arm, maar de meeste krabbelen uit die armoede omhoog. Waarom lukt dat sommige niet? Paul Collier, hoogleraar in Harvard en Oxford en voormalig onderzoeker bij de Wereldbank, ziet vier valkuilen waaruit sommige landen zich haast niet kunnen bevrijden.

    De economische groei van de lage-inkomenslanden wordt in de eerste plaats belemmerd door burgeroorlogen en staatsgrepen. De aanwezigheid van natuurlijke hulpbronnen is een tweede hinderpaal, die bovendien een democratische staatsvorm in de weg staat. Als een land afgesloten is van de zee en omringd is door slechte buren, die ook arm zijn, zit het in een derde valkuil. De laatste valkuil wordt gevormd door slecht bestuur en slecht economisch beleid. Falende staten kunnen een land met schrikbarende snelheid ruïneren.

    De globalisering die aan veel ontwikkelingslanden een uitkomst biedt maakt het deze landen daarenboven juist moeilijker. Ze verhoogt de kans dat zij gevangen blijven zitten in de afhankelijkheid van natuurlijke hulpbronnen. En migratie van de weinige geschoolde werkkrachten berooft ze van hun schaarse kapitaal en talent.

    Pogingen om iets te doen aan deze hopeloze situatie beperkten zich tot nu tot ontwikkelingshulp. Die is echter onvoldoende en brengt ook ernstige problemen en beperkingen mee. De grote uitdaging is om de hulp oordeelkundig aan te vullen met andere maatregelen. Daarvoor is het nodig dat er een omslag plaatsvindt in het politieke denken.

    Weloverwogen militaire interventie bij en na een conflict kan zorgen voor het herstel van de orde, vredeshandhaving en het voorkomen van staatsgrepen. Goed doordachte en specifieke internationale wetten en regelgeving kunnen hervormers steunen om criminaliteit te bestrijden en corruptie tegen te gaan. En er moet een internationale handelspolitiek komen waarvan ook de armste landen profijt kunnen hebben. Bij wijze van besluit stelt Collier een agenda op voor de G8 met beleidsvoorstellen die het miljard achterblijvers kunnen helpen om hun achterstand effectief in te lopen.

    Voor zijn studie baseerde hij zich op uitgebreide en diepgaande statistische analyses van de beschikbare gegevens in technische artikelen. Anders dan de emotionele posters die mensen moeten bewegen tot vrijgevigheid, verschaffen deze een meer objectief beeld van de uitzichtloze situatie van de allerarmsten in de wereld.

    In dit aangrijpende boek krijgt u een stevige inleiding in internationale wetgeving en handelspolitiek. Vooral het laatste is een taaie brok, iets waarvoor de auteur zelf ook waarschuwt. Hij heeft weliswaar moeite gedaan om zijn bevindingen zo toegankelijk mogelijk voor te stellen. Toch vraagt het veel concentratie om alles goed te begrijpen. Daar helpen de talloze slordigheden in de vertaling natuurlijk niet echt bij.

    Als u inzicht wilt krijgen in de complexe mechanismen die de meest fragiele samenlevingen op aarde van de ene ramp in de andere storten, dan moet u dit boek lezen. Het maakt duidelijk hoe en waarom deze landen gevangen zitten in een spiraal van armoede, stagnerende groei, chaos en conflicten. U leert waarom ontwikkelingshulp niet volstaat en hoe andere, vaak minder populaire, ingrepen veel effectiever kunnen zijn.

    Al is het meer dan vijf jaar geleden geschreven en is de situatie intussen in een aantal landen veranderd, dit boek blijft jammer genoeg brandend actueel.

    © Minervaria

    Aanvulling: Three Myths on the World's Poor

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het morele landschap
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    HARRIS, S., Het morele landschap. Hoe de wetenschap ons de weg kan wijzen. (Vert. The moral landscape. How science can determine human values.) A’dam/A’pen, De Arbeiderspers, 2010, 301 pp. – IBN 978 90 295 7841 7

    Mogen homoseksuele mensen seks hebben met elkaar en huwen? Zijn, en zo ja wanneer, abortus en euthanasie geoorloofd? Is seks buiten het huwelijk toegestaan? Mag je een kind lijfstraffen geven? Sedert mensenheugenis wordt er geredetwist over morele kwesties. Ze gaan niet alleen over grote levensvragen, maar ook over details, zoals welke kledij mannen en vrouwen moeten dragen of welk voedsel er al dan niet genuttigd mag worden.

    Talloze moraalfilosofen hebben zich de tanden stuk gebeten over hoe mensen dienen te handelen. Volgens de meesten bestaat er geen universele morele waarheid. Er zijn verschillende maatstaven mogelijk om te beoordelen of een handeling goed of slecht is. Ook het overgrote deel van de wetenschappers gelooft dat er geen feitelijke grondslag is om te bepalen wat goed en kwaad is. Daar is Sam Harris het absoluut niet mee eens.

    De enige werkelijk begrijpelijke grondslag voor normen en waarden is de zorg voor het welzijn van wezens met bewustzijn, stelt hij. Een opvatting over een goed leven die ingaat tegen het menselijk welzijn, is een vergissing. Menselijk welzijn hangt bovendien volledig af van gebeurtenissen in de wereld en de gesteldheid van het menselijk brein. Dat betekent dat er wel degelijk feitelijke gegevens te achterhalen zijn over wat er moreel goed of verkeerd is. Het is dan ook in principe mogelijk om wetenschappelijke uitspraken te doen over welke handelingen of maatregelen het welzijn dienen.

    De neurowetenschappen van moraal en sociale gevoelens staan nog in de kinderschoenen. Maar naarmate de werking van de hersenen beter wordt begrepen zullen de fysische oorzaken van geluk en leed helderder worden. Zo zal duidelijk worden dat er objectief goede en foute antwoorden zijn op vragen over menselijke waarden. En dan zal ook blijken dat sommige individuen of culturen op dit punt absoluut ongelijk hebben.

    Hiermee zet Harris zich af tegen de godsdiensten, die menen dat moraal ‘van boven’ komt. Voor wie zich werkelijk zorgen maakt over menselijk welzijn vormen godsdienstige aanspraken en het geloof in een onsterfelijke ziel een nodeloze complicatie van een ethisch vraagstuk. Maar ook zij die menen dat morele waarden cultureel bepaald zijn, hebben ongelijk. Cultureel relativisme tolereert situaties die duidelijk niet bijdragen tot meer menselijk welzijn en soms zelfs pure ellende veroorzaken.

    De radicale keuze voor een gevolgenethiek is niet zonder risico. In Het morele landschap verkent Harris de problemen die opduiken wanneer we als moreel doel kiezen voor het maximaliseren van menselijk welzijn. Hij onderneemt verschillende pogingen om goed en kwaad op een objectieve manier te beschrijven en weerlegt uiteenlopende argumenten die zijn stelling zouden kunnen falsifiëren.

    Hij ontkracht onder andere een aantal courante misverstanden over de aard van wetenschap. Wetenschap heeft een veel ruimer bereik dan de meesten denken. In de geschiedenis is meermalen gebleken dat wetenschappelijke bevindingen op een dag in de cultuur gaan doorwerken op een manier die niemand verwachtte. Zo zal op termijn ook duidelijk worden dat er geen kloof is tussen wetenschap en moraal en zal moraal een wetenschappelijke basis krijgen.

    Dit zal leiden tot een aanzienlijke morele vooruitgang. Een rationeel inzicht in menselijk welzijn zal ons in staat stellen vreedzaam samen te leven met miljarden soortgenoten. Dan is er een gerede kans dat de wereld zich in de toekomst minder druk zal maken over juist of onjuist en zich eenvoudig zal bekommeren om welzijn, zowel van onszelf als van anderen.

    Sam Harris is uiteraard niet de eerste die meer welzijn poneert als universele morele maatstaf voor het individueel en collectief handelen. Er valt ook een en ander voor te zeggen. Zijn belangrijkste stelling is dat de (neuro)wetenschap daarover waardevolle inzichten kan verschaffen en dat wetenschap dus wel degelijk een wezenlijke bijdrage kan leveren aan de rechtvaardiging van morele uitspraken. In dit boek probeert hij hiervoor steekhoudende argumenten te leveren.

    In dit opzet is hij naar mijn mening echter slechts gedeeltelijk geslaagd. Voor wie al overtuigd is voorziet hij heel zeker in argumenten die deze overtuiging staven. Ik betwijfel echter of anderen zich door zijn betoog zullen laten overtuigen. Hoe terecht zijn stelling ook mag zijn, Harris geeft geen coherent antwoord op de vraag waarom het welzijn van wezens met bewustzijn de universele morele standaard zou moeten zijn.

    Maar de belangrijkste tekortkoming is dat hij, zelf neurowetenschapper, jammerlijk faalt in de rationele onderbouwing van zijn opzet: dat er een wetenschappelijke basis is voor een universele moraal van het welzijn. In de plaats daarvan verschiet hij zijn kruit aan een pamflettaire strijd tegen de godsdienst, die alleen zal aanslaan bij diegenen die toch haar toch al niet genegen zijn. Zijn kritiek op het cultureel relativisme is dan weer steviger uitgewerkt.

    Ondanks voorgaande bedenkingen vond ik de lectuur van Het morele landschap geen verloren tijd. Het betoog is weliswaar warrig en bijwijlen lastig te volgen. Maar het stelt relevante vragen over morele waarheden en doet op zijn minst nadenken over de mogelijke bijdrage van de wetenschap aan de antwoorden. En laat dit nu net de bedoeling zijn van de auteur.

    © Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het groene optimisme
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DUYVENDAK, W., Het groene optimisme. Het drama van 25 jaar klimaatpolitiek. A’dam, Uitg. Bert Bakker, 2011, 359 pp. – ISBN 978 90 351 3709 7

    Na de verwoestende tyfoon op de Filippijnen stond de opwarming van de aarde weer even in het brandpunt van de mondiale belangstelling. De tranen en de hongerstaking van de Filippijnse vertegenwoordiger ten spijt, bracht de negentiende klimaattop in Warschau echter geen wereldschokkende veranderingen. En zoals gebruikelijk was de internationale interesse van korte duur, want overal werd er daarna vlot overgegaan tot de orde van de dag.

    De klimaatverandering is een groot natuurwetenschappelijk experiment waarvan we de afloop niet kennen. De stijging van de zeespiegel, oprukkende woestijnen en emigrerende insecten zijn nu al de oorzaak van ongeziene rampen en zullen een enorme humanitaire crisis veroorzaken. Toch blijkt dit immense probleem van ongekende orde de geesten niet erg te beroeren.

    Het eerste besef van het broeikaseffect situeert zich in het midden van de jaren ‘80 van de vorige eeuw. In de afgelopen vijfentwintig jaar is er vervolgens een serieus begin gemaakt met de aanpak van de klimaatverandering. Honderdduizenden mensen zijn er mee bezig als wetenschapper, politicus, ambtenaar, actievoerder of vanuit het bedrijfsleven. Toch is tegelijk de CO2-uitstoot bijna overal gestegen. Waarom zijn we er niet in geslaagd een doorbraak te bereiken?

    De taaiste hindernis is de internationale solidariteit. De discussie over het energiebeleid raakt aan enorme geopolitieke conflicten. In alle landen zijn er grote belangen in het geding. Vrijwillige maatregelen blijken niet effectief en verplichtingen worden niet aanvaard. Maar ook binnen de landen moeten er veel hindernissen overwonnen worden. In nagenoeg alle geïndustrialiseerde landen botsen bijvoorbeeld het milieuministerie met het ministerie van economische zaken over het klimaatbeleid.

    Wijnand Duyvendak was vanaf het begin van de jaren negentig op verschillende niveaus bij het onderwerp betrokken. In Het groene optimisme verslaat hij uitgebreid en gedetailleerd hoe de klimaatverandering in de afgelopen vijfentwintig jaar door Nederlandse klimaatwetenschappers, politici, milieubewegingen en door de bedrijfswereld werd aangepakt.

    De balans van het Nederlandse beleid is verre van positief. In de voorbije vijfentwintig jaar is er veel tijd vermorst. Het probleem wordt erkend en er is wel een en ander gerealiseerd, maar het wordt niet voldoende efficiënt aangepakt door de politiek. Het klimaatbeleid is onder meer de speelbal geweest van de links-rechtstegenstelling, de economische crisis en de aanvallen van klimaatsceptici. Er was bovendien een schrijnend gebrek aan aandacht voor de politieke en bestuurlijke kant. Die had zich veel meer moeten beijveren om mensen en bedrijven warm te maken voor energiebesparende oplossingen.

    Als we ernstige rampen willen vermijden moeten we in minder dan 40 jaar van een wereld die draait op olie, kolen en gas, naar een wereld die draait op hernieuwbare energie en die beduidend minder energie consumeert. Voor deze transitie zijn de technische oplossingen voorhanden. De prijs die we voor de omschakeling moeten betalen is bovendien niet bijzonder hoog.

    Om dit alles daadwerkelijk te realiseren is er echter een effectieve politieke strategie nodig. Die moet inzetten op het bewustmaken van de mensen en kiezen voor een veelzijdige en pragmatische aanpak, wars van ideologische franje. Duyvendak gelooft dat dit mogelijk is en formuleert een aantal uitgangspunten voor een effectieve klimaataanpak.

    Voor een grondig overzicht van het Nederlandse klimaatbeleid kan een Nederlandse lezer niet om dit boek heen. Anderen zullen zich natuurlijk minder aangesproken voelen. Toch valt er in dit werk heel wat te leren. De wisselvalligheden van de politiek in Nederland zijn immers een goede afspiegeling van de complexe opgaven voor het klimaatbeleid van ieder land. Het groene optimisme geeft een goed beeld van de diverse problemen die de aanpak van het broeikaseffect wereldwijd oproept. Het is bovendien geschreven door een insider en laat zich vlot lezen.

    © Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ziek van gezondheid
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DEVISCH, I. (red.), Ziek van gezondheid. Voor elk probleem een pil? A’pen, De Bezige Bij, 2013, 190 pp. – ISBN 978 90 8542 5281

    Door preventie en effectieve behandelingen heeft de moderne geneeskunde ons van veel ellendige ziekten bevrijd. De zorg voor gezondheid is in onze samenleving echter doorgeschoten in een gezondheidscultuur. Gezondheid is niet meer de afwezigheid van ziekte maar een ideaal, een maatschappelijk streefdoel. Gezond leven is de norm geworden.

    Preventieve screenings, algehele check-ups en MRI Total Body scans moeten voorkomen dat we ziek worden. Gezondheidsconsulenten verleiden ons tot het slikken van vitaminepillen en voedingssupplementen. Bewegingsgoeroes zetten ons aan om de dagelijkse beweging bij te houden met geavanceerde stappentellers. En drukke en ongeconcentreerde kinderen worden gezeglijk met een dagelijks pilletje. Steeds meer aspecten van het leven worden als een medische kwestie gezien.

    In deze bundel worden bedenkingen gemaakt bij de plaats van ziekte en gezondheid in onze samenleving. De auteurs verrichtten onderzoek naar medicalisering en de invloed ervan op de verschillende gebieden van onze samenleving. Worden we ziek omdat ons gedrag steeds ongezonder is geworden, of omdat we steeds meer naar gezondheid streven? Indien gezondheidszorg niet alleen problemen bestrijdt maar ze ook genereert, dan is er op zijn minst iets fundamenteel mis met de manier waarop we met ziekte en gezondheid omgaan.

    Psychiater Paul Verhaeghe licht toe hoe men in de psychiatrische hulpverlening overtuigd raakte dat de overgrote meerderheid van psychische problemen niets anders is dan neurobiologische stoornissen. Die kunnen bijgevolg het beste met medicatie behandeld worden. Deze aanname berust echter op hardnekkige misverstanden. Bovendien krijgen die behandelingen een onrustwekkend moreel karakter. Ze moeten het gedrag van mensen en kinderen in het bijzonder disciplineren.

    Ine Van Hoyweghen, professor in de sociologie van de biogeneeskunde aan de KULeuven, maakt duidelijk hoe de voorspellende geneeskunde ons anders heeft doen kijken naar gezondheidsrisico’s. Verzekeraars maken steeds meer gebruik van medische vragenlijsten om de verzekerbaarheid van mensen in te schatten. Men moet zich ervan bewust zijn dat dit het solidariteitsbeginsel ondergraaft en de deur open zet voor uitsluiting.

    Ook de dood ontsnapt niet aan de medische bemoeienis, aldus Donald van Tol, verbonden aan verschillende opleidingen. Vanaf het midden van de vorige eeuw werden stervende mensen steeds vaker afgevoerd naar het ziekenhuis waar ze nog allerlei medische ingrepen ondergingen. Medische hardnekkigheid houdt ook nu nog mensen op hoge leeftijd kunstmatig in leven. In Nederland werd de dood niettemin steeds beter bespreekbaar. In de euthanasiewet die hieruit resulteerde moest zelfbeschikking het onderspit delven tegen het laatste woord van de artsen.

    Ignaas Devisch, professor in de ethiek, filosofie en medische filosofie aan de Universiteit Gent, buigt zich over de kern van de discussie. Waarom nemen mensen medicijnen die ze niet nodig hebben of ondergaan ze onnodige screenings? Waarom worden alsmaar meer aspecten van het leven als ziekte, stoornis of syndroom benoemd en worden er medicijnen genomen om dit alles te bestrijden? In onze samenleving heeft individuele verantwoordelijkheid op nagenoeg alle gebieden de plaats ingenomen van geluk of pech. Het individu geraakt verstrengeld in een spiraalbeweging van toenemende sociale druk en als er iets mis loopt in het leven krijgt men de volle verantwoordelijkheid op zijn bord.

    Psychoanalytica Ariane Bazan luidt de alarmbel over de gevolgen van het medische model voor de geestelijke gezondheidszorg. In toenemende mate wordt aan steeds jongere kinderen zware psychotrope medicatie voorgeschreven. De nefaste gevolgen en buitensporige risico’s van overdiagnose, mode-epidemieën en overmedicatie worden schromelijk onderschat. Men gaat voorbij aan de essentiële zinsvragen die met psychisch lijden gepaard gaan en aan de betekenis van psychische klachten, met inbegrip van gedragsstoornissen. Deze evolutie is een ware ramp voor de geestelijke volksgezondheid.

    De epiloog is van de hand van Laura Batstra, psychologe en verbonden aan de Afdeling Pedagogiek en Onderwijskunde aan de Universiteit Groningen. Ze biedt een heldere samenvatting van de bijdragen en hun conclusies. De medicalisering van het dagelijkse leven grijpt verontrustend snel om zich heen. Aandacht voor de processen, gevaren en mogelijke oplossingen rondom medicalisering kan misschien voorkomen dat we allemaal collectief ziek worden van ons streven naar ‘beter dan goed’.

    Daar hebben de auteurs een waardevolle bijdrage toe geleverd. Heel zeker betrachtten ze hiermee geen volledigheid. Toch had een bijdrage over de economische aspecten niet misstaan. De verkoop van pillen, toestellen, kuren en boeken die u in tiptop conditie moeten brengen en houden, swingt de pan uit. Er valt veel poen te rapen met de gezondheidscultuur die onze maatschappij in de houdgreep heeft. En het is maar de vraag wie daarmee gebaat is.

    Om deze bundel kunnen gezondheidswerkers en –verantwoordelijken niet heen. Alhoewel niet alle bijdragen even toegankelijk geschreven zijn, zullen ze ook de gewone gebruiker van de gezondheidszorg zeker aanspreken.

    © Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bestaansleegte
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De HEIJ, M., Bestaansleegte. Hoe hechting leegte overwint. Delft, Uitg. Eburon, 2013, 193 pp. – ISBN 97890 5972 795 3

    Ingrijpende persoonlijke ervaringen met zware psychische problemen hebben Monique de Heij op een eigen manier doen kijken naar psychische stoornissen. Ze spreekt liever over psychische verstoring, een ontregeling van de psyche. Mensen in ernstige psychische nood leveren een zware en dikwijls eenzame strijd met bestaansangst. Daaraan wordt in de psychiatrie en psychotherapie vaak te weinig aandacht gegeven.

    In dit boek koppelt de auteur haar eigen ervaringen aan belangrijke inzichten in de ontwikkeling van kinderen. Ze exploreert de verschillende voorwaarden die een kind in staat stellen om zijn bestaan ten diepste zin te geven en wel en wee in het leven het hoofd te bieden. Angst en bestaansleegte zijn in een mensenleven altijd aanwezig. Maar de mate waarin iemand die kan verdragen hangt af van het basisvertrouwen in zichzelf.

    Psychische nood ontstaat wanneer iemand als kind te weinig zorg, empathie en verbinding heeft kunnen ervaren. Dan ontbeert het kind veiligheid en vertrouwen en moet het zijn toevlucht nemen tot overlevingsstrategieën. Een veilige hechting, door aansluiting op wat het kind nodig heeft, geeft het daarentegen het gevoel dat het kan en mag bestaan. Dit legt de basis voor vertrouwen en zelfrespect.

    De auteur onderscheidt vier aansluitingsvormen die een kind toelaten om een positief zelfbeeld en een identiteit te vormen. Vervolgens onderneemt ze een poging om bewustzijn te definiëren en de ontwikkeling van zelfbewustzijn te vatten. Ze legt verband tussen hechting en loyaliteit. De loyaliteit van een onveilig gehecht kind kan beschouwd worden als een overlevingsstijl. De symptomen zoals in de DSM beschreven zijn in feite verdedigingspatronen, die vertellen hoe een kind overleefd heeft in een onveilige situatie.

    Tenslotte verdiept de auteur zich in de betekenis van bestaansleegte, een toestand die vaak niet begrepen wordt. In de bestaansleegte raakt iemand het contact met de buitenwereld en zichzelf kwijt. De eenzaamheid van die toestand wordt veelal niet begrepen en dit maakt de mens nog kwetsbaarder dan hij al is. Dan juist is het cruciaal dat de kindpositie van de hulpvrager zich tijdelijk mag hechten aan de helper of therapeut.

    In tegenstelling tot wat Monique de Heij beweert zijn er waarschijnlijk heel wat psychotherapeuten die dit zullen bevestigen. Haar beeld van psychische hulpverlening als oppervlakkig en ongevoelig lijkt mij toch erg ongenuanceerd. Heel zeker staat men vaak machteloos tegenover ondoorgrondelijk psychisch lijden. Dan is het wel erg jammer dat zij de lezer zelf in het ongewisse laat over de wijze waarop zij die veilige hechting in haar eigen psycho-integratieve benadering toepast.

    Geregeld benadrukt zij immers hoe belangrijk het is om aan te sluiten op de behoeften van een kind, en, in het geval van een mens in psychische nood, op de kindpositie in de volwassene. Het belang van een veilige hechting voor de ontwikkeling en het psychisch welzijn van mensen kan inderdaad moeilijk onderschat worden. Om dat aan te tonen bewandelt zij echter een onnodig ingewikkeld traject met vage esoterische constructies zoals de Oerleegte en transpersoonlijke aansluiting. Haar suggestie dat psychosen uit hechtingsproblemen voortkomen wordt op geen enkele manier wetenschappelijk ondersteund.

    Haar betoog mist samenhang en is lastig te volgen. Het lijkt veeleer een compilatie van ideeën, geïnspireerd door persoonlijke ervaringen en aangevuld met inzichten van anderen, met een onduidelijke functie. Zo haalt ze bijvoorbeeld de archetypen van Jung aan, maar daarmee wordt verder niets gedaan. De samenvatting met de kerngedachten op het einde van ieder hoofdstuk kan dit niet goedmaken, want die bevat niet meer dan losse stukken tekst.

    Verder ergerde ik me regelmatig aan de vaagheid en onnauwkeurigheid waarmee met begrippen wordt omgegaan. Voorbeeld op bladzijde 109: ‘Hechting en loyaliteit zijn twee verschillende begrippen maar ze hebben elkaar nodig’. De tekst wordt verder doorlopend ontsierd door slordig taalgebruik, zoals ‘Het beeld gaat voorafgaand aan de gedachte.’ (p. 44). Zinnen zonder werkwoord zijn schering en inslag. Een paar voorbeelden: ‘Niet zozeer angst omdat je bang bent om hem/haar te verliezen, maar meer de angst alleen te zijn. Een angst die het gevoel van ‘houden van’ bedekt of vertekent.’ (p. 106); over de Oerleegte: ‘Op het moment dat we ons niet bewust zijn van ons lichaam. Een rust die je niet als leegte ervaart maar als Zijn in de leegte.’ (p. 65)

    Ondanks de rommelige uitwerking heeft Bestaansleegte zeker verdiensten. Het vestigt terecht de aandacht op de existentiële nood van mensen met psychische problemen, waaraan al te vaak wordt voorbijgegaan. Monique de Heij leeft oprecht met hen mee en probeert om hun verwarring en ontreddering onder woorden te brengen. Zo poogt ze het onzegbare zegbaar te maken. Zodoende hoopt ze de hulpverlener de hand te reiken om mensen die verstrikt zijn geraakt in de leegte van het bestaan beter te begrijpen. En mensen die psychisch lijden kunnen in dit boek herkenning en erkenning vinden.

    © Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    25-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vrije wil bestaat niet
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    LAMME, V., De vrije wil bestaat niet. Over wie er echt baas is in ons brein. A’dam, Uitg. Bert Bakker, 2010, 333 pp. – ISBN 978 90 351 3539 0

    “Ik mag helemaal geen krentenbollen, waarom koop ik die troep?”, zuchtte mijn vriendin. Ze weet dat ze achteraf de tol zal betalen voor haar uitspatting. Toch kon ze het niet laten om er liefst drie te kopen. In het algemeen kan mijn vriendin nochtans geen gebrek aan wilskracht verweten worden. Die heeft haar al meermalen geholpen om het hoofd te bieden aan zware tegenvallers.

    Begrippen als bewustzijn, vrijwillig handelen, intentie en vrije wil zijn diep verankerd in het westers denken over de mens. In alles wat we doen gaan we ervan uit dat ‘wij’ het zijn die de keuzes maken en dat we daarin vrij kunnen beslissen. Toch moeten we geregeld toegeven dat die aanname niet vanzelfsprekend is. Hoe komt het anders dat we spullen kopen in een impuls of geen weerstand kunnen bieden aan voedsel waarvan we weten dat het ons later zuur kan opbreken?

    Waarop zijn deze beslissingen dan wél gebaseerd? Wie trekt er aan de touwtjes van ons gedrag? Wie is er echt de baas in ons brein? Victor Lamme, hoogleraar cognitieve wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam, windt er geen doekjes om: De vrije wil bestaat niet. In dit boek werkt hij deze stelling grondig en bevattelijk uit, gebaseerd op geavanceerd hersenonderzoek.

    Traditioneel worden onbewuste reacties gezien als primitief en instinctief. Maar ondertussen is wel duidelijk dat het tegendeel waar is. Het brein zit tjokvol automatisch gedragsrepertoire. Slaapwandelaars kunnen allerlei ingewikkelde dingen doen zonder dat zij zich daarvan bewust zijn. En hoe vaak rijden we niet op automatische piloot en leggen verstrooid zaken op plaatsen die we ons later niet herinneren?

    Ook wanneer iemand bij volle bewustzijn is spelen onbewuste processen een rol. Ons gedrag wordt blijkbaar in grote mate gestuurd door ingebrande patronen van hersenverbindingen. Bewuste processen zoals aandacht, voelen, emoties komen pas nà de actie. We zijn ervan overtuigd dat we ons lichaam aansturen met onze gedachten, maar dat is niet meer dan een illusie. Het bewustzijn loopt achter de feiten aan. We denken dat we vrij beslissen maar schijn bedriegt.

    Maar waar komt dan het gevoel van een ‘ik’ vandaan? Doorgedreven hersenonderzoek toont aan dat er geen hogere instantie is die het ‘verkeer’ in onze hersenen regelt. Onze keuzes kunnen niet veel meer zijn dan een optelsom van de indrukken uit het verleden die hun sporen hebben achtergelaten in ons brein. Het ‘ik’ wordt door het brein zelf geconstrueerd.

    We hebben een vertekend beeld van de invloed van de gedachten op ons gedrag. In de hersenen worden alle ervaringen vastgelegd in de vorm van zenuwverbindingen. Wanneer er actie moet worden ondernomen wikt en weegt het brein, waarop de sterkste zenuwverbinding wint. De werkelijke reden achter onze beslissingen is de combinatie van erfelijkheid en ervaringen. Daarom valt het de ene moeilijker om weerstand te bieden aan een doos pralines dan de andere.

    Niet onze gedachten sturen ons gedrag aan maar het is net andersom. Het brein bepaalt onze acties en onze gedachten hobbelen er achteraan. We nemen beslissingen en verzinnen daar achteraf redenen bij. Met een hersenscan kan beter voorspeld worden wat iemand gaat doen dan door het aan de persoon te vragen. Het ‘ik’ verzint verklaringen voor ons gedrag. De ‘vrije wil’ is niet meer dan een handig middel om onvoorspelbaar gedrag te verklaren.

    Maar experimenten gaan altijd over eenvoudige keuzes. Hoe zit het dan met ingewikkelde en moeilijke beslissingen zoals trouwen, studiekeuze, een betrekking aannemen, zelfs oorlog voeren? Dan moet er toch sprake zijn van een vrije wil? Moderne hersenscantechnieken maken zichtbaar hoe ook deze beslissingen genomen worden door de zenuwverbindingen die door de individuele geschiedenis ingebrand werden. Voor sommige aspecten van ons leven is dat beter te pruimen dan voor andere.

    Wat betekent dat allemaal voor de vraag van schuld en verantwoordelijkheid? Is een misdadiger dan echt alleen maar het product van opvoeding en sociale omstandigheden en ‘dus’ ontoerekeningsvatbaar? Oppervlakkig gezien lijkt het misschien alsof de hersenwetenschap stelt dat niemand meer verantwoordelijk is voor wat hij doet, maar dat klopt niet. Iemand is in alle omstandigheden verantwoordelijk voor zijn gedrag. Maar dat heeft niets te maken met een vrije wil, wel met het feit dat wij ons brein zijn.

    In de rechtspraak heerst ten onrechte een mensbeeld waarin vrije wil, controle van gedrag en de invloed van gedachten op beslissingen een grote rol spelen. De inzichten uit de neurowetenschappen zouden kunnen leiden tot een andere behandeling van delinquenten dan nu gangbaar is, die veel menswaardiger is en positieve resultaten oplevert.

    De vrije wil is een kwestie die ons allen aanbelangt en het laatste woord is zeker nog niet gezegd. Grofweg bestaan er twee tegenstrijdige visies over dit controversiële onderwerp: het compatibilisme en het determinisme. Zoals u reeds zult begrepen hebben wordt in dit boek de deterministische visie beargumenteerd.

    Het onderzoek van Victor Lamme over de werking van de hersenen wordt internationaal erkend en zijn ideeën over het bewustzijn als baanbrekend beschouwd. Zijn betoog is dan ook zeer degelijk onderbouwd met behulp van ingenieus hersenonderzoek en de verhalen van mensen met beslissingsproblemen. Het biedt tevens een inkijk in experimenteel werk en moderne hersenscantechnieken. En het is goed te volgen want de tekst is zeer inzichtelijk en bovendien onderhoudend geschreven.

    © Minervaria

    Aanvullend:

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wetenschap of kwakzalverij?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    GOLDACRE, B., Wetenschap of kwakzalverij? Waarom oppeppende pillen rood, oranje of geel zijn en andere onthullingen. (Vert. Bad Science, 2009) Breda, De Geus, 2011, 446 pp. – ISBN 978 90 445 1730 9

    Laat de titel van dit boek u niet op het verkeerde spoor zetten. Het is geen encyclopedie van absurde beweringen en overtuigingen. De oorspronkelijke titel, Bad Science, zegt beter waarover het gaat. Door slechte wetenschap kritisch door te lichten maakt Ben Goldacre duidelijk wat betrouwbare wetenschap is. En welk gebied is daarvoor meer geschikt dan de gezondheidszorg?

    Daar wordt in de afgelopen jaren immers steeds meer onzin verkocht. Om de haverklap steken nieuwe theorieën de kop op die de meest absurde behandelwijzen aanprijzen. Ze ogen misschien spannender dan wat de gewone geneeskunde vertelt. Maar als je hun ‘wetenschappelijke’ aanspraken nauwkeurig analyseert, blijken ze gewoon flauwekul.

    Dat wordt meteen duidelijk als Goldacre enkele van deze ‘nieuwe en baanbrekende’ gezondheidsideeën op de proef stelt. De populaire ontgiftings- en ontzuringskuren blijken de toets van het wetenschappelijk onderzoek niet te doorstaan. Zo leert u hoe een wetenschappelijk experiment in elkaar zit en hoe men controleert of een theorie klopt.

    Een goede theorie is één ding, weten of een behandeling echt werkt een ander. Een rammelende theorie kan immers een geneeswijze opleveren die toch werkzaam lijkt. Een kritische analyse van de homeopathie onthult u de finesses van het wetenschappelijk onderzoek in de moderne, reguliere geneeskunde. Het wordt u duidelijk hoe tests verkeerd kunnen uitpakken en ten onrechte positieve resultaten kunnen geven. U maakt kennis met het placebo-effect en verneemt waarom mensen de neiging hebben de effecten van pillen te overschatten.

    Maar kwakzalverij zoals homeopathie en ontgiftende voetbaden is eigenlijk vrij onschuldig. De echte volksverlakkers berokkenen veel meer schade aan de volksgezondheid. Ze misleiden de mensen willens en wetens met onbetrouwbare wetenschap en pakken het echt groots aan.

    Met hun tegenstrijdige theorieën hebben zelfverklaarde voedingsdeskundigen een ware voedingshysterie ontketend. Deze nutritionisten slagen erin zich als wetenschappers voor te doen. Maar in feite belazeren ze de mensen met hun fabels over antioxidanten en de weldadige invloed van dure voedingssupplementen. Ze gaan bovendien achteloos voorbij aan de werkelijke oorzaken van een zwakke gezondheid, namelijk armoede en sociale achterstand.

    Even schandalig is de wijze waarop de kwaadaardige farmaceutische industrie een loopje neemt met correcte wetenschap. Gegevens uit medicijntesten worden schaamteloos gemanipuleerd om positieve resultaten te kunnen presenteren en negatieve resultaten onder de mat te vegen. Zo heeft de farmaceutische industrie de onrustwekkende medicalisering van het dagelijkse leven in de hand gewerkt.

    Ook de media hebben boter op het hoofd. Op de televisie komen kwakzalvers en zonderlingen de meest bizarre theorieën en onderzoeken verkondigen. Veel journalisten hebben er geen benul van hoe de resultaten van een wetenschappelijk onderzoek geïnterpreteerd moeten worden. Toch produceren ze met veel aplomb gezaghebbende artikels die voor wetenschap moeten doorgaan.

    Een goed begrip van statistiek en de wetenschappelijke methode zijn trouwens van groot belang voor een juist begrip van de werkelijkheid. Zonder de betrouwbare kennis van de wetenschap zijn we overgeleverd aan misleidende cognitieve illusies. Intuïtief redeneren heeft in de geschiedenis al teveel onschuldige slachtoffers gemaakt, onder andere in de rechtspraak.

    Ongemeen spitsvondig en met onvervalst Brits gevoel voor humor ontmaskert Ben Goldacre de kwakzalvers, de voedingssupplementenindustrie, de farmaceutische industrie en de moderne wetenschappelijke journalistiek. En hij toont met verve aan hoe de antwoorden van de wetenschap misschien niet eenvoudiger zijn en zeker niet hipper, maar wel veel meer steek houden.

    Maar laat u niet misleiden door zijn lichtvoetig betoog. Zijn kruistocht is gegroeid uit oprechte verontwaardiging over de manier waarop de gewone mens belazerd wordt door gewiekste en gewetenloze zakenlui. Als u dit boek uit hebt doorziet u de trucs van de onzin, hebt u een goed inzicht verworven in hoe échte wetenschap werkt en bent u immuun tegen nieuwe varianten van flauwekul. En dat heeft u weinig moeite gekost want het laat zich lezen als een causerie.

    © Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De rationele optimist
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    RIDLEY, M., De rationele optimist. Over de evolutie van welvaart. (Vert. The Rational Optimist, 2010) A’dam/A’pen, Uitg. Contact, 2010, 446 pp. – ISBN 978 90 254 2743 6

    Economische recessie, opwarming van het klimaat, stijgende voedselprijzen en hongersnood, oprukkende virusziekten. Doemdenkers hebben er een hele kluif aan. En toch is er meer reden voor optimisme dan ooit tevoren. Ondanks alle problemen is de wereld van nu een goede plaats om in te leven. Voor het overgrote deel van de mensen is ze op ontelbare gebieden rijker, gezonder en vriendelijker geworden. En Ridley maakt zich sterk dat het nog beter wordt.

    De geschiedenis van de mensheid staat bol van de veranderingen en vernieuwingen. Wij kunnen ons niet meer voorstellen hoe het leven 32.000 jaar geleden was, toen de moderne mens in zijn kinderschoenen stond. Toch verschilt de huidige mens niet wezenlijk van de toenmalige mens. Hoe kunnen we dan verklaren dat mensen hun levensomstandigheden voortdurend veranderen en hun levensstandaard verhogen?

    Het antwoord is te vinden in de economie. Mensen zijn als eerste en enige diersoort begonnen met dingen uit te wisselen tussen niet-verwante individuen. Ze zijn gaan delen, ruilen, handelen. Het effect hiervan was dat iedereen zich kon specialiseren in een vaardigheid. Het product daarvan kon dan geruild worden voor producten van andere specialisten. Het delen van kennis en vaardigheden effende de weg naar technologische vernieuwing. Zo ontstond er een collectieve intelligentie, die mensen in staat stelde om een steeds hoger levenspeil te bereiken.

    Wanneer en hoe is de gewoonte om aan ruilhandel te doen begonnen? Waarom hebben mensen deze voorliefde ontwikkeld? In dit boek probeert Ridley begrijpelijk te maken hoe dit werkt. Hij doorgrondt hoe handel en vrije uitwisseling van goederen de motor waren van de opeenvolgende ingrijpende vernieuwingen in de geschiedenis van de mensheid.

    De drijvende kracht achter de landbouwrevolutie waren bestaande handelsnetwerken. Die maakten het mogelijk om geavanceerde landbouwtechnologie in- en uit te voeren. Ze leverden mensen ook het voedsel dat ze zelf niet konden produceren. En in onze tijd kunnen er dank zij de wereldwijde handel steeds meer mensen behoorlijk gevoed worden.

    Handel was de motor achter de opkomst en groei van de steden, een ontwikkeling die overal ter wereld mensen bevrijdde van het zware werk op het land. Tegenwoordig voltrekt twee derde van de economische groei zich in de steden. Mensen trekken nog steeds naar de stad. Hoe zwaar hun leven er ook is, voor de meesten is het nog altijd beter dan op het platteland.

    Ook de industriële revolutie was alleen mogelijk door de intensieve handel. Het is waar dat ontelbaar veel mensen tijdens deze periode in zeer zware omstandigheden moesten leven en werken. Toch trokken ze in groten getale de fabrieken in omdat die uitzicht boden op een beter leven. En als gevolg van de mechanisering van de productie stegen de inkomens in alle klassen.

    Handelsverkeer levert een onbeperkt kennisreservoir dat steeds meer nuttige kennis oplevert. De intensieve uitwisseling van ideeën is dan weer kenmerkend voor de exponentiële groei en vernieuwing waarvan wij getuige zijn. Het tempo waarin dat gebeurt gaat steeds sneller. Hoe meer uitvindingen er gedaan worden, des te meer er gedaan kunnen worden. Vernieuwing is grenzeloos.

    Maken we ons dan onnodig zorgen over de toekomst? Wat dan met de opwarming van het klimaat? Wat met de deplorabele toestand waarin Afrika verkeert? Het is veel waarschijnlijker dat Afrika aan het einde van de eenentwintigste eeuw rijk zal zijn zonder dat zich een rampzalige klimaatverandering heeft voorgedaan, stelt Ridley. Dank de vrije uitwisseling van goederen en ideeën kunnen we vertrouwen op de vernieuwingen die er zeker aankomen.

    Omdat ze redeneren vanuit de gekende toestand zien mensen de toekomst snel somber in. Er zullen altijd ‘apocaholici’ opstaan die dit natuurlijke pessimisme exploiteren. Als we doorgaan zoals we bezig zijn zal de wereld inderdaad ten onder gaan. Maar de wereld zal niet doorgaan zoals ze bezig is, want de culturele evolutie zorgt ervoor dat ze voortdurend in beweging is.

    Ridley ontkent niet dat er ernstige problemen zijn en ook niet dat er in de toekomst geen zullen zijn. De geschiedenis toont echter aan dat rationeel optimisme een meer realistische houding is dan apocalyptisch pessimisme. Ondanks tegenslagen en ondanks het feit dat mensen hun menselijke aard zullen behouden, zal de mensheid zich blijven ontwikkelen. Het is heel wel mogelijk dat in het jaar 2110 de mensheid een heel stuk beter af zal zijn dan nu.

    Dat ambitieuze optimisme is zelfs een morele verplichting. Want juist omwille van de ‘vermijdelijke’ ellende moet er vaart worden gemaakt met economische vooruitgang, vernieuwing en verandering. Het is de enige gekende manier om veel meer mensen van de voordelen van een stijgend levenspeil te laten genieten. Handel bevordert bovendien een cultuur van samenwerking, billijkheid en respect voor het individu.

    Met De rationele optimist levert Matt Ridley weer een doordacht en stevig onderbouwd populairwetenschappelijk boek. Hij ontvouwt een verfrissende en originele kijk op de menselijke geschiedenis en samenleving. Hij geeft een nieuw antwoord op de intrigerende vraag wat ons eigenlijk mens maakt. Hij daagt ons uit om verandering te omhelzen en bij te dragen tot de vooruitgang van de mensheid en de wereld. En al is hij soms erg voortvarend, hij zet je op zijn minst aan het denken over de alarmerende taal van wereldverbeteraars.

    Net als die andere optimist beheerst Ridley de kunst om serieuze inhoud op een onderhoudende en bijwijlen grappige wijze aan te bieden. U leest geboeid vanaf het begin en bent bij het laatste hoofdstuk voor u er erg in hebt. En u kijkt al uit naar zijn volgende boek.

    © Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Koning Filip. De biografie
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    LEYTS, B., BALFOORT, B. & VAN DEN WIJNGAERT, M., Koning Filip. De biografie. A’pen/A’dam, Uitg. Houtekiet, 2013, 303 pp. ISBN 978 90 8924 267 9

    Op 21 juli 2013 kreeg België een nieuwe koning. Na bijna 20 jaar gaf koning Albert de fakkel door aan zijn oudste zoon Filip. In een communautair verdeeld land wacht hem geen gemakkelijke taak. Er circuleren bovendien veel negatieve geruchten over de zesde koning der Belgen. Hij zou zeer conservatief zijn, houterig en weinig soepel in de communicatie. Wat is daarvan waar? Wat weten we echt over koning Filip?

    De auteurs, twee journalisten en een eminent historicus, ondervroegen prominente figuren uit de kringen rond de kroonprins en vertegenwoordigers van het Belgische establishment. Hun informatie en duiding resulteerden in een genuanceerd en objectief beeld op, wars van de populaire verheerlijking of verguizing. Het verhaal van koning Filip bestrijkt zijn opvoeding, zijn opleiding en vorming, zijn huwelijk en hoe hij als kroonprins in de functie is gegroeid. Het werk sluit af met een aantal kritische beschouwingen over de monarchie van vandaag en aanbevelingen voor de toekomst.

    De jeugd van Filip gaat allesbehalve over rozen. Een warm gezinsleven is niet voor hem weggelegd, want zijn ouders hebben het te druk met hun eigen leven. Hij wordt opgevangen door het koningspaar Boudewijn en Fabiola, zijn oom en tante. Van hen krijgt hij een strakke katholieke opvoeding in het koninklijk kasteel te Laken.

    Als duidelijk wordt dat Boudewijn kinderloos zal blijven komt Filip als troonopvolger in het vizier. Zijn eigen gebrekkige voorbereiding indachtig regisseert de koning diens opleiding met strenge hand. Filip is de eerste kroonprins in de Belgische geschiedenis die uitdrukkelijk en langdurig op de Koninklijke functie wordt voorbereid. Hij heeft nagenoeg geen inspraak in zijn opleiding, taken en bezigheden. Maar de volgzame Filip kijkt op naar zijn oom en ondergaat het allemaal zonder veel protest.

    De vroegtijdige dood van Boudewijn gooit echter roet in het eten. In tegenstelling tot wat hem altijd werd voorgespiegeld, volgt niet Filip maar zijn vader Albert de populaire koning op. Hij schikt zich node in zijn tweederangspositie en neemt de plaats van zijn vader in als ambassadeur voor buitenlandse handel. Zijn agenda, in een functie waarvoor hij niet zelf gekozen heeft, raakt steeds meer gevuld. Hij heeft het moeilijk met de betutteling door zijn entourage en slaat vaak een belabberd figuur op verschillende buitenlandse handelsmissies.

    In een mediageile wereld heeft de weinig flamboyante Filip het hard te verduren. Zijn geïsoleerde opvoeding in het kasteel van Laken hebben hem wereldvreemd gemaakt en opgescheept met een schrijnend gebrek aan sociale vaardigheden. Maar dat wordt anders wanneer bekend wordt dat hij zich zal verloven met jonkvrouw Mathilde d’ Udekem d’Acoz. Haar charmante verschijning neemt de gezamenlijke pers onmiddellijk voor het paar in.

    Het huwelijk en het gezinsleven doen de kroonprins duidelijk goed. Mathilde vergezelt hem vaak op zijn buitenlandse reizen, waar zij het ijs doet smelten. Voor zijn vier kinderen ontpopt Filip zich als een attente en zorgzame vader. Hij wil hen duidelijk een andere opvoeding geven dan hij zelf heeft gehad. De verstandhouding met zijn vader wordt beter. Communiceren blijft echter een heikel punt. Zijn ongelukkige uitspraken brengen hem nog vaak in nesten. Langzaam maar zeker komt het koningschap in zicht.

    De nieuwe koning heeft de omstandigheden niet mee. Hij erft een fundamenteel veranderd koningschap in een land waar de monarchie nooit op veel enthousiasme kon rekenen en vandaag door verschillende partijen onder vuur wordt genomen. Hij heeft bovendien zijn aard tegen. Hij mist het joviale, gemoedelijke karakter van zijn vader en de zeldzame populariteit van zijn voorbeeld Boudewijn valt niet te evenaren. Gewetensvol als hij is heeft hij zich echter omringd door een aantal eminente raadgevers.

    Royaltyfans zullen uiteraard verguld zijn met dit pas verschenen werk. Maar ook als u niet echt warm loopt voor het koningshuis zult u dit vlot leesbare werk kunnen waarderen. Het biedt een stevig tegenwicht voor de eenzijdige berichten in de sensatiepers en de politiek gekleurde commentaren over koning Filip. Het schildert een rijk geschakeerd portret van hem als mens en als prins. En het gunt u een intrigerende inkijk achter de goed bewaakte schermen van het Koninklijk Hof.

    © Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De dramaturgie van het dagelijks leven
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    GOFFMAN, E., De dramaturgie van het dagelijkse leven. Schijn en werkelijkheid in sociale interacties. (Vert. The Presentation of Self in Everyday Life, 1959). Utrecht, Erven J. Bijleveld, 2011 (3e dr.), 287 pp. – ISBN 978 90 6163 947 4

    De wereld is een schouwtooneel
    Elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel

    Joost Van den Vondel (1587-1679)

    Het sociale leven kan vanuit verschillende invalshoeken bestudeerd worden. De gerenommeerde socioloog Erving Goffman inspireerde zich op het theater. Als mensen bij elkaar komen dan gedragen zij zich als personages die op het sociale toneel een voorstelling geven voor een publiek. Hoe ‘echt’ ook, de klant en de verkoper in een winkel, de patiënt en de arts in de spreekkamer, een groep gasten in het huis van de gastheer, ze spelen overal en altijd min of meer bewust een rol.

    Wat verkopers, dokters, gasten en toneelspelers te zeggen hebben verschilt nogal, maar de wijze waarop ze dat doen vertoont treffende gelijkenissen. De theaterwetenschap biedt daarom een geschikt kader om de technieken te bestuderen die mensen in alledaagse situaties hanteren om zich aan anderen te presenteren. De problemen van toneelproductie en –regie blijven immers niet beperkt tot het kleine kringetje van de theaterwereld, maar ze duiken overal in het sociale leven op.

    Na een ietwat saaie inleiding, die je volgens de auteur ook kunt overslaan, analyseert hij sociale interacties als toneelvoorstellingen met alle kenmerken die daarbij horen. Het sociaal verkeer voltrekt zich op een podium. In de coulissen spelen zich ‘geheime’ interacties af die niet voor het publiek bestemd zijn. Als wij zo tuk zijn op televisieseries over het ziekenhuis dan is het omdat zij ons een blik gunnen achter die coulissen.

    Als acteur in het sociale spel treden mensen doorgaans niet alleen op, maar als lid van een team of sociale instelling, zoals een gezin, een ziekenhuis, een bedrijf. Binnen die cast vervullen zij een welbepaalde rol. Al dan niet opzettelijk hanteren zij allerhande technieken om niet uit hun rol te vallen, zodat het beeld dat het team aan het publiek wil voorhouden geloofwaardig blijft.

    En ingeval het toch mis loopt, beschikken de meeste ‘acteurs’ ook over technieken waarmee zij de voorstelling kunnen redden. Wie heeft niet genoten van populaire televisiereeksen als Keeping up appearances en You rang Mylord? Er worden natuurlijk karikaturen neergezet, maar ze hebben hun succes te danken aan de herkenbaarheid van de situaties.

    Natuurlijk is het leven niet echt een toneelstuk. Mensen voeren doorgaans geen nummer op, maar zijn ervan overtuigd dat ze zichzelf zijn in de rollen die ze spelen. Maar als u de interacties tussen mensen door een dramaturgische bril observeert krijgt u een scherper zicht op de kronkels van de interactie tussen mensen. En als u zich realiseert dat u in het sociale verkeer eveneens een voorstelling opvoert, bekijkt u het doen en laten van anderen met een mildere blik.

    Het dramaturgisch perspectief heeft de moderne visie op het sociaal verkeer tussen individuen en tussen sociale instellingen diepgaand beïnvloed. Dat dit boek na meer dan vijftig jaar nog wordt uitgegeven is veelbetekenend. Het is wellicht niet geschreven voor een ruim publiek, maar het betoog is toch vrij goed te volgen. Er wordt een minimum aan vakterminologie gebruikt en de theorie wordt rijkelijk met voorbeelden uit het dagelijkse leven gestoffeerd.

    © Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De dronkemanswandeling
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MLODINOV, L., De dronkemanswandeling. Hoe toeval ons leven bepaalt. (Vert. The Drunkards Walk- How Randomness Rules Our Lives, 2008) A’dam, Uitg. Nieuwezijds, 2010, 258 pp. – ISBN 978 905712 315 3

    Voor mij is de toekomst en in toenemende mate ook het verleden in dichte nevelen gehuld.
    Mlodinov, p. 84

    Als het team slecht presteert wordt de coach ontslagen. Iedere ramp luidt de start in van een verbeten zoektocht naar schuldigen of verantwoordelijken. En na afloop van gebeurtenissen lijkt het vaak alsof we ze hadden moeten zien aankomen. Toch doen sportteams het doorgaans niet beter met een nieuwe coach, waren de meeste rampen niet te voorzien en konden we vooraf geen zicht hebben op alle factoren die gebeurtenissen in de hand werkten.

    Maar mensen kunnen de rol van toeval en willekeur in hun leven moeilijk aanvaarden. Ze zoeken voor iedere gebeurtenis een oorzaak en kennen aan alle voorvallen patronen en betekenis toe. Zo krijgen ze de illusie dat ze controle hebben over hun leven. Veel ontwikkelingen zijn echter net zo goed het resultaat van geluk of pech als van vaardigheid, voorbereiding en hard werken.

    Grondig onderzoek toont aan dat, anders dan we graag geloven, de gang van zaken in de wereld en in ons leven in belangrijke mate geregeerd wordt door factoren waarop we geen invloed hebben. Dank zij een aantal knappe koppen in de wiskunde en de statistiek weten we waarom het voorspellen van gebeurtenissen helaas alleen na afloop mogelijk is.

    In De dronkemanswandeling neemt Leonard Mlodinov ons mee op een uiterst boeiende ontdekkingsreis door de geschiedenis van de kansberekening. Die start bij de Romeinen. Als eersten schreven zij voorvallen en wendingen niet aan de wil van de goden toe en introduceerden het begrip waarschijnlijkheid. Zo legden ze de basis voor de latere ontdekking van de wetten van de kanstheorie.

    De waarschijnlijkheidsberekening werd in de loop van de geschiedenis steeds verfijnder en bood zodoende een beter inzicht in de werking van de natuur en het leven van alledag. Dank zij de ontwikkeling van de statistiek konden metingen correcter geïnterpreteerd worden en werd het mogelijk om menselijke en maatschappelijke fenomenen beter te begrijpen.

    In dit boek maakt u kennis met meer en minder bekende coryfeeën in de kanstheorie. Tegelijk krijgt u een grondige cursus in de principes en mechanismen die het rijk van toeval en willekeur regeren. Die manifesteren zich op de meest uiteenlopende terreinen van het maatschappelijk en persoonlijk leven. En u wordt gewaarschuwd voor een groot aantal veelvoorkomende denkfouten die voortspruiten uit misverstanden over toeval.

    Die zorgen ervoor dat mensen vaak onjuist oordelen en slechte beslissingen nemen als ze geconfronteerd worden met onzekerheid. Ze negeren de rol van de onvoorziene en onvoorspelbare factoren die onvermijdelijk zijn bij alle inspanningen. De koers van ons leven is als een dronkemanswandeling. Dit is een andere term voor de brownse beweging, die beschrijft hoe deeltjes zich voortdurend verplaatsen in alle richtingen in een schijnbaar willekeurig patroon.

    Hebben we dan geen enkele mogelijkheid om ons leven in eigen handen te nemen? Moeten we maar afwachten wat het toeval ons brengt? Als we de alomtegenwoordigheid van willekeurige processen in ons leven onderkennen en begrijpen zijn we volgens Mlodinov al een heel eind. Dan gaan we anders kijken naar de gebeurtenissen in ons leven. En we kunnen meer gepast op gebeurtenissen reageren als we soepelheid, zelfvertrouwen, moed en doorzettingsvermogen cultiveren.

    Een belangrijke factor van succes hebben wij trouwens wél in de hand, juist omdat toeval meespeelt: het aantal mogelijkheden dat we benutten. Want zelfs een muntje dat aldoor op mislukking valt, valt af en toe op succes. En als we de toevallige gebeurtenissen accepteren die ons leed berokkenen zullen we de meevallers beter kunnen waarderen.

    Ook dit boek van Mlodinov is weer een voltreffer. Hij maakt de resultaten van taai onderzoek in zo uiteenlopende disciplines als de wiskunde, de cognitieve psychologie, de gedragseconomie en de moderne neurowetenschappen voor een groot publiek bereikbaar. Hij maakt abstracte begrippen, zoals de concurrerende wetten van grote en kleine getallen en de theorie van de voorwaardelijke kans, verteerbaar met sprekende voorbeelden en anekdotes. Hij toont met verve aan dat inzicht in statistiek net zo bruikbaar is in het dagelijks leven als in de wetenschap.

    En dit alles is zó onderhoudend geschreven dat u bij het laatste hoofdstuk bent vóór u er erg in hebt.

    © Minervaria

    Lees over dit onderwerp ook:

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wie schrijft ...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    GEORGE, E., Wie schrijft … Schrijven volgens Elizabeth George. (Vert. Write Away, 2004) Utrecht, Bruna Uitg. B.V., 2004, 316 pp. – ISBN 90 229 8797 3

    Ik ben echter van mening dat, hoe meer je over je gereedschap weet, hoe beter je het kunt gebruiken. (p. 199)

    Een boek of verhaal schrijven begint met een idee. Maar net zoals een schilder of beeldhouwer zijn werk niet met louter inspiratie tot stand brengt, moet een schrijver beschikken over vakmanschap. Wil een verhaal de lezer meeslepen, dan moet het vakkundig geschreven zijn.

    Als er iemand is die het schrijversvak beheerst, dan is het Elizabeth George wel. Miljoenen mensen genieten van haar spannende psychologische thrillers en kijken al verlangend uit naar de volgende. In dit werk wordt er geen moord gepleegd maar legt zij uit hoe ze te werk gaat bij het schrijven van een boek.

    Alles begint natuurlijk met het idee. Maar dat moet vervolgens vorm krijgen in een coherent verhaal. Dit vraagt in de eerste plaats een zorgvuldige voorbereiding. Er moet uitgezocht worden waar het verhaal zich gaat afspelen. De personages moeten vorm krijgen en van een karakter voorzien worden. En er moeten een plot en subplots bedacht worden.

    Een goed verhaal dient ook te beantwoorden aan een aantal grondbeginselen die het samenhang en geloofwaardigheid bieden. De plot en de subplots moeten voldoen aan een aantal basisvereisten en er moet bepaald worden wie het verhaal zal vertellen. Ieder personage behoort zich te gedragen en te spreken in overeenstemming met zijn karakter. En de verschillende scènes moeten naadloos op elkaar aansluiten.

    In een snelcursus schrijftechnieken leer je over verschillende soorten zinsbouw, hoe je de lezer ertoe kunt overhalen te blijven lezen door de alinea’s zorgvuldig aan elkaar te schakelen en hoe je het thema van je boek in de tekst tot uiting kunt laten komen. En je krijgt een inkijk in de manier waarop de auteur zelf een aantal problemen heeft aangepakt.

    Wilt u een verhaal of een boek schrijven? Dan helpt dit werk u zeker op weg. Er staan geen pasklare recepten in, want iedere auteur ontwikkelt een eigen methode. Maar het is wel de geknipte gids waarmee u het hoofd kunt bieden aan de hindernissen die bij het schrijven horen. De hoofdopgave is immers voor iedere schrijver dezelfde: de lezer meeslepen in een spannend verhaal.

    Of u al dan niet van plan bent om zelf te schrijven, u krijgt in ieder geval een goed beeld van de ontwikkeling van een boek en veel ontzag voor het schrijversvak. Omdat Elizabeth George haar betoog stoffeert met fragmenten uit werken van haar favoriete auteurs, wordt uw leeslijstje bovendien aangevuld met een schat aan suggesties.

    Dit boek laat zich lezen als een thriller. Maar dat had u heel zeker niet anders verwacht.

    © Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het jaar zonder zomer
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    ATLAND, E., Het jaar zonder zomer. Anders Breivik, Oslo en Utøya, 22 juli 2011. Breda, Uitg. De Geus, 2012, 411 pp. – ISBN 978 90 445 2343 0

    Op 22 juli 2011 om 15.25 u ontplofte een krachtige bom in het centrum van het regeringskwartier in Oslo. Acht mensen werden op slag gedood, en zeker 200 meer of minder ernstig verwond. Anderhalf uur later schoot een man, gekleed als politieagent, twee mensen dood op het eiland Utøya. Op dat moment kampeerden daar tussen de 500 en 700 jongeren van de jeugdafdeling van de sociaaldemocratische Noorse Arbeiderspartij. Het was het begin van een slachtpartij die uiteindelijk aan negenenzestig jonge mensen het leven zou kosten en waarbij honderden anderen tot levensgevaarlijk verwond werden.

    De dader, Anders Behring Breivik, kon na enkele uren opgepakt worden. Het vreedzame Noorwegen was in shock. Overal in het land werden de daaropvolgende dagen herdenkingsplechtigheden georganiseerd. De politieke leiders lieten zich niet uit het lood slaan en riepen op tot een versterking van de democratie. Er kwam een proces en er is onderzocht wat er mis gegaan was.

    De journaliste Erika Fatland probeert de verschillende kanten van deze traumatische gebeurtenis te belichten. Ze laat overlevenden en nabestaanden vertellen hoe ze het afgelopen jaar geprobeerd hebben het drama te verwerken en de draad weer op te nemen. Ze selecteert uit de verslagen van het proces tegen Breivik en vraagt experts uit de hele wereld hoe begrijpelijk te maken is hoe iemand ertoe komt om zoiets te doen. En ze vraagt zich af hoe het mogelijk was dat Breivik zijn auto met bom zomaar midden in het regeringskwartier achter kon laten en op het eiland zo lang zijn gang kon gaan.

    Met haar meeslepende schrijfstijl trekt Erika Fatland je mee in de angst en het verdriet van de getroffen mensen. Maar ondanks de gruwel en de zinloosheid van de gebeurtenissen is dit verhaal er ook één van hoop en levensvreugde. Dit is zonder meer een beklijvend boek en warm aanbevolen!

    © Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Komt alles goed?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    STEVENSON, M., Komt alles goed? Hoe wetenschap de wereld redt. (Vert. An Optimist’s Tour of the Future, 2011) Manteau, 2012, 486 pp. – ISBN 978 90 223 2772 2

    Komt inderdaad alles goed? Zal er uiteindelijk een middel gevonden worden dat kanker overwint? Zullen we de bevolkingsgroei en de klimaatverandering de baas kunnen? Zullen er manieren gevonden worden om de hele wereldbevolking van voldoende voedsel te voorzien? Zal genetische manipulatie handicaps kunnen genezen en voorkomen? Misschien komt niet echt àlles goed, maar Mark Stevenson heeft er alle vertrouwen in dat de wetenschap uitkomst zal bieden voor heel wat problemen van de mensheid. En hij richtte alvast de League of Pragmatic Optimists op, waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en ideeën uitwisselen.

    Een rondreis over de hele wereld bracht hem bij een keur van wetenschappers die pionieren in de meest geavanceerde technologieën. In de komende decennia zullen die ons dagelijks leven ingrijpend beïnvloeden. De neerslag van deze wetenschappelijke zoektocht vindt u in dit boeiende boek. Op uitermate bevattelijke wijze maakt hij u wegwijs in de baanbrekende wetenschappelijke ontwikkelingen die onze toekomst radicaal zullen veranderen.

    We maken kennis met een reeks spectaculaire ontwikkelingen in de biotechnologie, de robotica en de informatie- en nanotechnologie, die de komende decennia het leven van de mensheid zullen bepalen. De ontdekkingen en toepassingen in deze domeinen zullen ons in staat stellen om langer gezond te blijven en ziektes efficiënter te genezen en te voorkomen. Ze zullen het mogelijk maken om de vervuilende fossiele brandstoffen op termijn helemaal te verbannen en te vervangen door milieuvriendelijke biobrandstoffen.

    Machines en robots zullen vervelend en tijdrovend werk overnemen van de mens en hem toestaan zich bezig te houden met de dingen die er werkelijk toe doen. En het veelzijdige potentieel van de wetenschap van het allerkleinste, de revolutionaire nanotechnologie, zal overal ter wereld de kosten beperken en de prestaties op de meest uiteenlopende gebieden verbeteren. En een aantal verrassend veelbelovende technologieën kunnen de dreigende catastrofale opwarming van de planeet nu al afweren.

    En dat is nog maar een klein deel van alle innovaties die op stapel staan. Iedere dag worden er nieuwe ontdekkingen gedaan die voortbouwen op de vorige. De wetenschap gaat immers steeds sneller vooruit. Grafeen werd bijvoorbeeld nog geen 10 jaar geleden ontdekt en het kent nu reeds de meest uiteenlopende nuttige toepassingen. En er zijn al relatief goedkope 3D-printers op de markt voor thuisgebruik.

    Veel mensen staan huiverig tegenover deze technologische omwentelingen. Zijn deze nieuwe technologieën wel veilig? Zal de mens uiteindelijk niet verdrongen worden door de machines die hij zelf gebouwd heeft? Welke invloed zullen al deze ontwikkelingen hebben op het sociale weefsel en de inrichting van de samenleving? En wat met de ethische consequenties ervan?

    Veranderingen zullen er echter sowieso plaatsvinden en in een steeds sneller tempo. Wij kunnen proberen om die tegen te houden of te negeren. We kunnen echter ook onze verantwoordelijkheid opnemen en de exponentiële groei van wetenschap en technologie aanwenden om het leven op deze wereld te verbeteren. Er zijn moedige beleidsmensen nodig met een heldere en vooruitziende kijk op de veranderende realiteit, zoals de (toenmalige) president van de Malediven die een koolstofneutrale economie wilde uitbouwen.

    Hebt u geen wetenschapsknobbel of geen tijd om de stand van zaken bij te houden? Heeft u ongeveer een idee van wat er in laboratoria wordt geprobeerd, maar wilt u er meer over weten? Dan hebt u met dit boek een prima keuze gemaakt. U krijgt niet alleen een goed beeld van wat er zit aan te komen, u doet ook een schat aan interessante wetenswaardigheden op zoals het verband tussen verstedelijking, de groei van de wereldbevolking en het behoud en herstel van ecosystemen.

    Maar u mag niet te lang wachten, want door de ultrasnelle vaart van de wetenschap zou het weleens kunnen dat de inhoud over een paar jaar al achterhaald is. U hoeft zich echter niet te laten afschrikken door het moeilijke onderwerp. Het fascinerende verhaal van de moderne wetenschap wordt u gepresenteerd door een zeer enthousiaste auteur, die dank zij zijn ervaring als stand-up comedian een licht verteerbaar en meeslepend betoog schreef, doorspekt met een behoorlijke portie humor. Doemdenkers zijn gewaarschuwd!

    © Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.iDentity
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    ROSEN, L.D., iDentity. Hoe ons digitaal gedrag ons leven bepaalt. (Vert.  iDisorder. Understanding Our Obsession with Technology and Overcoming Its Hold on Us, 2012) A’dam/A’pen, Uitg. Manteau/WPG Uitgevers België nv., 2013, 288 pp. – ISBN 978 90 223 2834 7

    Als het zo doorgaat, zal de mens evolueren tot een schepsel zonder ledematen, maar met een vinger om op alle knopjes te drukken.

    Frank Lloyd Wright

    Zover is het gelukkig nog niet. Toch zie je overal, in restaurants, bioscopen, op de trein, in de auto, op vergaderingen en familiefeesten, mensen druk in de weer met hun mobiel. Ze controleren om de haverklap hun apparaat op nieuwe boodschappen. Blijkbaar is de digitale wereld zo onweerstaanbaar dat velen niet meer zonder kunnen.

    Elk jaar weer worden nieuwe gadgets, apps en andere technologische hoogstandjes gelanceerd die als zoete broodjes over de toonbank gaan. Wist u overigens dat er al een speciale jas bestaat met 22 zakken, op maat gemaakt om je volledige gamma draagbare toestellen overal mee naartoe te kunnen nemen? Een van de zakken is zelfs uitgerust met speciale klemmetjes voor de oortjes van een iPod.

    De mens mag dan nog over al zijn ledematen beschikken, hij lijkt toch hopeloos verstrikt in het web van de technologie. Steeds meer mensen laten hun dagelijkse leven ernstig verstoren door het obsessieve gebruik van gadgets en websites. In iDentity laat Larry Rosen, professor psychologie aan California State University, zien dat het moderne mediagedrag frappante gelijkenissen vertoont met enkele ernstige psychiatrische aandoeningen zoals ADHD, narcisme, voyeurisme, hypochondrie en verslaving.

    De moderne technologie kan een bestaande stoornis versterken of de ontwikkeling ervan bevorderen. Ze kan een gezonde persoon echter ook opzadelen met een e-stoornis die even ernstige proporties kan aannemen. En als je geboren bent tussen 1980 en 1998 is er een behoorlijke kans dat je zo’n e-stoornis hebt of ontwikkelt.

    Moet je het gebruik van de moderne communicatietechnologie dan maar afzweren? Helemaal niet, ze is er immers om te gebruiken. Je bent trouwens niet zonder meer overgeleverd aan de technologische vloedgolf. Als je je bewust bent van de wijze waarop je omgaat met technologie kun je een goede balans vinden tussen gebruik en afhankelijkheid.

    Er bestaan trouwens efficiënte strategieën waarmee je kunt vermijden dat je in de val loopt en een e-stoornis ontwikkelt. Die kun je er ook mee te lijf gaan als je al verslaafd bent aan scrollen, tikken en klikken of geen blijf weet met jezelf als je je mails niet aldoor kunt checken. De methodes zijn bovendien zeer eenvoudig toe te passen en ze kosten nagenoeg niets. En ouders vinden in dit boek zeer zinvolle suggesties hoe hun kinderen te helpen om technologische snufjes oordeelkundig te gebruiken.

    Rosen is in dit domein niet aan zijn proefstuk toe. Hij verrichtte al langer onderzoek naar de invloed van de moderne technologie op ons leven en staaft zijn inzichten met onderzoeksresultaten uit de psychologie, neurologie, sociologie, antropologie, biologie en communicatiewetenschappen. Zijn beweringen lijken af en toe vergezocht, want niet iedereen die gek is op de moderne communicatietechnologie kun je zomaar een psychiatrische stoornis toedichten. Maar als je goed rond je kijkt merk je dat zijn stelling toch niet zo onzinnig is.

    Dit boek leert je niet alleen kritisch kijken naar je eigen mediagedrag, het bevat ook praktische raad om er doordacht mee om te gaan. En dankzij de zwierige tekst laat het zich bovendien zeer vlot lezen.

    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vergeten wetenschappen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    BOD, R., De vergeten wetenschappen. Een geschiedenis van de humaniora. A’dam, Uitg. Bert Bakker, 2011 (3e herz. druk), 520 pp. – ISBN 978 90 351 3485 0

    In Mexico hebben archeologen bijna 5.000 rotstekeningen ontdekt. Een Gotische tekst uit de 4e eeuw werd onlangs ontcijferd. Bij opgravingen in een kerk in Brussel werden menselijke schedels en beenderen, potfragmenten en bronzen muntstukken gevonden. In India ontdekten linguïsten een met uitsterven bedreigde taal. Bij renovatiewerken kwamen een aantal goed bewaarde fresco’s aan het licht. Wat zijn deze boeiende ontdekkingen waard?

    Taalkunde, geschiedenis, archeologie, muziekwetenschap, kunsttheorie, logica en redeneerkunst lijken op het eerste zicht weinig bij te dragen aan onze hoogtechnologische samenleving. Wie later zeker wil zijn van een lucratieve job is veel beter af met een studie in de exacte wetenschappen. Vacatures richten zich niet tot filologen, historici, oudheidkundigen of filmwetenschappers, maar tot IT’ers, economisten, ingenieurs, biologen en wiskundigen.

    Toch zijn deze disciplines in meer dan één opzicht schatplichtig aan de fundamentele ontdekkingen en doorbraken van de geesteswetenschappen. De ontrafeling van de grammatica van het Sanskriet in de 5e eeuw V.C. heeft bijvoorbeeld niet alleen onze kijk op taal veranderd, maar ook de fundamenten gelegd voor de ontwikkeling van computertalen vele eeuwen later. Ontdekkingen over taalverwantschap stonden aan de wieg van het latere genetische onderzoek.

    In De vergeten wetenschappen brengt Rens Bod deze onzichtbare en nauwelijks gekende verdiensten van de geesteswetenschappen voor het voetlicht. Hij beschrijft het ontstaan en de evolutie van de verschillende takken van de humaniora in Europa, India, China en Afrika vanaf de oudheid tot nu. Daarin werd doorlopend en methodisch gezocht naar theoretische principes en empirische patronen in taal, literatuur, muziek, kunst en het verloop van de geschiedenis. De meest baanbrekende inzichten werden daarbij vaak niet geleverd door bekende figuren als Aristoteles, Thomas van Aquino en Noam Chomsky maar door onderzoekers die als marginaal worden beschouwd en in de vergetelheid zijn geraakt.

    Hun inzichten en bevindingen hebben de wereld veranderd. Zo onthulde filologisch onderzoek dat de wereldlijke macht van de paus steunde op een vervalste tekst. Het legde de basis voor de scheiding tussen kerk en staat in Europa. Het bronnenonderzoek van oude geschriften weerlegde het christelijke Bijbelse wereldbeeld en veroorzaakte een van de meest ingrijpende omwentelingen van de vroegmoderne tijd, de secularisatie van het wereldbeeld. Die effende het pad voor de opkomst en bloei van de natuurwetenschappen.

    Op het palmarès van de geesteswetenschappen staan nog tal van andere verdiensten. Ze hebben een veel grotere invloed dan veelal wordt gedacht. Net zoals in de natuurwetenschappen is er bovendien in de geesteswetenschappen een continue vooruitgang, zij het niet overal en in alle deelgebieden even uitgesproken. De opkomst van nieuwe disciplines en interdisciplinair onderzoek zet het scherpe onderscheid tussen de geesteswetenschap en de natuurwetenschap, dat pas in de 19e eeuw werd gemaakt, trouwens weer op losse schroeven.

    Dit indrukwekkende werk is de eerste poging tot een alomvattende geschiedenis van de geesteswetenschappen. Het omvat een omvangrijk, volledig en gedetailleerd overzicht van de verrichtingen in de gezamenlijke geesteswetenschappen en is het resultaat van doorgedreven studie en opzoekwerk. Die studie is overigens verre van definitief, want talloze bronnen zijn niet eens aangeboord. Zo hebben we nog geen flauw idee van de wetenschappelijke bedrijvigheid in de precolumbiaanse Amerikaanse beschavingen en liggen in Afrika nog duizenden handschriften op ontsluiting te wachten.

    Het overzicht van de geesteswetenschappen is dus verre van voltooid. Maar in De vergeten wetenschappen maakt u alvast kennis met het oeuvre en de inzichten van wetenschappers over wie u waarschijnlijk nooit eerder had gehoord. Het namenregister alleen al omvat 19 bladzijden. Om alles goed te begrijpen is echter een behoorlijke voorkennis vereist over de verschillende domeinen. Daarom zal dit werk eerder bij kenners als naslagwerk in de smaak vallen. Het laat zich niettemin vlot lezen.

    © Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    BESTE BEZOEKER
    Foto


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Mijn favorieten
  • Minervaria
  • Dit is POTS
  • Geen dag zonder lach
  • Gedachten

  • Archief per jaar
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2005
  • 2004
  • 2003
  • 2002
  • 2001
  • 2000
  • 1999
  • 1998
  • 1997


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!