ARS,
B., Troostmeisjes. Verkrachting in naam van de keizer. Adam/Apen,
Uitg. De Arbeiderspers, 2000, 319 pp. ISBN 90 295 00247
Ik voelde mij een levende dode, jammert de Koreaanse Yi Yôngsuk in het
boek van Brigitte Ars.
Het verhaal van de militaire troostmeisjes in het Japanse leger is het wreedste
geval van schending van vrouwenrechten in de twintigste eeuw. In de
vijftienjarige oorlog, die begon met de invasie van Mantsjoerije in 1931 tot de
overgave aan de geallieerden in 1945, werden naar schatting tussen de 200.000
en 400.000 Koreaanse, Indonesische, Nederlandse, Chinese, Filippijnse en andere
vrouwen systematisch verkracht en misbruikt in dienst van de soldaten van het
Japanse leger. Door dit meedogenloze en door en door racistisch en seksistisch
systeem werden vooral arme meisjes getroffen.
De term troostmeisje is een eufemisme. Het zou beter zijn te spreken over
'gedwongen militaire sekswerksters' of militaire dwangprostituees of
seksslavinnen. De vrouwen waren immers slachtoffer van een systematische,
collectieve en geïnstitutionaliseerde verkrachting door Japanse soldaten alsook
van een omvangrijke handel in vrouwen. In Japan bestond al eeuwenlang een
gereguleerd prostitutiesysteem dat een sfeer had gecreëerd waarin mannen het
als een recht beschouwden vrouwen voor hun seksueel plezier te gebruiken. Het
fenomeen van de troostmeisjes lag in feite in het verlengde daarvan.
Lange tijd bleef het systeem van de troostmeisjes een van de grootste geheimen
van de Tweede Wereldoorlog. Pas na vijftig jaar van massale en collectieve
zwijgzaamheid kwam het verhaal stukje bij beetje naar buiten, eerst in Korea,
daarna in andere Aziatische landen en in Nederland. De schaamte van de vrouwen
was zo groot dat ze bleven zwijgen, zelfs toen ze niets meer te verliezen
hadden. Het lijkt bijna een wonder dat een van de grootste tragedies in de
geschiedenis nog net werd ontdekt voordat de getuigen hun relaas mee het graf
in zouden nemen.
In dit boek vertelt Brigitte Ars, die
als journaliste zes jaar in Maleisië heeft gewerkt, hun verhaal. Ze heeft met
talrijke vrouwen gesproken en hun strijd voor erkenning van nabij gevolgd. Het
verdriet zit heel diep. Veel vrouwen vechten nog iedere dag met de lichamelijke
en vooral psychische gevolgen van de onmenselijke en mensonterende
omstandigheden waarin ze moesten leven en werken. De getuigenissen van de
vrouwen geven weer wat in geen enkel officieel document terug te vinden is.
Een van de belangrijkste redenen om dit systeem uit de grond te stampen was het
voorkomen van massale verkrachtingen onder de bevolking van de overwonnen
landen. Men wilde bovendien het moreel onder de militairen hoog houden.
Hongerende en arme meisjes uit landen als Korea, China en de Filippijnen werden
aanvankelijk onder valse voorwendselen geronseld en later met geweld ontvoerd
en verkracht. Ze werden vervolgens ondergebracht in trooststations of
troostfaciliteiten zoals de Japanse legerleiding ze noemde. Door de Verenigde
naties worden ze onverbloemd verkrachtingskampen genoemd. Daar leefden de
meisjes een troosteloos leven en werden ze door de Japanse soldaten en
officieren vaak op gruwelijke wijze mishandeld en gemarteld.
Voor velen ging na afloop van de oorlog de ene nachtmerrie over in de andere.
Slechts 30% van de meisjes zou de kampen overleefd hebben. Voor de
overblijvenden was er geen opvang, geen Rode Kruis, geen medische hulp. Ze
bestonden eenvoudig niet en werden aan hun lot overgelaten. Ook de geallieerden
negeerden of mimaliseerden het probleem. In de door mannen gedomineerde
geschiedschrijving en oorlogsjournalistiek had het verhaal van de vrouw immers
geen nieuwswaarde. Pas toen ook Nederlandse vrouwen hun droevige geschiedenis
openbaar maakten kon het probleem op internationale belangstelling rekenen.
Maar de overlevende vrouwen bleven moedig hun rechten opeisen. Hun strijd heeft
zich uitgebreid van een klein groepje tot een internationale vrouwenbeweging.
Die heeft, nu de meeste troostmeisjes zijn overleden, ervoor gezorgd dat
seksueel geweld in oorlogen eindelijk op de agenda staat. Dankzij studies naar
het systeem van dwangprostitutie wordt nu wereldwijd onderzoek gedaan naar
soortgelijke systemen en gezocht naar wetgeving om ze in de toekomst te
voorkomen. Onder invloed van de troostmeisjesbeweging staan verkrachting,
seksslavernij en gedwongen prostitutie nu duidelijk omschreven als
oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.
Behalve aan het verhaal van de dwangprostitutie besteedt Brigitte Ars ook aandacht
aan de achtergronden en de functie van verkrachting en seksueel geweld in
oorlogstijd. En niet alleen Japan maar ook Duitsland maakte zich massaal
schuldig aan seksuele terreur. Net als Japan speelde de Duitse staat tijdens de
Tweede Wereldoorlog de rol van pooier. Over deze verborgen geschiedenis kan ook
nu nog niet gesproken worden. Minachting voor vrouwen maakt heel vaak deel uit
van een ideologie van het superieure ras. In de recente conflicten in voormalig
Joegoslavië en Rwanda is dit ook duidelijk gebleken.
Dit boek vol diepe ellende stemt je niet bepaald vrolijk. Het vertelt een
indroevig verhaal, maar het is een must voor al wie met het lot van vrouwen
begaan is. Ik heb het met stijgende verontwaardiging gelezen. Want het is geen
verleden tijd, het gebeurt nog steeds. Telkens weer zie je dat vrouwen in een
oorlog als wapen worden gebruikt en als vanzelfsprekend worden mishandeld. In
talloze arme landen bloeien vrouwenhandel en seksindustrie weelderig en maken
ze gigantische winsten.
Het werk is goed gedocumenteerd en bevat een uitgebreide notenlijst. Brigitte
Ars schrijft met grote betrokkenheid en respect voor de vrouwen, zonder enige
sentimentaliteit. De bijzonder vlot geschreven tekst - bijna té vlot voor een
dergelijk onderwerp - laat zich zeer gemakkelijk lezen.