CHUA, A., Wereldrijk
voor een dag. Over de opkomst en ondergang van hypermachten. (Vert. Day of Empire: How hyperpowers rise to global dominance
and why they fall) Adam, Uitg. Nw
Amsterdam, 2009 (2e dr.), 461 pp. ISBN 978 90 468 0588 6
Hoe slaagden
zo verschillende volkeren als Perzen, Romeinen, Chinezen en Mongolen erin
gedurende ettelijke eeuwen te regeren over een zelfs naar moderne maatstaven
immens rijk? En hoe komt het dat ze die heerschappij toch hebben kwijt gespeeld?
Hoe kunnen we verklaren dat de Nederlanden hun dominantie over de wereldzeeën
aan de Britten hebben moeten afstaan, en dezen hun hegemonie weer aan de
Verenigde Staten van Amerika?
Hoe wordt een samenleving een wereldmacht?
En als ze eenmaal zo ver is, wat kan haar ten val brengen? Waarom blijft geen
enkele hypermacht eeuwig bestaan? Uit het antwoord op deze vragen kunnen
belangrijke lessen voor de toekomst getrokken worden.
Zeer uiteenlopende
factoren bepalen de opkomst en ondergang van een samenleving met een
wereldoverheersende militaire en economische macht. Geografie, bevolking,
natuurlijke hulpbronnen, leiderschap, de concurrentie van anderen en ook puur
geluk spelen een rol. Maar volgens Amy
Chua is er een factor die deze verscheidenheid
overkoepelt en trotseert.
Ongeacht de enorme onderlinge verschillen was
elke hypermacht in de geschiedenis buitengewoon pluralistisch en tolerant,
althans naar de maatstaven van haar tijd. Zonder tolerantie voor haar interne
etnische, religieuze, taalkundige en raciale verschillen is geen enkele
samenleving ooit in staat geweest een hypermacht te worden en te blijven. De
tolerantie was niet absoluut en werd ook niet vertaald als respect, maar ingezet
als strategie. Een wereldrijk was wel relatief toleranter dan de
buren.
Tolerantie was in alle gevallen onmisbaar voor het bereiken en
behouden van die hegemonie. Veel wereldrijken bereikten het hoogtepunt van hun
macht en voorspoed tijdens hun meest tolerante periode. Even frappant is dat
het verval van wereldrijken herhaaldelijk samen viel met groeiende intolerantie,
xenofobie en de roep om raciale, godsdienstige of etnische zuiverheid. En
paradoxaal genoeg was het vaak de tolerantie die aanleiding gaf tot deze
ommekeer.
Chua beschrijft hoe in de oudste wereldrijken, Perzië, Rome,
China en het Mongoolse Rijk, vreemde volkeren en hun cultuur werden getolereerd
uit strategische overwegingen. Ze toont aan hoe de tolerante Nederlanden
profiteerden van de vlucht van talentrijke individuen en groepen voor de Spaanse
inquisitie en vervolgens hun riante positie aan Groot-Brittannië kwijt speelden.
Het Britse rijk geraakte echter in verval toen de Britten hun koloniale racisme
niet konden overwinnen. Wegens gebrek aan strategische tolerantie bereikten in
dezelfde periode ook drie Aziatische rijken nooit de status van wereldmacht:
China, het Mogolrijk en het Ottomaanse rijk.
Chua toont verder aan hoe de
VS zich dank zij hun tolerantie beleid tegenover immigranten van een armoedige
en schaars bevolkte kolonie tot wereldmacht hebben opgewerkt. Bij wijze van
contrast voert ze de extreem intolerante samenlevingen van Duitsland en Japan
voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog ten tonele. Vervolgens analyseert ze drie
opkomende kandidaat-wereldmachten en rivalen voor de Verenigde Staten. Ze toont
aan waarom China, de Europese Unie noch India hypermachten kunnen
worden.
Maar ook de VS zitten met een probleem. Want tolerantie is, hoe
noodzakelijk ook, niet voldoende om een samenleving op lange termijn van de
wereldheerschappij te verzekeren. De geschiedenis laat zien dat hypermachten
slechts kunnen overleven als zij een manier vinden om de loyaliteit, of
tenminste aanvaarding, af te dwingen van de buitenlandse bevolkingen die ze
overheersen. Militair geweld is daarvoor nooit toereikend geweest. Rome kon de
wereld zolang overheersen omdat iedere inwoner in principe het Romeins
burgerschap kon verwerven. Rome bood een politieke band en een aantrekkelijk
cultureel pakket aan. Zelfs de recalcitrante Bataven waren verregaand
geromaniseerd.
Daar wringt het schoentje bij de VS. Als immigratieland
voeren ze dan wel een zeer tolerant beleid voor inwijkelingen, hun
wereldheerschappij lokt zowel binnen als buiten de Westerse wereld
verontwaardiging en wantrouwen uit. De wereldwijde verbreiding van vrije markten
en Amerikaanse consumptiegoederen is geen glijmiddel gebleken voor de export van
democratie. Miljoenen mensen beschouwen dit integendeel als een vorm van
imperialisme en een bedreiging van hun manier van leven.
Misschien zijn
de VS wel de laatste hypermacht in de geschiedenis, besluit Amy Chua. Want het
is moeilijk te bedenken hoe een macht die democratische principes huldigt een
unilaterale politiek kan voeren die wereldwijd aanvaard wordt. En
multilateralisme zou betekenen dat ze de macht delen met andere machten. Maar
dan is Amerika geen hypermacht meer, maar een grootmacht zoals
andere.
Dit ambitieuze, zeer grondig gedocumenteerde boek laat zich zeer
vlot lezen. De eerste delen bieden een interessant historisch overzicht van
macht in de geschiedenis. Overzichten missen echter vaak diepgang en dat vond ik
teleurstellend. Met haar analyse van de moderne wereldmachten in de laatste
hoofdstukken maakt Amy Chua dit toch weer goed.