|
VAN REYBROUCK, D., Congo. Een geschiedenis. Adam, Uitg. De
Bezige Bij, 2010, 680 pp. ISBN 978 90234 5866 1
De geschiedenis is weinig meer dan het register van de
misdaden,
dwaasheden en rampspoeden der mensheid.
Edward Gibbon
Als er één land is waarop deze
uitspraak van de beroemde Britse historicus van toepassing is, dan is het Congo
wel. In dit schier onmetelijke land met zijn schatrijke bodem, zo groot als
West-Europa, is de kindersterfte een van de hoogste ter wereld en de
levensverwachting een van de laagste. Het land zit aan de grond en zakt steeds
dieper weg. Het wordt verscheurd door een bijna onontwarbaar kluwen van
gemilitariseerde groepjes en bewegingen. Er heerst een diepgewortelde politieke
cultuur van corruptie en cliëntelisme. Congo is afgegleden naar een staat van
chaos en wanbeheer.
De diep gekwetste bevolking
is al decennia lang het slachtoffer van ondenkbare gruwelijkheden. Miljoenen
mensen zijn omgekomen door oorlogsgeweld en de ontberingen in de drie oorlogen
die Congo sedert de onafhankelijkheid teisterden. In al die jaren van
onmenselijk lijden zweefde de bevolking tussen verwoesting en ijdele hoop op
beterschap.
In dit terecht tweemaal
bekroonde boek vertelt David Van Reybrouck de geschiedenis van Congo door de
ogen van de Congolezen zelf. Hij heeft geluisterd naar het levensverhaal van
tientallen mensen, en gewone Congolezen laten vertellen over het leven in hun
land. De geschiedenis is immers zoveel meer dan wat opgeschreven wordt. Het
resultaat is een meeslepende mengeling van doorwrochte geschiedschrijving en de
getuigenissen van diegenen die erin moesten overleven.
Anders dan hij had verwacht
kon Van Reybrouck praten met een man die de hoogst merkwaardige Congolese
Vrijstaat nog had meegemaakt. Over dit immens gebied met vage grenzen, bewoond
door een lappendeken van stammen met zeer uiteenlopende talen en gebruiken,
regeerde Leopold II er als soevereine monarch. De 126-jarige man maakte mee hoe
de levens van de mensen toen grondig veranderden. De plaatselijke bevolking
kwam voor het eerst in contact met blanken en werd massaal ingezet ten bate van
het persoonlijke gewin van de Belgische koning. Bestaande sociale verbanden
werden verder uiteen gerukt door de avonturiers en de missionarissen die in het
kielzog van de pioniers kwamen.
Toen Congo een Belgische
kolonie werd ging dit proces onverminderd voort. Het bureaucratische koloniale
apparaat vergrootte zijn greep op de bevolking. Een beschaving werd tegen wil
en dank verwesterd. Oeroude stamverbanden werden vernietigd en dat had voor
veel Afrikanen desastreuze gevolgen. Met een houding van misprijzen en raciale
neerbuigendheid lepelde de paternalistische kolonisator de inheemse bevolking
gehoorzaamheid en volgzaamheid in. En de duizenden kleine dagelijkse
vernederingen eisten later hun tol. Toch blijken de Congolezen zelf niet
onverdeeld ongelukkig over deze periode. De kolonisatie bracht ook nieuwe
levensvatbare samenlevingsverbanden, een aantrekkelijke levensstijl, een betere
gezondheidszorg en welvaart voor velen.
Even verrassend genuanceerd
kijken de Congolezen naar de stormachtige dekolonisatie, het geschenk dat
achteraf een holle belofte bleek. De hooggespannen verwachtingen werden niet
ingelost. Congo is naar de mening van velen veel te snel en onvoorbereid de
onafhankelijkheid ingedoken. Na de onafhankelijkheid is het land in een chaos
beland die nog altijd niet is opgelost. We lezen een schrijnend verhaal van
ellende en onnoemelijk menselijk leed onder tweeëndertig jaren van dictatuur,
gevolgd door een zwak en corrupt bewind. Hier zien we de uitspraak van Gibbon
op zijn smalst: een opeenstapeling van stupiditeiten van corrupte machthebbers,
die een wetteloos land zonder hoop totaal ontwrichtten en overleverden aan
banditisme en roofzucht.
De recente moeizame
democratisering van Congo zou aan deze droevige toestand een einde moeten
maken. Toch is het nog veel te vroeg om te besluiten of dat zal kunnen lukken,
meent Van Reybrouck. Er is verschrikkelijk veel puin te ruimen.
De recente contacten met Chinese investeerders, hoe weinig lucratief ook voor
de doorsnee Congolees, verwijzen echter naar belangrijke ontwikkelingen in de
komende eeuw, die misschien inderdaad de eeuw van Azië wordt.
Dit ronduit prachtige
verhaal van de tragische geschiedenis van Congo kan niemand onberoerd laten.
Hetzij door hun familie in de kolonie dan wel door een nonkel pater of tante
nonneke in de missies hebben veel Belgische lezers ze van ver of dichtbij
meegemaakt. De geschiedenis van Congo is echter tevens een exponent van de
mondiale kolonisatie als machtsstrijd tussen de Europese mogendheden. Daarin
zullen ook niet-Belgen veel herkenningspunten vinden.
Dit boek bevat geen gewoon
verslag van de loop der gebeurtenissen. Het vertelt vooral de geschiedenis van
de Congolezen zelf. Er komen mensen aan het woord die een bescheiden rol
speelden in de veranderende machtsverhoudingen maar ook mensen die de
gebeurtenissen alleen ondergingen en soms letterlijk lijdend voorwerp waren.
Het is een hulde aan de veerkracht van een volk, dat ondanks alle ellende getuigt
van een verrassende dynamiek en openheid voor nieuwe ontwikkelingen waarvan
zelfingenomen Europeanen veel kunnen leren.
De meeslepende tekst is met
zwier geschreven en leest als een roman. Het boek mag met recht een literair
hoogstandje genoemd worden.
Een eye-opener en
onbetwistbare aanrader!
© Minervaria
Aansluitend:
Democracy in the Congo?
|