 |
|
22 Februari 1919 - 3 November 2002 |
 |
11-10-2011 |
Boom, Juli 1942 (apart briefje) |
Het einde van Juni was heel verschrikkelek. Onze
kleine, lieve Walter (foto) stierf. Op 25 Juni 1942 te 21/2 uur namiddag
is dat guitig, fijn ventje van ons weggesleurd. Het is zo plotseling uit ons
leven gebannen en alle ogen zijn vragend gericht naar den hemel of dat het hier
wel een noodzaak gold om onze Walter van ons weg te halen. In onze ogen waren
tranen. Ik heb die kleine gezien op zijn ziekbedje. Veel heeft hij gelejen om
zon klein pagadderke te zijn. Zijn moeder heeft zeker heur part daarmee gehad
en alles is zo rap gebeurd. Donderdags zaagt ge t al dat hij te sterven lag.
En het is me zon dwarse steek door t hart als ik daaraan terugdenk hoe dat
ventje daar lag te hijgen en te kreunen. Zo akelig ver dat die adem ratelde en
altijd regelmatig zon geluid als ´moe, moe, moe`. Het zijn harde noten om te
kraken. Het licht in huis is uitgedoofd. De zon is weg. Al het gekweel en
gespeel is doodgelopen en uitgeput, verdrietig is elk getiktak van de horloge.
We hebben de Walter naar t kerkhof gedragen op
Zaterdag 27 Juni 1942. Het was een schone begrafenis en een grote schaar mensen
vergezelde ons aller kameraadje naar zijn ruststee.
Moederharten zijn zeker hard onder den indruk
geweest van die nijpende tragedie.
Ik was de vriend van onze Walter. ´Fa` zei hij,
´Fa!`Ik zie nog steeds die kinderoogjes flikkeren. Ik voel hem nog op mn
schoot. Ik hoor hem praten en tateren. Ik heb hem nog heel en gans bij me. Ik
versta waarlek niet dat dit alles zo rap is gebeurd. Zo rap dat we die kleine
man hoefden te missen. Het is onindenkbaar.
´Beste Walterken,
Je waart nog zo heel
klein en broos in dit leven. Je had nog zon hopeloos gedacht hoe er de wereld
uitzag. Je had een moe die voor je zorgde, je vertroetelde en bij elk zuchtje
of kuchje voor jou naar de dokter liep. Je had een vader die je ook zielslief
had, dat weten wij allen. Hij die voor jou ballen en speelgoed kocht en die
zijn maïzena en rijst voor jou spaarde voor jouw pap, mijn kleine pagadder. Je
had een schare van lui die heel en al opgingen in je wakkerheid en je
levendigheid. Mensen die je allen doodgaarne zagen. Die je hadden als een meest
gewenst levensgeschenk. En toch gingt ge van ons weg, kleine kerel. Toch
verliet je ons! Nooit vergeven we je dat, nooit!
Je mocht honderd
redenen hebben om ons zo opeens te verlaten. Dat heeft geen tel, wij hielden
van jou, das al.
Walterken, als je als
een engelken hier hoog bent bij onzen Lieve Heer en je ziet hier neer op dezen
zotten boel vraag Hem dan eens heel beleefd of Hij er nu eens niks kan aan
veranderen om hier een nieuwe geest te scheppen en opdat de mensen mekaar wat
meer lief hadden.
Kleine man, wij zullen
altijd op je denken als de radio speelt van ´Schenk me je glimlach, Maria
Magdalena`, dan schokt het door ons heen. Rust zacht lieve jongen, allemans
vriend.`
Jef is thuisgekomen op Zondag 28 Juni, die vent
verschoot zich bijna dood en heeft nogal geschreid.
Elza verjaart op 29 Juni. Voor heren kado
kochten we een kader met spiegels voor de foto van ons Walterken.
11-10-2011 om 11:14
geschreven door uw neef
|
|
 |
07-10-2011 |
Boom, Juni 1942 (apart briefje) |
Nadat de Meimaand ons een paar dagen mooij
weer gaf is de zon zoek geraakt. Regen en kilte brengt Juni. Toch trapten we
zondag 14 Juni naar Sint Antonius voor d eersten keer. Het was er zoals t
moest zijn: aangenaam en varieerend. We kwamen na een zeer gelukkig verlopen
reis behouden aan wal rond half elf. Al van de maand tervoren hadden we
afspraak om naar t Kempenland te stevenen maar altijd tegenslag. Nu is t er
eindelik van gekomen en we beklagen ons geenszins onze heerlijk verlopen reis.
Deze maand brengt ons een nieuwe dosis
wendingen. We vatten de ernstige lust op om naar de KNS te gaan. Ze voeren op:
Kommedianten Revue. t Moet prachtig zijn. Misschien zie ik het als alles goed
en wel meevalt.
Verder is moeder aan de ziekelijke zijde
geraakt. Ze heet een week getornd en dan bleef ze zitten met reumatiesme in den
voet. Het betert nu toch wel. Vader is door dit slechte regenachtige weer niet
gezond. Het is voor hem zeer lastig.
Nu gaan de oude petaten afgedaan hebben en we
geraken stilaan aan onze laatste. Nu moeten de nieuwe maar vlug daar zijn want
we wachten. Die petatenkwesties zijn er van het leven want nu zit Peet als
zonder petaten en ze stelt zich met een rogge boterham tevree s middags en
daar een bord bier-waterpap bij. Het zijn rare toestanden om nooit te vergeten.
Het is wel een door en door moeilike tijd ook.
Ik trap al eens naar Breendonk. Ik praat gaarne over zaken en nu leverde ik
toch al weer een zeemvel. Het één plezier is het andere waard. De schone
zeemvellen gaan tot frank voor een
normaal grootte.
In de familie is er één die alweer de beste
zaken drijft en dat is nonkel Bert. Zaligheid wie met hem in aanraking komt.
Pluimen doet hij elk kieken. En hij laat zich door niemand vangen. Hij levert
dan ook alles wat je hebt te verlangen. Maar toch hebben we geen klagen en
zeker van tantje Anna niet die ons aldoor heeft weten bij te staan.
We kunnen dezen tijd de mensen moeilik kennen.
We hebben nog al een talrijke vriendenschaar maar er is dan ook verschil in
vriendschap
Ik heb sandalen gekocht en een lichte regenjas.
Ik ben daar zeer gelukkig mee.
Er is dan ééne die me bijzonder bijstaat en dat
is Dillie. Dat weet ik en onthoud ik. Dillie is ook iemand die voor heur danige
goedheid alleen maar wat inschikkelijkheid wilt en een portie genegenheid van
mijnentwege. Ik wil heuren dat dan ook graag geven als is Frans soms een zeer
ongenaakbaar individu.
Nu maakte mijn meisje weer een frakske voor op
de fiets. Een zeer mooij model en ik dank Dillie. Dat is ook een van heuren
grootste pleziertjes mij er knap te zien voorkomen. Ik op d eerste plaats en
dan heuren zelve
Nonkel Bert
heet officieel Jan Albrecht Michiels (1901-1966). Hij is een broer van de
moeder van Frans. Hij en zijn vrouw Anna Jozefina de Bruyn (1904-1997) hebben
een soort drogisterij en doen gouden zaken o.a. met de verkoop van zeemvellen.
07-10-2011 om 10:05
geschreven door uw neef
|
|
 |
27-09-2011 |
Boom, Mei 1942 (apart briefje) |
De meimaand is de heerlike vertolking van
jeugddromen en schitterende sprookjesgedachten. De Meimaand is de maand van Ons
Lieve Vrouwken. De kapellekens zijn versierd met duizend kleuren en de banden
papier en zilveren bollen en allerlei slierten zijn een bonte wemeling van
eergetooi. Dat is het bewijs dat de mensen Maria nog niet vergeten zijn en er
in het diepste van hun hart een zweem liefde overblijft voor de Heilige Moeder.
De Meimaand is er des te schoner in betekenis
door. Al het groen herleeft. Alles is als statievol. Ik geniet er van als ik er
eens op los pedaal. Zo gingen we op zondag 10 Mei naar Booischot.
Het was een fijne reis en we hadden een knap weer.
Het was zo echt lekker en om van te genieten. Dat deden we dan ook. We
vertrokken rond 9 uur te Boom en we waren, mits in t groen en op een terras te
blijven haperen, rond 12 uur bij de familie. We gingen van daar op Houtvenne af
om ons aardappelkontrakten te laten in regel brengen. Dat liep goed af en we
aten eens dapper. Smakelijk!!!
Zeker en vast was het mijn grootste hoop dat
het den komende zondag ook zo goed mocht wezen. Sint Antonius is het ideaal
plekje en de zomer van het verlopen jaar is het weer niet schitterend geweest
en we zouden veel meer kunnen genieten hebben. Nu zouden we alvast onze schade
moeten inhalen.
De Meimaand: ziekte!
Ons Theo viel er alweer bij. Is er iets te
pakken dan pakt hij het. Hij heeft in t hoofd gesukkeld en dan de keel. Dr.
Jacquet kwam er bij te pas en dusdanig heeft hij alweer wat verlet op t werk
en slikt hij pillekes en drinkt fleskes. In de Plaza droeg hij voor. Hij deed
het goed zo zegt men. Ja, ambitie genoeg voor alles voor het goeie en het
kwaje. Maar tenslotte is het en blijft het ons Theo met zn apart karakter dat
ik soms als een groot vraagteken op me zie laten. Was hij nu maar rap weer
hersteld want d ouders zitten er mee.
De familie van Polientje is ook altijd bij de
kwalen present. Kristienne is ook een sukkeltje. Dat kind mankeert vlug wat. Spijtig
want Maria doet er ook zo heur best voor. Maria zei: ´Ons Martha en ons
Mariette bezien een kind hebben nog altijd zo van de ideale kant maar als je
dat schaapje daar zo ziet liggen dan is het een heel andere kijk want kinderen
hebben is een heel moeilijk en veeleer ondankbaar werk.`
O, heerlijke moederschap! Dromen van een jong
meiske! Ontboezeming van een minnend paar! Lyriese bezwijking van een dichter!
De kreet in een moederhuis! Amen.
In de kinema te Mechelen, toen we soldaat
waren, kregen we een super film te zien dat we er bijna stiepel van werden. Het
begin was: ´Mei
tijd van gemakkelijke veroveringen.` We zagen een park, een
bankske, een soldaat
Wat den oorlogstoestand betreft krijgen we
weinig nieuws
De toestand wordt nijpender en dat weten we ook aan den buik. We
zijn nog niet van de slechtsten maar we konstateren toch dat er geen
vooruitgang is. Ook is de inspanning om aan eten te geraken nog 100% verhoogd.
Dillie staat ons daarin goed bij. Als is het voor dat meiske soms ook een heel
netelige positie. Maar ik bedank heur ten allen kant. Dillie is nu tevreden
over heren Frans. Ik kan ook niet genoeg doen om mijn fout ietwat te
herstellen, die fouten van verlejen jaar, laten we daar over zwijgen.
Polientje
is de volksnaam voor Maria Paulina Veeckmans (1881-?) en zus van Anna Maria
Veeckmans, echtgenote van Karel Augustijn Van Cammeren (1887-?), een andere
stiefnonkel van Frans. Maria (1911-?) is een dochter van Polientje, Martha
(°1914-2011) ook.
27-09-2011 om 16:50
geschreven door uw neef
|
|
 |
20-09-2011 |
9 April 1942 Donderdag. Het begin van een drama. We leven in afwachting. |
16 April 1942 Donderdag. Spanning.
Ik ben nog steeds vol vraagtekens. Ik vraag niks dan dat er opheldering kome.
Zou er geen oplossing komen ?
Boom, April 1942 (apart briefje)
Deze grillige maand heeft heur naam niet
verloren gekregen. Dat is bewezen. Het weer bracht veel wind, weinig zon en een
portie regenwater. Dat heet Aprilse grillen.
Het humeur van ons mensen is ook grillig.
Geweldig. Dat staat bloot aan elke weersgesteldheid. Opt werk is de rekening
er. Buiten t werk de zorg om eten.
s Nachts komen de Tommies en de Duitsers
zorgen voor knap vuurwerk dat de lui doet sidderen van plezier in hun bed.
Benevens dit alles is er een kapitale zaak. In
de Larousse vind ik: menstruer. Heerlijke, harmonieuse woorden. Ze klinken als
zilveren klokken maar eer dat ze bing-bangelen is er tijd nodig. Heel veel
tijd. Die tijd hoeft danig verstandig doorgebracht en idiote te ver drijvende
gevaarlijkheden hoeven ter zij gelaten. Moeilijk is het! Maar des te aangenamer
als je de fijne klokjesklank in je brein voelt klinken.
Filosofie in t begin der grillenmaand.
Vandaag trouwen er veel paartjes. De
Aankondiger van Boom hoeft een blad meer uit te geven doordat ze te veel
lijntjes moest bezigen voor huwelijken. Vrienden trouwen: Lowie van t kotje,
de Swa van Wiske en De Gaston. Wat een massa, wat een galanterie!
De Gaston zijn wijf, die plezante van krollemie
heeft een pees verrokken. Ze gaat met n bamboe. En de Swa van Wiske is de
grootste sukkelaar. Hij vertrekt maandag al naar Duitsland en zijn vrouw schonk
hem met de gauwte een jonge zoon juist den dag voor hun huwelijk. Schoon
affaire, zeg, maar heel treurig voor dezen die hem beleeft.
Het is den getrouwden mens die met overtuiging
kan beweren dat het bij hem niet voorvallen zou en dat hij karakter en zij moed
heeft. Maar die misschien op den drempel gestaan hebben van heel anders te
zijn. Gelukkig dat er een stuk of wat mensen gevonden worden die dat met een
eerlijk oog durven bezien. In feite zijn we daar nog geen steek verder mee
want
Realiteit: de realiteit is datgene wat vaak het
meest geweigerd wordt en dat het delikaatst en meest broos is. Het is datgene
raak is en meest treft en waarom me het liefst ons mondje houden. En tenslotte
buigt eenieder voor de waarheid want tegenover de waarheid haalt men t niet.
Ineens barst het!
14 April is de verjaardag van Dillie en van
broer. Het is een merkwaardige dag t.t.z. dezen dag behoort zeker al tot de
reeks onevenwichtige soorten die me zenuwziek en bijna suf den worden.
Het is een ziekelijke periode bij Dillie. Op
donderdag 9 April zou Dillies vakantie daar moeten zijn. Ze is ten achter en
we zijden het aan de zondag voor de week der vakantie toen ik zo plots bij heur
ben weggegaan en toen heeft t meisje gerild. Ze had zon drollig voorgevoel en
nu konstateren we dat we een van de akeligste tijdperken doorspartelen die we als
jong mens al ontmoetten.
Ten opzichte van moeder ben ik altoos
openhartig. Ik wou heur t al zeggen maar als ik heur blik zie, als ik in heur
ogen kijk heb ik er genoeg van en doet er me iets altijd zwijgen en wachten tot
morgen. Het is misschien dan ook niet nodig dat ik nog iemand méér betrek in
die gruwelperiode en dat vieze wachten op iets dat je toch niet betwijfelt weg
te blijven en waar je toch bang van hebt op grote schaal.
Verleden zondag gingen we naar Schelle naar
Frans en Leonie. Het waren gezellige uurtjes al was ik door mn geweldige
zenuwachtigheid en mijn gedurig prakizeren niet al te goed. De toestand voor
gehuwden is zeker erg
s Avonds kuieren we efkens door Niel, t was
kermis. In Niel wordt er ook gedanst. We waren in een café of 2. Alles proppens
vol.
19 April 1942 (2de apart briefje)
Ontspanning! Ja, zeker! Ik adem eens diep
vooraleer ik begin te kribbelen. Ik adem eens diep om mn ideeën bijeen te
franselen. Ik adem eens diep om eens naar waarheid, raak en juist te weten
vertellen hoe de gewenste ontspanning kwam.
Ze kwam opeens, zonder inleiding, verrassend!
Maar kontent dat ik was, ongelooflijk!
Zondag 19 April was de gewichtige dag.
s Morgens vroeg uit de veren om naar d achturenmis
te gaan. Wat heb ik daar vurig gebeden. Echt en gemeend. In den nood staat een
mens nauwe bij God.
Na de mis was er wit brood maar ik at niet. Dan
bad en daarna Nonkel Bert om eieren. Ik kreeg ze aan 5 frank. Ik ben tevree
daarover. Dan ga ik tot bij Dillie, ik bezie heur wezen. Het zegt me niks
nieuws. Ik zwijg, zij ook, dus
Ik speel klarinet hetgeen mijn zinnen verzet.
Daarna lees ik het potige boek van Felix Timmermans ´Boerenpsalm`. Een leuk
boek. Zo opmonterend en eklatant als t groot is. t Geeft zo wat zon in een
bewolkte hemel!
Dan lopen we naar den tram van 12h55. We zitten
gepakt als haringen. Ik praat over koetjes en kalfjes aan Dillie maar raak ons
delikaat onderwerp niet eens een sekonde aan. Dat was heel natuurlijk goed voor
Dillies manoeuver. Maar
we raken bij de vrienden.
Goede God! Een vriendenhart is altoos zo zeer
konsekwent dat het ook maar zijn kan en we waren nog niet in den gang van nr.
44 Borgerhout of Julian zei al lakoniek en welklinkend: ´Wat een gezicht trekt
gij nu zeg ?` Dat kan een vriend, een echte vriend alleen. Die tast op een
millimeter na je gevoelens en die meet zonder het te voelen je harteklop.
Dat is niet al, ook de mamie en de papie van
Maria konstateerden mn vieze tronie. Doch werkte ik dat min of meer weg onder
een paar schertsende klanken en wat gemoedelijk praten zoals ze je daartoe
noodzaken in zon fris heerlijk milieu als bij Mit.
Maar Dillie profiteerde van elke second en ze
fluisterde Julian en Mit wat in t oor. Ik wist van niks en daarna zijn we op
tourné gegaan door de drukke Antwerpse straten.
Verloren loop je tussen de mensen. Doch is me
dat hartelijke Antwerpen van vroeger weer sympathiek geworden en houd ik er van
om onder de vrienden wat rond te klawieteren en hier en daar hoogst zakelijk
voor een vitrine te blijven hangen en onder de stiekeme drukte van dezen tijd
als goede huisvader te handelen.
Maar, o wee, de meiskens hangen voor de
modeshow, hangen voor de winkels waar schoenen van de nieuw orde prijken. Maar
ze blijven ook staan voor winkels van kindergoed en breiwol en allerlei zaken
die een kinderkorf aangaan. Wel das wel te kras. Proficiat, jullie!!!
We kunnen ze met hand en tand er weg trekken
In ´veni-vidi-vinci` het café op t hoekske op t terras waar alles wat naar t
stad ruikt daar is t gekomen. Ja, onverwacht maar onverbiddelijk. D één keek
naar d ander en dander naar d één. Ik keek naar allen en allen naar mij. En
dan zei Mit: ´Toe, zeg t hem maar, anders sterft dat jonk nog.` ´Ja, vriend`
zei Dillie, ´t Is zo!`. Ik zuchtte. Ik ging de lucht in juist zoals als die balonnen
die die vent juist toen droeg. Ze zouden de lucht in gaan als ze van t
koordeken en de stok los konden. Alles werd paars, geel, blauw en rood. Wel was
me dat een ontploffing. God dank! De volgende pint smaakte eens zo zoet. t Was
die van Dillie, daar was roje groseil in. Zoet als honing. Dat was de kloe van
al die maanden oorlog!
Toen we eens flink gelachen hadden met het
´paradijs der jonggezellen` regende t als we terugkwamen. Verder hadden we een
gezellige en doorgelukkige dag die we nooit of nooit vergeten. We geraakten
goed aan wal en zo liep 19 April als dag van ´volledige ontspanning`
Frans
beleeft enkele bange weken wegens het uitblijven van de maandstonden van zijn
vriendin.
Er wordt veel gehuwd als anticipatie op de verplichte tewerkstelling daar
gehuwde vrouwen niet in aanmerking werden genomen.
20-09-2011 om 11:27
geschreven door uw neef
|
|
 |
09-09-2011 |
8 Maart 1942 Zondag. Marsj naar Schelle... |
Dillie en ik gaan tot bij Leonie. Leonie is alleen thuis. De Lowie is
een zeer sappige kerel. We eten koekengebak met tas kakao. Het doojt. Er is
zonneschijn en goed weer. Het ijs rijst van de daken. We eten karamellen van 12
centiem dhonderd gram
Jef komt thuis uit Hamburg (er is niet veel). Leonie Van
Cammeren (1895-1987) is een nicht van de vader van Frans en woont in Schelle.
Boom, Maart 1942
(apart briefje)
Il
pleut, mais le bonheur me sourit
Je me moque de la pluie. Het regent maar of het geluk ons toelacht
betwijfel ik sterk. Oorlogstijd is synoniem van ongelukstijd. De maand maart
die ons op 21 de lente bracht schenkt wisselvallig weer. Niet goed voor vaders
gestel en de poederbranderij houdt dan ook bijna niet op. Dat ziek zijn blijft
in ons huishouden een spijtig licht brengen. We hebben wel wat hoop in vaders
toestand, maar als ik moeder soms hoor over slechte nachten en altijd door
poeder branden dan komt er weer altijd zon wasem van meer terneergeslagenheid
over allen. Gezondheid is toch rijkdom!!!
Gaarne zou ik zingen: je me moque de la pluie,
maar eerst kunnen
De materiële kant valt alweer zwaar te slikken.
Ik heb Dillie voor de grootste verlichting fel te danken. Dat meisje staat me
in alles zeer na bij en ik respekteer dat ook ten volle. Naast de gehechtheid
van ons beide hebben we nog een onuitsprekelijke vriendschap ten bate van ons
van de broer en zus uit het Antwerpse. In moeilijke momenten helpt Julian. Een
paar woorden van hem geven me moed. Hij is zon speciale kerel die recht door
zee gaat. Ik zie dat uitkomen voor zijn eigen idee doodgaarne bij hem. Hij is
een wilskrachtig jongeman. Bij hem heb ik velerlei gedachten opgedaan die me
veel van pas kwamen en zn praktiesen zin heeft, naast mijn eigen
zenuwachtigheid, altijd veel leskens afgedwongen. Zo was het bij t leger en zo
ging het bij ons in Vlaandren.
Mit ook is een zeer aangenaam meiske. Ik heb
achting voor heren en een oneindige sympathie. Het lachend optimisme en de
gezonde kijk op zaken die heren eigen zij, staan haar wonderwel, ze is net een
heel mooie vlinder die bij de minste zonnegoedheid door t hemelblauwe
fladdert. Ja, Mitteke is een goeie vriend. Soms heb ik me zelf als eens
afgevraagd of dat ik ten opzichte van heur geen liefde koester. Das raar maar
dat is zon soort van liefde die niet te verklaren is. Het is meer dan
sympathie, veel meer. Maar echte vriendschap is het toch wel. En ik hou van Julian
ook wel en daarom ook van Mit. Vrienden, ware vrienden zijn het beiden.
We zijn over dezen tijd ietwat tevreden. Omdat
ik nu een beetje geld verdien plus onzen Theo. We moeten zo ons plan trachten
te trekken en zijn nog kontent als we thuis mogen blijven, in eigen sfeer.
Men brengt ons ook nieuws over het
tewerkstellen van ouderen en niet-werkenden. De jongere elementen zouden een
gepasten stiel aanleren. In Nederland spreekt men over te studeren in Hannover.
In Frankrijk om als boer te gaan naar Oostland. Zo krijgen we de variëteit aan
nieuws en het doet ons denken op het invallen van het briefke van de werkbeurs.
Wat er ook van zij, als God ons maar behoede van elk kwaad.
Verder is Jef dus thuisgekomen. Hij was al in
de keuken zonder dat wij er van wisten. Jef bracht niet veel mee naar t
schijnt. Hij heeft ook zijn vrij-papieren maar wat of hij doen zal weten we
niet eens van allemaal!
Wat het eten aangaat: de boter is in
rantsoenhoeveelheid geweldig gedaald. We kregen 60 gram. Je hoort mensen
praten en je hoort verscheidene opinies. De ´woekerhandel`vraagt reeds 300
frank voor een kilo boter. Het kan ons niet raken want zoveel geld om het
daaraan te besteden bezitten we niet eens.
Onze melk is ook tegengeslagen. Eén keer reed
ik naar Antwerpen en haalde en paar liter. Dan was t gedaan. Moeder haalt nu
om de week een liter naar onze melkboer van vroeger
In deze week schreef ik naar Bilzen en kreeg
een sappig briefke weer. In Bilzen verhuisden ze. Het huis van moeder werd
gekocht. Als ik aan Bilzen denk is het nog steeds met weemoedigheid en een
bijtend, onverklaarbaar heimwee. Het zijn er toch doorbrave mensen ook!
Ook schreef ik naar Vlijtingen en Loksbergen.
Tot heden nog geen antwoord
"
De vrijwillige en verplichte tewerkstelling
(bron:
http://users.skynet.be/luc.sadones/Geschiedenis/VerplichteTewerkstelling/VTFeiten.htm)
Bij het
begin van de bezetting was de werkloosheid massaal: ongeveer 500 000 personen,
d.i. 25 % van de beroepsbevolking, hadden geen werk in augustus 1940. De massale terugkeer van krijgsgevangenen en
vluchtelingen, het ontredderde industriële apparaat, het gedeeltelijk verwoeste
wegennet en de ontwrichte grondstoffentoevoer waren hiervan de oorzaak. De Militärverwaltung zag in deze werkloosheid
een potentiële bron van onrust en een bedreiging voor het herstel van de zo
noodzakelijke oorlogsindustrie. Vandaar
dat de bezetter reeds begin juni 1940 startte werd met een Arbeitseinsatzplan. De Arbeitseinsatz was een typisch
nationaal-socialistisch concept: centralistisch, totaal, plangeleid en daardoor
in strijd met de wetten van de vrije arbeidsmarkt. Het doel was tweeledig: de werkloosheid
oplossen en het arbeidsaanbod stimuleren ten dienste van de oorlogseconomie,
waarbij het tweede luik vrij vlug het belangrijkste werd. De Duitse overheid stimuleerde het
bedrijfsleven en organiseerde de wederopbouw.
Bovendien nam zij het heft in eigen handen: Luftgau, Kriegsmarine en
vooral de Organisation Todt wierven massaal aan om militaire verdedigingswerken
te bouwen en te onderhouden. Op 1
november 1941 stelden deze organisaties 152 000 Belgische arbeiders tewerk, in
België en Noord-Frankrijk.
Bij het
begin van de Arbeitseinsatz werd de tewerkstelling op vrijwillige basis
georganiseerd. Via de Nationale Dienst
voor Arbeidsbemiddeling en Toezicht (NDAT) ronselde de Gruppe
VII-Arbeitseinsatz van de afdeling Economie van de Militärverwaltung arbeiders
voor Duitsland. Een intensieve
propagandacampagne in de arbeidsbureaus en de collaboratiepers trachtte de
Belgen warm te maken voor het opzet. Bij
het begin was de actie een relatief succes: aangetrokken door de hoge lonen in
Duitsland, de werkloosheid en de armoede in België en de beloofde sociale
voordelen, vertrokken tot december 1941 circa 90 000 arbeiders vrijwillig om
den brode. Slechts een kleine minderheid
van de arbeiders waren Nieuwe-Orde-aanhangers die zich geroepen voelden om uit
idealistische overwegingen hun diensten aan te bieden in den vreemde.
Maar vrij
vlug bekoelde het enthousiasme wegens het niet naleven van de vooropgestelde
verbintenissen door de Duitse werkgever.
De lonen waren lager en werden onregelmatig doorgestuurd naar België; de
arbeidsduur was langer dan afgesproken en de beloofde verlofregeling werd niet
gerespecteerd; de arbeidsvoorwaarden waren soms slechter dan voorgesteld. Protest van de Militärverwaltung tegen deze
gang van zaken bij de diensten van Sauckel in Berlijn, kon het tij niet doen
keren. Het werd snel duidelijk dat de
vrijwillige tewerkstelling niet voldoende was om aan de noden van de Duitse
oorlogsmachine te voldoen.
Over het
aantal arbeiders dat vrijwillig naar Duitsland trok zijn de meningen verdeeld. Realistische ramingen houden het bij 200 000
Belgische arbeiders die vrijwillig dienst namen in het Reich. De documenten PS
1323 en 208 van het proces van Nürenberg geven 212 903 tewerkgestelden voor het
jaar 1941.
Reeder, de
commandant van de Verwaltungsstab, was niet te spreken over de vele problemen
die zich voordeden bij de rekrutering van vrijwillige arbeiders. Schultze, de
vertegenwoordiger in België van de Arbeitseinsatz, drong reeds vanaf augustus
1940 aan op sancties tegen werklozen die weigeren vrijwillig naar Duitsland te
gaan.
Op 6 maart
1942 werd de arbeidsverplichting in België en Noord-Frankrijk ingevoerd, zeer
tegen de zin van de Secretarissen-Generaal.
Verwilghen, Secretaris-Generaal voor Sociale Zaken, neemt ontslag uit
protest. Het Hof van Cassatie, de
hoogste rechtbank, veroordeelt de ordonnantie als strijdig met de Conventie van
Den Haag. De Duitsers zetten echter
door: volgens de Militärverwaltung had de maatregel alleen de asociale
elementen op het oog die zich onttrokken aan de dienstbaarheid aan de
gemeenschap en de strijd tegen het Bolsjewisme.
Bovendien werden een aantal begeleidende maatregelen genomen om het
succes van de acties te verzekeren: niet-kriegswichtige bedrijven worden gesloten; er mochten geen
nutteloze bedrijven meer opgericht worden; er kwam verplicht zondagswerk in
de mijnen; werkbekwame behoeftige verloren hun sociale uitkeringen. De arbeidskrachten die zo vrij kwamen, en die
niet bereid waren om dienst te nemen in Duitsland of bij de Organisation
Todt werden verplicht tewerkgesteld in
België en Noord-Frankrijk, op speciale werven, tegen 85 % van het minimumloon.
09-09-2011 om 09:53
geschreven door uw neef
|
|
 |
06-09-2011 |
Boom, Februari 1942 (apart briefje) |
Eén der ergste zaken die ons overkomen konden
is nu opgedaagd. Vader is ziek te bed. Het zijn erg droevige dagen voor ons
allen. De oorlogstijd, het dure, bijna onmogelijke leven en dan nog een zware
ziekte daarbij. Vader was al veertien dagen niet goed maar zou van t
bed-blijven niet weten. Hij zorgde voor Anna de Coeseman omdat hij er zon
meelij mee had en nu bleef hij zelf liggen. Op den nacht van zondag op maandag
moest moeder s nachts al opstaan en zorgen voor vader. De ziekte was gemeend
en Dr. Cuyckens stelde een zware kou- bronchit vast. Zo gaan de dagen in een
dubbele triestheid verder en het door-en door slechte weder betekent voor den
zieke zeker geen vooruitgang. Vader werd gespoten voor zijn luchtpijpen vrij te
maken (ephidrine) dat gaf hem ook voor zo lang het mocht duren wat rust. En het
hart klopte alzo wat regelmatiger. Dat hart is heel en gans slap en werkt heel
moeilijk. Vader weet dat zelf. Deze laatsten nacht had hij gedroomd dat hij
dood was zei hij en nu zelf konstateerde hij dat zn hart niet al te bestig
meer mee wilde.
Zoals ik dikwijls in mijn dagboek schreef is vader heel en al dezelfde van mij.
Onze gedachten koncentreren zich geweldig met elkaar. Soms botsten we maar de
verstandhouding werd steviger omdat vader en ik elkaar begrepen. Nu weer komt
het tot uiting. Vader verzweeg altijd dat het hem slechter ging. Ik vat zn
gedachten. Ik ook zou in zijn geval hetzelfde hebben gezegd. Maar ik weet
nochtans dat vader héél héél ziek is. Nu kan hij niet meer goed blijven liggen.
De rug doet hem pijn. Hij wordt heel moeilijk te hanteren en zn ogen volgen
ook de minste beweging en het kleinste woordje vat hij op. Gisteren zei hij nog
dat ik het niet al te triestig moest opnemen. ´Triestig maak je t maar als je
wilt, je moest eens zien als ik moest uit mijn bed zijn dan weet je niet eens
dat ik ziek was` en zo is vader.
Het zijn heel droevige uren, moeder bijzonder
lijdt er onder. Zij slaapt in de voorplaats op een divan. Maar al de zorgen en
kommer rusten alweer op heren. Dan is ook Theo, al is hij zo artistiek, zo toch
te benijden en kan ik, al maak ik kabaal, het wel aannemen dat het een
gevaarlijke ouderdom tot begrijpen is. Van mij zelve merkt men dat het niet
goed is bij mij tehuis al wil ik het ook zo licht mogelijk schikken en betrouw
ik op God
Verder hebben we de droevige dagen van nonkel Frans
zijn begrafenis. Nonkel Frans stierf op 14 februari in t gasthuis van
Antwerpen als slachtoffer van een arbeidsongeval. De man had een schone
begrafenis. Maar het was buitengewoon koud, broer en ik namen er aan deel.
Het weer blijft deze dagen vreselijk koud. Een
strenge winter en de mensen lopen achter kolen als waanzinnigen. Met nonkel
Frans wordt hier Frans Van Cammeren (1878-1942) bedoeld, eigenlijk een
stiefnonkel. Hij is één van de twee voorkinderen van Anna Catharina Van Herck,
door grootvader Gommaar Van Cammeren erkend bij zijn huwelijk met haar.
Die Nonkel Frans werkte op een steenbakkerij en
werd vertrappeld door zijn paard dat panikeerde voor een losgeslagen
wagonnetje. Foto afkomstig van
www.tenboome.be
06-09-2011 om 16:03
geschreven door uw neef
|
|
 |
29-08-2011 |
1942 |
1 Januari 1942 Donderdag. Het jaar
begint duister. Het zet in met n tegen t hoofd springenden toon. Dat is een
jaaraanvang dat ik nooit vergeet. t Is rond 12 uur, een klop op deur. Ik doe
open. Twee kerels torsen mn broer. Dat is broer, 17 jaar, dat is hij die ze
naar huis sleuren omdat hij zich strontzat bedronk. Dat gaat als een pijl door
t hout. Theo is niet kennelijk. Hij valt ineen. Alleman weet niet meer dat het
nieuwe jaar is begonnen. Men is gans uit den haak omdat men zich broer veel te
veel aantrekt. En hij begrijpt het niet
spijtig! s Nachts slaap ik heel
slecht en s ochtends ben ik paraat om naar de 7 uur mis te vliegen. Het weer
is niet al te lastig
Dan wens ik hier en daar Nieuwjaar. We gaan dansen. Het
is fijn in de Plaza. Theo krijgt alweer ruzie omdat hij te laat is.
3 Januari 1942 Zaterdag. Ik begin
een steken te voelen aan mijn linkeroog. Er komt een abces opdagen. Dat gaat me
fel in t hart omdat ik geweldig aan mezelf zoveel lustige tijd besteed.
Frans
verzorgt zichzelf en zijn uiterlijk altijd zeer goed.
Boom, Januari 1942 (apart briefje) Het jaar is nog niet zo lang aan den gang en we boeken al veel nieuws.
Met een snelle vaart tellen we de dagen en in de jachtende storm van d uren hebben
we zon afwisselende feiten dat er al precies een vol jaar voorbij is.
Eerstens hebben we onzen Theo die in gans glorierijk brio de allereerste uren
inzette met goed dronken te zijn en ons een alleraardigst smaakje te geven van
wat ´grote man` spelen beduidt.
We krijgen daarna een fatale ramp met mn
linker oog. Een heel lieve abces staat daar glansrijk te stralen en bolt ferm
uit blauw en geel zoals ze is. Ze staat daar en blijft er staan en kwelt me
bitter lelijk. Tot dat we geld uitgeven aan Heer Dokter in Antwerpen en in Boom
om me fijn te laten spuiten in den arm. Dat spuiten is goed voor t bloed en
voor al wat door de verkeerde werking in t bloed voorkomt.
Dat kost alweer geld en we mogen tevree zeggen
dat Dr. Cuyckens dat gratis doet. De abces barst op een zaterdag. Onze fijne
Walter stompt er tegen met zijn kinderkop en alles komt er uit gestroomd als
lava uit een berg. Met de geweldige koude van de laatste dagen geneest de weke
plaats zeer moeilijk.
Dan zondag kocht ik mn nieuwe, moderne hoed.
Brummel aan 225 frank. Ja, zoveel!
Deze eerste maand hadden we wat geluk in de
zaak van de maag. Er kwam bijtijds hulp uit den hoge en Gode zij dank hielp ons
dat weer voor een tijdje. Ook van kolen werden we weer voorzien door ons
tantje. Dat zijn gewichtige zaken als elke mens te bibberen loopt!!!
Moeder bakt zelf goed brood en koeken. Dan is
er ook nog vis geweest deze dagen. Lekker panharing en gewone haring. Laat ze
maar komen, goed eten zeg ik!
Het is al een hele tijd geleden dat we onze
vrienden uit Antwerpen ontmoetten. De eerste zondag zat ik met mn oog. De 2de
keer had Julian bezoek. Nu, op moeders verjaardag 25 Januari, gaan we naar
Antwerpen naar de Chatelet.
Ik kocht verscheidene nieuwe slagers om op de
klarinet te blazen, mn instrument is me een ware vriend geworden
.
4 Februari 1942 Woensdag. Vader
ziek! De dokter komt. Vader heeft momenten van achteruitgang ... In ieder geval
is het een zware zaak. Ons Theo is in deze dagen weer zo wispelturig.
Willebroek loopt hem te over. En in dit alles zit alleen die ´fameuze liefde`
en wat er anders gebeurt interesseert hem niet en verstoot hij. Hij noemt dit
´artiestengevoel` maar dat heet anders.
29-08-2011 om 17:43
geschreven door uw neef
|
|
 |
25-08-2011 |
5 November 1941 Frans en Dillie ... |
gaan dikwijls hun gewoontje doen aan de veerdam en stellen zich dan op
onder een venster van de bloemmolens van Rijpens. Een familielid, medewerker
van de maalderij, gooit dan een zakje witte bloem door het venster, een
rijkelijk geschenk in die tijd.
7 November 1941 Vrijdag. We trekken
ons pree! Er is vreugde in de wereld! Na maanden wordt het loon van Frans eindelijk uitbetaald.
24 November 1941 Maandag. Deze dagen
gaan in vitesse voorbij. Over den oorlog weten we weinig. Alles is zodanig
georiënteerd dat we t al gewend zijn en den strijd om te leven maar
voortzetten met de hoop dat het wel eens zal eindigen.
30 November 1941 Julian en Mit komen.
Gezellige dag. Julian heeft honig bij en Mit beschuiten. Gezellige avond.
Mitteke is weer pittig. Julian krijgt petaten mee. Zon vrienden is heerlijk.
26 December 1941 Vrijdag. Theo danste gisterenavond en zweette gelijk een koerspaard. t
Is nogal een kerel!
31 December 1941 Woensdag. Ik koop kalender.s Avonds gaat Theo weg om oudejaarsavond te
vieren. We zitten in de huiskamer. Dillie werkt. Ik schrijf. En zo gaat 1941!
We eten zalm en erwtjes en gehakt. Zo gaat het tot
25-08-2011 om 06:53
geschreven door uw neef
|
|
 |
23-08-2011 |
10 Augustus 1941 Zondag... |
Vader brengt regelmatig op zijn dagelijkse boerenreis bij zijn aardappelen en
groenten, ook geraapt tarwe of graan mede. Op zon zondagochtend pellen wij de
aren uit en er komen aanstonds enkele kilo van terecht. Dat betekent voor ons
een maand of 2 eten en pap. De dagen tegenwoordig zijn donker en regen altijd
door regen. De boeren zien alles rotten, ook dit slaat tegen
Hier tehuis haalt
Dillie weer wat nare gedachten in t hoofd doordat ons Theo iets zegt over
duur van de thuiskomst. Ik ondervindt weer wat wantrouwen is.
11 Augustus 1941 Maandag.
2de kermisdag. Er staat wat foor op den boulevard. Muziek en pret
klinken zo vies in dezen tijd! Toch wordt er veel geld verteerd door de lui die
in Duitsland werken. In deze periode zegeviert ook de mode! Er was tarwe in de
molens en we kregen een paar keer beter brood. Nadelig is het wel doordat een
mens zodoende meer te eten hoeft. De strijd in Rusland: Duitsland spreekt
steeds over Smolensk. Ze hebben het al van 16 Juli. De radio logenstraft het.
Er hangt overal viesheid in de lucht door de regen.
Smolensk is
een stad in het westen van Rusland, gelegen aan de rivier Dnjepr. Zij is het
toneel van een grote veldslag. Doordat Smolensk zo lang stand houdt, kunnen de
Russen de verdedigings-linies rondom Moskou op orde brengen, 93% ervan is verwoest.
19 Augustus 1941 Dinsdag
1 kilo petatbloem aan 35 Frank!
10 September 1941 Woensdag
Vader, Jos, Petere, Hubert en nonkel Bert gaan petaten rapen
en komen steeds goed geladen terug. Het is harde arbeid voor vader die ziek is
zeker. Maar er komt al een soort kontentement over hem dat wij een beetje aan
petaten zullen geraken. Dat doet me goed
Bij Dillie moeten ze altijd laat
werken maar ze verdienen nu een schoon centje. Dat is maar goed ook! Arbeid adelt.
14 September 1941 Zondag. Niel kermis. Julian komt niet want daarvoor is het te slecht
weer. Ik wacht op Dillie, wij maken petatbloem van de slechte petaten. Met een
rasp wordt de petat fijn gewreven en dan daarna in een schonen handdoek gedaan
en altijd schoon water bijvoegen. De bloem blijft langs onder liggen.
12 Oktober 1941 Zondag. 7 uur mis.
Daarna rijden vader en ik gans de streek van Geizegem rond om ajuin te zoeken
maar tevergeefs. Ik leer zo ook wat vragen en vader ken ik als den beste vrager
met het meest meelijwekkende gezicht. Hij krijgt een ruime kilo ajuin. Wij
plukken nog wat rapen en dat is de prijs van ons reis die tot een eind na de
middag duurde. De boeren zijn rijke smeerlappen. Ik kan er geen meer voor mijn
ogen zien en moet mezelf bedwingen als ik voor zon type sta die zijn leugens
tastbaar zijn en die zich nog uitgeeft voor martelaar door kontroleurs
uitgezogen. Ze verleren de les Gods
27 Oktober 1941 Maandag. Men neemt
61 jongens mee naar Antwerpen.
In de
Rupelstreek en Klein-Brabant is een verzetsgroep actief : De Zwarte Hand . De
Duitsers pakken een aantal vermoedelijke leden op. Velen onder hen zullen niet
terugkeren en sneuvelen in concentratiekampen.
De Zwarte Hand (bron: internet)
Aanvankelijk doel van de verzetsbeweging was om door de verspreiding van
pamfletten en kranten de Belgische bevolking op te ruien tegen de Duitse
bezetters en Duitsgezinde Belgen en daarnaast de nationaal-socialistische
Belgische verenigingen zoals VNV van Staf de Clercq en de Zwarte Brigade van
Jef Van de Wiele te bestrijden. De verzetsgroep had haar zetel in Puurs en haar
actieterrein besloeg de ganse Rupelstreek en delen van Klein-Brabant.
Hun acties beperkten zich tot eenvoudige handelingen zoals
het verspreiden van sluikbladen als La Libre Belgique, die
vanuit Brussel met koeriers naar hun hoofdkwartier worden overgebracht. In
Puurs wordt de V van Victory op de gevels gekalkt. De groep schaft zich ook
kleine vuurwapens aan om zich 's nachts te kunnen verdedigen, maar nooit werd
er gebruikt van gemaakt.
De actiegroep schaft zich ook in het geheim een radiozender
aan en zendt boodschappen uit naar Londen omtrent militaire bewegingen in hun
streek. Ze plegen ook een enkele sabotagedaad door een kerosineketel op het
militair vliegveld van Hingene te laten leeglopen. Hun 'spectaculairste' daad
was wellicht toen de groep op 21 juli 1941 (nationale feestdag van België) via
hun radioapparatuur een radio-uitzending houden, het Belgisch Volkslied
afdraaien, en onder pianospel de luisteraars oproept tot verzet tegen de
nazi-onderdrukking.
Een jaar later, tegen de herfst van 1941 telde de groep reeds
111 actieve leden, het merendeel jonge twintigers. Ondanks de goede bedoelingen
werd het amateurisme spoedig de groep fataal. Elk lid moest namelijk een
lidmaatschapsformulier met een pasfoto er op gekleefd ondertekenen, en al die
formulieren werden tezamen opgeborgen onder het altaar van de kerk van Tisselt.
Op 20 september 1941 worden de
eerste twee verzetsmannen (Bert De Mul en Jos Thijs) van de groep ingerekend.
Met in hun handen een pak pamfletten dat ze verdeelden over de brievenbussen in
hun gebied. Waarschijnlijk na een tip, vond de SD (Sicherheitsdienst) de
bewuste formulieren in de kerk en werden de leden massaal opgepakt.
Op 12 oktober wordt de VNV-er Richard Philips de nieuwe
burgemeester van Puurs en in zijn openingsspeech belooft hij 'dat schorremorrie
van De Zwarte Hand een lesje te leren!'. Ook Albert Moortgat (Brouwerij
Moortgat, "Hier rust den Duvel") de VNV-burgemeester van Breendonk
steekt een stevige duit in het zakje. Tegen 28 oktober 1941 waren 109 leden
ingerekend en dat betekende ook het vroegtijdige einde van De Zwarte Hand.
23-08-2011 om 16:24
geschreven door uw neef
|
|
 |
22-08-2011 |
22 Mei 1941 Donderdag. Donkere Rerum Novarum dag... |
Naar t Laarkapelleke met onze Jos, per fiets. Ik
koop in Hemiksem Brusselse Kaas
Jos (1926
-) is één van de twee neven van Frans die worden opgevoed door zijn tante Elza.
1 Juni 1941 Zondag.
Op bezoek in Loksbergen
flink eten bij die brave lui en maar babbelen, dan
goed geladen! Met 6.5 kg patatten, 2 grote broden en een mooie klomp frisse hoeveboter
Was de wereld maar zo vol van dat soort mensen als te Loksbergen!
6 Juli 1941 Zondag.
Gewone dagen. Als ik deze dagen niet veel kribbel in mijn dagboek dan ligt het
aan de zaak dat er niet veel moed voor is en dat er toch niet zo bijzonder veel
gebeurt als het alledaagse.
21 Juli 1941 Maandag. Nationaal Feest. De Belgische
driekleur wordt gedragen. Patriottisme is nog niet dood!
2 Augustus 1941 Zaterdag.
Naar Bilzen. s Morgens de trein te 7h21. We moeten zeer vroeg vertreken uit
Boom met de tram van 6h00. Dan trein te Antwerpen. Aarschot, Hasselt, Bilzen.
Aankomst te 10h43. Goed verlopen. Wij worden met brijo ontvangen en het wordt
een hele schone feestelijke dag. Ma en Pa en de kinderen zorgden voor ons en
het doet goed aan mn ´slecht gemoed`. Zoveel goeds nog te weten dat er goede
lui in de wereld zijn
3 Augustus 1941 Zondag.
Wij slapen knap op 2 huizen afstand, mijn juffer en ik. Daarna goed en knap
middageten: soep met konijn en flinke saus en dan ferme taart! Dan naar
Vlijtingen. Wat een boel oude herinneringen. Niettegenstaande al die kapotte
dingen en huizen. Daar is nogal wat gebeurd. En die vrouw van het winkeltje is
lelijk gesteld aan heren ogen
6 Augustus 1941 Woensdag. Vader doet
tegenwoordig wel veel arbeid daar hij regelmatig de boer op moet al is hij
ziek. Dat gaat mij wreed in t harte! Ik vind dat schrijnend dat jij als
jongman met waarde bezeten alles zo moet afzien. Ik had van morgend goesting om
naar Duitsland te trekken. Kwam er toch maar een oplossing! Ik zit nog steeds
met die René van Vlijtingen in mn hoofd
en denk nog altijd aan die arme vent die een boterham vroeg. Dat kwelt me en ik
vergelijk dat altoos met de toestand van vader en hoe die ook altijd maar hoeft
te vragen en te zorgen voor de bete broods. Dat is me waarlijk te bar en ik
beleef wel een ware neerslachtigheid.
Dat helpt niet veel want ik verricht weinig in de praktijk. Mn wil is goed
nopens de arbeid! Kon ik maar betaald geraken.
22-08-2011 om 11:41
geschreven door uw neef
|
|
 |
15-08-2011 |
4 Februari 1941 Dinsdag. Brief aan Maria weggestuurd! Die Julian blijft toch lang weg! |
Die jongen zal
nog al geschiedenissen weten te vertellen. In hem zie ik nu een ware kerel! Julian
was een trouwe makker en daarbij vond hij een knap meiske dat zo regelmatig met
me wist te korresponderen en zo juist dezelfde gevoeligheden vertoonde als ik.
Vader werkt weer, ik heb nog geen gedacht op geld... 2 liter volle melk!
5 Februari 1941 Woensdag.
Winterhulp. Soep en 40kg kolen.
Winterhulp
was een hulporganisatie die tijdens Wereldoorlog II werd opgericht. Ze bestond
in zowat alle gemeenten en had een vrij goed georganiseerde structuur in gans
het land. Ze vulde het Rode Kruis in die zin aan, dat ze ook beroep deed op de
weldadigheid van de medemensen, doch richtte zich vooral op de materiële
behoeften van de door oorlogsomstandigheden getroffen plaatselijke behoeftige
kinderen. Bij de aanvang hield ze zich vooral bezig met de bedeling van soep,
melk en vitamines. Nationaal werd Winterhulp mede gesponsord door de
"Koloniale Loterij", de voorloper van onze "Nationale
Loterij" en de "Lotto".
7 Februari 1941 Vrijdag.
Ik ontvang een brief uit Bilzen. Deze dagen zit ik weer met de hersens
volgepakt van dat oord dat me toch geen ongelukkige maar een waar levendig
tijdje boodt. Lizette schrijft over de vreemdelingen en Joden uit Antwerpen. Dat
is menselijkheid! Daar wonen die in barakken na verdreven te zijn uit de stad.
t Is een droevige periode
9 Februari 1941 Zondag
Theo voert weer zijn machtige revue op. Misschien wordt hij eens de grote man
van t moment. Amen!
19 Februari 1941 Woensdag. Vader
onderneemt nu zijn bedeltochten die weliswaar me zo wat door t harte priemen.
Maar men vraagt veel voor eten
21 Februari 1941 Vrijdag
wat
gezelligheid bij Peet. Voor ons Elza is dat toch ook erg. Zo verwijderd te
wezen van je man en dan die sloeber van een Walter te zien opgroeien zonder een
vader. Dat meiske heeft ook geen rooskleurig leven. Petere wordt zo wat een
kniezer. Peet is daar dikwels op bezig. Maar ik hou toch van die mensen en van
die sfeer, daar ben ik toch immer goed thuis geweest.
28 Februari 1941 Vrijdag.
Op de laatste dag van Februarie is onze jongen thuisgekomen.
4 Maart 1941 Dinsdag.
Regenachtige dag. s Morgens brood, smeerkaas, konfituur en geurige koffie. s
Middags: erwtensoep met een flink been en vlees, aardappelen met stoofvlees en
pap met rijst en bloem. s Namiddags bouillon en een flinke wortel. s Avonds:
fijn gebak met koffie en boerenboter. Eten hoeft een mens, dan komt hij bij,
met honger voert men geen strijd.
5 Maart 1941 Woensdag
Ons Theo is geregeld uit en haalt op een schalkse manier van alle leutige
fratsen uit. Dat is nog een kerel met een stuk optimisme en veel etenslust.
15 Maart 1941 Zaterdag.
Het brood is tegenwoordig wat beter. Russische tarwe.
20 Maart 1941 Donderdag. En dag
lijk velen. Peet wil 75 Frank geven voor een fles olie. Waar gaat de wereld met
een mens naartoe ? Ik krijg een zweer op mijn achterwerk.
30 Maart 1941 Zondag. Begin van
een ongelukkige liefdeshistorie. En dat nu nog!
In
Maart-April beleeft Frans een avontuurtje met een zekere Y. Zijn relatie met
Dillie overwint.
12 Mei 1941 Maandag. Ons Theo
zn bundel komt uit ´Mozaïek` pseudoniem Theo Schalk.
15-08-2011 om 10:25
geschreven door uw neef
|
|
 |
14-08-2011 |
1941 |
1 Januari 1941 Woensdag. Het was een
schrale dag! Ik maakte van me zelf een onmogelijke kerel! Zo is het jaar
begonnen.
2 Januari 1941 Donderdag. Jef naar
Duistland 2de keer.
4 Januari 1941 Zaterdag. Ik vind
het naïef hoe veel oudere, wijsdoende mensen kunnen handelen en hoe ze veel te
kort schieten daar waar het op menselijkheid op aankomt. We wensen de
secretaris n gelukkig Nieuwjaar, nu vandaag was t de burgemeester. Maar t
kwam op een borreltje op aan, daarom stuurden ze ons naar huis
s Namiddags bibliotheek ´Het bankroet van het
huwelijk` Deze tijd kenmerkt zich wel dat ik oneindig veel voel voor lektuur.
Ik vind daarin de zalige ontspanning en een verdrijf dat zeer leerrijk is.
Zelfs de avonduren bij mijn meisje breng ik lezend door. Het helpt ons beider
tot breder denken en inniger samenwerken.
5 Januari 1941 Zondag. Akademie,
thuis. Julian nog weg. Deze dagen zijn 10 frank, n schamele 10 frank nog te
veel om te verbruiken op een zondagavond.
Frans
volgde de tekenacademie in Boom om zijn talent verder te ontwikkelen.
11 Januari 1941 Zaterdag.
Vader moet altijd door dat onweer om roggebrood. t Is niet van weelde hoor!
Nochtans doet dat goed aan t verbruik de rantsoenzegels die we alles behalve
te veel of genoeg hebben. Wees zuinig met zeep.
14 Januari 1941 Dinsdag.
Nog steeds trekken er meer en meer werklui naar Duitsland. Dat is zeker van
weelde. Vader heeft weer wat minder hoop op t werken. Bij broer is t
soepbedeling mits 1 kg
aardappelen mee te brengen per 14 dagen.
16 Januari 1941 Donderdag.
Het sneeuwlandschap doet denken aan de tijd van ons mobilisatieleven. Nu is t
de tijd van het rantsoen en in die periode van ons soldaat zijn was er genoeg.
Dan hadden we de weelde van ons valies. Goed gevuld. Dan hadden we ons
welbesteedde centjes. Plus nog de heerlijkheid van de kameraadschap ten
opzichte van de gruweltijd van de oorlog. s Avonds verveel ik me in de
overbevolkte familieatmosfeer. Dat zal wel voorbijgaan maar mijn karakter
schikt het moeilijk, tegen mijn meisje heb ik niets.
Frans
brengt menige avond door in de Bassinstraat bij zijn vriendin Dillie, daar zijn
ze met velen en er wordt meestal duchtig gekaart, iets wat Frans niet echt ziet
zitten.
17 Januari 1941 Vrijdag.
s Nachts was er sneeuw gevallen. s Morgens in het donker naar de arbeid.
Wanneer de centen? Dat is het gewichtigste van het moment. Het is een gezellige
avond in onze voorplaats. Ik voel me het best tehuis tussen al die boeken en
krantensnipperingen. De leerstof en wetenschap die ik er uit put leg ik toch op
een goede plaats en wie weet voor wat dat al nog dienen kan! We vinden ook een
gazetje van 1914-1918, nu heb ik bladen uit dezen Krijg. God weet hoe we dat
vinden binnen een tiental jaren. Alle hernieuwt zich, ook de oorlog en we weten
hoe slecht hij alles maakte. In Antwerpen eet men beeten in plaats van
petatten.
18 Januari 1941 Zaterdag.
Vader is al weg, op weg naar brood. Zo in de vroege ochtend en zo bijtend koud.
n Mens doet veel om zn dagelijks brood en dan hoeft hij nog op te passen.
Moeder loop ook elke zaterdag om vlees of beentjes. Zijn nog gelukkige mensen
die eens een lekker soep kunnen genieten. Hier in de root zijn talloze
voorbeelden van het omgekeerde. Die mensen zijn genoodzaakt naar Duitsland te
trekken of anders te onderkomen. Droevige tijd!
De root
is een afkorting voor Caluwaertsroot, de Vrijheidshoek, waar Frans woonachtig
is.
19 Januari 1941 Zondag.
s Morgens naar de vergadering van de harmonie. De heer Van Wouwe heeft zo maar
3 zoons verloren, t zal hem voorzeker in t hart gaan als hij de vroegere jongens
terug bijeen ziet. Broer krijgt ruzie van vader voor zijn laat thuiskomen.
Broer Theo,
bijna 17, gaat geregeld uit, vooral naar Willebroek. Vermits er een avondklok
geldt is dat niet zonder gevaar, vandaar de bezorgdheid van zijn vader.
25 Januari 1941 Zaterdag.
Moeder verjaart. Trieste werk is dat vader om brood moet naar Steenhuffel. Arme
zaak want t is regenachtig en vader is dan niet al te goed ook. Moeder moet
ook vroeg lopen want bij de beenhouwer is weinig vlees. Verder onze gewone
werkuren en altijd maar op t geld wachten want thuis zitten ze er alles
behalve goed voor. Nu zeker als vader weer zonder werk is. t Zijn zware
tijden. Toch wordt moeder 45 jaar, gelukkige verjaardag.
Steenhuffel
ligt op 16 km
afstand van Boom, met de fiets ben je al vlug enkele uren onder weg.
Frans heeft
voor moeders verjaardag de dag tevoren een taart met krieken en abrikozen
gekocht en pekelharingen die amper groter zijn dan sprotjes
14-08-2011 om 08:45
geschreven door uw neef
|
|
 |
13-08-2011 |
6 November 1940 Woensdag. Ik schrijf aan Maria... |
Ik studeer s
avonds. Het weer is slecht. Ik krijg een nieuw paspoort.
Maria is
het meisje van Julian die nog steeds krijgsgevangen is. Frans studeert
bestuurlijke wetenschappen in de hoop op een beter betaalde betrekking op het
gemeentehuis van Boom.
10 November 1940 Zondag.
We rijden naar Breendonk. Er staan kontroleurs + gendarmen aan de brug. We
hebben wortelen bij en laten die in Klein Willebroek. De dagen zijn aldoor
dezelfde.
21 November 1940 Donderdag.
Donkere dag. Geen uitbetaling. Weer Duitsers in Boom.
28 November 1940 Donderdag. Er kwamen
woensdag veel krijgsgevangenen weer. De jongens zien er sip en droevig,
gekraakt uit. De vliegers plagen ons s avonds weer wat.
2 December 1940 Maandag. Vader
werkt!
23 December 1940 Maandag. Jef komt
weer uit Duitsland.
Hij bleef 3
maanden weg.
27 December 1940 Vrijdag. Vaders geld
voor een gerookte bil.
Aan eten
geraken is een essentiële bezigheid en kost veel moeite en geld.
31 December 1940 Moeder
maakt gebak. Theo krijgt zijn pree. Nu ik nog! Wanneer ? We brengen dag nog
gezellig door.
Het gezin
heeft geld van doen. Vader Jan werkt maar sporadisch in de diamant en Frans
wacht al maanden op de uitbetaling van zijn loon als gemeentebediende. Broer
Theo is daardoor moeten stoppen met zijn studies aan de Grieks-Latijnse
afdeling van de Mannekesschool, het latere atheneum van Boom. Hij begon in
augustus als hulpje bij De Winter, de latere Boomse Metaalwerken.
| |