Klik op het logo om de site van LCH-Belgium te bezoeken.
Walter en Blanca peters van LCH-patiëntenorganistaie provincie Antwerpen
Hugo Delestinne voorzitter LCH-Belgium vzw
Darleen H.
Dank u LCH Sponsors
Teller: 2805,00 euro
Marie-Louise Piedfort Jerome Boons Josepha Boogaerts Hoskens-Piedfort Hoskens kinderen Jan De Luyck G.A.R Schuurbiers Depoorter - Deroo Caeyzeele-Mondelaers Piedfort-Don Porto Carero Huyghe Freddy Vancraesbeek-Delestinne Breugelmans-Van Leuven Delestinne Hugo en Karin Callewaert Pieterjan en Lore Peter Bienenstock Bruylandt - De Astis De Rooy & Zonen Van Riel - De Kockere Eddy Gorrens Sauvillers - Bellens Janssens - Van Loon Janssens - Paradis Van Looy - Horemans Bellens Robert Horemans Maria Van Dyck - Meeuws Symens Wilfried The Oak bvba De Somer - Goor Delestinne Paul Buyens Walter Goossens Jan Pulmans Victor FF-Architekten bvba Somers - Nys Adriaenssens Anoniem Michelet - Blomme Anoniem Don Porto Carero - Van Riel Pierre Vanderhegghen Poffe Christian
Sponsors logistieke ondersteuning
"In Den Eik" Gierle
Hermans tweewielers Hapert en Reusel
Jef en Ingrid Lewiske Dirk Plees Bart en Margo Radio Lichtaart Monik en Walter (Gamarthe)
Pedro op weg naar en terug thuis van een... pelgrimsfietstocht naar Santiago de Compostela
Pedro, Luus en Martien fietsten van Gierle naar Santiago de Compostela ten voordele van LCH-Belgium vzw
U kunt nog steeds dit project steunen door te storten op het nr.: 734-3771750-11 LCH-Belgium vzw, Hoogstraat 22B/4, 3360 Bierbeek Met vermelding van "Pedro cycling4lch"
08-07-2009
Uit het dagboek van Pedro...
9 juni, vermoedelijk de laatste fietsdag van Melide tot Santiago. Het weer is slecht, wat denk je dat het de laatste week gedaan heeft...ja juist, regenen...en veel wind.
"Santiago", we zijn er... Zicht op een Santiago in de mist... Verwelkoming door René uit Nijmegen... DE Kathedraal...van Santiago
" We besluiten dan toch om vandaag door te fietsen tot Santiago. 67km, dat moet kunnen. Bij de start is het droog en de sfeer is goed bij de start. Al snel zijn we in Arzúa waar we een tas koffie drinken. Verder naar Touro, door en langs de eucalyptusbossen en langs de Gallische Horreos. Mooie natuur tot dus ver! Na ons middagmaal in Touro wordt het weer veel slechter. Regen, veel regen en wind. Dat dit type weer niet mijn ding is weten we al langer. Voor mij mag het nu gedaan zijn. Het wordt echt ploeteren, berg op en af. Ik kan niet verder genieten van de natuur en omgeving. Eén ding speelt er in mijn hoofd, Santiago halen! Mart en Luus bekijken dit anders en zeggen dat dit alles bij 'de Camino' hoort!? Rotweer is het en niks anders. Het klimmen wordt nog moeilijker dan het al is voor mij. Eindelijk bereiken we in een uithoek van Santiago het bord "Santiago"... Voor Luus en Mart een feest, voor mij een doodgewoon naambord met "Santiago" op! Foto's worden genomen, ik ben zeiknat tot op het blote vel! We klimmen verder naar het centrum van de oude stad, zelfs te voet tot het centrum. Naar de kathedraal fietsen en stappen is een must voor een pelgrim zeggen Luus en Mart. Een bijna verlaten plein voor de kathedraal is ons deel, gelukkig is René uit Nijmegen er om ons te verwelkomen...een blauwe lichtstraal op het door het slechte weer sombere plein... Verder is er bij mij geen euforie, wel een voldoening zonder meer dat ik het gehaald heb... hola Santiago!
Het beleven van de aankomst kwam pas 2 dagen later, bij zonnig weer en dat deed deugd...je komt bekende pelgrims tegen. De jongens uit Hapert en Luyksgestel, de Italianen, de mountainbikende Spanjaarden. Tussen de vele wandelaars herken ik bekende gezichten van onderweg, alleen zien ze er wat afgepeigerd uit maar blij en tevens ontroerd... " 'De Camino' wordt door ieder op zijn eigen manier beleefd...
Foto's: Pedro
7 juni, fietsen van Puente Pedrafita tot Paradela over een afstand van 62km. Ontbijt om 7.15 uur en gestart om 8.15 uur. Het weer: fris tot koud, 4 - 12°C, regen.
Links: Standbeeld San Roque Boven: de top van de Alto do Poio
" De O Cebreiro, Alto San Roque en Alto do Poio wenken. Fysiek zwaar en de laatste spreekwoordelijke loodjes wegen inderdaad zwaar. We vertrokken net voor de top van de O Cebreiro en dat was later gezien niet echt goed. De dag aanvangen met een zware klim is alleen weggelegd voor èchte fietsers, beroepsfietsers, zeg maar renners en dan nog. Klimmen in de regen en mist. Klimmen in een temperatuur van amper 4°C... Lijden, zuchten, hoesten, duwen op de trappers, trekken aan het stuur. Moeizaam bereik ik de top, ik ben een hele beklimming lang met mezelf in strijd geweest. Toch was het opnieuw een overwinning op mezelf. Na de O Cebreiro volgt nog de Alto San Roque waar ik de steentjes van mijn zoon Steve afleg en na enkele moeilijke en steile kilometers later bereik ik ook de top van de Alto do Poio! De Spaanse cols zitten er op, niet dat het nu gemakklijker wordt, neen dat niet. Het blijft klimmen en dalen tot in Santiago, dat weet ik op te maken uit de woorden van Mart en Luus. Nu is het dalen, dalen in erbarmelijke weersomstandigheden, slechter kan niet. Regen en wind, remmen meer dan half dicht geknepen en soms vol open gelaten in de afdaling en dan amper 13km/u halen wegens de enorme wind! In Triacastela proberen we in een plaatselijke bar op temperatuur te komen. Een half uur later fietsen we richting Portomarin. Dat halen we niet, in Paradela stoppen we voor de overnachting, verkleumd van de kou, de vingers blauw en de ogen gezwollen...we gaan slapen bij Señor Manuel...en het eten wordt met liefde bereid door de oma..."
Fietsen van Molinaseca richting de Spaanse reuzen van O Cebreiro. het weer is niet met ons mee, het is zwaar bewolkt, regenachtig en later regen en max 10°C.
" Vandaag dus nog een paar reuzen op het fietsmenu. Het moet op weg naar Santiago, het zij zo. Regen is m'n ding niet en dat speelt in m'n hoofd tijdens deze zeer zware rit. De stop in Villafranca del Bierzo geeft een weinig beterschap. Middageten (Tortilla con jámon y queso), stempel ophalen en dan verder voor het echte werk. Al vlug begint het feller te regenen en wordt ook nog kouder. De benen blokkeren en het hoofd wil niet verder en voor het eerst wil ik naar huis, nu direct als 't kan. Ik doe zelfs geen moeite om het Tempo van Luus te volgen en ik wil alleen zijn. Alleen met mijn miserie dat het klimmen is ! Ik heb alleen zoete koek om de energie op peil te houden. De natuur gaat aan mij voorbij, het regent te fel en heb een rotdag! Ik fiets door de dorpjes zonder ze maar één blik te gunnen, ik kijk door een beregende bril. Het wordt stilaan een lijdensweg. Mart en Luus zitten al ver voorop. Op 1100m hoogte, in Puerte Pedrafita do Cebreiro wachten ze me op. We geven er de brui aan en zoeken onderdak in een plaatselijk hostal. Een afzetter die 25 vraagt voor een kamer die slechts 10 waard is. Het bijzonderste is dat ik een bed heb en even alleen kan zijn. Hopen dat het morgen beter weer is. Nog even doorbijten zegt Wiske me aan de telefoon. Gaan we doen... Morgen bij de beklimmingen van de drie toppers...O Cebreiro, Alto San Roque en Alto do Poio..."
In de refugio van Astorga had ik geen al te beste nacht. Rugpijn bij het opstaan, dat ziet er niet goed uit voor een toekomstige zware dag. Het is fris, de zon doet haar best maar warmer dan 15°C wordt het niet, nee het zal later op de dag nog kouder en vochtiger worden. 29 km lange klim en het wordt vlug duidelijk dat we door een andere omgeving fietsen. Hier fietsend door de bergen leef je in een andere tijd. Kleine vriendelijke dorpjes en dito inwoners. Bij één van hen houden we een korte stop waar ik van Luus een 'Camino-hangertje' krijg als aanmoediging. De vrouw des huizes wil met mij op de foto...
Pedro met señora de casa
Nu wordt het menens, verder klimmen en het wordt kouder en mistiger. Het bonst in mijn hoofd, de zenuwen gieren door de keel. Ik hou even halt en neem diep adem en pomp mijn longen vol. Het echte werk begint, klimwerk. Bij het passeren van Foncebadon zie ik geen bar of restaurant, alleen geiten en ezels en een weg die omhoog gaat. Het wordt alsmaar kouder en kouder. De wind is scherp en krachtig en we gaan verder met de klim, de weg is nog lang, heel lang tot de top op 1500m. Het laatste stuk is echt van die aard om mijn adem en benen af te snijden. Ik denk aan de steentjes die ik bij me heb en zet door.
De steentjes zijn ter bestemming...
Mart zal er al zijn. Luus zie ik voor me uit fietsen en dat geeft me moed. Het kruis wil ik halen, steentjes afleggen dat is eigenlijk wel een doel op zich. Mart en Luus vertelden me later dat de laatste kilometer aan 14% klimmen was... Triomf dat ik het haalde, gelukkig was ik, vooral voor zij die de steentjes in mijn handen hadden gegeven...
Het nog deels door laat-Romeinse muren omgeven Astorga is een oude bisschopsstad, fraai gelegen op een uitloper van het Manzanal gebergte en werd reeds door Plinius 'urba magnifica' (prachtige stad) genoemd; zij had in de 9de eeuw haar bloeitijd als bedevaartplaats van de Jacobsweg.
Plaza Mayor
Casa Consistorial - stadhuis van Astorga
Op de door arcaden omgeven Plaza Mayor staat het Casa Consistorial (stadhuis) uit de 17de eeuw, met Maragatosklok en het Palacio Episcopal (bisschoppelijk paleis), in 1893 door Antonio Gaudi in zgn. gotische stijl gebouwd; binnenin een museum met schilderijen uit de 14de/17de eeuw en documenten van de bedevaart naar Santiago en Maragatosklederdraoht.
4 juni, we fietsen van Manzilla de las Mulas naar Astorga, 78km. Het weer: bewolkt met af en toe zon 20°C. Voor morgen voorspelt men regen. Vandaag is mijn fietsvriend 'Bob' jarig en Wis ontvangt haar collega's van 't werk.
Mansilla de las Mulas
We fietsen vandaag richting Astorga. Het geeft mij de indruk dat dit deel van Spanje arm is, echt arm. Zie je zo wat aan alles wat je passeert; huizen, wegen, de verzorging (geen dus) van de dorpen, de mensen zelf. Ook geen echte bron van inkomen. Alleen een stukje wijnbouw, beetje graan, maïs, hop, bieten en schrale aardappelen. Rond León bemerk je een weinig industrie, verder een doodse en arme streek. In een klein winkeltje ergens in een klein dorpje vertelt de vrouw dat er gisteren een Italiaanse pelgrim is overleden. Ingeslapen op de Camino als het ware. Schokkend en wereldnieuws aldaar voor de plaatselijke bevolking. De ooievaars, want we fietsen steeds door de streek waar de ooievaars huizen, broeden en kweken, brengen 'nieuw' leven...
Dorpje, oude bewouwing...
Overal ooievaars die 'nieuw' leven brengen.
Hospital de Orbigo heeft een gigantische oude brug met zoveel bogen dat ik ze niet kan tellen van op de plaats waar ik sta. De foto zal evenmin uitsluitsel brengen. In de weekends draaien ze daar de tijd terug en houden er middeleeuwse ridder- en steekspelen. We nuttigen in Hospital de Orbigo ook ons warm middagmaal, een pelgrimsmenu voor 9,00 euro. Het stelt echter niet veel voor, buiten de soep is het niet veel soeps. De ijscreem in plastiek potje kan amper de kwaliteit optillen.
De brug over de Órbigo
Astorga, historisch marktplein
Onderweg denk ik vaak aan de camino die we in 'La Douce France' fietsten. Mr et Mme Petit flitsen door mijn gedachten als ik een oude(?) vrouw met de blote handen bezig zie om kuiltjes te graven om haar patatas van water te voorzien... De vlakke rit biedt me echt de mogelijkheid om de voorbije 5 weken op een rijtje te zetten en de 'fait divers' af te wegen. Vanaf morgen wordt het opnieuw zwoegen, afzien voor mij. Het zware lichaam zal weer protesteren, alhoewel ik me redelijk goed voel.
Morgen, het afleggen van de steentjes, dat eigenlijk voor mij een doel op zich is, geheel apart van de Camino zelf!... Ik geloof dat ik de mensen wie een steentje hebben meegegeven hier echt mee kan helpen. Ik leg in hun plaats de zware last, die ze dragen, af. Ikzelf heb geen steentje maar wil verder - en dit asap - doorgaan tot Santiago. Wetende dat Lewiske thuis op mij wacht en me nodig heeft. De Camino uitfietsen is voor mij een prestatie en het lijden en afzien onderweg hoort bij deze tocht, niet meer en niet minder!...
"Eén van de weinige warme dagen op onze Camino. We fietsten vandaag door 'lege dorpjes', we zagen ooievaars op de kerktorens. De 'omweg' (asfaltbaan in plaats van de grindweg) geeft een desolate indruk nu de autobaan parallel loopt met de N120. Hostals, bars, winkeltjes en benzinestations sluiten hier hun deuren, jonge inwoners verhuizen naar de stad... We blijven richting Sahagun fietsen maar besluiten om 20 km eerder te stoppen. Het is te warm zeggen mijn fietsgezellen en de 'zware dagen' moeten nog komen. De 'reuzen' laten zich reeds zien in de verte, reuzen met besneeuwde toppen, dat beloofd...We vonden onderdak in een dorp met de mooie naam 'Calzadilla de la Cueza' in hostal 'Camino Real', niet goedkoop maar ik denk dat ik het verdiend heb. Na een deugddoende douche en telefoontje met het thuisfront op het terras gezeten met een cerveza 'Mahou'. Als enige Belg gezeten tussen Fransen, Duitsers en Japanners en wachten op mijn Hollandse fietsvrienden, kan het nog internationaler? Jawel, er komen nog Engelsen bij... En de hond des huizes die krabt zijn vlooien weg...en schapen vluchten in hun stal..."
La Rioja is een van de 17 autonome regio's van Spanje. De regio ligt in het noorden van het land en grenst aan Baskenland, Navarra, Aragón en Castilië en León. De hoofdstad van La Rioja is Logroño, een stad met ongeveer 145.000 inwoners. La Rioja is een van de belangrijkste wijnstreken van Europa. De Ebro en de Rio Oja(waaraan de streek zijn naam dankt) stromen door deze regio.
Het grondgebied van La Rioja (voorheen bekend als de provincie Logroño) was vanaf de 10e eeuw n. Chr. een twistpunt tussen de koningen van Navarra en die van Castilië. In 1173 werd de regio geannexeerd door Castilië.
La Rioja werd in 1982 een autonome regio bij de herindeling van Spanje na de Franco-dictatuur, en dit vanwege de economische verschillen met de omliggende regio's.
De Rioja-wijn komt uit deze regio. Rioja was het eerste Spaanse wijngebied dat in 1925 de D.O.-status kreeg. In 1991 werd de D.O. gepromoveerd naar D.O.Ca (Denominación de Origen Calificada, ofwel Gekwalificeerde Herkomstbenaming), een hogere categorie die gereserveerd is voor wijnen die gedurende een langere periode een bewezen consistentie en kwaliteit hebben laten zien. (Lees meer...)
Twijfelmomenten zijn er zeker geweest...zes weken onderweg...uit het dagboek...
* De eerste hellingen zijn zwaar, kan ik dat wel uithouden met die pijnlijke knie? * De klim over de Col de Ibañeta in de regen en de mist, twijfel om er te geraken op 5 km van de top, 1 km later wordt het plots beter met de benen... * Kaarsen aansteken in kerk, kathedraal of kapel, bidden in stilte...het geloof in dit ritueel wordt plots heel vaag als Lewiske me meldt dat Maarten opnieuw opgenomen is in het ziekenhuis... * De kracht van de Camino zal voor meerdere 'pelgrims' een te blijven zoektocht zijn... * Het slapen tussen de vele pelgrims (overnachten in een refugio of albergue) geeft me geen echt pelgrimgevoel... * Een hostal in Castrojeriz blijkt op 1 habitacion na volzet te zijn met Duitsers die +/- 1 km per dag pelgrimeren! Pelgrims? * Na het afleggen van de steentjes aan de Cruz de Ferro wil ik zo snel mogelijk doorfietsen naar Santiago...nog 300 zware kilometer... * De regen is mijn ding niet en ik word sjagrijnig zoals Luus het zei...de benen blokkeren, het hoofd wil niet verder en voor het eerst wil ik naar huis...nu direct als 't kan... * Het mooie van de natuur gaat aan mij voorbij, het regent te fel en ik heb echt een rotdag! * De laatste rit...regen en wind, voor mij mag het nu gedaan zijn...Mart en Luus vertellen mij dat dit weer bij de Camino hoort!? Rotweer bij een Camino, ja dag Jacobus... * ...uiteindelijk bereiken we in een uithoek van Santiago het naambord! Voor L & M een feest, voor mij een doodgewoon naambord met "Santiago" op! Door en door nat tot op het blote vel...we hebben het gehaald en de twijfels verdwijnen en maken plaats voor een goed gevoel dat weliswaar 2 dagen later komt als de zon schijnt...
Logroño is een behoorlijk grote stad met gezellige winkelstraten, die bekend staat om haar ooievaars. Logroño ligt precies op een kruispunt van hoofdwegen. Logroño is een levendige, maar minder interessante stad met 115.500 inwoners van wie er velen betrokken zijn bij de handel in de wijnen van de Rioja die hier worden aangevoerd. Logroño is de hoofdstad van de provincie Rioja en wie in de herfst komt, kan er de wijnfeesten meemaken.
Het silhouet van de stad wordt beheerst door de barokke torens van de kathedraal en de spitse vieringtoren van de Santa Maria. Boven de hoofdingang van de plaatselijke Sint Jacobuskerk staat een oorlogszuchtige Santiago meer dan levensgroot afgebeeld als Matamoros oftewel Morendoder. Zijn paard vertrapt een groot aantal Morenschedels. Volgens de legende zou Jacobus in de slag bij Clavijo persoonlijk de christelijke legers hebben aangevoerd en de overwinning bezorgd.
De kathedraal, bekend als Santa Maria la Redonda, is 15de eeuws en kreeg in 1742 de onvermijdelijke aanpassing aan de barokstijl te verduren. Het exterieur is van weinig belang; binnen zijn alleen de koorstoelen uit de 16e eeuw en enkele kapellen het bekijken waard. De Iglesia de Santa Maria del Palacio was oorspronkelijk de residentie van Alfonso VII en werd in de 12de eeuw door de Orde van het Heilige Graf tot kerk omgebouwd; korte tijd later volgde de uitbreiding met de opvallende, piramidevormige vieringtoren. Interessant is alleen het altaarstuk van Aernout van Brussel in de Capilla Mayor. De Iglesia de San Bartolomé, tussen beide genoemde kerken in gelegen, heeft nog een door de school van Navarra beïnvloed gotisch portaal met beeldhouwwerk dat ons het leven van de schutspatroon laat zien.
Op de route naar Santiago de Compostela ligt in Murazabal de kerk van Santa Maria de Eunate.
Eenvoudig, origineel en mysterieus staat de kerk te schitteren in een open landschap. Het achthoekige grondvlak en de kloostergang die erom heen loopt, maken de kerk anders dan iedere andere Romaanse tempel. Het niet verklaarde mysterie van haar oorsprong en het indrukwekkende interieur wekken de belangstelling op voor deze tempel, die vroeger hospitium voor pelgrims, grafkapel, baken en wegwijzer voor wandelaars, een Christelijke cultusplaats en een aards heiligdom voor zoekers naar esoterische krachten was.
De kerk is in 1170 gebouwd, maar haar oorsprong is niet duidelijk: sommige geschiedkundigen denken dat zij misschien het werk was van de tempeliers en het hospitium van de Orde van Sint-Jan, terwijl de volkstraditie de bouw toeschrijft aan een koningin of dame wier graf onder de stenen ligt, en dat de kerk daarom dienst deed als grafkapel. De ontdekking van graven tussen de zuilen en de kloostergang en de overblijfselen van een graf aan de voet van de toegangsdeur, waaronder een pelgrimsschelp is aangetroffen, bevestigen dat het een kerk was waar pelgrims werden begraven.
Het bouwwerk met zijn achthoekige grondvlak is, net als het Heilige Graf te Jeruzalem en andere twee bouwwerken van de Camino de Santiago, omringd door een fraaie galerij met 33 bogen, met versierde kapitelen. De harmonie van het achthoekige grondvlak wordt doorbroken door de vijfhoekige abside en een vierkant torentje dat tegen de epistelzijde is aangebouwd. Op de buitenmuren worden ramen met open constructies en blinde ramen afgewisseld met twee toegangsdeuren. De deuren aan de noordzijde, aan de kant waarlangs de Jakobsweg loopt, zijn rijk versierd, terwijl de andere, die naar het westen uitkijken, eenvoudiger zijn.
Beklimming Col de Ibañeta, uit Pedro's dagboek...
26 mei 9.00 uur. Start in Gamarhte met uitgeruste benen en hoofd, althans dat zou moeten na een rustdag. Het verloopt al vlug anders dan verwacht. De aanloop naar Saint Jean Pied de Port is al best zeer lastig en in het stadje zelf wordt er uitgebreid halt gehouden om boodschappen te doen en koffie te drinken. De benen worden opnieuw zwaar en het werk is nog niet eens begonnen. Het is daarenboven koud en bewolkt, het ziet er naar uit dat het ieder ogenblik zal regenen. In Arnéguy begint de eigenlijke klim, aanvankelijk niet steil tot Valcarlos.
Daar begint het serieuse klimwerk en het begint ook te regenen en ik laat de anderen gaan. Ik dring niet aan om hun tempo te volgen. Ik besef nu al dat mijn eerste col op de Camino een lijdensweg zal worden. Tijdens het klimmen kan ik zelfs niet genieten van de omgeving, het regent onophoudelijk en hoe hoger ik klim hoe meer mist er hangt. Enkele malen zet ik voet aan grond om de druk van de benen te halen en te drinken. Waar ben ik mee bezig flitst het door mijn hoofd. Ik denk dan aan mijn belofte om de steentjes naar Cruz de Ferro te brengen en dat is nog een heel eind. Doorbijten dus en terug de fiets op en stoempen en trekken. Het gaat echt heel moeizaam en als dan nog het verkeer even toeneemt is de pret er helemaal af als er al pret aan te beleven was... Het kleinste verzet wordt aangesproken en ik kan alleen maar hopen dat ik het rond blijf trappen. Vrij rustig klim ik verder onder het motto van 'traag, trager, traagst', wie had me dit weer voorgezegd... Ik neem in volle mist en regen de ene bocht na de andere en het stijgingspercentage gaat ook de hoogte in. Maar ik voel zo iets van binnen dat ik het zal halen en dat stemt me blij. Plots duikt in de mist de naamplaat van "Ibañeta 1057m" op. Een kleine korte 'yes' gaat over mijn lippen en dankbaar maak ik een kruisteken. Foto nemen van de kapel en de top en daarna zo vlug mogelijk naar de slaapgelegenheid die Mart en Luus ondertussen reeds hebben vastgelegd. Het was een zware dag, mentaal en fysiek, maar de eerste 'grote hindernis' werd genomen...
"Madamme s'il-vous-plait, connaissez-vous les Belges"? We moesten in dit kleine dorpje aan de voet van de Pyreneeën de weg vragen naar Monik en Walter, het Vlaamse koppel dat hier al enkele jaren woont.
Correctie: We wonen hier nog geen jaar ! Pas op 26 juni vieren we ons 1 jaar Baskenland! Op 25 juni 2008 zijn we in Edegem vertrokken en de dag erna zijn we in Gamarthe aangekomen. (Dixit Monik)
Monik en Walter verwelkomen ons zeer hartelijk, hun beide hondjes, Kara en Kwispel voelen zich in hun nopjes met het bezoek. Inkwartieren, douchen en onze vuile was (laten) doen. 's Avonds een lekkere maaltijd, blog verzorgen en tevreden naar bed, oh ja, morgen een rustdag...
Na het ontbijt nog een keer het blog aangepast. Met Walter en Monik een bezoek brengen aan Saint Jean-Pied-de-Port lijkt me een zeer leuk idee. Ook René uit Nijmegen opnieuw ontmoet daar in StJPdP. Hij zal ons morgen vergezellen over de Col de Ibañeta. We weten nu ook waar we de Jacobusstempel kunnen ophalen in St JPdP. Het stadje is zeer toeristisch en ik krijg de indruk dat er tal van 'nep-pelgrims' rondlopen. Wie ben ik echter om dit te zeggen? Wat ben ik in de ogen van de naderen?...
We hebben ook even het in aanbouw zijnde huis van Monik en Walter gaan bekijken. In de namiddag komt Ludo Docx op bezoek, priester-activist en vechter voor de Basken in de streek. (zie ook vorig log). Chris en Sooi komen ook op bezoek en nemen onze overbodige ballast mee naar huis! Het wordt echt gezellig wanneer iedereen aan tafel geniet van de maaltijd van Monik, incluus het kaasdessert en de wijn.
Chris en Sooi nemen de tenten mee, ballast minder dus. Met een opgedragen dikke knuffel (van Lewiske aan mij) neem ik afscheid van Chris en Sooi. Dagboek inschrijven, verder nog enkele gezellige uurtjes samen met Monik en Walter. Morgen wacht een zware dag en hopelijk is het weer opnieuw zonnig. Radio Lichtaart hebben we live vanuit de huiskamer gedaan, een toffe babbel met Gust en iedereen in Lichtaart en omstreken weet nu dat er Vlamingen woningen in Gamarthe. Gamarthe, waar ligt dat ergens?...
Onze Heer heeft rare en goede kostgangers op z'n wereld lopen...
We ontmoetten op 25 mei Ludo Docx, priester-activist en diensdoende pelgrimsontvanger in de Frans-Baskische landsgemeente Saint Palais (Donapaleu). Ludo was te gast bij het Vlaamse gezin Walter en Monik te Gamarthe, waar wij ook waren uitgenodigd om te overnachten en een dagje rust te nemen. Ludo verdedigd al 19 jaar de belangen van de pelgrims en ook de belangen van de Basken in de streek. Ludo is een gezellige wat (te) rechtsgezinde man. Een man met levenswijsheid, een man die weet wat doorzetten betekent. Ludo wordt door zijn soms (te) krasse uitspraken niet altijd even geliefd en graag gezien. Ludo is een Belg, pardon, een Vlaming in Baskenland...Ludo is een toffe man, afkomstig uit Berlaar-Heikant een Vlaming in hart en nieren. Ludo is een man waarvan men veel kan leren...Une nouvelle histoire belge à Donapaleu...
Uit "Tribune des Lecteurs", Berriak samedi 16 mei 2009 "Nos amis belges accueillent les pèlerins" était le titre d'un article en première page du journal de Saint-Palais dus vendredi 24 avril dernier...
Uit het dagboek van Pedro...22 mei. Door de Landes fietsen is niet alleen lichamelijk maar vooral psychisch zwaar, volle en halfvolle glazen... Ik denk na over hetgeen reeds is gepasseerd. Ik denk na over hetgeen wat verleden noemt. Ik denk na over hetgeen wat komen moet en dat, ja dat baart me zorgen. Het halfvolle glas geeft me waanideeën... Ik zie ineens reusachtige bergen voor mijn ogen verschijnen. Bergen met grijpgrage handen die me afduwen, terug naar beneden en handen die me weigeren omhoog te trekken...Het volle glas geeft eindelijk zon, rugwind en 25°C aan temperatuur...
Realiteit is dat ik fiets over lange rechte vlakke wegen. Langs metershoge kaarsrechte dennenbomen. Het lange oneindig lijkend recht stuk waar ik momenteel door fiets heeft geleden onder de zware voorjaarsstorm zeg maar orkaan. Afgeknakte bomen, omgewaaide electriciteitspalen, afgerukte daken, kortom een triestig aanzicht op de oh zo serene Les Landes.
Toch is niet alles recht en vlak in Les Landes, er zijn ook riviertjes waar de wegen naar toelopen en terug van weg lopen via een serieuse helling...Moustey wijst me er op dat ik nog een goeie 1000km voor de boeg heb. Les Haut Landais in Moustey is een stopplaats voor een verfrissing, deze auberge wordt uitgebaad door een Nederlands echtpaar. Ik ben er niet alleen, meerdere pelgrims hebben weet van deze plek...
's Avonds wordt er gestopt in Labouheyre en slapen doe ik in de refugio van Jacques en Jacqueline, toepasselijke namen voor het runnen van een refuge voor pelgrims op weg naar Santiago...Luus, Mart, Esther, Eric en de mooie Delphine zijn mijn compagnons...
Remember de ontmoeting in Commensacq met een oude vrouw die me vertelde dat haar vriendin ook op pad is naar Santiago de Compostela...per autobus weliswaar. Zo heeft iedereen zijn eigen manier om de 'Camino' te ondergaan...
18 mei: Lezay - St Jean d'Angély, 72km Ontbijt: 08.00 uur Start: 09.00 uur Het weer: Zonnig met bewolking, later overwegend bewolkt, temperatuur: 15-20°C "Het wordt opnieuw veel klimmen. Vandaag hellingen van 6% à 7% en meer. Afzien op de fiets. Afzien om te pelgrimeren, lijden is een boetedoening...
We overschrijden de 1000km ter hoogte van Melle (ja, in Frankrijk is ook een Melle en waarschijnlijk ook 'de man van Melle'). Op en af, fietsen langs hoge hagen en toch niet geheel uit de wind zittend. Door het Fôret d'Aulnay waar we ons bij één van de vele carrefours van weg vergissen en zo uitkomen in een onooglijk klein dorpje, Gâtebourse genaamd. In het bushokje (lievelingsplek van Luus en Mart om een eetstop te houden) aldaar is het tijd voor de broodmaaltijd. Stokbrood met kaas en soep. Verder naar Aulnay. De benen zijn redelijk, nog steeds na de zware hellingen...reeds 40km afgelegd. Door de rustdag van gisteren is de moreel opnieuw goed. In Aulnay bezoek gebracht aan eglise St. Pierre. Een stiltemoment gehouden.
We fietsen door vele kleine dorpjes en gehuchten waar de tijd is blijven stil staan. Ik waande me soms enkele eeuwen terug...zoals ik me die tijd voorstel uiteraard. Met nog enkele heftige klimmetjes bereiken we St. Jean d'Angély. Op de markplaats ontmoeten we opnieuw Benny en Gre uit Drenthe. Na wat inkopen gedaan te hebben zoeken we de camping op (via een grote omweg).
Tent opzetten, douchen en eten. Broodje met kaas en twee amandelkoeken. Om 18.30 uur radio Lichtaart opgebeld, live gesprek met Gust. Luus heeft ook haar stem laten horen in de Kempen rond Lichtaart. Van uit de telefooncel nog naar Wis gebeld en dan slapen en morgen vroeg uit de slaapzak om het campingritueel uit te voeren...en verder op weg naar de Atlantische kuststreek... Totaal aantal kilometer gefietst tot op heden: 1054km"
We verbleven in Tours, een verplichte halte voor een pelgrim...
13-14 mei... Een pelgrim op weg naar Santiago de Compostela maakt een stop in Tours, vooral een bezoek aan de basiliek Saint Martin kan en mag niet ontbreken... Tours is de hoofdstad van het departement Indre-et-Loire, regio Centre de la Loire, aan de Loire en de Cher.
Tours was in de Gallische tijd de hoofdplaats van het volk van de Turones. Sinds de 3de eeuw was het de residentie van bisschoppen, van wie de bekendste H. Martinus (in 371 tot bisschop gekozen) was. De stad vormde gedurende de middeleeuwen een van de voornaamste middelpunten van cultuur. In 1154 werd Tours met het omliggende land, Touraine, deel van het graafschap Anjou onder het Huis Plantagenet, dat ook in Engeland regeerde; in 1205 werd het aan de Franse Kroon getrokken. Het hedendaagse Tours is een belangrijk regionaal centrum en er is belangrijk toerisme. De stad is zetel van een rooms-katholiek aartsbisschop en herbergt een universiteit, een conservatorium, een studiecentrum betreffende de renaissance, een academie voor schone kunsten en tal van andere culturele instellingen.
Links, de basiliek St. Martin Rechts, de toegangspoort voor de Pelgrims
Het beroemdste bedevaartsoord van Frankrijk is het graf van de heilige Martin of Martinus, de apostel van de Galliërs. Als zoon van een Romeinse volkstribuun, volksleider, in 316/17 geboren in Sabria/Pannonia en in Pavia opgevoed, trad Martin op 15-jarige leeftijd in het Romeinse leger. In deze tijd vond de beroemde manteldeling van Martin plaats voor de toren van Amiens. Na het doopsel te hebben ontvangen op 18 jarige leeftijd was hij leerling van de heilige Hilarius van Poitiers. Na enkele jaren van kluizenaarschap op het eiland Gallinaria bij Genua stichtte hij in 361 het eerste klooster op Gallische grond en in heel Europa in Ligugé bij Poïtiers. In 371 werd hij door het volk gekozen tot bisschop en hij stichtte in 375 het klooster Marmoutiers. Hij stierf op 8 november 397 tijdens een zielzorgreis in Candes bij Tours.
Als eerste niet-martelaar verwierf Martin al snel na zijn dood algemene verering, die ook tot uitdrukking kwam in de pelgrimsreizen naar zijn graf. Ter ere van de overleden bisschop werd in circa 470 een basiliek gebouwd, waarin zijn stoffelijke resten werden bijgezet. In totaal vijf pausen maar ook Karel Martel (675-714) en Karel de Grote (768-814) namen deel aan de beroemdste bedevaart van de Middeleeuwen.
12 mei...op weg naar Tours... We noemden ze steevast "meneer en madam Petit", is trouwens ook hun familienaam, als we het hadden over die ene chambre d'hôte bij Villiersfaulx. Heel het verdere verloop van onze trip naar Compostela werden beide inwoners van Thoré aan Les Morines aangehaald als het voorbeeld van vriendelijk ontvangst...
In Villiersfaulx zelf was geen slaapgelegenheid te vinden. Gevraagd aan twee heren aan het plaatselijk schooltje en deze beide toffe begroeters stuurden ons 2 km terug naar Thoré, daar was wel een chambre d'hôte. Inderdaad in Thoré-Houssay vonden we voor die dag een onderkomen. De vier musketiers, René uit Nijmegen was de vierde pelgrim, werden eerst wat twijfelend aanschouwd, maar vlug werden we onthaald zoals het nog niet eerder was gebeurd.
Net van de fiets gestapt stond de karaf wijn al op de tuintafel. Vijf minuten later wisten we welke kamer we zouden delen. Ook werden we uitgenodigd om 's avonds de table d'hôte te gebruiken. De pot 'reusel' (wie heeft dat potteke met vet op de tafel gezet...) kwam eerst op tafel en ja proeven moesten we, vervolgens nog een karaf wijn, nu een vin rouge du maison. De tongen kwamen los en mijn Hollands gezelschap begon zowaar ook Frans (met veel haar) te praten... Madamme Petit had zich uitgesloofd om soep met brood, patatten met boontjes en varkensfilet te bereiden met als toetje een crème brulée die ietwat te nat was uitgevallen... Natuurlijk was er ook nog de traditionele Franse kaas... Meneer Petit vertelde honderduit over zijn mini boerenbedrijf, over varkens en geiten, patatten en wijn. Over hun kinderen, over hun broers en zusters, die blijkbaar allen op de een of ander manier mee het bedrijf runden. Over zijn 25 jaar oude Mercedes, over zijn overjaarse tractors en Spirou, de hond, die 'likte' mee aan de pot... De gezellige en naar het eind toe luidruchtige avond werd afgesloten met een coup de Whisky van eigen brouwsel. En of dat we geslapen hebben... 's Morgens stonden beide kranige 'oudjes' paraat om een overheerlijk, meer dan Frans ontbijt te serveren.
Salut M et Mme Petit, merci beaucoup pour l'accueil... Het volledige adres van de charmante chambre d'hôte met table d'hôte: Hubert et Annette Petit, Les Morines, 41800 Houssay, gelegen tussen Châteaudun en Tours midden de graanschuur van Frankrijk...
5 mei een voorteken..? Onder een druilende regen (motregen dus) vertrokken we in Honnecourt sur Escaut. Bij het passeren van een grot hielden we halt en stelden vast dat deze grot een replica is van de Lourdesgrot. Na een gebedje voor beter weer en voorspoed op onze tocht begon het plots feller te regenen. De heilige Bernadette begon zowaar echt te wenen. Zou dit een of ander voorteken zijn? Ik was trouwens de dag voordien het Maria-medaillonnetje verloren, ook een slecht voorteken?
In Gouy zijn we de Scheldebron gaan bezoeken en daar gebeurde het dan. De val van Pedro, hij geraakte niet uit de klikpedaal met alle gevolgen. Val op de 'slechte' knie en op de 'slechte' schouder...Na de eerste zorgen toegediend door Luus ging de rit verder en Pedro... hij keek somber...
In Berlancourt vroegen we om een slaapplaats maar de vrouw des huizes was nu net de gastenkamers aan het schilderen. De traan van Bernadette had al duidelijk haar werk gedaan... Verder naar Bussy waar het plots ophield met regenen (zou de traan van Bernadette opgedroogd zijn?) en waar we gratis onderdak kregen in een gîte. "La Ferme de La Cressonniere", een grote en gezellige gîte, helemaal voor ons alleen...merci monsieur Codron, merci beaucoup!
Foto's: Pedro Zie ook: klik op de foto van de gîte
Noot: foto's zijn aanklikbaar gevolgd door meer nieuws over de CAMINO ***** Bron van de teksten: Bezinningsboekje voor de Compostela-pelgrim ***** Op pelgrimstocht gaan is los-laten allerhande dingen, maar ook: je zekerheden. Je leert vertrouwen.
Op pelgrimstocht gaan is achter-laten: je vertrouwde omgeving, maar ook: een stuk verleden. Je trekt de toekomst tegemoet.
Op pelgrimstocht gaan is toe-laten: nieuwe ervaringen en nieuwe mensen, maar vooral ook: nieuwe levenszin. Je hoopt te vinden
"Peregrino, onde vai o seu destino?" "Onde éque a vida me leva, meu filho!" "Pelgrim, waarheen gaat uw bestemming?" "Waar het leven mij naar toe leidt, mijn zoon"
Ik wil de Camino fietsen, mezelf naar Santiago de Compostela brengen. Het zal me sterken en als ik het haal ben ik een pelgrim.
Pelgrim zijn is de steen, die je meezeult, onderweg achterlaten; en nieuwe stenen vinden om met je leven iets moois te bouwen
Pelgrim zijn is je pelgrimsstaf nemen en op weg gaan, je kleine zekerheden verlaten om te ervaren wat en wie de Grote Zekerheid is, en daarop mogen steunen, als op een staf.
Mezelf tegenkomen is onherroepelijk, waaruit ik zal leren... ***** Bouwkunst en cultuur wil ik opnemen en toevoegen om te bewaren...
Een moment van stilte zal ik koesteren en de rijkdom hiervan ervaren...
Alles beleven, alles ondergaan, dankbaar ben ik mijn naasten omdat zij mij dit alles gunnen...
Pelgrim zijn is je een stuk van de weg voelen worden; je over bergen en grenzen heen werken, geloven dat het doel voor je ligt...
Pelgrim zijn is doorheen de schoonheid van de natuur iets van de Kunstenaar vermoeden en geloven dat Hij ook jou wil kneden en vormen, dat Hij ook in jou zijn schoonheid wil leggen...
Pelgrim zijn is het brood breken met anderen en méér terug krijgen dan je gegeven hebt; je leven delen met een vriend en voelen dat de Andere mee fietst.
Pelgrim zijn is je laven aan de bron en ervaren hoe levend-gevend water kan zijn; is op zoek gaan naar de diepste bron van jouw leven
Pelgrim zijn is het kruis van jouw leven niet langer wegstoppen maar het opnemen en ontdekken dat je het dragen kan.
Pelgrims zijn is fluiten van vreugde omdat je doorheen veel zweet en moeite het Doel in zicht krijgt
Pelgrim zijn is jouw kleine hand in Zijn grote hand leggen, geloven dat jouw Naam in Zijn palm geschreven staat, vertrouwen dat Hij je draagt en nooit laat vallen.
Pelgrim zijn is een schelp vinden, er blij om zijn, maar ook weten dat het maar een halve schelp is; er zeker van worden dat je pas lééft als je jouw oren, jouw handen als een schelp opent voor anderen...