Na een rit van zes uren over 360 kilometer met meer dan de helft flinke regen zijn we aangekomen in Guldental, Rheinhessen tussen Koblenz en Mainz. De installatie op de camping is vlot verlopen en ze kennen ons daar nog. De eerste momenten dienen om uit te rusten en morgen krijgen we bezoek.
We staan terug in de startblokken. De caravan is in orde voor een trip naar Duitsland. Het is dus tijd om te vertrekken naar Rheinhessen, naar Guldental tegen Bad Kreuznach. We zitten niet ver van de Rijn tegen Bingen. Camping Lindelgrund kennen we al van vorig jaar, het wordt dus een beetje thuis komen. Rémy is nu acht maanden oud en is in zijn nopjes. Wij zitten met ons hoofd vol met kaartstudie, inventaris van het reisgoed en het opladen van smartphones, satellietzoeker, wandel GPS, e-reader en wifizender. Maandagvoormiddag “geht es los”. Via Aachen rijden we naar de Rijn over Koblenz, 360 kilometertjes naar Guldental.
Door een mistig landschap zijn we door Bourgondië, Champagne en Ardennes naaar Vlaanderen gereden. Hier nog de (voorlopig) laatste foto's van Frankrijk bij het ochtendgloren. Zoals ik al schreef, blijven een paar weken thuis en vertrekken dan naar Duitsland. Het plan is naar Rheinhessen te trekken, Rheinland-Pfalz, tegen Bad Kreuznach. Ik heb al contact met camping Lindelgrund in Guldental. Vorig jaar stonden we er ook. Op 20 mei vertrekken we. Houd de blog in de gaten.
De tweede en laatste dag Chablis werd uiteraard besloten met een bezoek aan wijnhandelaar Camu. We kochten er al eerder de vermaarde Chablis wijn. Morgen gaat de caravan weer aan de haak van de Mercedes Vito en dan trekken we naar Vlaanderen, zo’n 450 kilometertjes via Troyes, Châlons-en-Champagne, Charleville-Mézières, Charleroi en Brussel, gewoon recht omhoog zonder péage. Voorlopig houdt deze blog op. Maar niet voor lang, want binnen een 20-tal dagen trekken we naar Duitsland. Houd uw handen aan het toetsenbord en wacht een tijdje tot er een bericht komt dat er weer nieuws verschijnt. Tot binnenkort!
Chablis. Daar staan we nu, op de camping municipal du Serein. De camping is ruim en we hebben een mooie plaats voor de twee nachten. Chablis is een leuk stadje, waar de edele wijn zegeviert. Je vindt hier tal van wijnbouwers. Je vindt hier ook nog een “triperie”, een maison de l’andouillette, een slager die gespecialiseerd is in het bereiden van darmen en ingewanden.
Ooit gehoord van Châtel de Neuvre? Wellicht niet. Het is een dorpje dat op de weg ligt van Clermont-Ferrand naar Moulins. Wij staan er voor een nachtje op de camping municipal. De camping is eenvoudig en gericht op passanten, zoals wij. De rit van het zuiden naar Châtel De Neuvre was aangenaam langs de A75. We passeerden de Cévennes en de Gévaudan in de Lozère.
Het is de laatste dag Provence. Veel nieuws valt er niet te rapen. Ik heb mijn voortent keurig opgeborgen. We staan klaar om morgen rond 08.30 uur te vertrekken. Ik doe aan kaartstudie en beslis de route te nemen langs de A75. Deze is gratis en je moet alleen betalen voor de viaduct van Milliau. De route gaat over Nîmes, Montpellier, Milliau, St.Flour en Clermont-Ferrand. Er is ook nog een route door de Cévennes, maar de weg is smal en bergachtig. GPS is waardeloos. We zien wel waar we morgen uitkomen. Er zijn campings genoeg.
Er zijn nu nog twee dagen Saint-Rémy. Zondag trekken we noordwaarts. We zijn ruim drie weken in Saint-Rémy, in de Provence gebleven. De stad blijft bekoren. Daarom ben ik er nogmaals rond en door gewandeld. En opeens krijg ik respect voor de Italianen. Mijn buurman Paolo uit Padua schatte mijn leeftijd op 40. Ik krijg ineens eerbied voor de gondels van Venetië, de gebouwen van Rome, de scheve toren van Pisa, de glimmende borst van Julia uit Verona en de mislukte treinstellen van Ansaldobreda. Ik heb een foto genomen van het dochtertje van Paolo met Rémy. Morgen ga ik de voortent van de caravan afhalen, ze proper maken en opbergen voor het verblijf in Bretagne binnen enkele weken.
Rémy en ik zijn vandaag naar de abdij van Montmajour gereden. We moesten er allebei zijn: Rémy voor zijn eerste communie en ik voor mijn hoofd- en dagelijkse zonden. De abdij is indrukwekkend en overheerst het gebied van de Camargue. Helaas zijn de foto’s ervan verdwenen door een verkeerde handeling van mij. In de plaats komen dan andere leuke afbeeldingen van de Alpilles.
Regen, regen en nog eens regen. De bodem is ondoordringbaar en dat maakt dat plassen enkel kunnen verdwijnen door zon en wind. De bodem van mijn voortent is nat en het regenwater sopt. Het kan alleen maar beteren en we hebben geen last van muggen. Deze namiddag heeft de zon het gehaald van de regen, maar een staat een strakke wind. Het is echter geen mistral. Vandaag doen we niets speciaals, daarom vind je enkel foto’s van de camping en het dagelijkse leven.
Indien ik paus was, dan woonde ik in het paleis van Avignon. Maar ik ben dit niet en je kan niet alles willen in het leven. Ik ben met de bus naar Avignon gereden om er een vluchtig bezoek te brengen. Vele jaren geleden had ik het Palais des Papes al eens bezocht en daarom moest ik de wachtrij van een uur niet doorstaan. Het weer is omgeslagen en er valt af en toe een druppel uit de lucht. Helaas is het bruine sahararegen en dat maakt de auto’s vuil en de ruiten ondoorzichtig.
Deze morgen maakten Rémy en ik ons klaar voor een volgende wandeltrip. Maar het wandelpad was onderbroken door een particulier domein, waar geen doorgang mogelijk was. Wij dus naar Maussane-les-Alpilles. Het is een stemmig dorp aan de voet van de bergketen. Het echtpaar Nico en Tine baten er een tabakswinkel uit. Van Maussane naar Fontvieille is het maar een boogscheut. Daar hebben we een wandelingetje gemaakt naar de “Moulin de Daudet”. Iedereen weet dat de schrijver Alphonse Daudet niet daar zijn “lettres de mon moulin” geschreven heeft, maar op een kamertje in Parijs. Het had nochtans mooi kunnen zijn.