REMBANG
Claas Persijn, geboren in 1761 in Amsterdam en stamvader van de Indische Persijn-stamboom (gebied Semarang-Jepara-Rembang op Java) woonde en werkte heel lang in Rembang, waar hij ook in 1820 overleed. Ook zijn echtgenote Maria Magdalena Salomons is in Rembang overleden en begraven Ook verschillende personen uit de Persijn-stamboom hebben in Rembang gewoond en/of gewerkt. Deze plaats neemt dan ook in mijn stamboom een bijzondere plaats in en het is daarom dat ik hier wat meer over Rembang vermeld.
Rembang behoorde net als Semarang en Jepara/Japara tot de belangrijkste handelsposten van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC).
De VOC vestigde zich in Rembang vanaf 1680 en aanvankelijk vooral voor de inkoop van hout. De uitgestrekte bossen in de omgeving leverden hout dat zeer geschikt was voor de export naar Batavia, waar het gebruikt werd voor de bouw van huizen en schepen. Het kappen van de bomen ging in het begin van de 18de eeuw gepaard met grootschalige ontbossing.
De schrijver / journalist Willem Walraven sr. schreef in zijn boek Modjokerto in de motregen (KITLV Uitgeverij Leiden) op 17 juni 1938 over zijn bezoek aan de oude begraafplaats te Rembang onder meer:
Ik was er eigenlijk gekomen ter wille van het oude kerkhof, dat moet dateren uit het begin van de achttiende eeuw. Ook dit kerkhof ligt aan den grooten weg, die er dus hier reeds is geweest vóór Daendels. Er tegenover is de gevangenis, mede een bewijs dat de Compagnie zich reeds lang op dit punt had gevestigd.
De sleutel van het kerkhof is in bewaring bij den cipier, maar toen ik er kwam, stond het hek open. Men had het geheel tusschen de graven gepatjold ( = met een soort spa bewerkt), zoodat het terrein er uitzag als een pas gerooid aardappellandje. Geen boom groeit er. Het is er heet als in een woestijn.
Het Regentschap heeft, denkelijk op aandringen van den heer Bloys van Treslong Prins
[ noot: Bloys van Treslong Prins was waarnemend adjunct-landsarchivaris in Batavia; bekend auteur op het gebied van de genealogie; hield zich onder andere bezig met grafschriften van Europeanen], dit kerkhof in kaart gebracht en de graven genummerd. De teekening met de lijst heeft men op een bord achter glas gemonteerd. Dit was een goed idee en maakte het overzicht zeer gemakkelijk. Er bleek uit, dat hier 255 graven zijn, waarvan er echter 135 geen opschriften dragen!
Alle gegevens schijnen te ontbreken; er is dus geen grafboek uit den ouden tijd. Zoodat men hier graven ziet, die hoog boven den muur uittorenen, met zware gemetselde kegels en afgeknotte zuilen, maar niemand kan zeggen ter eere van wien deze steenkolossen zijn opgericht. En alsof een reus in dronkenschap hier aan het werk was geweest, zoo liggen op het oudste gedeelte deze tomben door elkander.
Er zijn stenen, die men alleen kan lezen door zich in een nauw gangetje te wringen en daarbij diep te bukken. Schots en scheef ligt alles door elkaar, en blijkbaar is dat alles van het begin af zoo geweest. Op de begraafplaats stoorde men zich niet aan rooilijnen.
En verder schreef hij ook:
Zoo ziet men hier overigens oude graven met nog heden bekende familienamen, doch zelden ouder dan honderd jaar. Men leest er namen als Blair, Pereira, Toorop, Boonemmer (1827), Persijn
Uit: W. Walraven Modjokerto in de motregen, KITLV Uitgeverij Leiden, 1998
Rembang is waarschijnlijk het meest bekend geworden doordat hier het graf staat van Raden Ajeng Kartini (Ibu Kartini), geboren op 21 april 1879 in Majong als dochter van Raden Mas Adipati Ario Sosroningrat. Deze was regent van Jepara (in de buurt van Semarang) en Kartini stamde dan ook af van een oude Javaanse adellijke familie.
Zij trok zich het lot aan van de Javaanse vrouw die alleen maar plichten en geen rechten had. Zij streed tegen deze toestand, niet met wapens maar met het woord. Zij schreef vooral over de emancipatie van de Javaanse vrouw, maar daarnaast ook over de Javaanse kunst.
Op 24-jarige leeftijd huwde zij met de regent van Rembang (Raden Adipati Djojo Adiningrat), die bijna 20 jaar ouder was.
Zij overleed op jeugdige leeftijd (25 jaar) in september 1904 na het leven te hebben geschonken aan een zoon. Kartini streed niet alleen voor de Inonesische vrouw maar ook voor de vooruitgang van heel het Indonesiche volk.
De Indonesische regering heeft haar vanwege haar verdiensten verheven tot "Pahlawan Pemerdekaan" (= heldin voor vrijheid) en elk jaar op 21 april herdenkt men in Indonesia haar geboortedag.
|