Het zaaien is gewoonlijk het thema van de oktobermaand. De schilder van wie we het werk op het kalenderblad van maart hebben kunnen bewonderen levert hier nog fraaier werk. Als standplaats koos hij een plek op de linkeroever van de Seine ter hoogte van het tegenwoordige Palais de l'Institut, dus tegenover het Louvre dat op de andere oever oprijst. We zien het kasteel hier in de staat waarin Karel V, een broer van de hertog, het had gebracht. Niet alleen de buitengewone precisie waarmee het Louvre is uitgebeeld verdient onze aandacht, maar ook de minuscule wandelaars op de kade die blijkens hun kleren na de dood van de hertog zijn geschilderd, voorts de vogelverschrikker in de gedaante van een boogschutter die in zijn werk wordt bijgestaan door een grof net van gespannen draden waaraan witte lintjes hangen, de diefachtige eksters en de steen waarmee de eg wordt verzwaard. Hoewel het paard bewonderenswaardig is geschilderd loopt het niet zoals het zou moeten: net als alle andere middeleeuwse kunstenaars heeft de schilder er zich geen rekenschap van gegeven dat viervoeters tijdens het lopen tegelijkertijd de rechter voorpoot en de linker achterpoot vooruitzetten en omgekeerd. Deze opmerking is uiteraard ook van toepassing op de andere paarden in dit getijdenboek.
ijdenboek.
01-11-2005 om 11:13
geschreven door land van reynaert
LesTrès Riches Heures: September. September roept onvermijdelijk het beeld van de druivenoogst op. Hoe onafhankelijk ze ook waren, de verluchters van de Tres Riches Heures konden daar niet omheen. Ze situeerden hun wijngaard bij het kasteel van Saumur, in een gebied waar zonder twijfel een betere kwaliteit wijn vandaan kwam dan die welke de hertog uit zijn eigen Berry of Poitou kreeg aangeleverd. Het kasteel, dat we kunnen identificeren dank zij de nog bestaande ruïne, behoorde toe aan zijn neef Lodewijk II van Anjou die het ook had laten bouwen. Nog niet achterhaald is de functie van het merkwaardige, ondoorzichtige hek aan de rand van de wijngaard dat, zo te zien, uit teenwilg of gevlochten riet bestaat. Rechts daarvan een kleine mont-joie, aanmerkelijk eenvoudiger en in een latere stijl dan die op de maartminiatuur. Op de weg die naar het kasteel leidt loopt een vrouw met een mand op haar hoofd. Links bij de uitvalspoort van de ophaalbrug zien we de hoge schoorsteen van de keuken. Het naburige klooster van Fontevrault heeft er net zo een.
31-10-2005 om 20:25
geschreven door land van reynaert
LesTrès Riches Heures: Augustus Het calendarium van LesTrès Riches Heures is volgens specialisten het enige dat bij augustus een jachttafereeel geeft. Op de prent als illustratie bij de maand augustus staat meestal het dorsen van het graan. Hier zien we echter twee jonge edelmannen die op valkenjacht gaan. Ze zitten op paarden met hun dames achterop en worden vergezeld door een dame zonder cavalier die een schimmel berijdt. De valken op de gehandschoende vuisten zien er al tamelijk opgewonden uit. De vrouw zonder cavalier draagt een zelfde mantel als de jonge edelman op de meiminiatuur, van wie er wordt vermoed dat hij misschien de hertog van Berry is. De hoge Tour Guinette van het kasteel van Étampes is tegenwoordig nog te zien, zij het in een vervallen staat. Op de akkers vóór het kasteel wordt kennelijk de laatste hand gelegd aan de oogst: men is bezig de schoven op een wagen te laden. Daaronder stroomt de Juine. Het frisse water heeft vier baders aangelokt, onder wie minstens één vrouw die geheel naakt zit te pootjebaden.
31-10-2005 om 16:41
geschreven door land van reynaert
Getijdenboek "Les Très Riches Heures du duc du Berry"
Getijdenboek "Les Très Riches Heures du duc du Berry": maand juli.
JULI
Juli is de oogstmaand, naast dit traditionele thema heeft de kunstenaar ook het schapen scheren afgebeeld. Veevoedergewassen werden met een zeis afgesneden, voor het oogsten van graangewassen gebruikte men in die tijd een sikkel: door de halmen niet helemaal onderaan maar in het midden af te snijden laat men op het veld stoppels staan als veevoeder voor de dieren. In de handen van de scheerders zien we de grote scharen waarmee zij werken. Het is aan de oever van de Clain, waar het kasteel van Poitiers op uitkijkt, minder warm als in juni aan de oever van de Seine: met uitzondering van de linkse maaier zijn de landarbeiders minder luchtig gekleed dan die op de miniatuur van juni. Het kasteel werd ten behoeve van de hertog tijdens diens jeugd gebouwd. Het stond dichtbij de stad Poitiers, waarvan het door een arm van de Boivre werd gescheiden. Er is nu niets meer van over.
15-09-2005 om 09:40
geschreven door land van reynaert
Getijdenboek "Les Très Riches Heures du duc du Berry": maand juni.
JUNI
De maand juni is de hooimaand. Afgaande op de blote benen van de maaiers, de luchtige jurken van de meisjes, de hoeden en doekjes die hun hoofden beschermen, is het een warme zomerdag. De mensen zijn harmonieus en expressief afgebeeld. Op de hier opnieuw, zij het vollediger dan bij mei, afgebeelde linkeroever van de Seine zien we het Palais de la Cité. Het hoge, met een kruis bekroonde gebouw is de Sainte Chapelle, de zware ronde toren met een puntdak de Tour Montgomery. De kunstenaar heeft de bouwwerken een levendiger aanzien gegeven door er minuscule figuurtjes op af te beelden: iemand in de uitvalspoort, die via drie halfcirkelvormige treden toegang geeft tot de Seine, en een hele groep mensen die een overdekte trap opklimmen welke uitkomt bij een hoekpaviljoen.
14-09-2005 om 18:51
geschreven door land van reynaert
Getijdenboek "Les Très Riches Heures du duc du Berry": maand mei.
MEI
Mei wordt hier gesymboliseerd als paardrijdende jongelui. Het is een complete cavalcade, voorafgegaan door muzikanten die op een buisine, drie fluiten en een trombone blazen. Als herkenningsteken dragen zij op hun linker schouder een gouden schijf. De ruiter in blauwe houppelande op het grijze paard met het rode sjabrak is mogelijk een uitbeelding van de hertog op jeugdige leeftijd. Daarop duiden de kleine hondjes waarvan hij onafscheidelijk was (zie ook januari). De gewaden van de drie dames die achter hem rijden zijn groen, kleur van de vreugde dat bij l-meivieringen gebruikelijk was. Trouwens, iedereen draagt, zoals het hoort op deze mooie dag, wel iets groens: het groen van de bladeren die de hoofden en halzen opluisteren (de struiken met wilde rozen waar ze vandaan komen liggen niet veraf).
11-09-2005 om 20:13
geschreven door land van reynaert
Getijdenboek "Les Très Riches Heures du duc du Berry": maand april.
APRIL
April is in alle getijdenboeken de maand van het bloemen plukken. Hier gebeurt dat door twee elegante, over het gazon gebogen dames. Maar onze aandacht gaat meer naar het adellijke stel dat zich kennelijk in aanwezigheid van getuigen aan het verloven is. Naar de identiteit van de twee mannen en de twee vrouwen zijn diverse gissingen gedaan. Het bouwwerk dat de horizon opluistert is volgens historici vermoedelijk het kasteel van Dourdan, waarvan het buitenwerk heden ten dage voor een deel nog overeind staat. Als deze veronderstelling klopt moet het water waarboven het uitsteekt de rivier de Orge zijn, al heeft de kunstenaar veeleer een meertje uitgebeeld. Interessant zijn verder de perspectivische weergave van het gebouw met kantelen en de door muren omsloten boomgaard (rechts).
11-09-2005 om 19:52
geschreven door land van reynaert
Getijdenboek "Les Très Riches Heures du duc du Berry": maand maart.
MAART
In de traditionele calendaria is het snoeien van de wijnstokken de traditionele bezigheid van maart. In de omheinde hof links zijn drie wijngaardeniers daarmee bezig. De maker van deze schildering, met wiens stijl we bij de miniaturen van oktober en december opnieuw kennis zullen maken, plaatste een ploegende boer op de voorgrond. Links achter een herder die in zijn armen een grote bos gras naar zijn grazende schapen brengt. De boer rechts zeeft graan in een zak. Heel duidelijk is de ploeg van de boer op de voorgrond. Op deze prent kan men duidelijk zien hoe een ploeg er uitzag rond 1400. Op de achtergrond het eerste van de in dit calendarium afgebeelde kastelen, dat van Lusignan. De rechtse toren wordt bekroond door een vergulde slang met vleugels, één van de gedaanten die de legendarische stichtster en beschermvrouwe van het kasteel, de fee Mélusine, aannam. Jean dArras, de secretaris van de hertog van Berry, diepte haar legende op uit een handschrift in de bibliotheek van het kasteel van Mehun-sur-Yèvre. Het kasteel van Lusignan werd in 1575 met de grond gelijk gemaakt.
11-09-2005 om 10:36
geschreven door land van reynaert
Getijdenboek "Les très Riches Heures du duc du Berry"
In het Nijmeegse museum Het Valkhof (www.hetvalkhof.nl) loopt er een prachtige tentoonstelling De gebroeders van Limburg. De gebroeders van Limburg waren de ontwerpers van de prachtige miniaturen in het getijdenboek: Les très Riches Heures du duc du Berry. De duc du Berry (1340-1416) was de zoon van de Franse koning Karel V. Hij was een hartvochtige heersers maar een groot kunstminnaar die een prachtige verzameling getijdenboeken samenbracht. Hiernaast zien we de afbeelding van de maand januari. In de calendaria wordt de maand januari voorgesteld als de maand van de levensgenieters. Hier is de levensgenieter de hertog van Berry zelf: achter de tafel tweede van rechts. Hij wordt voorgesteld met een pafferig gezicht en op zijn hoofd een bontmuts met glinsterende diamant. Hij zit met zijn rug naar de haard (afgeschermd door een rieten vlechtwerk) en met zijn dikke buik tegen de rijkvoorziene tafel. Ook zijn dierbare hondjes zitten op tafel en mogen meegenieten. De pages die hem bedienen zijn prachtig uitgedost om zijn welstand uit te dragen. Op de achtergrond zien we een fraai tapijt waarop de veldslag van Bourges is afgebeeld. Voor ieder maand is er een prachtige miniatuur en verder zijn er in het getijdenboek nog vele werkelijk schitterende miniaturen. Veel van die miniaturen (soms zijn er pikante bij, zie de maand februari, trouwens in die tijd waren ze niet preuts) zijn via het internet terug te vinden bv: http://www.ibiblio.org/wm/rh/1.html. Zoek zelf maar eens via Google, er zijn vele site soms met kwalitatief zeer mooie scans.
04-09-2005 om 09:02
geschreven door land van reynaert
Getijdenboek "Les Très Riches Heures du duc du Berry". In het blogdeel hieronder toonde ik de afbeelding bij de maand februari. Hier nu de maand februari: een prachtig sneeuwlandschap dat niet moet onderdoen voor Breughel. Ik heb ook een uitsnede gemaakt van de vrijpostige scène voor het vuur. De hoofdse dame tilt haar kleed even op om haar voeten en benen te warmen, en kijkt weg van de eenvoudige mensen die zonder schroom de rest warmen.
04-09-2005 om 00:00
geschreven door land van reynaert
Aansluitend op de bespreking in de webblog Sprokkel (http://blog.seniorennet.be/sprokkel/) van de roman Het Revolverschot van de tante van Cyriel Buysse, Virginie Loveling. Denk ik aan de roman Tantes van Cyriel Buysse zelf. De hoofdpersonen uit deze roman zijn drie verzuurde, rijke tantes, door Buysse wel grotesk, maar daarom niet minder levensecht getypeerd (Het zijn niet zijn tantes Rosalie en Virginie Loveling, integendeel want dat waren voor hun tijd vooruitstrevende figuren). Daar tegenover staan hun drie nichtjes die de huwbare leeftijd reeds lang bereikt hebben en bij het huwelijk van hun broer opeens duidelijk beseffen dat ze dezelfde kant opgaan als hun tantes. Namelijk een ongehuwd eenzaam leven leiden. Een leven zoals vele gegoede burgers in een provinciestadje. Een leven waar de moraal en het geld de hoofdrol spelen. De tantes controleren de handel en wandel van de nichtjes met het testament achter de hand. En ze letten nauwlettend op hun christelijke plicht tot kuisheid, zeker voor het huwelijk. Verder lezen we op de achterflap: Tantes wordt algemeen beschouwd als een hoogtepunt van psychologisch uitbeeldingsvermogen in het werk van Cyriel Buysse.
De essentiële kracht van de roman is de typering van de tantes, de fijne ironisering van hun wezen zelf en van hun almacht: hun prestige in de familie berust op hun fortuin, wat de toekomstige erfgenamen in zwijgende machteloosheid laat, tot het moment van de fatale uitbarsting, het moment van waarheid en verzet.
Kees Fens schreef een uitvoerige inleiding voor deze publicatie. Hij maakt een opmerkelijke analyse van Tantes en plaatst de roman in de evolutie van Buysses oeuvre. En hij stelt dat met Tantes Buysse de top van zijn schrijverschap haalde.
21-08-2005 om 09:28
geschreven door land van reynaert
De advent of de besloten tijd van voorbereiding voor het kerstfeest: de vier weken voor Kerstmis is ook mooi afgebeeld in het getijdenboek Les Très Riches Heures du Duc de Berry.
29-07-2005 om 00:00
geschreven door land van reynaert
Libussa in het Tsjechisch Libue is volgens oude Tsjechische sagen de stammoeder van Tsjechie en stichteres van Praag. Ze is de dochter van stamhoofd Krok en trouwde met Premsyl, de beste boer en ploeger van de stam. Bedrich Smetana maakte over haar leven een opera; en de bekende Praagse graficus Pavel Hlavaty maakt een fraai kleurenets exlibris over dit thema. Krok bekijkt van uit de achtergrond de ploegende Premsyl en Libussa staat prominent in het midden van de prent.
09-07-2005 om 09:04
geschreven door land van reynaert
De kat in het exlibris Ondertitel: De kat en de vrouw
Viens, mon beau chat, sur rnon coeur amoureux; Retiens les griffes de ta patte, Et laisse-moi plonger dans tes beaux yeux, Mêlés de métal et d'agate.
(Charles Baudelaire, Le Chat, in: Les Fleurs du Mal)
De kat en de vrouw
Hedwig Pauwels (bekend Vlaams exlibriskunstenaar) etste een zeer mooi katten-exlibris voor R. Claussen. Op het ex-libris (afb. zie hoger), een kleurenets-aquatint, draagt een dromerige vrouw een prachtige Siamese kater die met zijn ogen, 'mélés de métal et d'agate', in de verte zoekt naar zijn droom-kattenvrouwtje. Ook de vrouw maakt met haar linkerhand een uitnodigend gebaar ('ViensT mon beau ...') en streelt met
haar rechterhand haar fraaie borst. Deze subtiel erotisch geladen prent doet denken aan de volgende verzen van Baudelaire uit LeChat'.
Et que ma main s'enivre du plaisir de palper ton corps électrique
De prent roept een droomwereld van begeerte op. Het beeld van de kat en de vrouw vloeien in het rijk van de verbeelding in elkaar over tot een esoterisch en geheimzinnig beeld van verlangen.
01-06-2005 om 18:15
geschreven door land van reynaert
Op het ex-libris van de Russische kunstenaar Valeri Misjin (afb. hiernaast, mezzotint} vinden we een rneer dubbelzinnige erotische spanning terug. Een mooie naakte vrouw vlindert weg boven de torens van een denkbeeldige stad. Ze wordt beloerd door een bronstige kater, waarvan zij het hoofd afwendt. We bemerken een sterke tegenstelling tussen het serene gelaat van de vrouw en de agressieve, bronstige uitdrukking op het gezicht van de kat. Op de prent zien we de grote kracht en mogelijkheden van de mezzotint etstechniek: binnen dezelfde bruingrijze kleur creëert de kunstenaar een vloeiende schakering van bruingrijze nuances en geeft zo aan het vrouwenlichaam een satijnen levensechtheid.
01-06-2005 om 18:07
geschreven door land van reynaert
De creatieve verbeelding van de Tsjechische grafika Hanna Capova resulteert in een geheimzinnige dame, samen uitgebeeld met haar vijf katten (afbeelding, zie hiernaast), is een kleurenets-aquatint. Zijn het bestaande kattensoorten of zien we hier een grafische toepassing van de dichterlijke vrijheid van de beeldende kunstenaar? Navraag bij kattenliefhebbers en -specialisten en een speurtocht op het Internet brachten geen beslissend antwoord. We vermoeden dat de kunstenaar de Burmese kat heeft afgebeeld, die vanaf de vijftiende eeuw als huiskat in beeld kwam. Op de opuslijst van de artieste staat enkel 'vrouw met kat'. De vrouw oogt Oosters. De houding en de expressie van de kattenkoppen doen eerder denken aan een beschermende functie van de kat. Bij de oude Egyptenaren was Bastet een van de geliefde, beschermende godinnen, die de kat symboliseerde en dikwijls met een kattenkop werd afgebeeld. Mogen we veronderstellen dat de kattensymboliek in het beschermen van de vrouw schuilt? De fraaie prent werd op de etspers gedrukt in alle varianten van bruin, van licht naar donker en is technisch, compositorisch en qua sfeer een waar genoegen om te bekijken.
01-06-2005 om 18:02
geschreven door land van reynaert
De speelse, vindingrijke Russische kunstenaar Yuri Nozdrin heeft in zijn typische stijl een geheimzinnige kattenvrouw geëtst (afb. hiernaast). De streng ogende kater slaat zijn pootje rond de hals van de vrouw. Zijn vacht figureert als een weelderige vrouwenhaardos. De vrouw houdt in haar hand een toren van Babel en leunt tegen een hoekige toren waarop we een appelboom zien met appels in de vorm van hartjes. Langs kleine ladders klimmen mannen naar de hoogste etages om de vrouw te bewonderen. Eén van hen heeft al een ladder tegen een boomtak op de toren kunnen plaatsen. Van op deze uitkijkpost kan hij naar haar mooie borsten en driehoekje gluren. Tussen haar benen trekt een heel leger met wapperende vaandels op weg naar haar 'vesting'. Ook tegen haar dij is een ladder geplaatst, waarlangs mannen pogen haar te bereiken. De bovenste kerel is afgebeeld als hoorndrager die zijn kansen op een ander terrein gaat wagen. Heel mooi is het miniatuur kattenvrouwtje linksboven, met een fraaie staart. En waar komt de tak vandaan? De hoofdscène wordt als het ware beklemtoond door een horizontale kattenvrouw met stevige borsten waarvan een tepel wordt beroerd door een hand die vastzit aan een ladderarm van een man die alleen maar bestaat uit hoofd en voeten.
Nozdrin is een moderne Bosch of een Brueghel. De kunstenaar ontwerpt en drukt zijn prent in lijnets. Vervolgens wordt iedere prent met de hand ingekleurd. Het zijn dus allemaal unieke bladen die erg gewaardeerd worden in het wereldje van de verzamelaars.
01-06-2005 om 17:54
geschreven door land van reynaert
Ka/eva/a, Runo l, v. 91-102, bewerking Maya Tamminen
Zier hieronder afb. 1 en afb.2
De Ka/eva/a werd gezongen, de Reynaert werd voorgedragen en beide meesterlijke epen inspireerden vroeger en nu vele beeldende kunstenaars. Een van deze beeldende kunstenaars is Joeri Ljoeksjin.
De Russische beeldende kunstenaar Joeri Ljoeksjin is een merkwaardige persoonlijkheid. Hij voelt zich sterk aangetrokken tot oude literatuur en beeldende kunst en toch is hij een zeer modern kunstenaar. Joeri Ljoeksjin werd in 1949 in Sint-Petersburg (toen nog Leningrad) geboren. Hij kreeg zijn opleiding aan de Serov Kunstacademie en promoveerde onder de leiding van professor Leonid Oscorbin. Niettegenstaande Ljoeksjin de beeldende kunst in al haar facetten beoefent is hij toch vooral bekend als graficus. Ljoeksjin is geen zwart-wit graficus. Door zijn ervaringen als kunstschilder kan hij prachtig met kleur werken en spelen. Het grootse deel van zijn etsen is ingekleurd met waterverf. Zo ontstaan er van dezelfde prent door variante inkleuringen sterk verschillende kleurstaten. Ljoeksjin heeft een eigen stijl ontwikkeld, sterke prenten met een rijke variatie. Hij verwerkt op een moderne manier klassieke thema's en zoekt steeds naar vernieuwing. Een gevolg hiervan was dat hij het moderne element in de ex-libriskunst bracht. Voor de ex-libriskunst is het een ware verrijking dat een kunstenaar van Ljoeksjins niveau ook boekmerken maakt.
Ljoeksjin en de Kalevala
Ljoeksjin heeft grote bekendheid verkregen met zijn Kalevalawerken, schilderijen en prenten geïnspireerd op de Kalevala, die permanent tentoongesteld worden in het museum van Petrozavodsk in het Russisch deel van Karelië en in de Kalevala-afdeling van de Finse Culturele Stichting in Helsinki.
Wat Van den vos Reynaerde voor Vlaanderen is, is de Kalevala voor Finland: het grootste literaire werk van de eigen middeleeuwse literatuur. Hoewel er vele ver-
schillen zijn, zijn er tussen beide werken enkele treffende overeenkomsten. Zoals de romantici zich in Vlaanderen optrokken aan de Reynaert om de grootheid van Vlaanderen te doen herleven, zo deden ook de Finnen met hun nationaal epos. De Kalevala is in Finland zo belangrijk dat 28 februari is uitgeroepen tot nationale Kalevaladag en een feestdag is geworden.
Niettegenstaande de Kalevala ouder is dan Van den vos Reynaerde - de eerste Kalevalazangen gaan terug tot de negende eeuw - is het epos slechts in het begin van de negentiende eeuw op schrift gesteld door de Finse dokter en filoloog Elias Lönnrot (1802-1884, zie afbeelding 1). Door zijn pionierswerk behoedde Lönnrot de Kalevalazangen voor uitsterven, want de sterke groei van de kennis van schrijven en lezen verdrong in de meeste landstreken het zingen en voordragen van literaire teksten. In de afzondering van het noordelijk klimaat en in de ondoordringbare bossen van Finland konden de geschreven teksten minder goed doordringen en bleef de zangtraditie voortleven. De zangers konden trouwens noch lezen noch schrijven.
Lönnrot was werkelijk een pionier, niet alleen omdat hij de eerste was die de teksten in die mate begon te noteren, maar vooral gezien de levensgevaarlijke tochten die hij moest ondernemen om de oude zangers op te sporen. Lönnrot was magister in de letteren en dokter in de geneeskunde. Vanaf 1828 ondernam hij elf reizen om de oude zangers op te sporen en de liederen te noteren. Met de toenmalige middelen waren zijn speurtochten door Karelië, Oost-Botnië, Tavastland, Savo en Ingermanland zwaar en niet zonder gevaar. Hij kon de zangers vinden en liet ze dagenlang voorzingen. Sommigen reciteerden tot 5000 versregels achter elkaar. Uit de zo verzamelde liederen componeerde Lönnrot een doorlopend verhaal en noemde het Kalevala, wat betekent: "land waarin de zonen van de stamvader Kalevala leefden": "Finland".
Zoals Willem, die met als belangrijke bron verscheidene branches van de Roman de Renart zijn Van den vos Reynaerde schreef, zo schreef Lönnrot in 1835-1836, op basis van verscheidene oude liederen de zogenaamde Oude Kalevala. (Of is Lönnrot eerder te vergelijken met een Jan Frans Willems?) Lönnrot werkte verder aan een definitieve versie. In 1849 was ook dit werk klaar en verscheen de Nieuwe Kalevala: epos in 50 zangen (Runos) met in totaal 22.795 verzen.
De Kalevala kreeg in Europa vlug grote belangstelling. Eind 1900 waren er reeds vertalingen in onder andere het Zweeds, het Engels, het Duits en het Frans. Later kwamen er ook vertalingen in Nederland en Vlaanderen, wel fragmentarisch en meestal in proza, zoals de vertalingen van Maya Tamminen (1928), J.H. Eekhout (1938), Wies Moens, die in 1938 Kalevalafragmenten vertaalde, en Inge Ott (in 1979). Vooral de auteurs die sterke voeling hadden met de Vlaamse Beweging werden sterk aangesproken door dit Finse epos. Ik heb ooit de vertaling van Maya Tamminen op de kop kunnen tikken. Het exemplaar was afkomstig uit de bibliotheek van de (omstreden) Vlaamse auteur Ferdinand Vercnocke, onder andere bekend door zijn roman Kapitein Kruyt. Uit Vercnockes aantekeningen kan men afleiden dat hij dit boek intensief heeft gelezen en gebruikt als inspiratiebron voor zijn eigen literair werk, onder andere voor de dichtbundel Hansa.
Lönnrots Kalevala begint met de schepping van de wereld en eindigt zoals bij Willem met het vertrek van de hoofdfiguur. In de Kalevala is dat Vainamöinen. Het hoofdthema van de Kalevala is de strijd tussen twee volkeren: de Kalevala en de Pohjola. Zoals zo dikwijls in de geschiedenis wil een volk het overwicht, hier het Kalevalavolk. Het tracht de Pohjola de macht te ontnemen.
In de Kalevala spelen de dieren een belangrijke rol, er is zelfs een volledige zang gewijd aan de beer Otso (Runo 46): O, mijn schone dierbre Otso, / gouden met uw honingpoten! (Otso is Fins voor bruine beer).
In deze poëtisch mooie Runo 46: Vainamöinen en de beer doodt Vainamöinen Otso de beer met een speciaal versierde jachtspriet: "op het ijzer zag men wolven, / op het blad zag men een beer staan; / aan den lasch een eland draafde, / op den greep een dartel veulen, / aan den voet een loopend rendier." (Tamminen, p. 362, v. 36-40). Vainamöinen trekt met zijn hond op jacht, op zoek naar Otso en houdt een monoloog tot de beer: "O m'n beste, met uw fraai gewelfd voorhoofdje, die zo graag uw pootjes in de honing steekt!" (Ott, p. 243). Hij vindt de beer, doodt hem met de werpspies en brengt hem naar het dorp. Tijdens die tocht spreekt hij de beer toe alsof hij nog leeft. Hij vraagt Otso zijn woning te verlaten om met hem mee te gaan naar het dorp waar hij honing zal vinden om op te likken. (Zoals Bruun naar het dorp gelokt wordt.) De dorpelingen heten de honingeter met de kromme klauwen welkom en leiden hem binnen onder hun roemrucht dak. Daar kan het feestmaal beginnen met berenvlees, in het gezelschap van mooie vrouwen, getooid met de mooiste hoofdsieraden.
Hier laten we Joeri Ljoeksjin de tekst vernieuwen in beeldtaal. Op het ex-libris (afb. 1) voor Pekka Heikkila zien we twee bijna mystieke vrouwen getooid met speciale hoofdsieraden als een soort stolp over een bang ogende beer, die door handen als werpspiesen wordt bedreigd. Aan de rand kijkt de beer als bevoorrechte toeschouwer naar zijn eigen lot. De schoorsteen rookt, onder het roemruchte dak kan de feestdis beginnen.
In wat we zojuist beschreven zien we twee merkwaardige overeenkomsten tussen de Reynaert en de Kalevala. Een eerste is het verlaten van het land. Reynaert stapt na de moord op Cuwaert als het ware uit het verhaal en hij trekt naar een "wildernesse nu", het beloofde land. De oude Vainamöinen verlaat in zijn ranke koperen vaartuig Kalevalaland op tocht naar de lagere hemelstreken. De tweede overeenkomst is sterker: Vainamöinen, die met honing als lokspijs de beer naar het dorp lokt, doet precies hetzelfde als de middeleeuwse vos. De parallellen zijn wellicht louter toevallig. En toch! Professor Jan de Vries geeft in zijn inleiding, voorafgaand aan Tamminens Kalevalabewerking enkele uitdagende - zij het niet wetenschappelijk gefundeerde - hypothesen in zijn zoektocht naar westerse elementen in de Kalevala. Zo, over de derde belangrijke figuur in de Kalevala, Lemminkainen, dat diens naam ontstaan is uit het Oudnoordse woord "Flaemingi", wat Vlaming betekent. Hij stelt verder dat er sinds de dertiende eeuw contacten waren tussen West-Europa en de Oostzee. Wij spelen echter zeker en zullen, ondanks enige gelijkenissen met betrekking tot de honingscène, de mogelijke invloed zekerheidshalve maar als een fantastische hypothese beschouwen. Of zijn het oermytische verhaalelementen?
24-05-2005 om 15:45
geschreven door land van reynaert